23 okt 2018
|
Levensstijl
Journalist: Hugo Schrameyer
Omroepvereniging Max heeft zichzelf de opdracht opgelegd om niet alleen radio- en televisieprogramma’s te maken, maar veel meer te betekenen voor de doelgroep van vijftig-plussers. Zo kunnen leden terecht bij de Max Ombudsmannen Jeanine Janssen en Rogier de Haan voor vragen, problemen of klachten.
Oprichter Jan Slagter heeft ondertussen de status van Bekende Nederlander. Toen hij dertien jaar geleden het initiatief nam tot oprichting van Max werd hij in eerste instantie wat glazig aangekeken. ‘Wat is dat nou voor vreemde snuiter?’, werd er gedacht in kringen van omroepland. Een omroep die zich uitgesproken ging richten op de wat oudere doelgroep viel behoorlijk uit de toon in een omgeving die traditioneel vooral gericht was op jongeren. Jan Slagter heeft ondertussen het gelijk volledig aan zijn kant gekregen. Zo telt zijn omroepvereniging 355.000 leden, kent Max Magazine een betaalde oplage van circa 160.000 exemplaren en behoort de radio- en televisieomroep inmiddels tot de mainstream-media in Hilversum.
Dat zijn initiatief zo’n succes boekt, heeft de omroepbestuurder echter niet alleen te danken aan het uitzenden van programma’s. “We zijn een beweging”, zegt hij zelf. “Omroepen beperkten zich vooral tot het jaarlijks incasseren van lidmaatschapsgeld. En in ruil daarvoor kreeg je wekelijks een tv-gids in de bus. That’s it. Wij gaan veel verder. We organiseren reizen, we hebben een ombudsman waar je met allerlei vragen terecht kunt en in ons magazine bijvoorbeeld geven we tips hoe je als consument allerhande zaken moet aanpakken. We zijn een vereniging. En ik vind: als vereniging heb je de opdracht om er een actief verenigingsleven op na te houden.”
Omroep Max richt zich op de 50-plusser. Op de senior. Of hoe je die doelgroep ook wilt noemen. Dat neemt niet weg dat iemand van 52 natuurlijk in een compleet andere levensfase zit dan iemand van 82. En voor die brede variëteit aan leeftijden wil Slagter amusante en onderhoudende programma’s maken. “We kijken naar de behoeftes van de complete doelgroep. Een programma als Heel Holland Bakt spreekt vooral mensen van vijftig tot zestig aan, hoewel dat ook heus wel door mensen met een hogere leeftijd wordt bekeken. Een programma als Hollandse Zaken, waarin presentator Cees Grimbergen de problematiek van pensioenen heeft behandeld, wordt bekeken door een wat oudere doelgroep. Soms ligt het accent op vijftig-plus, soms op mensen die al wat ouder zijn, hoewel je die leeftijdsgrens ook niet heel zwaar moet aanzetten. De doelgroep wil zeker ook wel door elkaar lopen.”
Omroepen in Hilversum hebben de oudere doelgroep lange tijd veronachtzaamd, vindt Slagter. ‘Ouderen kijken toch wel’, klonk de opvatting in omroepland. Jan Slagter dacht daar dus anders over. 50-plussers hebben wel degelijk behoefte aan een omroep die hun interesses vertolkt. “Er gold ook lange tijd een zekere afgunst tussen de generaties. De jongeren verweten de babyboomers van boven de vijftig dat ze hun zaken goed voor elkaar hadden: vroeg met pensioen en huizen die ze voor een appel en een ei hadden gekocht. Nu klopt dat deels ook wel, maar vergeet niet dat veel 70- en 80-jarigen hun leven lang hard hebben gewerkt en nu moeten rondkomen van alleen een AOW of een klein pensioen. Ook die stem willen we in Hilversum laten horen.”
Er wordt vaak gezegd dat lineair kijken op z’n gat ligt. Vooral jongeren kijken niet meer naar tv op het moment van uitzending, maar kijken naar on demand-televisie, naar bijvoorbeeld uitzending gemist, of naar streamingdiensten als Netflix. Onzin, vindt Jan Slagter. Lineair televisiekijken is nog springlevend, maar dan moet Hilversum wel komen met spraakmakende programma’s die voor het hele gezin interessant zijn. En die bestaan wel degelijk. “Denk aan Wie is de Mol?, Heel Holland Bakt of Boer Zoekt Vrouw. Die programma’s hebben een miljoenenpubliek. Familieformats bestaan wel degelijk, maar je moet ze wel weten te brengen.”
Tos slot nog even dit: mensen worden tegenwoordig gezonder ouder. Dat neemt niet weg dat het gehoor en het zicht bij vrijwel alle senioren erop achteruit gaat. Hoe gaat Omroep Max daarmee om? Jan Slagter tot slot: “Onze stelregel is dat we geen muziek uitzenden onder gesproken woord. Niet omdat we dat niet leuk vinden, maar omdat die muziek kan storen. Doen we niet. We zijn de heruitvinder van slow television. We springen niet huphup van shot naar shot, maar laten de uitzending in een rustig tempo verlopen. Dat wordt niet alleen door ouderen, maar ook door jongeren op prijs gesteld.”