Laatste nieuws

31 mrt 2023

|

Economie

Goede cybersecuritystrategie geeft veiligheid, maar ook zakelijke doelstellingen een boost

Cybersecurity is voor veel ondernemers vaak een puur technische veiligheidskwestie, die eigenlijk vooral wordt gezien als kostenpost. Echter laten bedrijven door deze benadering wel flinke kansen liggen, want een meer alomvattende cyberstrategie helpt juist om succesvoller te ondernemen. Nu de wereld razendsnel verandert en veel nieuwe wet- en regelgeving op gebied van cyber in aantocht is, moeten organisaties dit moment aangrijpen en hier werk van maken. Dat is de overtuiging van cybersecurity-leverancier Orange Cyberdefense, dat bedrijven adviseert en ondersteunt bij het opzetten en uitvoeren van zo’n bredere cyberveiligheidsstrategie.

 


“Hoewel het misschien niet vreemd is dat veel mensen denken dat cybersecurity alleen gaat over het voorkomen van digitale bedreigingen en risico’s, is het een foute aanname. Weinig organisaties en individuen realiseren zich hoe enorm veelomvattend het onderwerp cyber in werkelijkheid is en wat het allemaal voor je organisatie doet en kan doen”, vertelt Dennis de Geus, CEO van Orange Cyberdefense Nederland.
“Het wordt vaak neergezet als zeer technisch proces, maar in werkelijkheid gaat het bijvoorbeeld ook over bewustwording, bedrijfscultuur, sturen op risico’s en met name de bijdrage die het kan en moet leveren aan de zakelijke doelstellingen.”

 dennis-de-geus-1.jpg


“Het is voor veel bedrijven dan ook de hoogste tijd om tot een modernere en betere strategie te komen”, aldus Gilles van Heijst, de CTO van Orange Cyberdefense Nederland. “Die strategie moet bedrijfsmatige en cybertechnische elementen verbinden, zodat ze elkaar kunnen versterken. Dat betekent dat de strategie enerzijds moet inspelen op het voorkomen van cyberincidenten en -risico’s en compliance, terwijl het daarnaast waardevolle inzichten en kansen biedt die kunnen bijdragen aan het oplossen van de bedrijfsmatige en zakelijke uitdagingen waar men voor staat.”

 gilles-van-heijst.jpg


Strategische cybersecurityrisico’s

Orange Cyberdefense adviseert bedrijven bij het ontwikkelen van zo’n strategie en ondersteunt ook de implementatie en uitvoering. Aan de start van het transitieproces is van belang dat een organisatie ervoor openstaat om cybersecurity door een totaal andere bril te bekijken. Als De Geus directies van klanten spreekt, stelt hij ze altijd twee vragen: “De eerste is: Wat zijn je écht grote strategische cybersecurityrisico’s? Daarmee doel ik op een risico dat zo groot is, dat als het misgaat je zaak niet meer kan door­draaien. En dan als tweede: Wat zijn de belangrijkste uitdagingen van jullie business-­strategie en wat is de beste manier om ze aan te gaan? De antwoorden vertellen veel en zo kunnen wij in kaart brengen waar binnen die organisatie de grootste winst te behalen is en op welke vlakken het cyberbeleid een boost kan geven aan de zakelijke doelstellingen.”

De komende jaren staan Nederlandse organisaties voor een flinke uitdaging op het gebied van cyberveiligheid door nieuwe, strengere wet- en regelgeving die er aan komt vanuit Brussel. “Veel organisaties zijn daar nog niet klaar voor, maar het biedt ook kansen. Als het toch nodig is om de cyberstrategie grondig aan te passen, benut dat moment dan gelijk om het breder te trekken”, aldus De Geus en Van Heijst.

 


De strengere wet- en regelgeving gaat specifiek over de EU-richtlijn Network and Information Security 2 (NIS2), met als doel het verhogen van het gemeenschappelijk niveau van cybersecurity. De richtlijn die nu nog geldt, NIS1, werd in 2016 aangenomen en is inmiddels verouderd. NIS1 kenmerkte zich door een voornamelijk operationele uitvoering en verantwoordelijkheid. De vernieuwde richtlijn legt de verantwoordelijkheid voor de uitvoer op het hoogste niveau binnen organisaties.

 


De EU-Lidstaten hebben tot september 2024 de tijd om NIS2 te implementeren. Dat zorgt voor een groot aantal veranderingen waar de overheid en organisaties in de EU-landen mee aan de slag moeten. Zo moeten nationale overheden de regels veel strenger gaan handhaven en staan er sancties op overtredingen. NIS2 geldt voor veel meer organisaties dan NIS1, dus is er op heel veel plekken werk aan de winkel. Wie eronder valt, moet maatregelen nemen op gebieden als cyberrisicobeheer, incident response en herstel.

 


Solide basis

Bij Orange Cyberdefense constateren ze dat het voor organisaties nog een flinke klus wordt op tijd aan de regels te voldoen. “Over de hele breedte moet nog heel veel werk worden verzet om klaar te zijn voor NIS2, maar dat is geen onmogelijke opgave. Met een goede strategie legt een organisatie een solide basis, waarop ze kunnen voortbouwen. En als het lukt om inderdaad met een strategie te komen die op meerdere gebieden waarde toevoegt, kan een bedrijf zomaar flink de vaart erin krijgen”, aldus De Geus. Van Heijst vult aan: “Dat lukt overigens niet als ze 'voldoen aan richtlijnen' blijven benaderen als een ʻcheck in the box’. In plaats daarvan moet de strategie ervoor zorgen dat compliance een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering wordt.”

 


NIS2 fungeert volgens Van Heijst als effectieve stok achter de deur om iedereen wakker te schudden. Na invoering van de richtlijn verdwijnt het vrijblijvende karakter en wordt strenger gecontroleerd. Sterker nog: wanneer in de toekomst dingen ernstig misgaan, zijn bestuurders hoofdelijk aansprakelijk. Van Heijst is stellig: “Streng optreden blijkt helaas noodzakelijk. Het verleden laat zien dat dit toch vaak de meest effectieve wijze is om bewustwording en verbetering te stimuleren.”

 


Last krijgen met de autoriteiten wil niemand, maar voor een bedrijf is een vertrouwensbreuk met klanten en ketenpartners bijna net zo onwenselijk. Een ondeugelijk cybersecuritybeleid bij één organisatie, kan leiden tot desastreuze gevolgen voor veel anderen in de keten is al meerdere keren pijnlijk duidelijk geworden. Zo zorgde een hack bij Solarwinds bijvoorbeeld wereldwijd bij minstens 200 organisaties voor problemen, tot aan de NAVO aan toe. En werden onder meer VodafoneZiggo en NS eind maart van dit jaar nog getroffen door een groot datalek met persoonlijke gegevens van klanten. Het lek ontstond niet bij VodafoneZiggo of NS zelf, maar in de keten van een van hun leveranciers, die in opdracht van de bedrijven marktonderzoek deed.

 


Bepalende factor

Het maakt pijnlijk duidelijk waarom het cyberbeleid van een organisatie in toe­nemende mate een bepalende factor is bij de keuze met wie zaken wordt gedaan en met wie niet. Volgens De Geus zullen sectoren door deze ontwikkeling ook steeds meer aan zelfregulering doen. “Bedrijven gaan elkaar hierdoor scherp houden, want vrijwel niemand wil nog zaken doen met een partij die de IT-huishouding niet op orde heeft. Een goed functionerend cyberbeleid is dus steeds belangrijker voor de economische levensvatbaarheid van een organisatie.

 


Dat deze tijd voor organisaties uitdagingen op cybergebied met zich meebrengt is duidelijk. Het is spannend, maar biedt ook de kans om met het gehele bedrijf grote stappen vooruit te zetten, geholpen door een veelomvattende cybersecuritystrategie.
Orange Cyberdefense helpt al veel bedrijven die hier serieus mee aan de slag willen gaan en behoefte hebben aan een cyber-aanpak die de digitalisering van hun bedrijf helpt versnellen.

 


Bij het ontwikkelen en uitvoeren van een veelomvattende cybersecuritystrategie is het hebben van brede en actuele kennis over het snel veranderende cyberlandschap essentieel. “Wat Orange Cyberdefense uniek maakt zijn de kennis en inzichten die wij verkrijgen van onze ruim 250 onder­zoekers die wereldwijd onze telco net­werken en het internet afzoeken naar nieuwe dreigingsfactoren en ontwikkelingen. Dit zetten wij in om onze Nederlanse klanten de beste dienstverlening te bieden", vertelt De Geus. “Zo ontwikkelen wij met de klant een cybersecuritystrategie passend bij de business-strategie en sector, ondersteunen wij in het opzetten van robuste processen en systemen en leveren wij managed security diensten die helpen de business uitdagingen op te lossen.”

31 mrt 2023

|

Economie

Zorgvastgoed: een stabiele groeimarkt voor particuliere beleggers

Zorgvastgoed staat steeds meer in de belangstelling van particuliere beleggers als relatief veilige toevoeging aan hun beleggingsstrategie.
“En eigenlijk is dat ook wel logisch”, vertelt Arjan Kuijpers, commercieel directeur bij Sonneborgh. “Al was het alleen maar omdat het aantal ouderen in Nederland in de toekomst fors gaat toenemen.”

 sonneborgh-02-12-2022-epsilon-studios-ektor-tsolodimos-3.jpg


Wonen er nu circa 800.000 senioren van 80 jaar of ouder in Nederland, over pakweg 25 jaar is dat aantal meer dan verdubbeld. Bovendien hebben we in Nederland te maken met een structureel tekort aan woningen. Voor een belangrijk deel ook passende woningen voor mensen met een zorg- en ondersteuningsvraag. “Natuurlijk zijn er door de huidige geopolitieke omstandigheden uitdagingen en onzekerheden, zoals de relatief hoge rente en de sterk gestegen bouwkosten”, gaat Kuijpers verder. “Maar daar staat tegenover dat huurcontracten vaak lange looptijden kennen en dat deze gekoppeld zijn aan de inflatie. Dat maakt dat zorgvastgoed voor beleggers nog steeds een stabiele groeimarkt is met een aantrekkelijk financieel én maatschappelijk rendement.” De behoefte aan kwalitatief, duurzaam en betaalbaar zorgvastgoed neemt dus sterk toe. Sonneborgh ontwikkelt samen met zorgaanbieders nieuwe woon- en zorgcomplexen, mede gefinancierd door particuliere beleggers via vastgoedbeleggingsfondsen.

 


Zorgwoningfonds Sonneborgh IV

Onder meer ingegeven door deze ontwikkelingen heeft Sonneborgh net haar nieuwste fonds voor particuliere beleggers geïntroduceerd: Zorgwoningfonds Sonneborgh IV. Dit beleggingsfonds is nu open voor inschrijving. Het fonds belegt in drie woon- en zorgcomplexen met de zekerheid van langjarige huurcontracten en biedt particuliere beleggers een gemiddeld
rendement van 7,50 procent. Kuijpers: “Regelmatig bieden wij particuliere beleggers de gelegenheid om te participeren in onze beleggingen via onze zorg­woningfondsen. Fondsen met kwalitatief vastgoed en een aantrekkelijk financieel én maatschappelijk rendement in een stabiele groeimarkt.” Zorgwoningfonds Sonneborgh IV belegt in de ontwikkeling, realisatie en exploitatie van drie woon- en zorgcomplexen in Cuijk, Rheden en Rotterdam en werkt hierbij nauw samen met de professionele zorgorganisaties Woonzorgnet, Siza en Humanitas. “De locaties worden na aankoop verbouwd en verduurzaamd in overleg met deze zorgorganisaties. Na oplevering worden de complexen langjarig aan hen verhuurd voor tenminste 15 jaar. In totaal bieden de drie locaties plaats aan 120 volwassenen en ouderen met een zorg- en ondersteuningsvraag”, vertelt Kuijpers.

 


Aantrekkelijk rendement

Het fonds biedt particuliere investeerders de gelegenheid om te investeren in duurzaam en betaalbaar zorgvastgoed met de zekerheid van langjarige huurcontracten. Het totale fondskapitaal bedraagt 20,8 miljoen euro. Hiervan wordt 15,6 miljoen euro bijeengebracht middels de uitgifte van participaties. De resterende 5,2 miljoen euro wordt gefinancierd door middel van een hypothecaire lening. Als investeerder ontvang je ieder kwartaal een mooi
rendement en deel je mee in de waardeontwikkeling van het vastgoed.
Het verwacht totaalrendement bedraagt 7,50 procent op jaarbasis over de looptijd van 10 jaar, waarvan gemiddeld 4,75 procent jaarlijks wordt uitgekeerd als direct rendement. Deelnemen kan vanaf 100.000,- euro en er worden geen emissie-kosten in rekening gebracht.

31 mrt 2023

|

Economie

Zero voor de Zaak: Praktische stappen richting duurzaamheid

Zero waste raakt iedereen. Als we nú minder weggooien en de afvalberg verkleinen, krijgen we morgen een betere wereld. Dat betekent: minder verspillen en afval benutten als grondstof voor nieuwe producten. Maar duurzaam materiaal- en afvalmanagement is geen quickwin. Het goede nieuws is dat iedereen vandaag kan beginnen, met kleine of grote stappen. Laten we daarbij samenwerken. Een mooi voorbeeld daarvan is hoe we dat samen met Savant Zorg doen.

 


Aan het begin van een samen-werkingstraject maken we inzichtelijk waar u nu staat op weg naar een duurzaam morgen. Dat start met een Quickscan (zie kader). Op basis daarvan ontvangt u een overzicht van uw huidige situatie en bespreken we samen welke mooie vervolgstappen we kunnen zetten. Onze samenwerking met Savant Zorg is daarvan een mooi voorbeeld.   

 


De zorgorganisatie wil een extra stap zetten om de duurzaamheidsdoelen die het heeft gesteld ook echt te halen. Omdat Savant Zorg duurzaamheid belangrijk vindt, heeft de organisatie de Green Deal Zorg onder­tekend. Het voldoen aan die eisen vraagt om een gespecialiseerde verwerking van medisch afval en bedrijfsafval. Daarbij is het essentieel dat inzameling voor de medewerkers werkbaar blijft. Maar hoe pak je dat aan? Savant Zorg stelde die vraag aan PreZero om samen tot een oplossing te komen.

De zorgorganisatie bestaat uit acht woonzorgcentra. Ze worden daarbij ondersteund door het hoofdkantoor van Savant Zorg in Helmond. Richard van de Walle is daar Adviseur Facilitaire Zaken & Inkoop. Hij legt uit welke stappen Savant Zorg gezet heeft en nog gaat zetten. “We hebben te maken met verschillende soorten afvalstromen, een kenmerkende stroom voor ons is het medisch afval, zoals injectienaalden. Andere stromen zijn plastic voedselverpakkingen en swill-afval uit onze keukens.”

 


Scheiden makkelijk gemaakt

Medisch afval zamelde Savant Zorg al apart in. “Toch viel er nog veel te winnen met afvalscheiding om het restafval te verminderen,” verklaart Van de Walle. “We zochten één organisatie die ons kon helpen met al onze ‘bijzondere’ afvalstromen, zoals vertrouwelijk papier en medisch afval, maar ook met plastic (verpakkingen) en drankenkartons (pd). De aanpak van PreZero sprak ons aan en kon helpen dit doel te bereiken.” Vanuit zijn inkooprol zoekt Van de Walle continu naar manieren om de pd-stroom te verminderen. “Met dat afval hebben we nu eenmaal veel te maken. Dit materiaal apart inzamelen is een belangrijke stap om onze hoeveelheid restafval te laten afnemen.”
Bewustwording onder collega's is daarvoor erg belangrijk. Op het hoofdkantoor van Savant Zorg hangen daarom overal posters met een boegbeeld dat voor de campagne is gekozen. Maar behalve bewustzijn is gemak even belangrijk. “Daarom maakten we het collega’s eenvoudig om te scheiden met de ECOO-units van PreZero. Deze modulaire afvalbakken met verschillende vakken bieden ruimte voor gft, pd, papier en karton en restafval. Inmiddels staan er bij ons zo’n 25.”

De PreZero ECOO-units zijn er in verschillende maten. Ze zijn voorzien van duidelijke iconen en kleuren. Daardoor zien mede­werkers in één oogopslag welk afval in welke bak moet. Er is een kartonnen variant van 100 procent gerecycled karton en een metalen variant die 100 procent recyclebaar is.

 


Enorme vermindering

In de aanloop naar de levering van de ECOO-units besprak Van de Walle met zijn contactpersoon René Peters, accountmanager bij PreZero, hoe de logistiek erachter geregeld moest worden. Van de Walle: “Als de huishouding extra zakken gaat ophalen, moeten ze die ook op de juiste plek kwijt kunnen. Zo voorkomen we dat alles alsnog in één bak terechtkomt.Dat soort praktische dingen hebben we samen geregeld.”

Savant Zorg is trots op het resultaat dat is geboekt. Van der Walle: “Woonzorglocatie Rivierenhof is een goed voorbeeld van de impact die de afvalstromen pd en swill bij ons hebben op de hoeveelheid restafval. Collega’s die het eten voorbereiden, gooiden eerst al hun afval in één bak. Zo kwamen we op 2.200 liter restafval per week.
Op advies van PreZero besloten we de etensresten en het plastic verpakkings­materiaal apart in te zamelen. Daarna hadden we nog maar 660 liter restafval
per week. Dat is echt een enorm verschil. Zolang de bakken herkenbaar zijn en
scheiden zonder moeite binnen het werkproces past, doen collega’s het graag.”

 


Zorgspecifieke afvalstromen

“PreZero heeft veel kennis van de zorg”, weet Van de Walle. “Het bedrijf werkt bijvoorbeeld samen met universitaire ziekenhuizen. Dat betekent dat PreZero ons goed kan adviseren. Daarvoor plannen we elk kwartaal een gesprek waarin we onder andere nieuwe ontwikkelingen doorspreken. Zo overleggen we of we het legen van afvalbakken kunnen optimaliseren. We onder­zoeken ook of er nog andere stromen zijn die we kunnen scheiden. We pakken dan ook de data erbij. Sturingsinformatie is voor ons essentieel. Zo kunnen we precies zien wat de resultaten van de aanpak zijn, in hoeveel­heden en ook in financiële en milieu-impact.”

 


Van der Walle is erg te spreken over de communicatie. Dat geldt niet alleen voor zijn overleg met onze contactpersoon bij PreZero, maar ook over de contacten met de chauffeurs. “Zij signaleerden bijvoorbeeld dat we ons verpakkingsfolie prima apart konden inzamelen. Dat hebben we vervolgens vlot opgepakt. Zo blijven we zoeken naar kansen om de hoeveelheid restafval te verminderen, op de manier die past bij Savant Zorg.”

