30 jun 2021
|
Industrie
Journalist: Féline van der Linde
Het afgelopen jaar is er meer belangstelling dan ooit geweest voor de supply chain. Bedrijven bleken enorm kwetsbaar te zijn en kregen, door de coronacrisis, te maken met leveringsproblemen, tekorten en andere kampten met overschotten in de voorraad. Met als meest recente voorbeeld het tekort aan chips voor autofabrikanten.
“Mij is vooral de hoeveelheid nieuws opgevallen het afgelopen jaar en dat is ook typerend voor de supply chain. Je hoort niemand erover als het goed gaat, maar zodra het misgaat valt ineens iedereen erover”, vertelt Jack van der Veen, hoogleraar Supply Chain Management aan Nyenrode Universiteit. “Lichtend voorbeeld is de vaccinatielogistiek. In het begin dacht iedereen: Hoe moeilijk kan het zijn? Inmiddels is gebleken dat het een complexe organisatie is en nu het goed loopt is duidelijk geworden dat de supply chain echt een vak apart is.”
Waar plannen omtrent digitalisering in de supply chain bij sommige bedrijven voor de coronacrisis op de plank lagen zijn deze het afgelopen jaar van de plank gehaald en versneld doorgevoerd. Maar digitale innovaties zijn in de praktijk heel lastig te realiseren. “Bij veel partijen is het werken in Excel nog de meest vergaande digitalisering. Maar gelukkig zijn er ook partijen die al veel verder zijn met het digitaliseren van de supply chain. Echter, dit kost tijd, want digitale toepassingen kunnen niet zomaar op heel oude ICT-verbindingen worden aangesloten. En hebben we het over digitalisering van de supply chain, dan betekent dat ook het digitaliseren van bedrijfsprocessen binnen en tussen bedrijven. Eerst moet duidelijk worden welke waarde met het digitaliseren van bedrijfsprocessen kan worden gecreëerd en vervolgens krijgen de mensen werkzaam binnen het bedrijf hiermee te maken en moeten zij hiermee leren werken. Een bedrijf is er nog niet wanneer het alleen maar nieuwe ICT-toepassingen installeert.”
Bij het implementeren van nieuwe digitale oplossingen in de supply chain is het zaak dat de samenwerking binnen en vooral ook tussen de bedrijven in de keten goed is. Van der Veen: “Als één bedrijf niet meegaat in de digitalisering zorgt dat voor ‘oponthoud’ in de digitalisering van de keten. Het maakt dat niet alle bedrijfsprocessen op dezelfde manier kunnen functioneren. Wanneer de keten toch digitale toepassingen gaat implementeren, zijn drie aspecten van belang. Allereerst is het zaak dat de keten zich goed afvraagt wat deze wil bereiken met de digitale toepassingen. Hoe gaat het de strategie helpen? Heeft de keten duidelijk voor ogen welke meerwaarde bijvoorbeeld het verzamelen van data heeft? En is het proces gemakkelijk aan te passen in de keten? En wat gebeurt er precies met de data die wordt verzameld? Gegevens verzamelen betekent ook een gedragsverandering want gegevens van het bedrijf mogen niet zomaar op straat belanden.”
Technologische, en in dit geval, digitale ontwikkelingen gaan gepaard met partnerships. In een complexe wereld, en dat is de digitale wereld, zijn samenwerkingen van essentieel belang, besluit Van der Veen. “Door het delen van informatie zorg je voor wendbare ketens die snel kunnen (bij-)schakelen. Maar voor het delen van die informatie moeten de bedrijven elkaar wel gaan vertrouwen. Momenteel is het nog ieder voor zich, maar het delen van informatie en zo ketensamenwerking realiseren is niet zo simpel als het lijkt. In de praktijk is het lastig te bepalen welke partijen men kan vertrouwen. Wat doet een partij in de keten met informatie van een andere partij? Dit is nog een ingewikkelde kwestie, omdat de partijen in de keten het niet gewend zijn om elkaar te vertrouwen. Het vraagt om een andere mindset. De afgelopen decennia was het devies voor bedrijven zoveel mogelijk winst maken voor de shareholders. Momenteel wordt er veel meer nagedacht over de meerwaarde van een bedrijf en de gehele keten. Deze gedachte is van deze tijd, maar daar is dus een andere manier van denken voor nodig én een andere manier van samenwerking die veel meer gericht is op informatiedeling.”