17 aug 2021
|
Levensstijl
Roem van Yerseke is al generaties lang (sinds 1942) actief in de schelpdiersector. Het bedrijf is uitgegroeid tot één van Europa’s grootste spelers op de markt, waar verse mosselen, oesters en garnalen de hoofdrol spelen.
“Velen zullen onze merken Prins & Dingemanse en Zeeland’s Roem kennen”, vertelt Pieter Geijsen, Aquacultuur manager bij Roem van Yerseke. “Dat zijn de pioniers in de oester- en mosselkweek. Voor deze merken kweken we de mosselen en oesters zelf. Daarnaast verkopen we ook de Hollandse grijze en tropische garnalen.”
Goed voor de natuur, goed voor de kweek
“Roem van Yerseke is vanaf dag één al één met de natuur”, gaat Geijsen verder. “Het goed zorgen voor de natuur komt altijd op de eerste plaats. Het feit dat we nog nooit van locatie hoefden te wisselen geeft aan hoe goed wij zorgen voor onze ‘werkplek’. Elke dag doen we alles voor de beste eindproducten en dat betekent dat we alleen het allerbeste voor onze mosselen en oesters doen. Zo zorgen we ervoor dat de bodem goed blijft en de mosselen en oesters zo min mogelijk stress ervaren. In de maanden augustus en september betekent dat dat we het bodemzaad, dat zijn babymosselen, weghalen van de bodem van de Oosterschelde en Waddezee, anders zorgt een winterstorm ervoor dat het bodemzaad wordt weggevaagd. Vervolgens leggen we het bodemzaad op de mosselpercelen waar de babymosselen verder kunnen groeien. Alle zeevruchten waarmee we werken zijn gecertificeerd met de erkende duurzaamheidskeurmerken Marine Stewardship Council (MSC), Acquaculture Stewardship Council (ASC) en Euro-Leaf (BIO).”
Mosselzaadinvangstallatie (MZI)
Niets is zo wisselvallig als de natuur. Geijsen: “Het ene jaar liggen er babymosselen (bodemzaad) op de bodem van de zee en het andere jaar niet. Wanneer het er in een jaar weinig zijn, zien we dat de babymosselen toch op de kettingen van de boeien gaan zitten. Hierop besloten we te gaan onderzoeken of we de babymosselen constant konden laten aangroeien op andere plekken zodat we de mosselpercelen kunnen voorzien van babymosselen. Nu hangen er MZI’S waaraan babymosselen zich hechten en die worden ingezet voor optimale groei van onze mosselen. Zo zorgen we voor een duurzame én constante kweek van mosselen en hechten de babymosselen zich op de plek waar we dat willen. Ditzelfde doen we ook op onze oesterpercelen. Hierdoor worden schelpen in ons verwerkingsproces nooit weggegooid, maar juist hergebruikt voor het natuurlijke groeiproces van de oester.”
Hatchery
Een ander voorbeeld van innovaties binnen Roem van Yerseke is de hatchery. “Onze hatchery is een broedhuis voor schelpdieren dat we zelf hebben ontwikkeld voor mosselen, oesters en tapijtschelpen die verder opgekweekt worden in de nursery en op de kweekpercelen in onder andere de Oosterschelde en de Grevelingen. Niet ieder jaar zijn er voldoende babyoesters om bijvoorbeeld voldoende Creuse oesters te kunnen kweken. De Creuse oester wordt zowel op de bodem als via hangcultuur gekweekt. Met de hatchery worden onder andere Creuse oesters van één centimeter in mandjes gedaan en in de waterkolom gehangen om verder te kunnen groeien. Zo kunnen wij de consument een constante aanvoer van Creuse oesters bieden. De hatchery wordt ook ingezet voor het hatchen van platte oesterlarven welke we laten settelen op 3D geprinte structuren die door stichting Ark en WWF gebruikt worden voor Natuurherstel in de windmolenparken in de Noordzee.”
Duurzame verpakkingen
Het duurzaam ondernemen van Roem van Yerseke reikt verder dan alleen het duurzaam kweken van schelpdieren. “Zo zijn de productielocaties uitgerust met materialen en (slimme) technieken die leiden tot minder energieverbruik en slijtage. Onze productiehallen zijn goed geïsoleerd en onder andere voorzien van LED verlichting met aanwezigheidsdetectie. De verse mosselen gaan in kunststof verpakkingen die geheel recycleerbaar zijn en de garnalen worden verpakt in composteerbare verpakkingen. Duurzaam ondernemen met aandacht voor de natuur zit in ons hart en nieren en we zijn altijd op zoek naar innovatieve en nieuwe manieren om nog duurzamer te kunnen werken voor schelpdieren die goed zijn voor mens en natuur!”