 

Doe de Quickscan!

Stappen willen zetten naar duurzaamheid begint met weten waar je nu staat en aan welke knoppen je vervolgens kunt draaien. Het maken van een Quickscan Duurzaamheid kost maar twee minuten. Het start met een aantal vragen over de bedrijfsomvang en de branche waarin u actief bent. Met 6 vragen heeft u uw huidige situatie in kaart. Vragen over uw medewerkers betrekken, doelen stellen, competenties, circulair onder­nemen zorgen voor de uitslag en inzicht in uw huidige situatie.

 


Het resultaat is een overzichtelijk diagram dat duidelijk maakt waar uw organisatie staat op het gebied van duurzaamheid en met welk aandachtsgebied u nog stappen kunt zetten. Handig toch? Na de Quickscan kan PreZero in meer detail samen met u doornemen hoe u duurzaamheidsstappen kunt zetten. We kijken daarbij bijvoorbeeld naar het inkopen van materialen, verschillende afvalstromen en het logistieke proces en zetten dat af tegen de benchmark. 

27 mrt 2023

|

Gezondheid

Andere focus in HR-beleid noodzakelijk om zorg­personeel te behouden

Zorgorganisaties moeten alle zeilen bijzetten om goed personeel binnenboord te houden. Meer dan 1 op de 3 zorgmedewerkers twijfelt om te blijven en overweegt een overstap naar een andere werkgever. Dat blijkt uit de HR-benchmark van HR-dienstverlener Visma | Raet. Het laat zien dat het binnenhouden van werknemers meer prioriteit moet krijgen in de zorgsector, zegt Sander Heijnen, Director Healthcare van Visma | Raet.

 sander-heijnen.jpg


Uit het onderzoek blijkt verder dat het bij tien procent van de zorgmede­werkers waarschijnlijk te laat is om ze voor hun huidige organisatie te behouden. Zij zoeken actief naar ander werk. Daar komt boven­op dat 44 procent ‘latent’ naar een nieuwe baan zoekt. Actief zoeken en solliciteren doen ze niet, wel overwegen ze te vertrekken bij een aantrekkelijk aanbod. Dat een groot deel van de zorgmedewerkers open staat of zelfs al bezig is om hun huidige werkgever in te ruilen voor een nieuwe, is volgens Heijnen mogelijk een gevolg van de focus van HR-beleid. “Dat beleid richt zich nu te vaak op werving van nieuw personeel. Activiteiten die kunnen helpen personeel langer te binden, krijgen onbedoeld minder prioriteit.”

 


Probleem is in beeld

Dat blijkt ook uit de benchmark: 48 procent van de HR-professionals zegt dat binnen hun organisatie de nadruk ligt op medewerkers aantrekken. Initiatieven die bijdragen aan de medewerkerstevredenheid, zoals evalueren of iemand nog goed op zijn plek zit (27%) of opstellen van een ontwikkelplan (22%) steken daar schril bij af. Opvallend aan deze beleidskeuzes is dat 69 procent van de HR-professionals zegt dat het moeilijk is om medewerkers te behouden. Het probleem en de gevolgen zijn dus wel degelijk in beeld. Als een HR-afdeling in de zorg meer wil doen om goede werknemers te behouden, moeten ze wel tijd en middelen hebben om de nodige stappen te zetten. Visma | Raet speelt daar met hun HR-­software op in, vertelt Heijnen: “Ons doel is om het HR-leven makkelijker te maken, zodat er meer tijd is voor advies en strategie. Maar om zorgorganisaties daadwerkelijk in staat te stellen om wendbaar en weerbaar te zijn, bieden we een volledig toekomst-gericht HR-portfolio.”

 


API-integraties

En dat zorgt weer voor gemotiveerde medewerkers en tevreden cliënten, stelt Heijnen. Keuzevrijheid is in zijn ogen het sleutelwoord. “Zo kan onze software door middel van API-integraties ook gekoppeld worden aan systemen van derden, zoals ECD-applicaties, finance- en roostersystemen. Immers, API is het nieuwe ERP, waarbij je bedrijfs­voering niet meer afhankelijk is van slechts één systeem. Deze afhankelijkheid laat namelijk in de praktijk zien dat organisaties concessies moeten doen qua keuzevrijheid in de toekomst en inleveren op gewenste diepgang.”

De software van Visma | Raet biedt de moge­lijkheid om simpele HR-taken makkelijk en snel af te handelen, legt Heijnen uit.  Niet alleen de HR-afdeling, maar alle mede­werkers hebben daar volgens hem profijt van. “Wij noemen dat ‘HR in 60 seconden’. Zo kunnen medewerkers bijvoorbeeld heel eenvoudig thuis op de bank, of waar dan ook, hun HR-zaken afhandelen met onze app.
De software maakt werving en selectie en onboarding makkelijker. Ook heeft het tools die van grote waarde kunnen zijn voor een strategie om de uitstroom van personeel te voorkomen, bijvoorbeeld op het gebied van persoonlijke ontwikkeling en secundaire arbeidsvoorwaarden.” Om het personeel tevreden te houden en op die manier te binden, is het natuurlijk essentieel om te weten waarom mensen vertrekken. Daar speelt de software op in, zegt Heijnen: “We koppelen vaste data van medewerkers aan uitstroom en ook aan in- en doorstroom. Met die informatie kan een zorgorganisatie trends en ontwikkelingen signaleren en vertalen in beter HR-beleid.”

27 mrt 2023

|

Gezondheid

‘Goed service­management kan druk op zorg­instellingen verlichten’

De druk op de zorg is hoog en tegelijker­tijd kampt de sector met grote personeelstekorten. Het is daardoor een flinke uitdaging voor zorg­instellingen om hun dienstverlening op het gewenste niveau te houden.
Bij TOPdesk spelen ze daar met succes op in: meer dan de helft van de Nederlandse ziekenhuizen maakt al gebruik van hun oplossingen voor IT-servicemanagement. 

 

 

Het bieden van een zo hoog mogelijk niveau van de ondersteunende dienstverlening, om patiënten en cliënten een zo goed mogelijke zorg ervaring te geven. Dat is waar service­management in de zorg om gaat. Ook is het in de zorg noodzakelijk om efficiënt met de middelen en diensten om te gaan, wat efficient Service Management voor deze sector extra relevant maakt.

Onder IT-servicemanagement vallen verschillende processen. Voorbeelden zijn Change and Release Management (bijvoorbeeld vervangen van een PC of implementatie nieuwe software), Asset Management (onder ander het registreren en bijhouden van uitgegeven licenties) en Problem Management (grote structurele problemen binnen een organisatie vaststellen en herkennen). Verder is ook Incident Management (interne klachten en aanvragen registreren en verwerken) een belangrijk IT-managementproces.

 


Om al deze zaken goed te kunnen regelen, is het voor veel organisaties vandaag de dag essentieel om daar geschikte software voor te gebruiken. Op dit gebied is TOPdesk marktleider in de Benelux. Het bedrijf heeft 14 kantoren in 13 landen en meer dan 1000 medewerkers wereldwijd. Ook in Nederland is de software van TOPdesk in trek, niet in de laatste plaats in de zorg­sector. Binnen de zorg richt het bedrijf zich vooral op de ondersteunende afdelingen: IT, Facility Management en HR.

 


Servicemanagement ook belangrijk voor patiënten

TOPdesk gelooft dat het belangrijk is dat er één toegang tot de ondersteunende afdelingen komt, waar iedereen gebruik van maakt die relevante vragen voor deze afdeling heeft, zegt Sharmaine van den Hoek,
Business Unit Director Healthcare bij TOPdesk. Vervolgens routeert TOPdesk de meldingen automatisch naar de juiste afdelingen, personen en/of systemen, zonder dat de aanmelder hierover na hoeft te denken.

Dat deze afdelingen goed en efficiënt blijven draaien is volgens Van den Hoek niet alleen belangrijk voor het personeel, maar ook de patiënt heeft hier belang bij. “Als de schoonmaak in een ziekenhuis niet goed is geregeld of het Wi-Fi-netwerk doet het niet goed, dan hebben patiënten daar direct last van. Dat maakt het voor zorginstellingen dus ongelofelijk belangrijk om hun servicebeheer goed te regelen.”

 scherm-afbeelding-2023-03-27-om-13-53-51.png


Als Business Unit Director Healthcare denkt Van den Hoek actief mee om de software van TOPdesk zo goed mogelijk op de specifieke situatie van een zorginstelling af te stemmen. Voor de inrichting van veel zorgspecifieke processen is overigens vaak geen specialist van TOPdesk nodig, want de software is zo ontworpen dat de klant dit zelf naar de eigen voorkeuren kan aanpassen. Dit komt voort uit een van de belangrijkste pijlers van TOPdesk, namelijk dat het simpel en standaard moet zijn, legt Van den Hoek uit. “Een grote kracht daarvan is dat niets gecodeerd of geprogrammeerd hoeft te worden , maar het heel makkelijk en snel te implementeren is. Bij een gemiddelde zorginstelling zijn we binnen 10 weken klaar.”

 


Trends in de zorg

Doordat TOPdesk precies weet wat er in de zorgsector leeft en wat de laatste trends op zorggebied zijn, is het in staat om hier constant snel en effectief op in te spelen met de software. Op het gebied van Service Management ziet Van den Hoek momenteel een aantal ontwikkelingen die veel impact hebben.

Allereerst zijn dat de personeelstekorten. Dat is al heel lang een probleem voor de zorg en als een oplossing uitblijft zal het alleen maar groter worden, denkt Van den Hoek.  "Omdat dit probleem hoe dan ook niet van vandaag op morgen gaat verdwijnen, moeten organisaties proberen de druk op het personeel te verlichten. De ondersteunende afdelingen kunnen daar met hulp van TOPdesk een belangrijke rol in spelen, dankzij de service automation. Hiermee hoeven verschillende processen die nu onnodige tijd in beslag nemen, niet meer handmatig plaats te vinden.”

Een ander trend is afdeling overstijgend samenwerken, waarbij de ondersteunende afdelingen zoals IT, Facility Management en HR werken met bijvoorbeeld één centrale servicedesk. TOPdesk maakt het mogelijk om zorgedewerkers snel, gemakkelijk en vanaf ieder apparaat een melding te laten doen bij die desk. Door goede afdeling overstijgende samenwerking zijn efficiëntieslagen te maken en besparingen te realiseren.   

 


Helder overzicht van systemen

Voor een zorginstelling is het op orde hebben van cyber security natuurlijk een must, gezien alle gevoelige gegevens die het soms opslaat. Dat het softwarelandschap steeds complexer wordt, helpt daarbij niet. TOPdesk ondersteunt ze hierbij met Asset Management, vertelt Van Den Hoek. Hiermee heeft een organisatie één helder overzicht van de systemen en hoe deze met de rest verbonden zijn. Het is dan ook beter in te schatten wat de impact zou zijn wanneer binnen dit hele netwerk van systemen ergens iets misgaat. “Ook hebben veel zorginstellingen het proces omtrent AVG-­compliancy in TOPdesk staan, zodat ze op elk moment kunnen meten of de cyber security nog op orde is en zorgen dat dit goed blijft werken”, aldus Van den Hoek.

In Nederland heeft TOPdesk momenteel 430 klanten in de zorgsector, waaronder 53 van de 96 ziekenhuizen en 140 ouderenzorginstellingen. De ambities reiken verder: TOPdesk wil binnen de zorgsector graag verder groeien. “Jaarlijks verwelkomen we nu zo’n 30 tot 35 nieuwe klanten uit de Nederlandse zorgsector”, zegt Van den Hoek. “Wij zijn dan ook zeker geen onbekende voor zorgorganisaties en zijn constant met de sector in gesprek om ideeën uit te wisselen en de ecosystemen te verbeteren. Ik merk dat dat in de zorgsector heel waardevol is, dus de komende jaren willen we nog meer met elkaar integreren.”

 


Het is daarnaast een wens van TOPdesk om hun klanten met elkaar in contact te brengen, vervolgt Van den Hoek. “Daarom organiseren we bijvoorbeeld inspiratie­dagen voor ziekenhuizen en hebben we een platform voor healthcare-service­management. Deze worden goed bezocht en we laten klanten daar ook zelf presentaties geven. Zo kunnen partijen uit de zorgsector via TOPdesk ook van elkáár leren. Voor de zorg, door de zorg en met de zorg. Van 13 tot 16 juni staan we ook op de beurs Zorg & ICT in de Jaarbeurs in Utrecht. Iedereen die het leuk zou vinden om met ons te praten, nodig ik graag uit om langs te komen!”

 

Feiten Enterprise Service Management:

•Enterprise Service Management (ESM) streeft naar een uniforme en
geïntegreerde aanpak van dienstverlening en processen binnen de organisatie

•Het richt zich op het bieden van een gestroomlijnde klantervaring door
communicatie te verbeteren tussen verschillende afdelingen en diensten

•Het kan helpen bij het optimaliseren en stroomlijnen van processen in de gehele organisatie, waardoor de efficiëntie en productiviteit worden verhoogd

27 mrt 2023

|

Gezondheid

‘Eenvoudige en schaalbare IT-netwerken cruciaal’

IT-technologie is essentieel om de zorg draaiende te houden. Van IT-organisaties wordt dus steeds meer verwacht, terwijl zij worden geconfronteerd met een krap­pe arbeidsmarkt en strakke budgetten. Het is daarom cruciaal dat cloud- en wifi-netwerken eenvoudig zijn te implementeren en beheren voor efficiënt gebruik van IT-toepassingen, zegt Patrick Groot Nuelend, Solutions Architect bij netwerkbedrijf Extreme Networks.

 

patrick-groot-nuelend-extreme-networks.jpg
De coronapandemie heeft volgens Groot Nuelend bij veel organisaties geleid tot een versnelling van hun digitale transformatie. Om processen in de zorg draaiende te houden, hebben veel ziekenhuizen en instellingen geïnvesteerd in (verdere) digitalisering. In die periode is met name gefocust op applicaties, maar volgens Groot Nuelend hebben slimme organisaties ook geïnvesteerd in IT-netwerken en managementsystemen.
“Als gevolg van die digitalisering is het aantal applicaties sterk toegenomen en zijn er steeds meer zorgmedewerkers, patiënten en bezoekers die toegang willen tot die applicaties. We zien bij steeds meer zorg­organisaties dus behoefte aan een modern IT-netwerk.”

Organisaties die hun digitale transformatie willen doorzetten, moeten zich volgens Groot Nuelend focussen op eenvoud in beheer voor IT-teams, schaalbaarheid van het netwerk en uiteraard beveiliging. “Hoe zorg je er als IT-manager voor dat het toenemende aantal applicaties, verbonden apparaten en data beheersbaar blijft voor IT-beheerders en bovendien dat applicaties beschikbaar en beveiligd zijn voor medewerkers? Dat is de centrale vraag voor ziekenhuizen en zorginstellingen met oudere netwerken”, aldus Groot Nuelend.

 


Extreme Fabric Connect

Extreme Networks ziet de vraag naar schaalbaarheid terug in de grote interesse voor het product Extreme Fabric Connect dat ziekenhuizen helpt bij het uitrollen en beheren van applicaties en diensten waar medewerkers, patiënten en gasten op het IT-netwerk
gebruik van maken.

“Dat Fabric Connect bij zorginstellingen populair is, heeft vooral te maken met de een­voud en flexibiliteit waarmee IT-­managers hun netwerken met Fabric kunnen beheren”, zegt Groot Nuelend. “De zorg wil blijven innoveren zodat patiënten de beste ervaring krijgen, en zodat zorgmedewerkers eenvoudiger hun
interne processen beheren. Dat betekent dat IT-teams continu en eenvoudig nieuwe applicaties en diensten moeten kunnen uitrollen.
Bij een traditioneel netwerk is dat werk handmatig, tijdrovend en foutgevoelig.”

Met Fabric Connect kunnen IT-teams nu bovendien eenvoudiger netwerkapparaten en devices aansluiten op het netwerk, waarbij Fabric die apparatuur automatisch configureert op het netwerk. IT-medewerkers van ziekenhuizen besparen zo enorm veel tijd en geld aan handwerk en kunnen zich focussen op taken die de processen ondersteunen. Zo werkt het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis al enige tijd met Fabric Connect om locaties met elkaar te verbinden, netwerkapparatuur en medische apparaten aan te sluiten en servers te configureren in het datacenter. Zorgmedewerkers zijn hiervan afhankelijk voor het gebruik van applicaties op afstand.

 


Wi-Fi 6E

Dat organisaties en medewerkers steeds meer apparaten gebruiken, verhoogt ook de belasting op wifi-netwerken. De nieuwe draadloze technologie Wi-Fi 6E biedt uitkomst mede omdat het de vrijgegeven 6 GHz-frequentie gebruikt. Verbindingen zijn daardoor sneller, er is ruimte voor meer apparaten en connecties zijn veiliger dan via oudere wifi-standaarden.

Extreme Networks was de eerste provider in de netwerkindustrie met Wi-Fi 6E access points die draadloos breedband internet aanbieden op grote buitenlocaties. Diverse klanten in Europa werken al met Wi-Fi 6E. Waardevol is ook dat zorgorganisaties met de Extreme Wi-Fi 6E access points beter in kaart kunnen brengen waar verbonden apparaten zich bevinden. “Zorgmedewerkers kunnen de locatie van patiënten volgen met applicaties”, zegt Groot Nuelend. “Met locatiediensten in het wifi-netwerk is ook altijd bekend waar zorgpersoneel zich bevindt, in het geval van onveilige situaties.  Medewerkers op locatie
hebben met  Wi-Fi 6E snelle draadloze verbindingen en werken dus efficiënter met specifieke zorgtoepassingen. Kortom, er zijn legio voorbeelden van de waarde van IT-­technologie voor de zorg. En daar is het natuurlijk allemaal om te doen.”

Wat is Extreme Fabric Connect?

