20 dec 2019
|
Levensstijl
Deze kruidige Duitse koekjes worden vaak gegeten tijdens de kerstperiode. Bak de koekjes eventueel in verschillende vormen, rijg er een lint door en gebruik de koekjes als eetbare versiersels voor de kerstboom.
Wat heb je nodig?
Voor 24 koekjes
250 milliliter acaciahoning
175 gram donkerbruine suiker
1 ei
1 eetlepel bruine rum
geraspte schil van 1 sinaasappel
300 gram bloem
1 theelepel cacaopoeder
½ theelepel gemalen kaneel
¼ theelepel gemalen koriander
¼ theelepel gemalen kardemom
¼ theelepel gemalen kruidnagel
¼ theelepel versgeraspte nootmuskaat
½ theelepel zout
½ theelepel bakpoeder
50 gram fijngehakte gekonfijte sinaasappelschil
50 gram fijngehakte geroosterde hazelnoten
1 eierdooier
geblancheerde en geschaafde amandelen, voor de afwerking
Zo maak je het:
Breng de honing langzaam aan de kook in een pannetje. Haal van het vuur
en voeg de suiker, het ei, de rum en sinaasappelschil toe. Doe de bloem, het
cacaopoeder, de specerijen, het zout en bakpoeder in de mengkom. Roer er het
honingmengsel onder met de platte menghaak op stand 2. Voeg de gekonfijte
sinaasappelschil en hazelnoten toe. Zet een nacht koel weg.
Verwarm de volgende dag de oven voor op 190°C/gasstand 5. Verdeel het deeg
in 4 porties en verwerk 1 portie tegelijk; hou intussen de rest koel. Rol het
deeg op een goed bebloemd werkvlak uit tot ½ centimeter dik. Steek er rondjes van
5 cm of andere vormpjes uit en leg deze op bakplaten belegd met bakpapier.
Schik enkele geschaafde of geblancheerde amandelen op elk koekje. Meng de
eierdooier met 1 eetlepel water en bestrijk er de koekjes mee. Bak de lebkuchen
in 12 à 15 minuten goudbruin. Laat afkoelen op een rooster.