Laatste nieuws

11 sep 2018

|

Levensstijl

Culinaire verrassingen in Rotterdam

Journalist: Marjon Kruize

More Stories

22 aug 2018

|

Economie

Omnichannel: simpel concept, moeilijk uitvoerbaar

In het huidige e-commercelandschap verloopt de customer journey niet via één, maar via meerdere kanalen. De fysieke winkel als verkooplek heeft er tal van online alternatieven bijgekregen. Om de doelgroep te bereiken, is het meer dan ooit noodzakelijk om de juiste omnichannel-strategie te volgen.


Omnichannel komt er in de basis op neer dat je de klant benadert daar waar je hem kunt vinden, stelt Carlien Laarman, freelancer in online marketing & communicatie. Dat kan offline in de winkel zijn, maar dat kan ook online, op het moment dat hij achter zijn pc zit, of al surfend op zijn smartphone. Het klinkt allemaal simpel, maar de praktijk blijkt toch behoorlijk weerbarstig. “Als je kijkt naar franchiseorganisaties, dan was het de afgelopen jaren lastig te meten of de online verkoop viel te danken aan de centrale inspanningen of aan de decentrale activiteiten van de ondernemer. Dat wordt nu steeds makkelijker meetbaar.”


Daar waar de klant is, heeft wat Carlien Laarman ook te maken met het bereiken van de mindset van de klant. En dat heeft tegenwoordig steeds meer van doen met vraagstukken als duurzaamheid. “Klanten zijn (gelukkig) steeds kritischer. En dus wordt het voor ondernemers steeds belangrijker om duurzamer te zijn”, stelt ze, waarbij ze tevens aantekent dat er steeds meer concepten opkomen die aansluiten bij die ontwikkeling. Zelf heeft Carlien Laarman mede geïnvesteerd in enkele winkels van WAAR en Happy Tosti, een formule die tosti’s maakt en serveert door medewerkers met een arbeidsbeperking.


22 aug 2018

|

Economie

Elf tips voor beginnende franchisenemers

Franchising gaat niet alleen over ondernemerschap. Dat gaat ook over het franchisecontract. Jorg van de Peppel, advocaat bij Pep Legal, zet 11 praktische tips op een rij. 


Stel vragen en doe onderzoek. Een professionele franchisegever zal een nieuwsgierige, doordachte en zakelijke opstelling van een aspirant-franchisenemer op waarde kunnen schatten. 


Wees je bewust van je privé-aansprakelijkheid. Als je handelt als eenmanszaak of v.o.f. dan ben je in privé aansprakelijk voor betalingsverplichtingen. Als je een B.V. hebt, ga dan na of in het franchisecontract staat dat je toch in privé hoofdelijk aansprakelijk bent.  


Franchiseformule en Rayon. Als franchisenemer krijg je het recht om gebruik te maken van een zakelijk concept. Vaak is dit recht gekoppeld aan een exclusief rayon. 


Krijg ook duidelijkheid over wat je franchisegever doet aan begeleiding en ondersteuning.


Ga na welke vrijheid je als franchisenemer hebt. Veel franchisecontracten bevatten een non-concurrentiebeding voor de duur van de franchiserelatie. Denk na welke vrijheid je wil hebben om andere activiteiten te ontplooien tijdens de franchiserelatie. 


Wat als je tussentijds wil stoppen als franchisenemer en de aangegane overeenkomst wil beëindigen? Ga na wat dan de mogelijkheden zijn!


Check ook of je ervoor tekent dat je na het eindigen van de franchiserelatie gebonden bent aan een postcontractueel non-concurrentiebeding. 


Belangrijk is ook dat je duidelijkheid hebt over de verkoopprocedure als je stopt als franchisenemer. 


Check of Nederlands recht van toepassing is en of de Nederlandse rechter bevoegd is kennis te nemen van een eventueel geschil. 


Welke andere documenten heb je nodig? Franchisegevers verwijzen in het franchisecontract met regelmaat naar andere documenten en contracten. Denk bijvoorbeeld aan een IT-licentiecontract en een huurcontract. 


En ten slotte: alle voor jou als franchisenemer belangrijke zaken moeten in het franchisecontract worden vastgelegd. 

22 aug 2018

|

Economie

Rechtspraak op franchisegebied

Jeroen Sterk, advocaat Ludwig & Van Dam franchiseadvocaten  

  

Vindt u dat formele wetgeving wenselijk is? 

“We kennen de goede en slechte voorbeelden in de afhankelijkheid van de franchisenemer. In 2014 publiceerden wij samen de Universiteit van Leiden hierover al een uitgebreid wetenschappelijk artikel ‘Codificatie of zelfregulering in de Franchisesector, waarin de vraag hoe dat op te lossen centraal stond. De vragen die bij alle nieuwe wetgeving moeten worden gesteld: welke regels gaan welke problemen oplossen; zijn die eenvoudig te handhaven en vormen deze een nuttige aanvulling op het bestaand juridisch instrumentarium? Ons kantoor publiceert periodiek statistieken over franchisegeschillen. Feiten dus. Daaruit blijkt dat zich met name geschillen over prognoses, - wijziging van - bedingen in de franchiseovereenkomst, veelal concurrentiebedingen en beëindiging van de franchiseovereenkomsten - inclusief goodwill discussies – voordoen. Onderwerpen die de aandacht hebben van de wetgever.”