•Extreme Fabric Connect is een schaalbare, end-to-end netwerkoplossing met ingebouwde
automatisering die de uitrol van netwerken stroomlijnt in een elf keer zo korte implementatietijd

•Fabric Connect isoleert netwerkdiensten en beschermt tegen inbreuken

•Extreme Fabric is ontworpen om het netwerk uit te breiden naar remote locaties, datacenters en de cloud

•Fabric automatiseert handmatige taken zodat IT-teams zich kunnen richten op de dienst­verlening aan zorg­medewerkers

•Fabric is geïnstalleerd bij duizenden klanten



More Stories

31 mrt 2023

|

Economie

Goede cybersecuritystrategie geeft veiligheid, maar ook zakelijke doelstellingen een boost

Cybersecurity is voor veel ondernemers vaak een puur technische veiligheidskwestie, die eigenlijk vooral wordt gezien als kostenpost. Echter laten bedrijven door deze benadering wel flinke kansen liggen, want een meer alomvattende cyberstrategie helpt juist om succesvoller te ondernemen. Nu de wereld razendsnel verandert en veel nieuwe wet- en regelgeving op gebied van cyber in aantocht is, moeten organisaties dit moment aangrijpen en hier werk van maken. Dat is de overtuiging van cybersecurity-leverancier Orange Cyberdefense, dat bedrijven adviseert en ondersteunt bij het opzetten en uitvoeren van zo’n bredere cyberveiligheidsstrategie.

 


“Hoewel het misschien niet vreemd is dat veel mensen denken dat cybersecurity alleen gaat over het voorkomen van digitale bedreigingen en risico’s, is het een foute aanname. Weinig organisaties en individuen realiseren zich hoe enorm veelomvattend het onderwerp cyber in werkelijkheid is en wat het allemaal voor je organisatie doet en kan doen”, vertelt Dennis de Geus, CEO van Orange Cyberdefense Nederland.
“Het wordt vaak neergezet als zeer technisch proces, maar in werkelijkheid gaat het bijvoorbeeld ook over bewustwording, bedrijfscultuur, sturen op risico’s en met name de bijdrage die het kan en moet leveren aan de zakelijke doelstellingen.”

 dennis-de-geus-1.jpg


“Het is voor veel bedrijven dan ook de hoogste tijd om tot een modernere en betere strategie te komen”, aldus Gilles van Heijst, de CTO van Orange Cyberdefense Nederland. “Die strategie moet bedrijfsmatige en cybertechnische elementen verbinden, zodat ze elkaar kunnen versterken. Dat betekent dat de strategie enerzijds moet inspelen op het voorkomen van cyberincidenten en -risico’s en compliance, terwijl het daarnaast waardevolle inzichten en kansen biedt die kunnen bijdragen aan het oplossen van de bedrijfsmatige en zakelijke uitdagingen waar men voor staat.”

 gilles-van-heijst.jpg


Strategische cybersecurityrisico’s

Orange Cyberdefense adviseert bedrijven bij het ontwikkelen van zo’n strategie en ondersteunt ook de implementatie en uitvoering. Aan de start van het transitieproces is van belang dat een organisatie ervoor openstaat om cybersecurity door een totaal andere bril te bekijken. Als De Geus directies van klanten spreekt, stelt hij ze altijd twee vragen: “De eerste is: Wat zijn je écht grote strategische cybersecurityrisico’s? Daarmee doel ik op een risico dat zo groot is, dat als het misgaat je zaak niet meer kan door­draaien. En dan als tweede: Wat zijn de belangrijkste uitdagingen van jullie business-­strategie en wat is de beste manier om ze aan te gaan? De antwoorden vertellen veel en zo kunnen wij in kaart brengen waar binnen die organisatie de grootste winst te behalen is en op welke vlakken het cyberbeleid een boost kan geven aan de zakelijke doelstellingen.”

De komende jaren staan Nederlandse organisaties voor een flinke uitdaging op het gebied van cyberveiligheid door nieuwe, strengere wet- en regelgeving die er aan komt vanuit Brussel. “Veel organisaties zijn daar nog niet klaar voor, maar het biedt ook kansen. Als het toch nodig is om de cyberstrategie grondig aan te passen, benut dat moment dan gelijk om het breder te trekken”, aldus De Geus en Van Heijst.

 


De strengere wet- en regelgeving gaat specifiek over de EU-richtlijn Network and Information Security 2 (NIS2), met als doel het verhogen van het gemeenschappelijk niveau van cybersecurity. De richtlijn die nu nog geldt, NIS1, werd in 2016 aangenomen en is inmiddels verouderd. NIS1 kenmerkte zich door een voornamelijk operationele uitvoering en verantwoordelijkheid. De vernieuwde richtlijn legt de verantwoordelijkheid voor de uitvoer op het hoogste niveau binnen organisaties.

 


De EU-Lidstaten hebben tot september 2024 de tijd om NIS2 te implementeren. Dat zorgt voor een groot aantal veranderingen waar de overheid en organisaties in de EU-landen mee aan de slag moeten. Zo moeten nationale overheden de regels veel strenger gaan handhaven en staan er sancties op overtredingen. NIS2 geldt voor veel meer organisaties dan NIS1, dus is er op heel veel plekken werk aan de winkel. Wie eronder valt, moet maatregelen nemen op gebieden als cyberrisicobeheer, incident response en herstel.

 


Solide basis

Bij Orange Cyberdefense constateren ze dat het voor organisaties nog een flinke klus wordt op tijd aan de regels te voldoen. “Over de hele breedte moet nog heel veel werk worden verzet om klaar te zijn voor NIS2, maar dat is geen onmogelijke opgave. Met een goede strategie legt een organisatie een solide basis, waarop ze kunnen voortbouwen. En als het lukt om inderdaad met een strategie te komen die op meerdere gebieden waarde toevoegt, kan een bedrijf zomaar flink de vaart erin krijgen”, aldus De Geus. Van Heijst vult aan: “Dat lukt overigens niet als ze 'voldoen aan richtlijnen' blijven benaderen als een ʻcheck in the box’. In plaats daarvan moet de strategie ervoor zorgen dat compliance een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering wordt.”

 


NIS2 fungeert volgens Van Heijst als effectieve stok achter de deur om iedereen wakker te schudden. Na invoering van de richtlijn verdwijnt het vrijblijvende karakter en wordt strenger gecontroleerd. Sterker nog: wanneer in de toekomst dingen ernstig misgaan, zijn bestuurders hoofdelijk aansprakelijk. Van Heijst is stellig: “Streng optreden blijkt helaas noodzakelijk. Het verleden laat zien dat dit toch vaak de meest effectieve wijze is om bewustwording en verbetering te stimuleren.”

 


Last krijgen met de autoriteiten wil niemand, maar voor een bedrijf is een vertrouwensbreuk met klanten en ketenpartners bijna net zo onwenselijk. Een ondeugelijk cybersecuritybeleid bij één organisatie, kan leiden tot desastreuze gevolgen voor veel anderen in de keten is al meerdere keren pijnlijk duidelijk geworden. Zo zorgde een hack bij Solarwinds bijvoorbeeld wereldwijd bij minstens 200 organisaties voor problemen, tot aan de NAVO aan toe. En werden onder meer VodafoneZiggo en NS eind maart van dit jaar nog getroffen door een groot datalek met persoonlijke gegevens van klanten. Het lek ontstond niet bij VodafoneZiggo of NS zelf, maar in de keten van een van hun leveranciers, die in opdracht van de bedrijven marktonderzoek deed.

 


Bepalende factor

Het maakt pijnlijk duidelijk waarom het cyberbeleid van een organisatie in toe­nemende mate een bepalende factor is bij de keuze met wie zaken wordt gedaan en met wie niet. Volgens De Geus zullen sectoren door deze ontwikkeling ook steeds meer aan zelfregulering doen. “Bedrijven gaan elkaar hierdoor scherp houden, want vrijwel niemand wil nog zaken doen met een partij die de IT-huishouding niet op orde heeft. Een goed functionerend cyberbeleid is dus steeds belangrijker voor de economische levensvatbaarheid van een organisatie.

 


Dat deze tijd voor organisaties uitdagingen op cybergebied met zich meebrengt is duidelijk. Het is spannend, maar biedt ook de kans om met het gehele bedrijf grote stappen vooruit te zetten, geholpen door een veelomvattende cybersecuritystrategie.
Orange Cyberdefense helpt al veel bedrijven die hier serieus mee aan de slag willen gaan en behoefte hebben aan een cyber-aanpak die de digitalisering van hun bedrijf helpt versnellen.

 


Bij het ontwikkelen en uitvoeren van een veelomvattende cybersecuritystrategie is het hebben van brede en actuele kennis over het snel veranderende cyberlandschap essentieel. “Wat Orange Cyberdefense uniek maakt zijn de kennis en inzichten die wij verkrijgen van onze ruim 250 onder­zoekers die wereldwijd onze telco net­werken en het internet afzoeken naar nieuwe dreigingsfactoren en ontwikkelingen. Dit zetten wij in om onze Nederlanse klanten de beste dienstverlening te bieden", vertelt De Geus. “Zo ontwikkelen wij met de klant een cybersecuritystrategie passend bij de business-strategie en sector, ondersteunen wij in het opzetten van robuste processen en systemen en leveren wij managed security diensten die helpen de business uitdagingen op te lossen.”

31 mrt 2023

|

Economie

Zorgvastgoed: een stabiele groeimarkt voor particuliere beleggers

Zorgvastgoed staat steeds meer in de belangstelling van particuliere beleggers als relatief veilige toevoeging aan hun beleggingsstrategie.
“En eigenlijk is dat ook wel logisch”, vertelt Arjan Kuijpers, commercieel directeur bij Sonneborgh. “Al was het alleen maar omdat het aantal ouderen in Nederland in de toekomst fors gaat toenemen.”

 sonneborgh-02-12-2022-epsilon-studios-ektor-tsolodimos-3.jpg


Wonen er nu circa 800.000 senioren van 80 jaar of ouder in Nederland, over pakweg 25 jaar is dat aantal meer dan verdubbeld. Bovendien hebben we in Nederland te maken met een structureel tekort aan woningen. Voor een belangrijk deel ook passende woningen voor mensen met een zorg- en ondersteuningsvraag. “Natuurlijk zijn er door de huidige geopolitieke omstandigheden uitdagingen en onzekerheden, zoals de relatief hoge rente en de sterk gestegen bouwkosten”, gaat Kuijpers verder. “Maar daar staat tegenover dat huurcontracten vaak lange looptijden kennen en dat deze gekoppeld zijn aan de inflatie. Dat maakt dat zorgvastgoed voor beleggers nog steeds een stabiele groeimarkt is met een aantrekkelijk financieel én maatschappelijk rendement.” De behoefte aan kwalitatief, duurzaam en betaalbaar zorgvastgoed neemt dus sterk toe. Sonneborgh ontwikkelt samen met zorgaanbieders nieuwe woon- en zorgcomplexen, mede gefinancierd door particuliere beleggers via vastgoedbeleggingsfondsen.

 


Zorgwoningfonds Sonneborgh IV

Onder meer ingegeven door deze ontwikkelingen heeft Sonneborgh net haar nieuwste fonds voor particuliere beleggers geïntroduceerd: Zorgwoningfonds Sonneborgh IV. Dit beleggingsfonds is nu open voor inschrijving. Het fonds belegt in drie woon- en zorgcomplexen met de zekerheid van langjarige huurcontracten en biedt particuliere beleggers een gemiddeld
rendement van 7,50 procent. Kuijpers: “Regelmatig bieden wij particuliere beleggers de gelegenheid om te participeren in onze beleggingen via onze zorg­woningfondsen. Fondsen met kwalitatief vastgoed en een aantrekkelijk financieel én maatschappelijk rendement in een stabiele groeimarkt.” Zorgwoningfonds Sonneborgh IV belegt in de ontwikkeling, realisatie en exploitatie van drie woon- en zorgcomplexen in Cuijk, Rheden en Rotterdam en werkt hierbij nauw samen met de professionele zorgorganisaties Woonzorgnet, Siza en Humanitas. “De locaties worden na aankoop verbouwd en verduurzaamd in overleg met deze zorgorganisaties. Na oplevering worden de complexen langjarig aan hen verhuurd voor tenminste 15 jaar. In totaal bieden de drie locaties plaats aan 120 volwassenen en ouderen met een zorg- en ondersteuningsvraag”, vertelt Kuijpers.

 


Aantrekkelijk rendement

Het fonds biedt particuliere investeerders de gelegenheid om te investeren in duurzaam en betaalbaar zorgvastgoed met de zekerheid van langjarige huurcontracten. Het totale fondskapitaal bedraagt 20,8 miljoen euro. Hiervan wordt 15,6 miljoen euro bijeengebracht middels de uitgifte van participaties. De resterende 5,2 miljoen euro wordt gefinancierd door middel van een hypothecaire lening. Als investeerder ontvang je ieder kwartaal een mooi
rendement en deel je mee in de waardeontwikkeling van het vastgoed.
Het verwacht totaalrendement bedraagt 7,50 procent op jaarbasis over de looptijd van 10 jaar, waarvan gemiddeld 4,75 procent jaarlijks wordt uitgekeerd als direct rendement. Deelnemen kan vanaf 100.000,- euro en er worden geen emissie-kosten in rekening gebracht.

31 mrt 2023

|

Economie

Zero voor de Zaak: Praktische stappen richting duurzaamheid

Zero waste raakt iedereen. Als we nú minder weggooien en de afvalberg verkleinen, krijgen we morgen een betere wereld. Dat betekent: minder verspillen en afval benutten als grondstof voor nieuwe producten. Maar duurzaam materiaal- en afvalmanagement is geen quickwin. Het goede nieuws is dat iedereen vandaag kan beginnen, met kleine of grote stappen. Laten we daarbij samenwerken. Een mooi voorbeeld daarvan is hoe we dat samen met Savant Zorg doen.

 


Aan het begin van een samen-werkingstraject maken we inzichtelijk waar u nu staat op weg naar een duurzaam morgen. Dat start met een Quickscan (zie kader). Op basis daarvan ontvangt u een overzicht van uw huidige situatie en bespreken we samen welke mooie vervolgstappen we kunnen zetten. Onze samenwerking met Savant Zorg is daarvan een mooi voorbeeld.   

 


De zorgorganisatie wil een extra stap zetten om de duurzaamheidsdoelen die het heeft gesteld ook echt te halen. Omdat Savant Zorg duurzaamheid belangrijk vindt, heeft de organisatie de Green Deal Zorg onder­tekend. Het voldoen aan die eisen vraagt om een gespecialiseerde verwerking van medisch afval en bedrijfsafval. Daarbij is het essentieel dat inzameling voor de medewerkers werkbaar blijft. Maar hoe pak je dat aan? Savant Zorg stelde die vraag aan PreZero om samen tot een oplossing te komen.

De zorgorganisatie bestaat uit acht woonzorgcentra. Ze worden daarbij ondersteund door het hoofdkantoor van Savant Zorg in Helmond. Richard van de Walle is daar Adviseur Facilitaire Zaken & Inkoop. Hij legt uit welke stappen Savant Zorg gezet heeft en nog gaat zetten. “We hebben te maken met verschillende soorten afvalstromen, een kenmerkende stroom voor ons is het medisch afval, zoals injectienaalden. Andere stromen zijn plastic voedselverpakkingen en swill-afval uit onze keukens.”

 


Scheiden makkelijk gemaakt

Medisch afval zamelde Savant Zorg al apart in. “Toch viel er nog veel te winnen met afvalscheiding om het restafval te verminderen,” verklaart Van de Walle. “We zochten één organisatie die ons kon helpen met al onze ‘bijzondere’ afvalstromen, zoals vertrouwelijk papier en medisch afval, maar ook met plastic (verpakkingen) en drankenkartons (pd). De aanpak van PreZero sprak ons aan en kon helpen dit doel te bereiken.” Vanuit zijn inkooprol zoekt Van de Walle continu naar manieren om de pd-stroom te verminderen. “Met dat afval hebben we nu eenmaal veel te maken. Dit materiaal apart inzamelen is een belangrijke stap om onze hoeveelheid restafval te laten afnemen.”
Bewustwording onder collega's is daarvoor erg belangrijk. Op het hoofdkantoor van Savant Zorg hangen daarom overal posters met een boegbeeld dat voor de campagne is gekozen. Maar behalve bewustzijn is gemak even belangrijk. “Daarom maakten we het collega’s eenvoudig om te scheiden met de ECOO-units van PreZero. Deze modulaire afvalbakken met verschillende vakken bieden ruimte voor gft, pd, papier en karton en restafval. Inmiddels staan er bij ons zo’n 25.”

De PreZero ECOO-units zijn er in verschillende maten. Ze zijn voorzien van duidelijke iconen en kleuren. Daardoor zien mede­werkers in één oogopslag welk afval in welke bak moet. Er is een kartonnen variant van 100 procent gerecycled karton en een metalen variant die 100 procent recyclebaar is.

 


Enorme vermindering

In de aanloop naar de levering van de ECOO-units besprak Van de Walle met zijn contactpersoon René Peters, accountmanager bij PreZero, hoe de logistiek erachter geregeld moest worden. Van de Walle: “Als de huishouding extra zakken gaat ophalen, moeten ze die ook op de juiste plek kwijt kunnen. Zo voorkomen we dat alles alsnog in één bak terechtkomt.Dat soort praktische dingen hebben we samen geregeld.”

Savant Zorg is trots op het resultaat dat is geboekt. Van der Walle: “Woonzorglocatie Rivierenhof is een goed voorbeeld van de impact die de afvalstromen pd en swill bij ons hebben op de hoeveelheid restafval. Collega’s die het eten voorbereiden, gooiden eerst al hun afval in één bak. Zo kwamen we op 2.200 liter restafval per week.
Op advies van PreZero besloten we de etensresten en het plastic verpakkings­materiaal apart in te zamelen. Daarna hadden we nog maar 660 liter restafval
per week. Dat is echt een enorm verschil. Zolang de bakken herkenbaar zijn en
scheiden zonder moeite binnen het werkproces past, doen collega’s het graag.”

 


Zorgspecifieke afvalstromen

“PreZero heeft veel kennis van de zorg”, weet Van de Walle. “Het bedrijf werkt bijvoorbeeld samen met universitaire ziekenhuizen. Dat betekent dat PreZero ons goed kan adviseren. Daarvoor plannen we elk kwartaal een gesprek waarin we onder andere nieuwe ontwikkelingen doorspreken. Zo overleggen we of we het legen van afvalbakken kunnen optimaliseren. We onder­zoeken ook of er nog andere stromen zijn die we kunnen scheiden. We pakken dan ook de data erbij. Sturingsinformatie is voor ons essentieel. Zo kunnen we precies zien wat de resultaten van de aanpak zijn, in hoeveel­heden en ook in financiële en milieu-impact.”

 


Van der Walle is erg te spreken over de communicatie. Dat geldt niet alleen voor zijn overleg met onze contactpersoon bij PreZero, maar ook over de contacten met de chauffeurs. “Zij signaleerden bijvoorbeeld dat we ons verpakkingsfolie prima apart konden inzamelen. Dat hebben we vervolgens vlot opgepakt. Zo blijven we zoeken naar kansen om de hoeveelheid restafval te verminderen, op de manier die past bij Savant Zorg.”

