Deel dit artikel:

1 nov 2022

|

Industrie

Nederland Kippenland

Nederland levert een grote bijdrage aan de wereldvoedselproductie. Kippenvlees is daar een uitstekend voorbeeld van. Afgelopen jaar hielp de pluimveevleessector de wereldbevolking aan meer dan anderhalf miljard kilo kippenvlees en volgens verwachtingen zal deze internationale vraag nog sterker toenemen. Niet allemaal in Nederland geproduceerd overigens, maar wel geslacht, verwerkt en verhandeld. Kip is het meest gegeten vleessoort in de wereld en juist omdat er zoveel vraag naar kwalitatief hoogwaardige eiwitten is, produceert Nederland meer kippenvlees dan haar eigen bevolking eet. Voorzitter van zowel de Europese- als de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie, AVEC resp. NEPLUVI, Gert-Jan Oplaat, legt uit waarom we dat doen. 

“Nederlanders consumeren graag kippenvlees. Dat is niet geheel onlogisch, want kip past goed in onze cultuur, onze smaakbeleving, de tijd die we willen besteden in de keuken en het feit dat het zich op veel wijze laat bereiden, waardoor vaak het hele gezin er lekker van kan eten. Nederlanders eten alleen niet alle delen van de kip en daardoor blijven er producten over, zoals vleugeltipjes, pootjes en organen. Al die minder courante delen exporteren onze leden naar landen waar dit product net zo gebruikelijk is om te eten als bij ons de kipfilet. Voor de eigen bevolking produceren zij dus voornamelijk borstfilet en dijfilet volgens hoge eisen en welzijnsstandaarden, en wat er over blijft exporteren zij. De vraag naar hoogwaardig dierlijk eiwit zal in de toekomst blijven toenemen, omdat de wereldbevolking van 7 miljard naar bijna 10 miljard mensen zal stijgen en met name de vraag naar kip is sterk groeiende. Dat komt, omdat kip veel eiwitten, vitamines en mineralen bevat en duurzaam geproduceerd kan worden. In vergelijking met andere dieren hebben kippen maar weinig voer nodig om vlees te produceren, waardoor zij een lagere impact op het milieu hebben.”

Waaruit blijkt dat Nederland kwaliteit kan leveren?

“Puur gekeken naar de productiewijze van het vlees, zijn Nederlandse pluimveeslachterijen ‘top of the bill’; zij produceren onder de hoogste standaarden van voedselveiligheid en dierenwelzijnseisen. Zij zorgen ervoor dat de horeca- en consumentenvraag altijd wordt bediend en moeten daarin geregeld schakelen en investeren om weer aan nieuwe, strengere eisen te voldoen. Maar niet alleen daar, in de hele keten ervoor, van broederij, pluimveehouder tot transporteur wordt kwaliteit bewaakt waar het gaat om het welzijn van de dieren. Dierenwelzijn is altijd een politiek issue en Nederland loopt Europees gezien voorop in haar denkwijze ‘wat het beste is voor de kip’. Welzijn mag in Nederland nooit in diskrediet komen te staan en toch, waar gehakt wordt, vallen spaanders. Om te controleren op die spaanders zijn diverse autoriteiten die toezichthouden op ieder proces. Uit al die controles blijkt dat Nederland koploper is in dierenwelzijn, zelfs internationaal gezien. Cijfers van de World Animal Protection Index bevestigen dat Nederland leidend is in (boven-)wettelijke welzijnsstandaarden. Maar zelfs daarin berusten wij ons als sector niet. Deze maand nog boden wij het ministerie van LNV onze korte-, midden en lange termijn verbeterplannen aan. In dit Masterplan Dierenwelzijn committeren al onze slachterijen zich om diverse verbeter- en investeringsvoornemens te implementeren. Doel hiervan is om naar de verdere toekomst toe, mondiaal gezien, niet alleen koploper te zijn, maar ook te blijven op het gebied van de borging van het welzijn in slachthuizen. Een andere mijlpaal die in 2023 is bereikt en waarvoor al veel inspanning is verricht, is de start naar de omschakeling om in 2023 alleen nog maar kip in Nederlandse supermarkten te verkopen met minimaal een Beter Leven Keurmerk 1 Ster. Dit Beter Leven Keurmerk kent nog hogere welzijnseisen dan het ‘European Chicken Commitment’ waar 200 Europese (retail)ondernemingen vanaf 2026 naar zullen overschakelen. Nederland is daarmee het enige Europese land waar consumenten geen vers vlees van reguliere kip kunnen kopen.”

