22 jun 2021
|
Levensstijl
Journalist: Féline van der Linde
Zeven jaar geleden moest het aantal inbraakpogingen drastisch naar beneden. Om deze reden zijn de Nationale Inbraakpreventie Weken gestart, met het doel om iedereen bewuster te maken van de risico’s op, en de nasleep van een woninginbraak. Inmiddels is het aantal inbraken en inbraakpogingen gedaald van 64.335 in 2015 naar 30.557 in 2020. Maar elke poging tot woninginbraak is er één te veel.
De overheid focust in haar campagnes vooral op het menselijk gedrag door aan te sporen om de deur op slot te doen en een lamp aan te laten wanneer men het huis verlaat, maar dan ben je er nog niet, vertelt Coen Staal, voorzitter Stichting Nationale Inbraakpreventie. “Je deur kan namelijk op slot zitten, maar als het slot of beslag geen cilindertrekbeveiliging heeft is de inbreker alsnog snel binnen. De cilinder wordt uit de deur getrokken door er een schroef in te draaien en daar druk met bijvoorbeeld een koevoet op te zetten. Hierdoor breekt de cilinder af en is de inbreker binnen twee minuten in je huis. Gedrag alleen is dus niet voldoende. Maatregelen zijn echt noodzakelijk om de high impact crime, want dat is een inbraak, te voorkomen.”
Met de vakantieperiode in zicht is dit dus een goed moment om de beveiliging van je huis nog eens onder de loep te nemen, gaat Staal verder. “In juni, juli en december vinden de meeste inbraken plaats. Als je op vakantie gaat, zorg dan voor een bewoonde indruk van huis. En laat niet één lampje aan, maar meerdere. Laat je post weghalen en doe de jaloezieën niet helemaal potdicht, maar laat ze halfopen. En zorg voor een cilindertrekbeveiliging in het deurbeslag van de sloten van je huis. Dat kost je per deur ongeveer 70 tot 100 euro, maar dan ga je met een veilig gevoel op vakantie.”