 

Doe de Quickscan!

Stappen willen zetten naar duurzaamheid begint met weten waar je nu staat en aan welke knoppen je vervolgens kunt draaien. Het maken van een Quickscan Duurzaamheid kost maar twee minuten. Het start met een aantal vragen over de bedrijfsomvang en de branche waarin u actief bent. Met 6 vragen heeft u uw huidige situatie in kaart. Vragen over uw medewerkers betrekken, doelen stellen, competenties, circulair onder­nemen zorgen voor de uitslag en inzicht in uw huidige situatie.

 


Het resultaat is een overzichtelijk diagram dat duidelijk maakt waar uw organisatie staat op het gebied van duurzaamheid en met welk aandachtsgebied u nog stappen kunt zetten. Handig toch? Na de Quickscan kan PreZero in meer detail samen met u doornemen hoe u duurzaamheidsstappen kunt zetten. We kijken daarbij bijvoorbeeld naar het inkopen van materialen, verschillende afvalstromen en het logistieke proces en zetten dat af tegen de benchmark. 

31 mrt 2023

|

Economie

Denk na over de rol en toegevoegde waarde van jouw kantoor

Veel bedrijven zien de toegevoegde waarde van hybride werken, maar worstelen met het succesvol toepassen ervan. HEYDAY Facility Management roept organisaties op om na te denken over de rol van het kantoor voor een succesvol bedrijf.

 


Corona dwong Nederland massaal te experimenteren met thuiswerken. En dat beviel voor een deel van de werkweek: onderzoek wijst uit dat men 25% van de werkweek vanuit huis blijft werken. “Een jaar na het opheffen van de coronamaat­regelen is de worsteling van organisaties met het hybride werken als 'het nieuwe normaal' uiterst actueel”, merkt Judith van Leeuwen,
Business Development Consultant bij HEYDAY. “Thuiswerken blijft, maar hoe ga je om met het kantoor? Hoe richt je ondersteunende diensten efficiënt en effectief in?” Operationeel Directeur Roland van Herk vult aan: “En hoe houd je de organisatie daarbij blijvend wendbaar en flexibel?”

 scherm-afbeelding-2023-03-29-om-15-04-06.png.    roland-1.jpg


Strategisch niveau

HEYDAY heeft daar een oplossing voor. De kern is: til facilitair management van operationeel naar strategisch niveau. Van Leeuwen: “Facilitair management is meer dan de optelsom van bijvoorbeeld receptie, schoonmaak, catering, onderhoud en beveiliging. Het gaat juist over het slim, onder­scheidend en integraal inzetten van het kantoor en haar diensten voor een effectieve organisatie met tevreden medewerkers en haar bezoekers.”

 


"Mijn tip: kijk naar de rol van het kantoor voor jouw organisatie,” zegt Van Leeuwen. "Is het kantoor een ontmoetingsplek, willen medewerkers er voornamelijk geconcentreerd kunnen werken of een combinatie hiervan? Sluit de sfeer van het kantoor aan bij de medewerkers en voelen zij zich er thuis? Een goede invulling kan een lager ziekteverzuim, minder verloop en hogere productiviteit opleveren, waarschijnlijk zelfs tegen lagere kosten."

 


Dit alles is nauw verbonden met de 'war on talent'. Van Herk: “Onze professionals nemen de strategische doelstellingen van een organisatie als uitgangspunt en vertalen dit door naar passende huisvesting en bijbehorend dienstverleningsconcept.
En hoe komt dit het beste tot uiting? Dat is de vraag. De doelen van de organisatie en natuurlijk de werknemerswensen staan daarbij centraal. De diensten worden daar op maat en modulair aan gekoppeld. Dit maakt een organisatie wendbaar om mee te bewegen met veranderingen.”

 


Bewezen succes

Een praktijkcase van een bedrijf uit het midden van het land bewijst dat dit kan. Van Herk: “Het aantrekken van talent en de wens zich te onderscheiden van de concurrentie waren belangrijk voor deze organisatie. Daarom zijn we vanuit hun missie, visie en strategische uitdagingen gestart. We hebben geadviseerd over passende kantoorruimte en de juiste keuzes voor ondersteunende diensten bij de belangrijkste speerpunten. Zo hebben we een complete facilitaire organisatie ingericht die de strategische doelen ondersteunt.”

Tastbare resultaten: een dienstenniveau dat is afgestemd op de gezondheid en het werkgeluk van de medewerkers met flink minder vloeroppervlak en 15% besparing op de facilitaire uitgaven. Van Leeuwen: “Omdat er op woensdag en vrijdag weinig mensen op kantoor zijn, overweegt de organisatie het kantoor een werkdag te sluiten. Op de andere dagen is de ondersteuning met catering en schoonmaak afgestemd op de bezetting.” Van Herk: “Als facilitaire partner zorgen we zo dat de diensten met de klant meebewegen. Dat is essentieel voor succes.”   

27 mrt 2023

|

Gezondheid

Andere focus in HR-beleid noodzakelijk om zorg­personeel te behouden

Zorgorganisaties moeten alle zeilen bijzetten om goed personeel binnenboord te houden. Meer dan 1 op de 3 zorgmedewerkers twijfelt om te blijven en overweegt een overstap naar een andere werkgever. Dat blijkt uit de HR-benchmark van HR-dienstverlener Visma | Raet. Het laat zien dat het binnenhouden van werknemers meer prioriteit moet krijgen in de zorgsector, zegt Sander Heijnen, Director Healthcare van Visma | Raet.

 sander-heijnen.jpg


Uit het onderzoek blijkt verder dat het bij tien procent van de zorgmede­werkers waarschijnlijk te laat is om ze voor hun huidige organisatie te behouden. Zij zoeken actief naar ander werk. Daar komt boven­op dat 44 procent ‘latent’ naar een nieuwe baan zoekt. Actief zoeken en solliciteren doen ze niet, wel overwegen ze te vertrekken bij een aantrekkelijk aanbod. Dat een groot deel van de zorgmedewerkers open staat of zelfs al bezig is om hun huidige werkgever in te ruilen voor een nieuwe, is volgens Heijnen mogelijk een gevolg van de focus van HR-beleid. “Dat beleid richt zich nu te vaak op werving van nieuw personeel. Activiteiten die kunnen helpen personeel langer te binden, krijgen onbedoeld minder prioriteit.”

 


Probleem is in beeld

Dat blijkt ook uit de benchmark: 48 procent van de HR-professionals zegt dat binnen hun organisatie de nadruk ligt op medewerkers aantrekken. Initiatieven die bijdragen aan de medewerkerstevredenheid, zoals evalueren of iemand nog goed op zijn plek zit (27%) of opstellen van een ontwikkelplan (22%) steken daar schril bij af. Opvallend aan deze beleidskeuzes is dat 69 procent van de HR-professionals zegt dat het moeilijk is om medewerkers te behouden. Het probleem en de gevolgen zijn dus wel degelijk in beeld. Als een HR-afdeling in de zorg meer wil doen om goede werknemers te behouden, moeten ze wel tijd en middelen hebben om de nodige stappen te zetten. Visma | Raet speelt daar met hun HR-­software op in, vertelt Heijnen: “Ons doel is om het HR-leven makkelijker te maken, zodat er meer tijd is voor advies en strategie. Maar om zorgorganisaties daadwerkelijk in staat te stellen om wendbaar en weerbaar te zijn, bieden we een volledig toekomst-gericht HR-portfolio.”

 


API-integraties

En dat zorgt weer voor gemotiveerde medewerkers en tevreden cliënten, stelt Heijnen. Keuzevrijheid is in zijn ogen het sleutelwoord. “Zo kan onze software door middel van API-integraties ook gekoppeld worden aan systemen van derden, zoals ECD-applicaties, finance- en roostersystemen. Immers, API is het nieuwe ERP, waarbij je bedrijfs­voering niet meer afhankelijk is van slechts één systeem. Deze afhankelijkheid laat namelijk in de praktijk zien dat organisaties concessies moeten doen qua keuzevrijheid in de toekomst en inleveren op gewenste diepgang.”

De software van Visma | Raet biedt de moge­lijkheid om simpele HR-taken makkelijk en snel af te handelen, legt Heijnen uit.  Niet alleen de HR-afdeling, maar alle mede­werkers hebben daar volgens hem profijt van. “Wij noemen dat ‘HR in 60 seconden’. Zo kunnen medewerkers bijvoorbeeld heel eenvoudig thuis op de bank, of waar dan ook, hun HR-zaken afhandelen met onze app.
De software maakt werving en selectie en onboarding makkelijker. Ook heeft het tools die van grote waarde kunnen zijn voor een strategie om de uitstroom van personeel te voorkomen, bijvoorbeeld op het gebied van persoonlijke ontwikkeling en secundaire arbeidsvoorwaarden.” Om het personeel tevreden te houden en op die manier te binden, is het natuurlijk essentieel om te weten waarom mensen vertrekken. Daar speelt de software op in, zegt Heijnen: “We koppelen vaste data van medewerkers aan uitstroom en ook aan in- en doorstroom. Met die informatie kan een zorgorganisatie trends en ontwikkelingen signaleren en vertalen in beter HR-beleid.”

27 mrt 2023

|

Gezondheid

‘Goed service­management kan druk op zorg­instellingen verlichten’

De druk op de zorg is hoog en tegelijker­tijd kampt de sector met grote personeelstekorten. Het is daardoor een flinke uitdaging voor zorg­instellingen om hun dienstverlening op het gewenste niveau te houden.
Bij TOPdesk spelen ze daar met succes op in: meer dan de helft van de Nederlandse ziekenhuizen maakt al gebruik van hun oplossingen voor IT-servicemanagement. 

 

 

Het bieden van een zo hoog mogelijk niveau van de ondersteunende dienstverlening, om patiënten en cliënten een zo goed mogelijke zorg ervaring te geven. Dat is waar service­management in de zorg om gaat. Ook is het in de zorg noodzakelijk om efficiënt met de middelen en diensten om te gaan, wat efficient Service Management voor deze sector extra relevant maakt.

Onder IT-servicemanagement vallen verschillende processen. Voorbeelden zijn Change and Release Management (bijvoorbeeld vervangen van een PC of implementatie nieuwe software), Asset Management (onder ander het registreren en bijhouden van uitgegeven licenties) en Problem Management (grote structurele problemen binnen een organisatie vaststellen en herkennen). Verder is ook Incident Management (interne klachten en aanvragen registreren en verwerken) een belangrijk IT-managementproces.

 


Om al deze zaken goed te kunnen regelen, is het voor veel organisaties vandaag de dag essentieel om daar geschikte software voor te gebruiken. Op dit gebied is TOPdesk marktleider in de Benelux. Het bedrijf heeft 14 kantoren in 13 landen en meer dan 1000 medewerkers wereldwijd. Ook in Nederland is de software van TOPdesk in trek, niet in de laatste plaats in de zorg­sector. Binnen de zorg richt het bedrijf zich vooral op de ondersteunende afdelingen: IT, Facility Management en HR.

 


Servicemanagement ook belangrijk voor patiënten

TOPdesk gelooft dat het belangrijk is dat er één toegang tot de ondersteunende afdelingen komt, waar iedereen gebruik van maakt die relevante vragen voor deze afdeling heeft, zegt Sharmaine van den Hoek,
Business Unit Director Healthcare bij TOPdesk. Vervolgens routeert TOPdesk de meldingen automatisch naar de juiste afdelingen, personen en/of systemen, zonder dat de aanmelder hierover na hoeft te denken.

Dat deze afdelingen goed en efficiënt blijven draaien is volgens Van den Hoek niet alleen belangrijk voor het personeel, maar ook de patiënt heeft hier belang bij. “Als de schoonmaak in een ziekenhuis niet goed is geregeld of het Wi-Fi-netwerk doet het niet goed, dan hebben patiënten daar direct last van. Dat maakt het voor zorginstellingen dus ongelofelijk belangrijk om hun servicebeheer goed te regelen.”

 scherm-afbeelding-2023-03-27-om-13-53-51.png


Als Business Unit Director Healthcare denkt Van den Hoek actief mee om de software van TOPdesk zo goed mogelijk op de specifieke situatie van een zorginstelling af te stemmen. Voor de inrichting van veel zorgspecifieke processen is overigens vaak geen specialist van TOPdesk nodig, want de software is zo ontworpen dat de klant dit zelf naar de eigen voorkeuren kan aanpassen. Dit komt voort uit een van de belangrijkste pijlers van TOPdesk, namelijk dat het simpel en standaard moet zijn, legt Van den Hoek uit. “Een grote kracht daarvan is dat niets gecodeerd of geprogrammeerd hoeft te worden , maar het heel makkelijk en snel te implementeren is. Bij een gemiddelde zorginstelling zijn we binnen 10 weken klaar.”

 


Trends in de zorg

Doordat TOPdesk precies weet wat er in de zorgsector leeft en wat de laatste trends op zorggebied zijn, is het in staat om hier constant snel en effectief op in te spelen met de software. Op het gebied van Service Management ziet Van den Hoek momenteel een aantal ontwikkelingen die veel impact hebben.

Allereerst zijn dat de personeelstekorten. Dat is al heel lang een probleem voor de zorg en als een oplossing uitblijft zal het alleen maar groter worden, denkt Van den Hoek.  "Omdat dit probleem hoe dan ook niet van vandaag op morgen gaat verdwijnen, moeten organisaties proberen de druk op het personeel te verlichten. De ondersteunende afdelingen kunnen daar met hulp van TOPdesk een belangrijke rol in spelen, dankzij de service automation. Hiermee hoeven verschillende processen die nu onnodige tijd in beslag nemen, niet meer handmatig plaats te vinden.”

Een ander trend is afdeling overstijgend samenwerken, waarbij de ondersteunende afdelingen zoals IT, Facility Management en HR werken met bijvoorbeeld één centrale servicedesk. TOPdesk maakt het mogelijk om zorgedewerkers snel, gemakkelijk en vanaf ieder apparaat een melding te laten doen bij die desk. Door goede afdeling overstijgende samenwerking zijn efficiëntieslagen te maken en besparingen te realiseren.   

 


Helder overzicht van systemen

Voor een zorginstelling is het op orde hebben van cyber security natuurlijk een must, gezien alle gevoelige gegevens die het soms opslaat. Dat het softwarelandschap steeds complexer wordt, helpt daarbij niet. TOPdesk ondersteunt ze hierbij met Asset Management, vertelt Van Den Hoek. Hiermee heeft een organisatie één helder overzicht van de systemen en hoe deze met de rest verbonden zijn. Het is dan ook beter in te schatten wat de impact zou zijn wanneer binnen dit hele netwerk van systemen ergens iets misgaat. “Ook hebben veel zorginstellingen het proces omtrent AVG-­compliancy in TOPdesk staan, zodat ze op elk moment kunnen meten of de cyber security nog op orde is en zorgen dat dit goed blijft werken”, aldus Van den Hoek.

In Nederland heeft TOPdesk momenteel 430 klanten in de zorgsector, waaronder 53 van de 96 ziekenhuizen en 140 ouderenzorginstellingen. De ambities reiken verder: TOPdesk wil binnen de zorgsector graag verder groeien. “Jaarlijks verwelkomen we nu zo’n 30 tot 35 nieuwe klanten uit de Nederlandse zorgsector”, zegt Van den Hoek. “Wij zijn dan ook zeker geen onbekende voor zorgorganisaties en zijn constant met de sector in gesprek om ideeën uit te wisselen en de ecosystemen te verbeteren. Ik merk dat dat in de zorgsector heel waardevol is, dus de komende jaren willen we nog meer met elkaar integreren.”

 


Het is daarnaast een wens van TOPdesk om hun klanten met elkaar in contact te brengen, vervolgt Van den Hoek. “Daarom organiseren we bijvoorbeeld inspiratie­dagen voor ziekenhuizen en hebben we een platform voor healthcare-service­management. Deze worden goed bezocht en we laten klanten daar ook zelf presentaties geven. Zo kunnen partijen uit de zorgsector via TOPdesk ook van elkáár leren. Voor de zorg, door de zorg en met de zorg. Van 13 tot 16 juni staan we ook op de beurs Zorg & ICT in de Jaarbeurs in Utrecht. Iedereen die het leuk zou vinden om met ons te praten, nodig ik graag uit om langs te komen!”

 

Feiten Enterprise Service Management:

•Enterprise Service Management (ESM) streeft naar een uniforme en
geïntegreerde aanpak van dienstverlening en processen binnen de organisatie

•Het richt zich op het bieden van een gestroomlijnde klantervaring door
communicatie te verbeteren tussen verschillende afdelingen en diensten

•Het kan helpen bij het optimaliseren en stroomlijnen van processen in de gehele organisatie, waardoor de efficiëntie en productiviteit worden verhoogd

27 mrt 2023

|

Gezondheid

‘Eenvoudige en schaalbare IT-netwerken cruciaal’

IT-technologie is essentieel om de zorg draaiende te houden. Van IT-organisaties wordt dus steeds meer verwacht, terwijl zij worden geconfronteerd met een krap­pe arbeidsmarkt en strakke budgetten. Het is daarom cruciaal dat cloud- en wifi-netwerken eenvoudig zijn te implementeren en beheren voor efficiënt gebruik van IT-toepassingen, zegt Patrick Groot Nuelend, Solutions Architect bij netwerkbedrijf Extreme Networks.

 

patrick-groot-nuelend-extreme-networks.jpg
De coronapandemie heeft volgens Groot Nuelend bij veel organisaties geleid tot een versnelling van hun digitale transformatie. Om processen in de zorg draaiende te houden, hebben veel ziekenhuizen en instellingen geïnvesteerd in (verdere) digitalisering. In die periode is met name gefocust op applicaties, maar volgens Groot Nuelend hebben slimme organisaties ook geïnvesteerd in IT-netwerken en managementsystemen.
“Als gevolg van die digitalisering is het aantal applicaties sterk toegenomen en zijn er steeds meer zorgmedewerkers, patiënten en bezoekers die toegang willen tot die applicaties. We zien bij steeds meer zorg­organisaties dus behoefte aan een modern IT-netwerk.”

Organisaties die hun digitale transformatie willen doorzetten, moeten zich volgens Groot Nuelend focussen op eenvoud in beheer voor IT-teams, schaalbaarheid van het netwerk en uiteraard beveiliging. “Hoe zorg je er als IT-manager voor dat het toenemende aantal applicaties, verbonden apparaten en data beheersbaar blijft voor IT-beheerders en bovendien dat applicaties beschikbaar en beveiligd zijn voor medewerkers? Dat is de centrale vraag voor ziekenhuizen en zorginstellingen met oudere netwerken”, aldus Groot Nuelend.

