15 dec 2022
|
Industrie
De Oorlogsgravenstichting had in beginsel het doel om Nederlandse oorlogsgraven te onderhouden en in te richten. Ondertussen is daar een nieuwe visie aan toegevoegd, die zeker in het licht van de huidige mondiale turbulentie niets aan actualiteit heeft ingeboet. En dan doelt Theo Vleugels, directeur van de stichting, niet alleen op de oorlog in Oekraïne, maar tevens op de huidige polarisatie die zich tevens in Nederland aftekent.
Toen de rust na de Tweede Wereldoorlog enigszins was weergekeerd, namen dr. Anton van Anrooy en zijn vrouw Hermine Gerarda de Kempenaer het initiatief tot oprichting van de stichting, die met name ook tot doel had om aan de jeugd te laten zien dat vrijheid niet vanzelfsprekend is.
Er ligt nogal wat verantwoordelijkheid op het bordje van de stichting, gezien het enorme aantal van 50.000 oorlogsgraven die om onderhoud vergen. De helft daarvan, 25.000 dus, zijn gesitueerd in het Indonesische Java, 12.500 in Nederland en 12.500 graven liggen verspreid over de rest van de wereld. De Tweede Wereldoorlog is al bijna acht decennia geleden beëindigd, maar toch wil Vleugels wat graag benadrukken dat het conflict nog altijd tot de verbeelding spreekt.
Herdenkingen, zoals die op 4 en 5 mei, trekken massaal belangstelling, deels natuurlijk aangewakkerd door de oorlog in Oekraïne. Vrijheid, hoor je vaak bij dat soort herdenkingen, krijg je niet cadeau: daar moet je voor waken en moet je voor werken. Acht decennia na de Tweede Wereldoorlog zijn we in-middels aangekomen bij de derde of vierde generatie als afstammeling van mensen die de oorlog bewust hebben meegemaakt. De jongeren van nu voelen misschien geen directe relatie met individuele oorlogsslachtoffers, maar er is wel besef van de ellende die een conflict met zich meebrengt.
“Ook als jongere ervaar je met een bezoek aan een militair of civiel rijksgraf, zeker als het een erebegraafplaats betreft, het fragiele evenwicht tussen oorlog en vrede. Voor de stichting gaat het niet alleen meer om het beheren van het graf, hoe belangrijk dat in de basis natuurlijk is. Waar het tevens om gaat, is vanuit het verhaal van de vele slachtoffers te laten zien hoe belangrijk het is om te werken voor vrede.” Deze tweede lijn heeft de stichting de laatste jaren ook onli-ne zichtbaar gemaakt. Aanleiding daartoe was het 75-ja-rige bestaan van de stichting dat vorig jaar werd gevierd. Ter ere daarvan is er een videoserie ontwikkeld van 36 afleveringen, waarin telkens aandacht werd gevraagd voor het persoonlijke verhaal van een slachtoffer.
Lang zouden zij leven, luidt de titel van deze videoserie, die vooral wil laten beseffen wat voor impact het heeft als een individueel persoon door oorlogshandelingen wordt gemist. We maken even een bruggetje naar nu. De sfeerbeleving die de stichting zo scherp neerzet, dat vrede meer is dan de afwezigheid van oorlog, wil Vleugels graag illustreren met de dynamiek die zich vandaag de dag afspeelt. De oorlog in Oekraïne is het meest treurige bewijs daarvan, maar die onrust manifesteert zich op veel meer niveaus. Net zo goed in Nederland. Vleugels: “Oorlog is niet iets wat vandaag op morgen begint, maar kent een sluimerend aanloopproces. Oorlog is mensenwerk en er liggen veel kleine ergernissen of conflic-ten aan ten grondslag. Als je kijkt naar de Verenigde Staten, waar de conflicten tussen Republikeinen en Democraten diepe vormen aannemen – of het Verenigd Koninkrijk, waar de ongelijkheid tussen arm en rijk steeds pregnanter wordt. Dan zie je al iets van een kiem dat tot oorlogvoering kan leiden. Nederland is geen uitzondering: bij ons zie je net zo goed korte lontjes.
Ergernissen, relletjes en conflic-ten zijn aan de orde van de dag.” Wat Vleugels daarmee wil zeggen, is dat de stichting er veel aan gelegen is om mensen ervan bewust te maken waartoe irritatie en ontstemdheid uiteindelijk toe kunnen leiden. “Niet met het geheven vingertje, van ‘zo wordt het nog eens oorlog’, maar waar we wel op hopen, is dat mensen zich bewust weten van aanleidingen tot conflict. Wees zelf actief om dat een halt toe te roepen, wijs niet naar politici of politie om problemen in de maatschappij te benoemen.” Tot slot, wat Vleugels nog belangrijk vindt om te vermelden, is dat de stichting blijvend ondersteuning van vrijwilligers kan gebruiken. Dat kan in de vorm van een financiële bijdrage, maar kan ook in de vorm van het adopteren van een graf. “Wij verzorgen het onderhoud, maar wat je vaak ziet, is dat een adoptiegraf in herinnering blijft middels het doorvertellen van het verhaal van het slachtoffer.”