28 okt 2018
|
Levensstijl
Journalist: Esra Buke
Over een paar weken mogen de schaatsers weer het ijs op. “Ik ben nu nog veel aan het trainen, maar het komt al best dichtbij!”, vertelt schaatsster Irene Schouten. “Ik voel dat ik met de trainingen deze zomer een stap heb gemaakt, maar dit moet ik straks nog om kunnen zetten op het ijs. Dat blijft spannend.”
Hoewel Irene gewend is om tegen de besten ter wereld te schaatsen, voelde ze tijdens de Olympische Spelen begin dit jaar meer druk door alle media-aandacht. “Voor het publiek zijn de Olympische Spelen bekender. Dan leg ik ook meer druk op mijzelf.”
Op die momenten mist ze haar moeder, die sinds twee jaar door een hersenbloeding in een rolstoel zit. “Mijn moeder was een grote steun voor mijn carrière en stond altijd voor me klaar. Vooral tijdens de Olympische Spelen voelde het zwaar dat dat wegviel.”
Een onvergetelijk moment vond dan ook plaats na de race waar Irene brons won. “Mijn vader belde mij in tranen op en vertelde dat mijn moeder huilde toen ik over de finish kwam. Dat was voor mij het mooiste moment van de spelen.”
Komend seizoen is het voor Irene’s gevoel wat rustiger. “Natuurlijk wil ik volgend schaatsseizoen beter rijden dan dat ik ooit heb gedaan, daarvoor train ik ook, maar ik kijk eerst hoe het gaat.” Ze hoopt zich in december te kwalificeren voor het WK Afstanden in februari 2019 en hier wereldkampioen op de 3.000 of 5.000 meter te worden. “En als er een Elfstedentocht komt” vertelt ze enthousiast, “zou ik die natuurlijk willen schaatsen!”