 


Extreme Fabric Connect

Extreme Networks ziet de vraag naar schaalbaarheid terug in de grote interesse voor het product Extreme Fabric Connect dat ziekenhuizen helpt bij het uitrollen en beheren van applicaties en diensten waar medewerkers, patiënten en gasten op het IT-netwerk
gebruik van maken.

“Dat Fabric Connect bij zorginstellingen populair is, heeft vooral te maken met de een­voud en flexibiliteit waarmee IT-­managers hun netwerken met Fabric kunnen beheren”, zegt Groot Nuelend. “De zorg wil blijven innoveren zodat patiënten de beste ervaring krijgen, en zodat zorgmedewerkers eenvoudiger hun
interne processen beheren. Dat betekent dat IT-teams continu en eenvoudig nieuwe applicaties en diensten moeten kunnen uitrollen.
Bij een traditioneel netwerk is dat werk handmatig, tijdrovend en foutgevoelig.”

Met Fabric Connect kunnen IT-teams nu bovendien eenvoudiger netwerkapparaten en devices aansluiten op het netwerk, waarbij Fabric die apparatuur automatisch configureert op het netwerk. IT-medewerkers van ziekenhuizen besparen zo enorm veel tijd en geld aan handwerk en kunnen zich focussen op taken die de processen ondersteunen. Zo werkt het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis al enige tijd met Fabric Connect om locaties met elkaar te verbinden, netwerkapparatuur en medische apparaten aan te sluiten en servers te configureren in het datacenter. Zorgmedewerkers zijn hiervan afhankelijk voor het gebruik van applicaties op afstand.

 


Wi-Fi 6E

Dat organisaties en medewerkers steeds meer apparaten gebruiken, verhoogt ook de belasting op wifi-netwerken. De nieuwe draadloze technologie Wi-Fi 6E biedt uitkomst mede omdat het de vrijgegeven 6 GHz-frequentie gebruikt. Verbindingen zijn daardoor sneller, er is ruimte voor meer apparaten en connecties zijn veiliger dan via oudere wifi-standaarden.

Extreme Networks was de eerste provider in de netwerkindustrie met Wi-Fi 6E access points die draadloos breedband internet aanbieden op grote buitenlocaties. Diverse klanten in Europa werken al met Wi-Fi 6E. Waardevol is ook dat zorgorganisaties met de Extreme Wi-Fi 6E access points beter in kaart kunnen brengen waar verbonden apparaten zich bevinden. “Zorgmedewerkers kunnen de locatie van patiënten volgen met applicaties”, zegt Groot Nuelend. “Met locatiediensten in het wifi-netwerk is ook altijd bekend waar zorgpersoneel zich bevindt, in het geval van onveilige situaties.  Medewerkers op locatie
hebben met  Wi-Fi 6E snelle draadloze verbindingen en werken dus efficiënter met specifieke zorgtoepassingen. Kortom, er zijn legio voorbeelden van de waarde van IT-­technologie voor de zorg. En daar is het natuurlijk allemaal om te doen.”

Wat is Extreme Fabric Connect?

•Extreme Fabric Connect is een schaalbare, end-to-end netwerkoplossing met ingebouwde
automatisering die de uitrol van netwerken stroomlijnt in een elf keer zo korte implementatietijd

•Fabric Connect isoleert netwerkdiensten en beschermt tegen inbreuken

•Extreme Fabric is ontworpen om het netwerk uit te breiden naar remote locaties, datacenters en de cloud

•Fabric automatiseert handmatige taken zodat IT-teams zich kunnen richten op de dienst­verlening aan zorg­medewerkers

•Fabric is geïnstalleerd bij duizenden klanten



27 mrt 2023

|

Gezondheid

Natuurbeelden als medicijn tegen stress en pijn

Er ligt een uitnodiging klaar voor mensen met pijn en stress. Een uitnodiging in de vorm van een virtuele ervaring wel te verstaan. VRelax is een Virtual Reality app waarmee gebruikers zelf kunnen kiezen welke natuurlijke virtuele om­geving ze willen beleven, aangevuld met spatial audio en interactieve oefeningen die extra ontspanning geven.

 


Mentaal ongemak kent veel varianten. In werkomgevingen hebben medewerkers van doen met stress en overbelasting, waardoor uiteindelijk burn-out klachten op de loer liggen. Dit is hét gezondheidsprobleem van de 21e eeuw. Daarnaast bestaan er fysieke aandoeningen als pijnklachten en hebben mensen te kampen met somberheid of angsten. Er bestaan tal van gevalideerde oefeningen om zulk soort ongemak te verlichten. Probleem is echter dat hiervoor actieve inspanning wordt gevraagd. En dat is nou precies waar het pijnpunt zit: mensen met dit soort klachten zijn vaak niet goed in staat om zelfstandig te ontspannen.

 

scherm-afbeelding-2023-03-27-om-13-25-30.png


VRelax heeft gekozen voor een andere benadering. De ontwikkelaar heeft een app geïntroduceerd waarmee gebruikers met behulp van een VR-bril de ontspannen werking van een natuurbeleving ervaren.
Frank Nuus, verantwoordelijk voor Sales- &Business development bij VRelax, licht toe dat de natuur een overtuigende kracht heeft om mensen te helpen bij hun mentale klachten. “Wat wij in feite doen, is mensen in een virtuele wereld kennis laten maken met de ontspannende werking van een levensechte natuuromgeving die ze zelf kiezen. Dat kan de beleving zijn van een bergomgeving, maar ook die van het strand. VRelax houdt mensen mentaal gezond door positieve emoties op te wekken en negatieve emoties te onderdrukken. Wetenschap toont aan dat mensen met VRelax binnen tien minuten 40 procent minder stress ervaren.” Waar Frank Nuus belang aan hecht, is te benadrukken dat VRelax continu wordt verbeterd en doorontwikkeld in samenwerking met eindgebruikers en gezondheidsinstanties als GGZ en ziekenhuizen. “Wat ons onderscheidt, is dat we niet alleen de tool zelf aanbieden, maar ook de afnemer zorgvuldig ondersteunen bij de implementatie zodat er een goede aansluiting is op de zorgvraag.”

 


Zelfstandigheid

Wat de toepassing verder bijzonder maakt, is de nadruk op zelfregie en zelfstandigheid. Zeker in de preventieve sfeer is er veel behoefte om eigen momenten te kiezen bij ondersteuning. “De oplossing kan veel betekenen voor de mentale gezondheid van zowel patiënten als medewerkers. Door jezelf op te laden op eigen gekozen momenten is te voorkomen dat medewerkers door overbelasting ziek worden en met burn-out klachten uitvallen. Daarnaast vertragen angst- en spanningsklachten het herstel­proces van patiënten en kost het zorgmedewerkers veel tijd. Het is enorm motiverend te horen uit de praktijk dat VRelax leidt tot een kortere behandeling met meer effect en minder medicatie.”

VRelax heeft inmiddels een overtuigende trackrecord opgebouwd van (inter)nationale samenwerkingen met zorgorganisaties. Zowel onderzoek als praktijk hebben inmiddels aangetoond dat VRelax succesvol wordt ingezet. “Ons zorgsysteem staat onder druk en met VRelax nemen we deze spanning weg, letterlijk en figuurlijk.”

27 mrt 2023

|

Gezondheid

‘Veranderingen in healthcare zijn pas het begin’

De toekomst van de gezondheidszorg is nog niet definitief. Betrokken partijen proberen te ontdekken hoe die vorm moet krijgen. Bryan Berger, Healthcare Business Director van Board of Innovation, ziet dat er vaart zit in de ontwikkeling van de gezondheidszorg, maar hij benadrukt tevens dat er nog veel werk valt te verzetten. Bijvoorbeeld als het gaat om product­innovaties voor individuele behoeften van mensen en patiënten.

 

scherm-afbeelding-2023-03-27-om-12-08-06.png
In zijn rol als healthcare-specialist helpt Bryan Berger eigen relaties met het identificeren van toekomstige klantbehoeften en zicht te krijgen op producten en diensten die deze behoefte invullen. “Zo helpen we organisaties om hen voor te bereiden op nieuwe successen. Veranderingen die nodig zijn in de gezondheidszorg leiden ook tot een nieuwe rol voor bedrijven, overheden en regelgevers, bijvoorbeeld als het gaat om de diensten die klanten verwachten van apotheken”, aldus Berger. Hij benadrukt dat het nodig blijft om vooruit te kijken. “Bedrijven moeten zich realiseren dat de gezondheidssector zich blijft ontwikkelen. Er is een structurele noodzaak om te blijven innoveren.”

 


Een zekerheid die hard valt te maken, is dat partijen in de gezondheidszorg op een andere manier interactie krijgen met hun cliënten. Zo zal de apothekers- en drogisterijbranche steeds meer een vraagbaak worden voor advies en ondersteuning. Berger: “Wat je aan die kant van de healthcaresector ziet, is dat er nieuwe vormen van klantinteractie ontstaan. Er zal meer nadruk komen te liggen op patiëntenvoorlichting, terwijl ook het aantal diensten wordt uitgebreid, bijvoorbeeld met aanvullende therapieën en gezondheidsonderzoeken. Daarnaast zal de samenwerking tussen gezondheidsaanbieders intensiveren en zal gebruik van digitalisering en technologie verder toenemen. De gezondheidszorg heeft immers direct toegang tot de noden van de patiënt om die te kunnen koppelen aan oplossingen en adviezen.”

 


Waar veel om te doen is in de gezondheidszorg zijn de mogelijkheden van sociale netwerken. Dat beschrijft ook de Rijksoverheid in de nota met als titel ‘Naar een toekomstbestendig zorgstelsel’. Daarin worden verschillende scenario’s ontvouwen aangaande voorzieningen waarbij de cliënt zorg op maat krijgt en rekening wordt gehouden met het sociale netwerk en mantelzorg. Berger: “Veranderende rollen van spelers in de gezondheidszorg zal leiden tot aanpassing van het systeem om te voldoen aan de diverse en holistische gezondheidsbehoeften van mensen en patiënten. Er komt meer nadruk te liggen op de omstandigheden waarin mensen leven en werken.”

Eén van de belangrijkste componenten waarmee we rekening moeten houden, is de rol van sociale determinanten bij het verbeteren van gezondheidsresultaten en het bevorderen van gezondheidsgelijkheid. Denk aan zaken als inkomen, opleidingsniveau, huisvesting of toegang tot gezondheidszorg. Dat is niet de verantwoordelijkheid van één enkele speler, maar een gedeelde verantwoordelijkheid van betrokkenen in het zorgecosysteem.

 


Waar de markt naar toe gaat, benadrukt Berger, is dat de healthcare-industrie een meer emphatisch begrip krijgt van de patiënt en zijn behoeften. “Innovatie betekent niet dat je blindelings nieuwe producten of nieuwe technologieën moet pushen. In plaats daarvan zal er meer nadruk komen te liggen op het begrijpen van veranderende behoeften en de rol die bedrijven moeten innemen bij het inspelen op behoeften van mensen, of ze nu gezond, ziek of herstellend zijn.”

 


Wat Berger hiermee impliciet zegt, is dat het lanceren van een succesvol healthcare-product verder reikt dan uitsluitend het brengen van een medische noviteit. Farmaceutische bedrijven en aanbieders van medische hulpmiddelen hebben er jarenlang op vertrouwd dat eigen R&D-teams hun groei stimuleerden, maar nu wordt van diezelfde bedrijven verwacht dat ze moeten innoveren op een minder gebruikelijke manier. “Patiënten willen niet alleen een nieuw product, maar verwachten ook andere manieren van hulp en ondersteuning om een gelukkig en gezond leven te leiden.”

27 mrt 2023

|

Gezondheid

Data leiden naar de beste patiëntervaring

Dr Smile maakt clear aligners voor gebits­correctie. Dat is een innovatief product in de orthodontie. Minstens even belangrijk voor het bereiken van een glimlach bij de patiënt is de datagedreven benadering van het bedrijf. “Data is macht die we voor de patiënt inzetten”, stelt Chief Medical Officer dr. Lan Huong Timm vast.

scherm-afbeelding-2023-03-27-om-13-42-52.png 


“Bij Dr Smile streven we ernaar onze patiënten een zelfver­zekerde glimlach te bezorgen”, zegt ze. “Dat doen we door hen de optimale, op wetenschappelijke innovatie gebaseerde, orthodontie-oplossing te bieden.” Ze legt uit hoe de steeds veranderende trans­parante kunststof aligners de tanden van de patiënt geleidelijk naar de gewenste eindsituatie leiden.

 


“Door de bevindingen uit de gegevens van 100.000 patiënten toe te passen, kunnen we de eindsituatie voor de patiënt meteen aan het begin nauwkeurig in beeld brengen”, vertelt ze, “zo weet de patiënt waar we in het traject naartoe werken. Het maakt nogal uit wanneer een tandarts zijn ervaring combineert met de data van wat het best werkte bij een populatie van 100.000 patiënten. De data helpt ons bepalen wat de beste behandelstappen richting de gewenste eindsituatie zijn. Tandartsen beslissen te allen tijde over de behandeling.”

 


Technologie en therapietrouw

In het hele patiënttraject staat digitalisering centraal, van A tot Z. Lan: “Anamnese, 3D gebitsscan en alle vervolgstappen worden zonder dataverlies in hetzelfde geïntegreerde systeem opgenomen. Het is van begin af aan opgezet om er maximaal van te kunnen leren. Zo werken we volgens het 'vier of zes ogen' principe, waarbij er altijd meerdere tandartsen, orthodontisten of tandtechnici naar dezelfde data kijken bij het opstellen
van het behandelplan. Een dergelijke optimalisatieslag verbetert de behandeling aantoonbaar en geeft ons de mogelijkheid om de behandeling op de patiëntbehoefte af te stemmen.” De patiënt volgt via dezelfde data zijn traject wekelijks via een mobiele app. Lan: “Ook dat is geen toeval. In onderzoek gepubliceerd in het Journal of Clinical Medicine hebben we aangetoond dat meer technologie-aanbod de patiëntverwachting en de therapietrouw ten goede komen. Dat is een essentieel gegeven.”

 
AI

Omdat het in behandelplannen om enorm veel parameters en een vrijwel oneindig aantal mogelijke tandbewegingen gaat, onder­steunt AI de professionals bij hun beslissingen. Lan: “De professionals kunnen hun beslissingen onderbouwen op basis van onze voorspellingsmodellen met beslisbomen.
Behalve de tandbewegingen spelen ook factoren die therapietrouw beïnvloeden, zoals geslacht, eerdere orthodontie-ervaring en land een bepaalde rol.” Geen mens kan alle factoren die meespelen voor het eindresultaat overzien. Lan: “De praktijken die met ons werken, staan open voor technologische vernieuwing. Ze beseffen dat de technologie hen niet vervangt, maar ondersteunt. Ze weten ook heel goed dat AI zonder hun expertise niet werkt, maar dat zij zelf met AI beter werken. Ze zien in hoe ze hun patiënten kunnen laten profiteren van die extra kennis die de technologie ons geeft.”

 

Dr Smile Feiten & cijfers

•meer dan 600 medewerkers

•600 aangesloten praktijken in Europa

•in 11 Europese landen

•meer dan 100.000 cliënten als basis voor datagedreven research

27 mrt 2023

|

Gezondheid

Grijsdruk is de motor van toekomst­bestendig zorgvastgoed

Gedreven en gedwongen door maatschappelijke ontwikkelingen staat de healthcare-sector voor een grote uitdaging op het gebied van huis­vesting.  Bij het ontwerpen en realiseren van nieuwe (woon)zorgconcepten is het onontkoombaar om rekening te houden met onder meer vergrijzing, duurzaamheid en arbeidsmarktkrapte. Daarom is het van groot belang om techno­logische innovaties te implementeren en optimaal benutten, en gebruik te maken van kennis uit sectoren die hiermee vooroplopen. Dat zegt Esther Akkerman, Sector Leader Healthcare bij Drees & Sommer Netherlands.

scherm-afbeelding-2023-03-27-om-14-10-03.png 


De wijze waarop de zorg nu is geregeld moet ingrijpend veranderen om die in de toekomst betaalbaar en bereikbaar te houden, zegt Akkerman. Dat geldt dus ook voor zorgvastgoed. Healthcare is in Nederland daarom één van de focus­gebieden van Drees & Sommer, een project­management- en adviesbureau voor vastgoed en infrastructuur. Akkerman en haar collega’s helpen opdrachtgevers bij het ontwikkelen van zorgvastgoed dat klaar is voor de toekomst. “En daar moeten we heel snel mee aan de slag gaan. Vandaag, niet morgen.” De woonzorg- en zorgconcepten waarmee Drees & Sommer zich bezighoudt zijn meestal bedoeld voor senioren. De impact van vergrijzing op toekomstig zorgvastgoed is enorm, vertelt Akkerman. “Wij adviseren over en ondersteunen bij de realisatie van woonoplossingen die gebouwd zijn met het oog op een Nederland waar veel meer oudere mensen wonen dan nu het geval is. Tegelijkertijd neemt het aantal jongere mensen juist af. Er zijn dus steeds meer mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben en steeds minder mensen om die zorg te verlenen of die ondersteuning te bieden.”

 


Wonen en welzijn integreren

De zogenoemde grijsdruk is enorm: is nu al één op de vijf Nederlanders 65 jaar of ouder, rond 2025 is dat aantal gestegen tot veertig procent van de totale bevolking. Van hen heeft, aldus de cijfers van de CBS, zeventig procent een chronische ziekte. En dát terwijl het de bedoeling is dat mensen tot op steeds hogere leeftijd zelfstandig, of deels zelfstandig kunnen blijven wonen. Volgens Akkerman moet er meer worden nagedacht over het integreren van wonen en welzijn. De vraag naar huisartsenzorg, fysiotherapie en samenwerking tussen eerste- en tweedelijnszorgverleners zal toenemen en voor eenvoudige medische ingrepen wordt het steeds gebruikelijker om naar een zelfstandig behandelcentrum te gaan. Revalidatie voor senioren zal vaak niet meer in het ziekenhuis plaatsvinden en anders worden georganiseerd.

In de healthcare-sector vindt een verschuiving plaats in het landschap tussen woonzorgconcepten en ziekenhuizen, ziet Akkerman. Naast de toenemende behoefte aan eerste- en anderhalvelijnszorg is er steeds meer aandacht voor preventie en het uitoefenen van een gezonde leefstijl.
“Het betekent onder meer dat ziekenhuizen minder hard nodig zijn, terwijl de behoefte aan woonzorgconcepten juist sterk groeit.