Hoeveel impact heeft de vogelgriepsituatie op de pluimveesector? 

“Naast de vele eigen doelen die de sector nastreeft, hebben wij ook uitdagingen waar we intensief aan werken. Een van de grootste momenteel is reductie van het risico dat pluimveebedrijven besmet worden met vogelgriep. Afgelopen jaar is er sprake van een kritieke situatie waarin veel uitbraken van vogelgriep in Europa opdoken, wat zeer betreurenswaardig is voor iedereen die zich inzet voor het goede welzijn van haar pluimvee. Er wordt door deskundigen aangegeven dat dit de ergste vogelgriepepidemie in jaren is. De vogelgriepbesmettingen ontstaan door migrerende wilde vogels, die het gehouden pluimvee besmetten. Insleep van vogelgriep onder gehouden pluimvee is mogelijk, hoe goed de biosecurity op het bedrijf ook is en het is niet mogelijk de ziekte in wilde vogels te bestrijden. De in Nederland gevonden besmettingen vinden eigenlijk niet van bedrijf naar bedrijf plaats en gezien de snelle melding- en ook ruimingsystematiek ook niet van bedrijf naar de natuur. Daarom zal het houden van minder dieren op een locatie en om locaties verder van elkaar af te huisvesten zodoende geen enkel tot zeer weinig effect op de besmettingen hebben in Nederland. Wat wel kan helpen is het gebruik van windbreekgaas bij stallen, het verjagen van wilde vogels en het op termijn vaccineren van pluimvee. Al deze methoden worden momenteel onderzocht. Op dit moment is er geen goedgekeurd en werkend vaccin om verspreiding van de nu rondgaande virusstam te stoppen, dan wel voldoende getest is voor de Nederlandse omstandigheden, met de huidige virusvarianten, om veilig te kunnen inzetten. Hopelijk is dat er op korte termijn wel. Voor die tijd moet ervoor gezorgd worden dat de huidige wet- en regelgeving het toestaan om gevaccineerd pluimveevlees te vermarkten in het buitenland. Momenteel is dat nog niet zo.”

Zijn er volksgezondheidsrisico’s door de vogelgriep? 

“Die zorg zou ik graag wegnemen. Het is goed om te weten dat in Nederland zeer scherp wordt gemonitord of er besmettingen zijn. In geval van een positieve besmetting worden direct met de juiste voorzorgmaatregelen acties ondernomen, waardoor verdere verspreiding eigenlijk niet voorkomt. Een dier-op-mens besmetting (in vergelijkbare situatie zoals Covid-19 onder mensen ontstond) komt eigenlijk niet voor. Vorig jaar heeft het RIVM een risico-inschatting gemaakt van mogelijke zoönotische transmissie van de vogelgriepstam die heerste onder gehouden pluimvee. Daaruit bleek dat de genetische samenstelling van de stammen die wel transmissie naar mensen geven anders is dan de stammen die gevonden zijn in Nederland. Maar zelfs ondanks dat het RIVM heeft aangegeven dat de vogelgriepvirussen die in Nederland circuleren een laag potentieel zoönotische risico hebben, worden in Nederland standaard, uit voorzorg, maatregelen genomen bij personen (zoals pluimveehouders) en dierenartsen die intensief contact hebben gehad met mogelijke besmette dieren door hen virusremmers aan te bieden. Ook personeel dat helpt bij ruimingen krijgt uit voorzorg een griepprik aangeboden, werkt volgens strikte bioveiligheidsprotocollen en draagt verplicht de best mogelijke persoonlijke beschermingsmiddelen. Tevens worden dierenartsen en personen die in contact hebben gestaan met besmette bedrijven gevolgd door de GGD.” 

De Nederlandse pluimveesector staat voor grote opgaven, maar ook voor grote kansen. De hele wereld kijkt mee naar de nationale expertise die ons op de wereldkaart zet. “Wij zijn van plan dat met hand en tand te behouden en voorop te blijven lopen. Nederland is een kippenland. En daar mogen we met recht trots op zijn.”

Gesponsord