28 feb 2018
|
Industrie
Journalist: Malini Witlox
Door bij de bouw van een pand voor herbruikbare materialen te kiezen, kunnen we veel besparen. Zowel financieel als qua afval. ABN Amro geeft het voorbeeld met de bouw van een circulair paviljoen in Amsterdam. Duurzaam van fundering tot dak en van ontwerp tot exploitatie.
“Circulair bouwen is een vrij onontgonnen gebied. Het gaat niet alleen om de materiaalkeuze, maar ook om de manier van bouwen. Je moet het pand zo construeren dat je de materialen makkelijk kunt recyclen. We gebruiken dus zo min mogelijk schroeven. De balken die we gebruiken zijn nu een centimeter groter dan gebruikelijk is. Als je ze ooit vervangt, dan kun je de plek waar geschroefd is wegzagen en heb je weer een onbeschadigde balk,” legt Mark van Rijt, directeur Customer Experience bij ABN Amro, toe.
Het isolatiemateriaal om geluid te dempen is blauw in het paviljoen. “Dat komt omdat het gemaakt is van 16.000 oude spijkerbroeken, die opnieuw gevezeld zijn.” Bij het ontwerp heeft de architect ervoor gezorgd dat alle onderdelen demontabel zijn, bijvoorbeeld door een niet-conventionele verbinding tussen wand en dak te maken. Door wanden te verzetten kan ook tijdens het gebruik steeds weer een andere bestemming aan een ruimte gegeven worden.
In het pand zullen conferenties en presentaties gegeven worden over circulaire economie en duurzaamheid. Buurtbewoners en zakenmensen kunnen elkaar ontmoeten en rondkijken. Van Rijt: ”De binnenkozijnen komen van een oud pand van Philips. Ook brandslangen en kabelgoten hebben we bijvoorbeeld uit andere gebouwen geoogst. De houten vloeren zijn helemaal samengesteld van resthout, onder meer uit een kloostervloer en van de oude bar van Top Oss.”
Omdat alles nog bedacht en getest moest worden is de bouw van het paviljoen nu duurder dan wanneer traditioneel gebouwd was, aldus Van Rijt. Op termijn is circulaire bouw echter goedkoper. “Je laat materialen weg en een pand krijgt veel meer functies door de schuivende wanden.”
Kamerlid Liesbeth van Tongeren (GroenLinks) ziet dat er langzaam meer op duurzaamheid gelet wordt in de bouwwereld, maar er is nog een wereld te winnen. Ze kreeg een motie door de Tweede Kamer waarmee de verplichte gasaansluiting bij nieuwbouwwoningen uit de wet wordt gehaald. “Met convenanten en subsidies probeert de politiek duurzaamheid te stimuleren. Het kan echter altijd beter. Een energielabel is bijvoorbeeld bij verkoop of verhuur van woningen verplicht, maar er wordt nauwelijks op gehandhaafd.”
Hoewel haar motie over de gasaansluitingen door de Tweede Kamer werd aangenomen, is de wet nog niet aangepast. “Dat is aan de minister, intussen zijn er al wel gemeenten die gasloos bouwen zoals bijvoorbeeld Wageningen.”
Bouwvakkers zijn gewend om zaken op een bepaalde manier te doen. Aan de manier van metselen is al jaren niets veranderd bijvoorbeeld, maar gemetselde muren zijn wel weer moeilijk uit elkaar te halen bij sloop. Recycling wordt daardoor moeilijk. “We moeten anders gaan denken. Kijk bijvoorbeeld naar de voormalige suikerfabriekterrein in Groningen. Dat wordt herontwikkeld en er zijn nu plannen om het zelfvoorzienend is in de energiebehoefte te maken. Bovendien zijn er niet altijd omvangrijke maatregelen nodig. Retrofitten waarbij je met energiezuinige lampen en bewegingsmelders een pand verlicht kan ook. In de Randstad komen de eerste appartementencomplexen met in hun parkeergarage elektrische auto's in bruikleen. Waarom moet in Nederland ieder appartement een eigen wasmachine en droger hebben? In Engelstalige landen is een gezamenlijke efficiëntere grote was en droog apparatuur normaal.”
Duurzame ambities lopen soms vast op het kostenplaatje. Duurzaam slopen kost een bouwbedrijf bijvoorbeeld meer dan gebruik van de botte sloophamer. Van Tongeren vindt dat we daarom niet naar de losse kosten van een project moeten kijken maar naar 'total cost of ownership. “Mensen kijken vaak alleen naar de aanschafprijs. Maar energiekosten zijn bijvoorbeeld ook een belangrijk deel van de maandlasten. Wil je je blauw stoken of alleen op vriesdagen een beetje bijverwarmen met een eigen warmtepomp. Als woningbouwvereniging zou je hele blokken huizen kunnen verduurzamen, dan gaat de energierekening voor de huurders naar beneden. Datzelfde geldt ook voor bedrijfsparken en industrieterreinen. Als overheid kunnen we de bouwnormen aanpassen en het woud aan regels verminderen zodat de keuze voor duurzaam makkelijker wordt.”