 


Nieuwe woonzorgconcepten

Woonomgevingen waar het verlenen van zorg en het bieden van ondersteuning goed mogelijk is, maar waar iemand verder echt zelfstandig woont, worden steeds populairder. Technologie heeft bij die ontwikkeling een belangrijke rol. De markt zal zich moeten aanpassen om klaar te zijn voor die veranderende vraag.”

 


“Het wordt een uitdaging om de woningvoorraad aan te laten sluiten op de behoeften van ouderen”, zegt Akkerman. “Nu blijven senioren vaak lang wonen in hun eigen huur- of koophuis, deels omdat een financiële prikkel om naar een geschikter soort woning te verhuizen ontbreekt. De toegevoegde waarde van nieuwe woonvormen en woonomgevingen moet daarom groot zijn, zodat senioren die stap makkelijker willen zetten. Nieuwe woonconcepten kunnen bijvoorbeeld eenzaamheid voorkomen: bij het vormen van een community wordt de samenredzaamheid van de bewoners vergroot en daarmee ook de zelfredzaamheid.”

 


Klimaatpositieve oplossingen

Naast rekening houden met de krappe arbeidsmarkt en vergrijzing, moet zorgvastgoed ook voldoen aan de in het Klimaat­akkoord vastgelegde verplichtingen op het gebied van duurzaamheid. Akkerman: “Voor nieuw vastgoed zien we dat duurzaam in toenemende mate de norm wordt en circulair ontwikkelen en bouwen, met toepassing van de Cradle to Cradle-­ontwerpprincipes –het hergebruik van grondstoffen, zonder dat ze hun waarde verliezen – en gezonde materialen. Samen met onze zustermaatschappij EPEA, onderdeel van Drees & Sommer en één van de grondleggers van Cradle to Cradle, streven we ernaar onze opdrachtgevers te ondersteunen bij de realisatie van niet alleen klimaatneutrale huisvesting, maar zelfs klimaatpositieve oplossingen; vastgoed dus dat zelfs een positieve invloed heeft op het milieu.”

 


Dat duurzaamheid, vergrijzing en personeelstekorten factoren zijn die elk zwaar meewegen bij het ontwerpen en bouwen van nieuwe concepten, biedt volgens Akkermans kansen. “Kijk bijvoorbeeld naar die opgave om klimaatverandering tegen te gaan. Het is heel goed mogelijk om bepaalde technologieën te implementeren die een woonvorm niet alleen duurzamer maken, maar ook geschikter om er tot op hoge leeftijd zelfstandig te wonen. Met slimme technologieën kunnen we heel veel positieve impact maken, zowel op milieu als op leef- en werkcomfort, en daarmee inspelen op de veranderende omstandigheden en behoeften in de toekomst. “

 


Leren van andere sectoren

Om de mogelijkheden van slimme technologie optimaal te verkennen en benutten, heeft Drees & Sommer meerdere innovation hubs, waaronder in het Duitse Aken. Hier vinden tests plaats met allerlei soorten kunstmatige intelligentie en slimme technologie, In het gebouw bevindt zich een centraal beheersysteem (‘The Brain’), dat is gekoppeld aan sensoren, toegangscontrolesystemen, computers en camera´s. Van alle processen worden de data verzameld en geanalyseerd, waarmee diezelfde processen geoptimaliseerd kunnen worden. Het verschilt per sector hoe ver men is met de inpassing van slimme technologie. Akkerman is daarom een groot voorstander van een sectorale benadering. Dat wil in dit geval zeggen dat de zorg veel kan leren van een totaal andere sector die op een specifiek gebied voorloper is.

 


Bij Drees & Sommer weten ze uit eigen ervaring dat deze denk- en werkwijze veel oplevert. “Naast onze expertise op het
gebied van zorgvastgoed richten we ons ook op diverse andere sectoren. Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd is er een enorme hoeveelheid kennis en ervaring beschikbaar waarvan we gebruik kunnen maken. Voor healthcare is de expertise in de woningbouw, de kantorenmarkt en de hospitalitysector uiterst waardevol.” Akkerman noemt de gebruikersgerichte werkmethode, de User Experience, die Drees & Sommer hanteert bij de ontwikkeling van werkplekconcepten en in bijvoorbeeld culturele gebouwen. “We brengen precies in beeld wie de gebruikers zijn, wat ze doen, waar en wanneer. Op basis van de uitgebreide analysefase kun je een toekomstbestendig ontwerp maken dat perfect past bij de behoeften van de gebruikers – in de zorg zijn dat zowel de bewoners of cliënten als de zorgmedewerkers. En wat ze in hotels al steeds meer toepassen is zogenoemde smart technology: technologie die optimaal is afgestemd op tegelijkertijd de persoonlijke gebruikerswensen en de duurzame en economische mogelijkheden. Ook dat kunnen we goed vertalen naar de zorg en toekomstbestendige woonomgevingen voor senioren.”

 


Akkerman denkt dat er nog een lange weg te gaan is voordat dergelijke technologie op grote schaal in zorgvastgoed is geïmplementeerd. “We benutten met elkaar nog lang niet het volle potentieel van smart technology. In de nabije toekomst verwachten wij hier heel veel van. Het is de toekomst. Met de technologische mogelijkheden creëren we efficiënte en intelligente systemen, die uitdagingen als vergrijzing, personeelstekorten en duurzaamheidseisen wat minder zwaar maken.”

Feiten: langer thuis wonen

•De overheid wil met het WOZO-­programma (Wonen Ondersteuning en Zorg voor Ouderen) stimuleren dat senioren langer thuis kunnen blijven wonen

•Veel oudere mensen willen zelf ook het liefst zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving blijven wonen

•Hiermee neemt de druk op verpleeg­huisplekken af

27 mrt 2023

|

Gezondheid

Zo houdt u écht de regie over uw eigen gezondheid

Al uw medische gegevens op één plek beschikbaar en direct in te zien? Het is geen toekomstmuziek, dankzij Drimpy: een Persoonlijke Gezondheids Omgeving (PGO) die u volledige inzage én de regie over uw eigen gezondheid geeft.

 
Stelt u zich eens voor dat al uw bedrijfsgegevens her en der verspreid liggen. Ondenkbaar toch? Niet voor onze medische gegevens. De huisarts, de specialist, de apotheek, de tandarts, allemaal beheren ze een klein stukje van uw persoonlijke gezondheidsdata. En al die stukjes zijn bovendien opgeborgen in systemen die niet direct met elkaar kunnen communiceren. “Je moet dus,” zegt Arnold Breukhoven, directeur en oprichter van Drimpy, “op heel veel verschillende portalen inloggen om een beetje inzicht in je eigen gezondheid en je medische geschiedenis te krijgen. Sterker nog, veel mensen weten niet eens dat dat kan. En het gekke is: we lijken dat normaal te vinden! Maar hoe normaal is het nou eigenlijk? Als je met jouw bedrijf met een financier in gesprek gaat, dan gaat je daar goed voorbereid heen, met een scherp inzicht in uw financiële situatie. Maar gaan we naar de huisarts, dan doen we dat met nul inzicht in ons complete medische dossier? Onbegrijpelijk. Jouw bedrijf is je alles, maar jouw lichaam is je leven. Deze data centraal hebben kan levensreddend zijn.” 

 


 

Bizarre realiteit

Met Drimpy ontwikkelde Breukhoven een zogenaamde Persoonlijke Gezondheids Omgeving (PGO). Breukhoven: “Met één druk op de knop haal je de gegevens van zorgverleners binnen en plaats je die op een persoonlijke website of app. Vergelijk het met het gemak van een bank-app. Je hebt in één keer toegang, in dit geval niet tot je geld, maar tot iets wat niet in geld is uit te drukken: al je medische gegevens.” 

Drimpy maakt, zegt Breukhoven enthousiast, in één klap een einde aan wat hij ‘een bizarre realiteit’ noemt. Breukhoven: “Het ís ook bizar! Dat belangrijke medische gegevens nog steeds zo versnipperd zijn opgeslagen en niet gesynchroniseerd zijn binnen systemen, leidt tot de vreemdste taferelen. Medische informatie wordt soms nog per fax van de ene zorgverlener naar de andere zorgverlener verstuurd. Per fax, anno 2023! Stelt u dat even voor morgen tijdens de board meeting. Ze zullen u uitlachen!” En het kan volgens Breukhoven nog gekker. Hij vertelt over de patiënt die verhuisde van het ene ziekenhuis verhuisde naar het andere: “Röntgenfoto’s die in het ene ziekenhuis waren gemaakt, werden op een cd-rom gezet en door een verpleegkundige op de fiets afgeleverd bij het andere ziekenhuis.”    

  

Actuele inzage

Met Drimpy staan alle gegevens overzichtelijk bij elkaar, in de eigen PGO. Breukhoven: “Je kunt besluiten dat ook jouw zorgverleners – of bijvoorbeeld je partner of je mantelzorger - daar toegang tot mogen hebben. Waarbij je zelf bepaalt wat je deelt en wat niet. Kijk, het komt vaak voor dat een behandelaar aan je vraagt: waar heb je allemaal last van, welke medicijnen heb je geslikt, wat is je medische geschiedenis? Los ervan of je wel telkens hetzelfde verhaal wil vertellen, kunnen veel mensen niet direct een compleet antwoord geven. Of ze vergeten zaken, omdat ze die niet direct aan een ziektegeschiedenis koppelen: een sportblessure, een reeks bezoeken aan een fysiotherapeut. Als de zorgverlener toestemming heeft om in je PGO te kijken, krijgt hij meteen een actuele inzage in jouw medische geschiedenis en kan hij de behandeling daarop afstemmen. Veel vragen vallen meteen weg. Kloppen de gegevens wel, is er een herhaalonderzoek nodig? Met Drimpy omzeil je veel van die onzekerheden. En je weet nu ook dat je in de toekomst effectiever behandeld kunt worden, omdat er direct inzage is in alle behandelingen en onderzoeken die je hebt ondergaan en medicijnen die je hebt geslikt. Zo houd je de regie over je eigen gezondheid en dus over de kwaliteit van je leven.” 

 

Kalm nalezen

Krachtig voordeel van Drimpy is ook de mogelijkheid om informatie rustig na te lezen als u net een gesprek met een arts hebt gehad. “Dat brengt vaak de bodem onder je voeten terug,” zegt Breukhoven. “Want hoe gaan die dingen? Je krijgt een diagnose en achteraf realiseer je je dat je geen idee hebt wat je arts of specialist nou precies allemaal heeft gezegd. Met een druk op de knop kun je het kalm teruglezen in je PGO, of het aan het een ander laten lezen die kan uitleggen wat er nou precies staat.” De PGO is zelfs gratis voor alle burgers van Nederland en wordt door VWS betaald. Voor alle MedMij gerelateerde functionaliteiten hoeft u dus niet te betalen. 

 


Het ophalen van gegevens en het delen gaat volgens het MedMij afsprakenstelsel. VWS en ook de NPCF zijn hieraan verbonden. PGO's zoals die van Drimpy met het MedMij label, hebben bewezen dat zij zich aan alle strikte regels houden. Het MedMij label is een keurmerk om veilig en betrouwbaar medische gegevens uit te mogen wisselen.   

 

 

“De omgeving is zelfs zó goed beveiligd dat we met Drimpy als eerste een medisch dossier de grens over konden sturen naar een ziekenhuis in Nieuw-Zeeland en in Italië,” vertelt Breukhoven. “Dat was een wereldprimeur. En dankzij recente financieringen van onder andere Capital Mills (Nederlandse Venture Capital firma) kunnen wij onze ambities verder gaan waarmaken en onze snelle groei vasthouden.”

 

 

Door uw gegevens eenvoudig te verzamelen in één overzicht blijft u in regie over uw eigen gezondheid. Dat lijkt nu misschien onbelangrijk, maar als er iets met uw gezondheid is, heeft u alles bij de hand. Altijd en overal ter wereld.

 
De PGO is gratis voor alle burgers van Nederland, dit wordt betaald door de overheid. Kijk op
drimpy.com

27 mrt 2023

|

Gezondheid

“De snelheid en schaal van medicijnontwikkeling op basis van mRNA zijn ongekend”

Moderna groeide als farma- en biotechbedrijf tijdens de coronapandemie uit tot een begrip. En dat voor een bedrijf dat pas in 2010 werd opgericht. Sinds september 2022 heeft Moderna een Nederlandse vestiging. Algemeen directeur Nederland Jolanda Crombach vertelt over de kracht van het bedrijf en de plannen voor Nederland. Moderna's mRNA-technologieplatform en de onder­zoeksmachine staan centraal.   

scherm-afbeelding-2023-03-27-om-12-16-19.png

 

̋Als het mechanisme van mRNA werkt tegen één ziekte, dan kan het potentieel werken tegen veel meer ziekten”, zegt Crombach. “Op dat uitgangspunt is het Moderna mRNA-­technologieplatform gebaseerd. Dit platform bekijkt momenteel vanuit zeven verschillende invalshoeken hoe mRNA kan bijdragen aan het voorkomen en
behandelen van ziekteproblematiek.”

Het onderzoeksportfolio omvat bijvoorbeeld onderzoek op het gebied van vijftien virussen die volgens de WHO en CEPI (Coalition for Epidemic Preparedness) volksgezondheidsbedreigingen vormen, zoals Nipah, Zika en latente virussen als HIV. Aan een combinatie van respiratoire aandoeningen zoals COVID, RSV en influenza wordt voortdurend onderzoek uitgevoerd. mRNA-technologie voor de behandeling van metabole aandoeningen en gepersonaliseerde kanker benadering behoren ook tot de mogelijkheden.

 


Onderzoeksmachine

Crombach illustreert de werkwijze van mRNA aan de hand van de ontwikkeling van het reguliere jaarlijkse influenza­vaccin: “De WHO publiceert in februari de voorspelling van de verwachte griep­variant voor het nieuwe seizoen.
Vervolgens start de reguliere vaccin­ontwikkeling. Met mRNA kun je naar verwachting tot juni wachten, zodat duidelijker is welke variant eraan gaat komen – en dan een vaccin ontwikkelen op basis van de laatste virussequentie voor het aankomende griepseizoen.”

Hoe kan de ontwikkeling zo snel gaan?

Crombach: “Wij hebben een vrijwel geheel digitale onderzoeksmachine. Die modelleert de mRNA-mechanismen die een rol spelen en bevat een database van bestaande eiwitten. Dat zorgt ervoor dat bepaalde stukjes eiwit die bij de behandeling van een ziekte passen, als het ware wetenschappelijk staan voorgesorteerd.
Zo kunnen onderzoekers wat ze zoeken koppelen aan wat er al is en daaruit nieuwe combinaties ontwikkelen. Of geheel nieuwe eiwitcombinaties maken. Zo kunnen ze voor kandidaatmedicijnen gericht naar gewenste oplossingen toewerken.”

 


Die digitale omgeving is bovendien geïntegreerd met een sterk geautomatiseerde productiefaciliteit voor mRNA­kandidaten. Zo kan Moderna duizenden mRNA-sequenties tegelijk testen en selecteren voor de ontwikkeling van kandidaatvaccins. Die snelheid en schaal zijn heel bijzonder.”

Samenwerking

Het mRNA Access Programma van Moderna stelt externe onderzoekers, met een wetenschappelijk vraagstuk waarbij mRNA een rol kan spelen in staat om die infrastructuur te benutten en mRNA 'te bestellen'. Crombach: “Moderna is gestoeld op wetenschap. Wetenschap werkt op basis van samenwerking. De onderzoekers krijgen het gewenste mRNA toegestuurd om daar vervolgens hun eigen studies mee uit te voeren. Zo stimuleren we samenwerking en onderzoek naar onder­belichte aandoeningen – ik hoor daar zeer enthousiaste verhalen over.”

 

 

 

 


Enthousiasme

Enthousiast is Crombach zelf trouwens ook, bijvoorbeeld over de mogelijke samenwerking tussen Moderna en het Pandemic & Disaster Preparedness Center (PDPC) van het Erasmus MC en de TU Delft. “Samenwerking met overheden en onderzoeksinstellingen is essentieel om te bepalen welke risico’s er op ons afkomen. Daarmee hopen we bij een volgende pandemie nog sneller te reageren. Het Nederlandse Rijksvaccinatie­programma voor kinderen en het plan voor het opzetten van een Rijksvaccinatie­programma voor volwassenen zijn uniek. Dat maakt het, samen met de goede infrastructuur voor klinisch onderzoek en logistiek, aantrekkelijk om in Nederland te zitten. Het zijn opwindende tijden. We staan aan de vooravond van een enorme versnelling in de vaccin- en genees­middelontwikkeling op basis van mRNA. Dat je met mRNA mogelijk kanker kunt behandelen was tot voor kort ondenkbaar.”

 

mRNA in het kort

In het menselijk lichaam zijn honderdduizenden verschillende eiwitten actief. Bij elke ziekte speelt wel een eiwit een rol dat deze ziekte kan voorkomen of behandelen. Moderna maakt van dat gegeven gebruik via mRNA. RNA heeft ongeveer dezelfde bouwstenen als DNA, het genetisch materiaal in de kern van onze cellen.

 


RNA kan ervoor zorgen dat de codes van de genen tot expressie gebracht worden in die cellen. Messenger of boodschapper RNA (mRNA) brengt boodschappen in het lichaam om eiwitten te produceren. Het mRNA lost als de boodschap is overgebracht zelf op. Daarmee zet mRNA het immuunsysteem aan om zich tegen een indringer (bijvoorbeeld een virus zoals Covid-19) te beschermen of een al aan­wezige ziekte aan te pakken.

 

NL-MRNA-2300001

24 mrt 2023

|

Industrie

‘We maken een enorme schaalsprong door’

De Nederlandse industrie voor hightech equipment groeit hard. Dat is mede te danken aan robotisering in de fabrieken en digitalisering van de toeleveringsketen. Maar de sleutel ligt bij de competenties van de mede­werkers. Waar vind je die mensen momenteel en hoe zorg je dat ze zich vervolgens blijven doorontwikkelen? Boegbeeld van Holland High Tech Marc Hendrikse en directeur Monika Hoekstra van NXT GEN HIGH TECH schetsen de ontwikkelingen.

 

 


De Nederlandse hightechindustrie is goed op streek in Smart Industry. Daarbij gaat het om robotisering, digitalisering en ontwikkeling van kennis en kunde van de medewerkers. “Nederland is op dit gebied het gemakkelijkst te vergelijken met Duitsland”, zegt Hendrikse. “En dan zijn wij wendbaarder en sneller met digitalisering. Vooral het Duitse mkb loopt op ons achter.” Zeker in digitalisering binnen de toeleveringsketen doen we het volgens Hendrikse goed. “Ons data management binnen het Smart Connected Suppliers Network (SCSN) is jaloersmakend.”

