30 jun 2021
|
Industrie
Journalist: Marjon Kruize
In de chemische industrie is water onmisbaar. Water om te koelen, producten te maken of stoom te produceren is voor de chemie uiterst noodzakelijk om processen mogelijk te maken. Maar de chemische industrie staat ook voor een grote verduurzamingsopgave waarin water een belangrijke rol zal spelen.
Watertekorten zijn immers een belangrijk gevolg van de klimaatverandering en water dat door de industrie aan onze rivieren wordt onttrokken, kan niet zomaar worden teruggestort omdat het tijdens het proces verontreinigd raakt. De industrie zal dus minder water moeten gaan gebruiken, maar er wordt ook hard nagedacht over oplossingen om het gebruikte water opnieuw in te kunnen zetten, met circulariteit als het ultieme einddoel.
Echter, het water dat vanuit chemieparken geloosd wordt lijkt juist steeds viezer te worden. Lijkt, zo wordt gesteld in Process Control, een vakblad over procesoptimalisatie van onder andere waterbeheer, want het afvalwater bevat namelijk niet zozeer meer, maar wel steeds meer verschillende verontreinigingen in lagere concentraties. Deze stoffen hebben vaak onbekende effecten op de gezondheid en omgeving, waardoor het lozen van deze stoffen in onze rivieren niet gewenst is. Uit die rivieren halen wij immers ook ons drinkwater.
Gelukkig worden we wel steeds beter in het opspeuren van deze stoffen. Er bestaan al enorm geavanceerde meettechnieken waardoor steeds kleinere concentraties aan verontreinigingen in het water gevonden worden. Met de nieuwe waterwetvergunning zal dit binnenkort nog een extra impuls krijgen, zo meldt Process Control. De meest risicovolle bedrijven van Nederland moeten binnen drie jaar allemaal in het bezit zijn van zo’n waterwetvergunning waarin elke geloosde stof geïdentificeerd wordt en de zogeheten ABM-toets moet doorlopen. Elke stof wordt dan getoetst op zowel de gevolgen voor de ecologische waterkwaliteit als voor drinkwaterbereiding.
En dat is behoorlijk anders dan voorheen, want toen werd niet naar de individuele stoffen gekeken, maar enkel naar groepen stoffen. De inhoud van bijvoorbeeld een fles shampoo wordt nu niet langer gezien als shampoo, maar als alle losse stoffen die hierin voorkomen. Nu elke stof geïdentificeerd wordt lijkt het inderdaad alsof het water viezer is, maar in feite wordt er dus meer geïdentificeerd en gereinigd, wat de waterkwaliteit uiteindelijk ten goede komt, zo stelt het VNCI. Concreet betekent het voor elk bedrijf dat afvalwater loost dat er een serie van analyses op alle ‘piekjes’ in het afvalwater wordt losgelaten om zo te toetsen of deze voldoen aan de geldende norm binnen de nieuwe vergunning. En dat zal leiden tot een enorme transparantie binnen de waterzuivering.
Die transparantie op stofniveau moet dan vervolgens nog wel vertaald worden naar een plan van aanpak en dat is een flinke technologische uitdaging. Immers, alle stoffen die in deze analyses gevonden worden moeten uit het water gezuiverd worden voordat dit geloosd kan worden in onze rivieren. De technologie om dit te doen is volop in ontwikkeling, maar we zijn er nog niet. Er ligt nog een hele hoop werk voordat we alle stoffen effectief uit het afvalwater kunnen zuiveren. In een laboratoriumsituatie is het zuiveren van een waterstroom bovendien een stuk makkelijker dan wanneer verschillende stoffen op grote schaal, in stromen van meerdere fabrieken bij elkaar komen, stoffen die bovendien invloed uitoefenen op elkaar. Dat maakt verwijdering veel complexer.
Om zo ver te komen is samenwerking noodzakelijk. Dit soort vergunningen raakt namelijk niet alleen waterzuiveringsintallaties van de fabrieken en chemiesites die lozen, maar vraagt ook betrokkenheid en afstemming met waterzuiveringsbedrijven en drinkwaterbedrijven, Rijkswaterstaat en het RIVM. De normen die nu worden vastgelegd zijn cruciaal voor de verduurzamingsuitdaging en gelukkig gaat de gehele industrie mee in deze transitie, inclusief groeiende aandacht voor het afvalwater. Het wordt een ingewikkelde transitie, waarin alle partijen de koppen bij elkaar moeten steken voor het reinigen en circulair maken van afvalwater, maar uiteindelijk zal dit leiden tot schonere waterstromen met minder impact op de natuur, het milieu en de gezondheid.