 


Dit is belangrijk, want de benodigde gegevensuitwisseling tussen ketenpartners is zo groot, dat het zonder digitalisering van de data niet te behappen is. De crux daarbij is het koppelen van verschillende computers­ystemen. Hendrikse: “Vooral kleinere makers van gespecialiseerde ERP-systemen zijn erin geslaagd hun systemen op het gebied van data te koppelen. Je kunt ofwel allemaal software gebruiken die volgens eenzelfde standaard werkt, ofwel een generiek platform gebruiken dat uitwisseling toestaat. Doeltreffende uitwisseling in de grote en complexe keten werd tot voor kort onmogelijk geacht, maar het gebeurt nu.”

 


Het is volgens Hendrikse één van de succesfactoren van de Nederlandse hightech, agri- en foodindustrieën. “ASML en ook bijvoorbeeld Thermo Fisher groeien keihard. Dat betekent dat ook de 1.600 kerntoeleveranciers van bijvoorbeeld ASML, met daaromheen de toeleveranciers in de tweede, derde, vierde en vijfde lijn, meegroeien. We maken een enorme schaalsprong door. De grootste uitdaging is de groei in bijvoorbeeld de Brainport-regio te managen. 70.000 huishoudens komen daar tot 2030 vanwege de groei bij. Er is veel personeel nodig - en daarvoor zijn dan weer woningen, scholen en ziekenhuisbedden nodig.”

 


Die groei kent een paradox. Smart industry draait om meer produceren met minder mensen, maar de groei­machine begint bij de competenties van medewerkers. Het gebrek aan geschikt technisch personeel is momenteel de voornaamste rem op groei. Daarbij is het schrijnend dat Nederland qua vrouwen in de techniek op een schamele 34ste plaats in de wereld staat. Monica Hoekstra, directeur van NXT GEN HIGH TECH, over de paradox: “Er ligt een grote en uitdagende robotiseringsopgave, ook in andere sectoren zoals bijvoorbeeld de landbouw, want mensen binnenhalen en binnen houden om kwetsbare producten te oogsten blijft een mega opgave; daarom is robotisering en handsfree arbeid een van de oplossingen.”

 

Alles wordt uit de kast gehaald om iets aan het personeels­gebrek te doen. Daarbij is het aantrekken van hbo- en wo-geschoold personeel uit het buitenland onvermijdelijk. Verder werken bedrijven in learning communities samen met het mbo en hbo, zodat studie en praktijk gelijk opgaan. Hendrikse: “Het zijn nu nog vooral jongeren die hun oudere collega's op de werkplek bijspijkeren, maar dat moet meer plaatsmaken voor een leven lang ontwikkelen. Hiervoor levert de 3D Makers Zone in Haarlem een mooi voorbeeld, waar bedrijven een systeem met korte, op casus gebaseerde 'nanomodules' van de Smart Makers Academy Nederland toepassen.” De drukbezette medewerker leert daar alleen wat nodig is, veelal online. Modules zijn georganiseerd als 'metrolijnen': de carrièrereiziger kan haltes overslaan of van lijn wisselen. Het idee is om deze benadering via het Smart Industry Platform verder te ontsluiten.

 


“We kunnen trots zijn op de groei en hoe goed we zijn in systeemdenken”, concludeert Hoekstra. “Maar stilstaan is fataal. Voor de toekomst moeten we kerncompetenties waarin we vooroplopen, zoals het vak System Engineering,
verder versterken.” Het concept van een leven lang ontwikkelen moet volgens Hoekstra in de breedte op alle opleidingsniveaus verder worden opgeschaald van nog geen tienduizend naar vijftigduizend betrokken werknemers. Onder het Europese GAIA-X programma kan Nederland via het SCSN bijdragen aan afspraken over standaarden voor de nieuwe generatie data-infrastructuur. Hoekstra: “Over één, twee jaar moeten er in West-, Zuid-, Noord- en Oost-Nederland autonome pilotclusters ontstaan, inclusief het digitale datamanagement voor de toeleveringsketen.”

24 mrt 2023

|

Industrie

Dynamische energiecontracten: de revolutie is begonnen

De energietransitie verandert radicaal onze vraag naar stroom. Tegelijkertijd zien we ook het aanbod veranderen, doordat steeds meer energie uit zon en wind wordt opgewekt. Het oude businessmodel van traditionele energie­maatschappijen sluit niet meer aan bij deze nieuwe realiteit en dynamische contracten worden in rap tempo de nieuwe standaard, zegt Thomas Hulshof, de oprichter en commercieel directeur van Frank Energie. “Ik denk dat een ware revolutie in de energiemarkt aanstaande is.”

 


Nu we in Nederland enerzijds aan het wegbewegen zijn van Russisch gas en ons energiebeleid zich richt op het halen van de klimaatdoelstellingen, is het volgens Hulshof tijd dat we ook écht andere dingen gaan doen dan voorheen. In actie komen dus, en dat betekent in zijn ogen niet dat energiebedrijven moeten blijven vasthouden aan businessmodellen die niet meer bij de huidige omstandig­heden en de toekomst passen.

 


“We willen met zijn allen zo snel mogelijk van alles elektrificeren”, zegt Hulshof. “Logisch ook, want dat is nodig om onze eigen klimaatdoelstellingen te behalen.
De stroom die daarvoor nodig is, moet zo veel mogelijk uit duurzame bronnen komen. Dat willen we allemaal. Maar ons stroomnet zit nu al vol en kan deze transitie niet aan. Het gaat helaas nog tientallen jaren duren voor we dat hebben opgelost.”

 


Bij Frank Energie zijn ze ervan overtuigd dat er één belangrijke manier is om de brood­nodige ruimte op het stroomnet te creëren: dynamische contracten, die ervoor zullen zorgen dat het totale stroomverbruik in Nederland gelijkmatiger over de dag wordt verdeeld. Op piekmomenten, bijvoorbeeld om zes uur ‘s avonds, wordt nu het meest verbruikt. Die momenten zijn het duurst en het minst groen. Dat kan volgens Frank Energie makkelijk anders.

 


Prijsprikkel

Om mensen ertoe aan te zetten hun energie­verbruik naar minder drukke momenten te verplaatsen, is volgens Hulshof een prijsprikkel nodig. “Dat is iets dat steeds meer mensen gelukkig nu erkennen. De beste manier om die prikkel te geven, is met een dynamisch energiecontract. De tijdstippen waarop de prijzen op het laagste punt van de dag zijn, zijn namelijk ook de momenten waarop het minste stroom wordt verbruikt of waar juist veel groene stroom wordt opgewekt.”

 


Hulshof heeft bij de klanten van Frank Energie al gezien dat zij hun gedrag aan­passen dankzij de prijsverschillen. Ze wachten bijvoorbeeld even met het doen van hun was. Om het doel – het stroomnet in balans brengen en ruimte creëren voor alle groene initiatieven – te bereiken, moeten meer mensen op deze manier naar hun stroomgebruik gaan kijken en daarnaar handelen, aldus Hulshof. “Als iedereen in Nederland een dynamisch contract zou hebben en dus die prijs­prikkels zou ervaren, denk ik dat we, geholpen door technologie, zeker de grootste problemen van congestie op het net opgelost zullen hebben.”

 


Smart charging

De grote stroomverbruikers, die ook nog eens vaak op piekmomenten het net belasten, zijn elektrische auto’s. Dat worden er snel meer en het zou dan ook enorm helpen als EV-eigenaren hun gewoontes op dit gebied gaan aanpassen. Als het opladen van auto’s minder op de drukke momenten zou gebeuren, dan zou dat een enorme winst aan ruimte op het net betekenen. Smart charging is een technologie die daar een belangrijke rol in kan spelen.

 


Met smart charging-technologie is het mogelijk om slimmer in te spelen op de beschikbare stroom op het net.
Het optimaliseert je laadproces, volledig geautomatiseerd. Zo wordt meer groen opgewekte stroom gebruikt, wordt ruimte gecreëerd op het stroomnet en – door op te laden op goedkope momenten – bespaart de gemiddelde lader zo’n driehonderd euro extra per jaar. “Drie vliegen in één klap dus”, zegt Hulshof.

 


Noorwegen als voorbeeld

Op dit moment zijn dynamische prijzen in Nederland de snelst groeiende contractsoort. Toch heeft het merendeel van de mensen en bedrijven nog steeds een traditioneel energiecontract, maar Hulshof denkt dat dit snel kan en zal veranderen. “Een ware revolutie in de energiemarkt is aanstaande. Noorwegen zat niet heel lang geleden ook op het niveau waarop
Nederland nu zit. Het is een land waar heel veel EV’s en andere elektrische voertuigen rijden, dus ook daar willen ze niet dat die allemaal tegelijk gaan opladen.”

 


Hulshof vertelt dat in Noorwegen heel veel EV-rijders zijn overgestapt naar een dynamisch contract, zodat ze met behulp van smart charging konden beginnen met profiteren van de lagere stroomprijs op rustige momenten. “Dynamische contracten zijn in Noorwegen nu de standaard, de normaalste zaak van de wereld, geworden. Dat mag je gerust een revolutie noemen en wij zien dat die ook in Nederland begonnen is.”

 


Op dit moment zijn ze bij Frank Energie bezig met het testen van nieuwe functionaliteiten voor smart charging in de app.
Dat is niet het enige, want het bedrijf is ook voor allerlei andere zaken nieuwe software aan het ontwikkelen. Hulshof: “Eigenlijk zijn we voor een deel een technologiebedrijf geworden. Dat is niet voor niks, want het is ons hogere doel om onze klanten en ons stroomnet met dit soort hulpmiddelen te ontlasten. Zo geven we ze de kans om optimaal mee te doen met alle ontwikkelingen op het gebied van energie. Technologie is essentieel om deze energietransitie te laten slagen.”

24 mrt 2023

|

Industrie

Bouwkundige schil ligt aan de basis van goede klimaatbeheersing

Begin bij de basis, luidt de boodschap van Oxycom, leverancier van duurzame klimaatbeheersingssystemen. “Je kunt een gebouw overmatig uitrusten met bijvoorbeeld zonnepanelen en warmte­pompen om een energie-­efficiënt klimaat te creëren, maar het blijft sowieso raadzaam om de bouwkundige schil en de omgeving als uitgangspunt te nemen”, benadrukt commercieel directeur Kor Foekens van Oxycom.


kor-foekens-oxycom.jpg

 

De industrie staat voor belangrijke uitdagingen. En dat geldt dan met name voor productiefaciliteiten waar behoefte is aan een gunstig binnen­klimaat voor werknemers, productiemachines, processen en producten. “Bij nieuwbouw wordt tegenwoordig standaard uitgegaan van vloerverwarming in combinatie met een warmtepomp, terwijl dit eigenlijk uitsluitend
voldoende is in de winterperiode.
In productie­omgevingen geldt echter vaak de wetmatigheid dat er overtollig veel warmte ontstaat. Deze zorgt in de resterende seizoenen voor een onaangenaam klimaat. Vooral in de zomerperiode is het comfort dan ver te zoeken. Warmte leidt tot demotivatie van werknemers, minder productie en meer fouten, in de metaalindustrie bijvoorbeeld leidt het tot onnauwkeurige maatvoeringen op het eindproduct.”

 


Daar komt nog bij dat veel industrie­sectoren zich absoluut garant willen weten van een stabiel binnenklimaat. In logistieke centra waar medicijnen of voedings­middelen worden opgeslagen is het essentieel dat de binnentemperatuur onder de 25 °C blijft. Bij oriëntatie op mogelijke oplossingen wordt niet zelden gekeken naar het aanbrengen van technische koelinstallaties. Zeker in combinatie met een flinke hoeveelheid zonnepanelen op de eigen faciliteit bestaat de veronderstelling dat de opgeleverde stroom airco-apparatuur ‘gratis’ kan aansturen, terwijl we die zonne-­energie juist kunnen gebruiken voor productie­processen en het laden van auto’s, busjes en vrachtwagens. De fout die beslissers nogal eens maken, benadrukt Foekens, is dat ze gemakshalve tussenstappen overslaan. “Waar eigenlijk amper naar wordt gekeken, is de stand van het gebouw ten opzichte van de zon en de hoeveelheid invallend zonlicht door ramen en lichtstraten.
Als een lichtstraat een overdaad aan zonlicht ongefilterd door laat, dan is het zinvol om dat als eerste aan te pakken voordat een technische oplossing aan de orde komt.”

Bewust gedrag

Een aangenaam werkklimaat is tijdens hoge buitentemperaturen ver te zoeken. Zoals reeds eerder genoemd is de installateur er sterk op gebrand om warmtepompen te installeren. Dat is op zich een goede zaak, maar voor het koelen in de zomer gebruikt de warmtepomp veel meer energie. Daardoor laten bedrijven noodgedwongen koelen en ventileren achterwege. “Wat ik vooral wil betogen, is extra bewustwording van de wijze waarop we omgaan met de gebouwde faciliteiten en het energie­verbruik. Bij sommige productiefaciliteiten staan afzuigventilatoren structureel aan. Niemand weet eigenlijk de achterliggende motivatie daarbij, ze staan gewoon altijd aan. Dat onbewuste gedrag leidt tot een verkwisting van energie. Ga je daar bewust mee om, dan heb je in feite de eerste energie­besparing al binnen.”

Dit is volgens Foekens slechts één voorbeeld van uitdagingen om bewustwording van energiebesparing te stimuleren. Een ander voorbeeld is dat er mondiaal sprake is van opwarming van de aarde, terwijl dat in berekeningen om de binnentemperatuur op niveau te krijgen amper wordt meegewogen door architecten en adviseurs.
Dat is geen verwijt, dat is te danken aan het grotere energieverbruik voor het koelen met traditionele airconditioning. Het elektriciteits­netwerk kampt met een groot tekort aan capaciteit, terwijl het investeren in almaar grotere warmtepompen deze belasting van het netwerk steeds schever trekt. “We zitten midden in een transitiefase, waarin we afscheid nemen van traditionele technische oplossingen en toegroeien naar nieuwe, energiebesparende maatregelen.”

 


Tweetraps adiabatische koeling en warmte hergebruik

Oxycom zit te midden van deze actualiteit op het spoor van tweetraps adiabatische koeling, dat in vergelijking met traditionele airconditioning 90 procent minder energie verbruikt. Indirect-direct adiabatische koeling kan 14 tot 20 °C onder de buitentemperatuur koelen, waarmee het koelsysteem een duurzaam en productief klimaat kan creëren in de zomermaanden. In de wintermaanden maakt het systeem gebruik van warmte hergebruik in combinatie met ventilatie waarbij ook de interne gerecirculeerde lucht wordt gefilterd voor een schoon binnenklimaat. De warmtepomp kan dan het restant aan warmte leveren om de ruimte op temperatuur te houden. IntrCooll heet deze oplossing van Oxycom, waarbij voor 100 procent gebruik wordt gemaakt van verse buitenlucht. In het voorjaar, de winter of de herfst gebruikt het systeem de buitenlucht slim om te ventileren en te koelen waarbij het enige energieverbruik komt van de ventilator. Wanneer de buitentemperatuur boven een temperatuur van 18-22 °C stijgt, schakelt het IntrCooll-systeem over op tweetraps adiabatische koeling; de buitenlucht wordt in de eerste fase gekoeld met koud recirculatiewater en in de tweede fase verder afgekoeld door directe verdamping. Er is slechts 1 kW elektriciteit nodig om 40 kW koelvermogen te leveren. Deze zogenaamde EER (Energy Efficiency Ratio) is een factor 10 hoger in vergelijking met traditionele koelsystemen.

Foekens: “Deze tweetraps adiabatische koeling is zijn tijd ver vooruit en voldoet nu al ruimschoots aan de eisen die gesteld zijn voor het koelen van industrie gebouwen in het Paris Proof 2050-akkoord. Daarin bestaat de afspraak dat een industriële faciliteit op jaarbasis maximaal 70 kWh per vierkante meter mag verbruiken voor verwarming en koeling voor bestaande gebouwen en maximaal 50 kWh per vierkante meter voor nieuwbouw. Wij zitten voor de koeling en ventilatie nu al rond de 4 tot 6 kWh per vierkante meter.”

De innovatie die Oxycom op de markt heeft gebracht, is niet onopgemerkt gebleven. Inmiddels maakt een brede waaier aan industriepartners gebruik van de tweetraps adiabatische koeling, waaronder datacenters, voedingsmiddelenfabrikanten, supermarkten, metaalfabrikanten, kunststoffabrikanten en distributiecentra.

24 mrt 2023

|

Industrie

500 MW elektrolyse is onze bijdrage aan de verduurzaming van de industrie in Nederland

De Uniper Energy Hub Maasvlakte ligt midden in het grootste industriële cluster van Nederland: de Rotterdamse Haven. Dit gebied kent een jaarlijkse CO2 uitstoot van 23,5 Mton, dat is ongeveer 14% van het Nederlandse totaal. Het carboniseren van de industrie in dit gebied draagt fors bij aan het behalen van de klimaatdoelstellingen van Nederland.
Uniper heeft de ambitie om met haar Europese portfolio in 2035 CO2-neutraal te zijn. Een op zichzelf al forse ambitie. We combineren deze eigen ambitie met het streven om onze industriële klanten te helpen verduurzamen. De optelsom brengt ons allemaal dichter bij het grotere doel van de EU: een klimaatneutraal 2050.

 


Nederland loopt voorop in het vormen van de waterstofmarkt. Hier heeft bijvoorbeeld al een marktconsultatie naar de kwaliteits­eisen voor waterstof plaatsgevonden om de waterstofinfrastructuur op in te richten. Een ingewikkeld onderwerp want waterstof wil je internationaal kunnen verhandelen en transporteren. Er moeten dus internationale afspraken worden gemaakt over de eisen aan waterstof, transport en de herleidbaarheid van productiewijze. Er is immers een uitgebreide waaier aan waterstofkleuren van blauw, roze, turquoise tot groen en zelfs wit.

 

scherm-afbeelding-2023-03-24-om-11-05-25.png
Uniper heeft in dit kader bij de Nederlandse overheid gepleit voor een systeem van garanties van oorsprong voor gas, waaronder ook waterstof valt. Een concept dat succesvol in andere markten is toegepast en dat kan bijdragen aan het internationaal kunnen verhandelen en transporteren van waterstof. Iets dat bijdraagt aan het tempo maken in de doelstellingen om industrie te verduurzamen. Begrijpelijkerwijs zijn overheden in dit vroege stadium van de waterstofmarkt­ontwikkeling zoekende naar een midden­weg tussen het aanjagen van deze inter­nationale markt en het aanjagen van diezelfde marktontwikkelingen binnen
de eigen landsgrenzen.

 


Vanuit mijn rol als COO in de inter­nationale energiemarkt heb ik daar tot op zekere hoogte wel begrip voor. Maar tegelijkertijd mogen nationale belangen geen belemmering vormen voor het bereiken van de overkoepelende EU-doelstellingen.

 


Het einddoel is voor mij verheven boven nationale belangen. De EU heeft zich gecommitteerd aan 55% CO-reductie in 2030 en klimaatneutraliteit in 2050. Een groot deel van zijn toekomstige vraag naar waterstof zal Europa moeten dekken door invoer. De handel in waterstof zal daarom een belangrijke rol spelen. Als een van de grootste gashandelaren in Europa speelt Uniper dus een centrale rol bij het waarborgen van een milieuvriendelijke voor­zieningszekerheid in de toekomst.

 


Een snelle en goede ontwikkeling van een internationaal speelveld voor waterstof is daarvoor een must. We moeten op Europees niveau het besluit nemen om met alle beschikbare middelen aan de ontwikkeling van de waterstofeconomie deel te nemen.

 


Laten we als voorbeeld de twee gedelegeerde handelingen (DA) nemen ter aanvulling van de EU-richtlijn hernieuwbare energie RED II, die belangrijke richtsnoeren voor de waterstofproductie vaststelt. Na einde­loze discussies werden de richtlijn-DA's medio februari eindelijk gelanceerd. Het hele proces duurde veel te lang en vertraagde duidelijk de markt. Ik zou soms meer pragmatische oplossingen willen zien die ruimte laten voor optimalisatie. Maar juist tijdens de leveringscrisis vorig jaar hebben we laten zien dat het ook snel kan als het moet. De snelheid en vastberadenheid die we bij de bouw van de eerste Duitse LNG-terminals hebben opgedaan, moeten we nu vertalen naar groene technologieën. Dan zullen we er niet alleen in slagen de waterstofproductie op te voeren, maar ook de klimaatcrisis aan te pakken.

 


Terug naar Uniper in Nederland. Onder de noemer H2Maasvlakte willen we hier een elektrolyse-capaciteit van 500 MW realiseren. We beginnen met 100 MW in 2026 en bouwen dit vervolgens in stappen op naar 500 MW in 2030. Een fors volume.
We hebben ervoor gekozen dit grote volume op onze Nederlandse site aan de kop van de Rotterdamse haven te realiseren omdat hier een aantal randvoorwaarden perfect bij elkaar komen. Offshore geproduceerde elektriciteit komt aan land vlakbij onze locatie. Er zijn connecties met het elektriciteitsnet en de toekomstige waterstofbackbone zal hier ook langskomen. En laten we niet vergeten dat op dit kleine stukje Nederland vele industriële bedrijven gevestigd zijn die onderling een soort biotoop vormen. Elke opschaling in groene energie hier draagt bij aan de versnelling van het verduurzamen van de industrie.

Ik ben ontzettend trots op dit project en op alle Uniper collega’s die hier met hart en ziel aan werken. Altijd als ik er ben, ga ik even op het dak van onze centrale staan en dan kijk ik om mij heen naar de industriële biotoop waar wij onderdeel van zijn.
En dan zie ik die duurzame toekomst door mijn oogharen ontstaan. Ik nodig industriële partners en de Nederlandse
politiek en overheid van harte uit om hier met mij over die toekomst in gesprek te blijven.

24 mrt 2023

|

Industrie

Industriebedrijven als voorlopers in de energietransitie met hulp van GETEC

De energietransitie biedt de industrie volop kansen, maar is voor bedrijven uit deze sector ook een zeer complex,
impactvol en turbulent proces. Voor een groot deel is het een enorme uitdaging om te voorkomen dat het op energiegebied achterop raakt, maar tegelijker­tijd de kernactiviteiten goed uit te blijven voeren. Steeds meer bedrijven vinden de oplossing bij GETEC. Partijen uit de industrie- en vastgoedsector van de Benelux worden door GETEC in staat gesteld om juist een voorloper in de energietransitie te worden, terwijl ze tegelijker­tijd ontzorgd worden in hun duurzame energievoorziening zodat deze bedrijven kunnen doordraaien.

 rene-hartman-getec-2.jpg

 Het is een werkwijze waarachter een idealistisch doel schuilgaat en waar niet alleen de klanten van profiteren,
zegt René Hartman, verantwoordelijk voor Business Development bij GETEC Benelux.
“Wij maken hiermee namelijk ook een verschil voor toekomstige generaties.”

Met die laatste woorden vat Hartman in feite kort en krachtig de missie van GETEC samen. Door op een doordachte manier optimaal hulpbronnen, duurzame, efficiënte en digitale energieoplossingen in te zetten en gericht de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, wil GETEC bijdragen aan het behoud van de hulpbronnen waar mensen in de toekomst van afhankelijk zullen zijn.

Wereldwijd doen ruim 2.400 GETEC-­medewerkers, verspreid over meer dan 50 locaties, er alles aan om dat waar maken.
‘We have the energy for more’ is de bijbe­horende slogan. De GETEC Group is actief in negen landen, waaronder Nederland,
België en Luxemburg. Dit werkterrein wordt bediend vanuit een kantoor in Rotterdam, alsmede een competence center in Emmen, om precies te zijn het GETEC PARK EMMEN. GETEC huist daar niet alleen, maar ziet zich vergezeld door onder meer bekende multinationals als DSM en Teijin.

 


Toonaangevend

In de energie-dienstverlening (“Energy as a Service”) en op het vlak van contracting-­specialisten voor de industrie- en vastgoed­sector, mag GETEC gerust toonaangevend in Europa worden genoemd. In april 2022 nam het J.P. Morgan Infrastructure Investment Fund (IIF) de GETEC Group over, waardoor het bedrijf zijn groeiambities nog meer kracht kon bijzetten.

Sinds de overname ging die groei heel snel: Van 700 miljoen euro omzet in 2020, groeide dit in een jaar tijd naar 900 miljoen. Maar in 2022, het jaar van de overname, werd een veel grotere stap gezet: de omzet steeg naar 1,5 miljard euro. De ambities reiken nog veel verder, want de doelstelling is om deze omzet tegen 2027 te verdubbelen naar 3 miljard.

De goede resultaten en reputatie dankt GETEC volgens Hartman voor een groot deel aan de hoge kwaliteit van het personeel. “Onze mensen helpen klanten een weg te vinden in deze uitdagende transitie. Dat lukt ons dankzij de schat aan kennis en ervaring die werknemers van GETEC hebben, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid, energiesysteem exploitatie en engineering”, zegt Hartman.

Concreet geeft dat GETEC de mogelijkheid om de industrie te helpen met hoogwaardige technologieën, zoals warmte- en koudeopslag, zonneparken, waterstof­gestookte gasturbines, elektriciteitsopwekking en waterzuivering waarbij het residu wordt omgezet in bruikbaar biogas alsmede energiedragers zoals elektriciteit, waterstof, biobrandstoffen, stoom en perslucht.

 


Maatwerk

Wat er precies bij een klant wordt geïmplementeerd, is een kwestie van maatwerk. Hartman: “De klant bepaalt uiteindelijk zelf wat er lokaal mogelijk is en welk pakket aan technologieën of diensten voor henzelf dus het meest passend is. Wij houden rekening met alle technologische mogelijkheden en klantwensen en kunnen daardoor altijd met een propositie komen die recht doet aan de specifieke omstandigheden bij de klant.”

Tot welke prestaties het implementeren van hoogwaardige energieoplossingen uiteindelijk leidt, is voor een aanzienlijk deel afhankelijk van twee factoren: Allereerst het keuzemodel dat ten grondslag ligt aan een project. Daarnaast heeft de complexe regeltechniek waarmee de technische installaties worden aangestuurd veel invloed.
Het is zeer specialistisch werk om te zorgen dat beide factoren bijdragen aan een optimale energieprestatie.

Het past in de filosofie van GETEC dat de klanten altijd een persoonlijk contact krijgen, vertelt Hartman. “Het uitgangspunt zal hetzelfde blijven, en dat is dat iedere klant bij ons wordt geholpen door één team met één aanspreekpunt. Want dat mogen ze van ons verwachten als strategische partner in de energietransitie. Het is namelijk altijd maatwerk dat we moeten leveren, waar een generieke benadering dus niet voor gaat werken. Er zijn twee vaste waarden die we wél altijd kunnen hanteren. Allereerst is het doel om met onze energie-­installaties de CO2-uitstoot te reduceren. Daarnaast zijn energie-efficiëntie en energie­transitie de vaste sleutelwoorden bij de activiteiten die we ontplooien.”

 


Slim, efficiënt en groen

Die benadering en de schat aan kennis en ervaring die GETEC in huis heeft, komt ten goede aan alle industriële energie-­contractingdiensten (ook wel “ESCo” genoemd) in de Benelux. GETEC kan industriebedrijven in deze landen energie-­oplossingen bieden die zo slim, efficiënt en groen mogelijk zijn, aldus Hartman. “En ‘zo goed mogelijk’ is geen abstracte wijze van spreken, maar representeert onze werkelijke ambitie, bij élke klant. En op weg naar dat doel kan een bedrijf gewoon door blijven draaien. GETEC ontzorgt de bedrijven die het helpt namelijk zoveel mogelijk in het hele transitieproces, zodat zij zich kunnen blijven concentreren op de kernactiviteiten.”

Bij GETEC zorgen ze dat ze altijd precies weten wat de laatste trends en ontwikkelingen zijn op gebieden waaraan hun dienst­verlening raakt. Zo is ‘industriële flexibiliteit’ momenteel een onderwerp waar men zich op richt. De achtergrond is dat netbeheerders te maken hebben met grote tijdsdruk bij het realiseren van een flinke netverzwaring. Het is niet met zekerheid te zeggen dat dit op tijd lukt. Dat is eigenlijk wel nodig, want het stroomnet moet de elektrificatie van de Nederlandse industrie kunnen faciliteren. Het is daarom voor industriebedrijven zeer de moeite waard om stroom terug te leveren op momenten dat de prijs hoog is, terwijl de afnamemomenten juist verschuiven naar tijdstippen waarop elektriciteit goedkoper is.

Een bedrijf moet in dat geval vaak aan- en afschakelen en gebruik maken van energie­opslag in accu's, warmtebatterijen of waterstof. Daar is uitgekiende regeltechniek voor nodig en in dergelijke complexe aansturing is GETEC heel goed, zegt Hartman.
“We hebben financieel haalbare oplossingen klaarliggen waarmee onze klanten zich vrijwel onafhankelijk kunnen maken van externe energievoorzieningen. Ook kan een bedrijf als Smart Energy Hub verschillende brandstoffen op specifieke tijden binnenhalen, om ze vervolgens slim en flexibel aan in- en externe klanten door te leveren. Dat betekent dat een industriebedrijf de mogelijkheid krijgt om energie als nieuwe product­categorie aan het portfolio toevoegen.”

Naast de nieuwbouw van energie-infrastructuur ('greenfield'), neemt GETEC ook bestaande assets over ('brownfield'), inclusief de operatie en de mensen die er werken. Hartman: “Deze overnames doen we volgens Key Performance Indicators (KPI's) die we met de klant afspreken. We merken dat veel grote partijen de voordelen van de outsourcing van energie-infrastructuur en utilities steeds meer gaan inzien.”

 


Showroom voor energie-infrastructuur

De thuisbasis van GETEC in Emmen is eigenlijk tegelijkertijd een grote showroom voor de hoogwaardige energie-infrastructuur die GETEC kan leveren. De bedrijven die op het GETEC PARK.EMMEN gevestigd zijn, nemen namelijk ook de energiediensten van GETEC af. Zo beschikken zij over een geavanceerde warmtekrachtcentrale, state-of-the-art waterzuivering en een deels op waterstof draaiende gasturbine.

Al deze innovatieve systemen hebben de laatste jaren geleid tot een bijzondere ontwikkeling op het park: de productie vervijfvoudigde, maar het energieverbruik nam tóch niet toe. Zo staat er weliswaar nu nog een biomassacentrale,
die 'transitiebrandstof’ gebruikt, maar deze verdwijnt als genoeg groene waterstof voorhanden is om het stokje over te kunnen nemen.
Hartman kijkt dan ook met interesse naar wat de toekomst gaat brengen.
“De energie­voorziening van het park en daarmee ook de energie-infrastructuur die wij kunnen leveren, blijft constant in ontwikkeling. GETEC wil en zal blijven innoveren voor haar klanten.”

24 mrt 2023

|

Industrie

Virtual Twins: motor voor duurzame innovatie

Organisaties die willen testen of en hoe een potentieel nieuw systeem of object zal werken, zijn daarvoor tegenwoordig
niet meer afhankelijk van fysieke prototyping. Dankzij ‘digital twinning’ kunnen ze dit hele proces virtualiseren. De markt hiervoor groeit snel en zal dat blijven doen. Deze ontwikkeling merken ze ook bij softwarebedrijf Dassault Systèmes, dat zich al meer dan 40 jaar inzet voor innovatie van de industrie, en het is daarin inmiddels zelfs al een stap verder gegaan: de ‘virtual twins’ van Dassault Systèmes nemen, behalve het systeem of object zelf, ook alle andere factoren uit hun omgeving mee. 

 ds-johnkitchingman.jpg


De populariteit van digital twinning nam sterk toe tijdens de corona­periode, vertelt John Kitchingman, Managing Director, EuroNorth bij Dassault Systèmes. “Fysieke prototyping was door de omstandigheden in die tijd simpelweg niet meer mogelijk, dus moesten organisaties wel gaan zoeken naar manieren om op een verantwoorde manier door te blijven gaan. En dat kon gelukkig dus ook, met een digitale simulatie. Dat is in feite precies wat een digital twin doet.”

Met digital twinning-technologie wordt de gehele levenscyclus van bijvoorbeeld een object of systeem gevirtualiseerd. Het gerenommeerde IT-onderzoeks- en advies­bureau Gartner definieert het als ʻeen virtuele representatie van een echte entiteit of systeem, in de vorm van een software­object of -model, dat een uniek fysiek object, proces, organisatie, persoon of andere abstractie weerspiegelt’. Een digital twin krijgt updates aan de hand van real-time data en kan een bedrijf op verschillende manieren helpen inzichtelijk te maken wat de implicaties en resultaten zullen zijn van een bepaald proces. Een digitale tweeling stelt een digitale weergave vast van een reëel onderdeel of proces in de verwerkende industrie. Met name de maakindustrie kan veel profijt hebben van deze technologie, want het kan zowel de producten als de productiemiddelen verbeteren.

 


Groeiende markt

De wereldwijde digital twin-markt kende in 2021 een omvang van ongeveer 7,5 miljard dollar. De verwachting is dat dit fors zal blijven groeien. Zo gaat Grand View Research tot 2030 uit van een jaarlijks groei­percentage van maar liefst 39,1 procent. Dat de digital twinning zo snel aan populariteit wint, kan Kitchingman wel verklaren.
Hij noemt moeiteloos een groot aantal verbeteringen die klanten van Dassault Systèmes met behulp van digital twins wisten te realiseren. “Samenvattend komt het erop neer dat we altijd zien dat onze klanten veel sneller in staat zijn om als organisatie te innoveren. En als je innovatief bent, stelt dat je in staat om je producten te verbeteren, te verduurzamen en je bedrijf in zijn geheel een stuk veerkrachtiger te maken.”

Met hun virtual twin gaat Dassault Systèmes nog een stap verder. Terwijl een digital twin een wiskundige simulatie van een specifiek object of systeem is, maakt een virtual twin een heel ‘systeem van systemen’ inzichtelijk.
Dat betekent dat ook factoren uit de om­geving waarin het fysieke object zich begeeft en het gehele gemodelleerde en gesimuleerde ecosysteem worden mee­genomen. Hiermee is te voorspellen welke invloed een eventuele verandering in de omgeving op het object heeft.

Elk toekomstscenario simuleren

“De virtual twins van Dassault Systèmes gebruiken daarbij data uit de echte wereld in de simulatie”, legt Kitchingman uit. “De virtuele wereld komt hiermee dus eigenlijk samen met de echte wereld en daartussen wordt continu informatie uitgewisseld.
Organisaties kunnen op die manier vrijwel elk toekomstscenario modelleren (ontwerpen) en simuleren en op basis daarvan beter geïnformeerde beslissingen nemen.”

Bij het opzetten van een virtual twin-­experience wordt eerst een 3D-model ontworpen dat dezelfde vorm, afmetingen en eigenschappen heeft als een fysiek product of systeem. Met het virtuele model is gedetailleerd te simuleren hoe dit product of systeem zich zal gedragen als het wordt gebruikt. Dankzij veel­vuldig virtueel testen - het aantal is onbeperkt - zijn het ontwerp, de materialen en de productieprocessen te optimaliseren. Omdat het een digitale simulatie is en er dus geen materiaal nodig is voor een fysiek prototype, is het ook nog eens duurzamer.

 


Nederland zeer innovatief

Dassault Systèmes ziet dat hun oplossingen aanslaan bij innovatieve bedrijven in Nederland. Kitchingman: “Nederland mag dan een klein land zijn, maar het is indrukwekkend hoe veel vooruitstrevende bedrijven het heeft. Het staat hoog in de Global Innovation Index (vijfde plek in de laatste editie) en er gebeuren indrukwekkende dingen op gebieden als high-tech, agrifood en life sciences. Dat zijn allemaal innovaties die wij nog verder kunnen helpen dankzij onze technologie.” Om die reden investeert Dassault Systèmes ook in Nederlandse bedrijven en heeft het een samenwerking met verschillende organisaties. Zo zijn de TU Eindhoven en de TU Delft bijvoorbeeld onderwijspartners van het bedrijf.

 


Net als veel andere landen is Nederland bezig met een ingrijpende energietransitie. Kitchingman stelt dat de virtual twins van Dassault Systèmes het potentieel hebben om deze te versnellen en bedrijven kunnen helpen om een beter energiebeleid te voeren, door energie uit verschillende bronnen - zoals wind, zon, golven en kernenergie - te halen. “De vraag naar elektriciteit zal toenemen, doordat we werken aan een CO2-vrije wereld. Alles bij elkaar zorgt het voor een veel complexer energiesysteem. Bedrijven moeten in hun planning rekening houden met alle aspecten van dat systeem en met virtual twins krijgen ze die mogelijkheid. Het zorgt ervoor dat ze het systeem kunnen begrijpen en voorspellen wat het effect van bepaalde beslissingen zal zijn.
Zo helpen virtual twins om precies de juiste investeringen te doen en zo snel mogelijk CO2-neutraal te worden en op de lange termijn volledig duurzaam.”