Welke aspecten zijn volgens u het meest belangrijk voor evenwichtige afspraken tussen franchisegever en franchisenemer?

“Prognoses, beëindiging, grenzen aan bedingen in de franchiseovereenkomst, inclusief concurrentiebedingen. Hierover oordelen rechters niet zelden verschillend. Het gebrek aan duidelijke normen laat vrijheid voor interpretatie. Het is mijn indruk dat ook niet-gespecialiseerde advocaten soms het bestaande instrumentarium onvoldoende benutten, dan kan de rechter niet anders. Tenslotte is er behoefte aan regulering van collectief overleg en inspraak.”


Geeft een pre-contractuele verhouding tussen franchisegever en franchisenemer zoals het kabinet voorstelt voldoende bescherming? 

“Naarmate de begrijpelijke roep om meer evenwichtige verhoudingen en wetgeving harder wordt vanuit franchisenemers, zien we tegelijkertijd de reactie dat franchisegevers zoals Ahold, HEMA en Hunkemöller roepen afscheid te willen nemen van franchise als distributiemodel. Ik ben benieuwd welk effect wetgeving in dat kader sorteert. Laten we niet vergeten dat franchise welbeschouwd een bijzonder succesvolle bedrijfstak is voor het merendeel van de daarin werkzame franchisenemers en franchisegevers.”

 

Nienke Slump, advocaat bij Justion Advocaten 

Vindt u dat een formele wetgeving wenselijk is?  

“Jazeker! Er is nu een te groot verschil in onderhandelingsmacht. De machtigste partij bepaalt de regels, met dikke standaardcontracten vol plichten en weinig – afdwingbare - rechten. Dat biedt ruimte voor onbehoorlijke handelspraktijken. Bij HEMA worden kritische bestuurders opgezegd. Er zijn franchisegevers die zeggen ‘Er zijn er maar een paar die slecht draaien’,  terwijl kritische franchisebestuurders dan bloot leggen dat veel franchisenemers minder verdienen dan het sociaal minimum. Soms wordt een tweede franchisevereniging opgericht, waarmee een bestaande kritische vereniging op een zijspoor komt.”


“De franchisegever verplicht vaak tot grote ondernemerskeuzes. De risico’s legt zij bij franchisenemers. Ik ken een voorbeeld van een winkel die zonder franchise € 50.000 winst maakte en vervolgens met franchise binnen een jaar technisch failliet was.  Franchisegevers hebben veel middelen voor reclame met oncontroleerbare ‘goed nieuws shows’ om nieuwe franchisenemers te werven. Zo houdt een bakker in Nederland gemiddeld 12,7% over van zijn omzet, maar is dat ook nog zo als hij als franchisenemer 8% van zijn omzet moet afdragen aan een franchisegever? Een controleerbaar antwoord op die vraag is voor mij, laat staan voor een starter, nergens te vinden.”


 Welke aspecten zijn volgens u het meest belangrijk voor evenwichtige afspraken tussen franchisegever en franchisenemer?

“Controleerbare voorinformatie, behoorlijke exit-regelingen inclusief goodwillvergoeding, het versterken van de inzicht- en inspraakpositie van franchisenemers en het voorkomen van onbehoorlijke clausules.”

 

Geeft een pre-contractuele verhouding tussen franchisegever en franchisenemer  zoals het kabinet voorstelt, voldoende bescherming? 

“Dat verwacht ik wel. Het is belangrijk om de gelijkwaardige pre-competetieve (machts)verhouding gedurende de hele looptijd te borgen, ook in de aanloop naar tussentijdse geschillen en wijzigingen. Goede wetgeving  - controleerbare voorinformatie – kan ook voorkomen dat de overheid als borg door mislukte franchise-avonturen geld verliest door uitbetaalde staatsgaranties op MKB-leningen.”


Evelien Croonen, universitair docent Innovation Management & Strategy Rijksuniversiteit Groningen 

Vindt u dat een formele wetgeving wenselijk is?  

“Het is moeilijk in te schatten wat de toegevoegde waarde van de voorgestelde wetgeving voor de precontractuele fase zal zijn. Er is al veel jurisprudentie en er zijn andere wetten die kunnen worden toegepast binnen franchiserelaties. Omdat franchising een specifieke samenwerkingsvorm is, wegen de voordelen van wetgeving zwaarder wegen op dan de nadelen ervan. Wetgeving is slechts één onderdeel van een totaalpakket aan maatregelen. Een mogelijke aanvullende maatregel is het voorlichten van franchisegevers over ’goed franchisegeverschap’. In Amerika is er samenwerking met de Amerikaanse franchise vereniging (IFA) een certificering voor franchiseprofessionals. Ik pleit ook voor een verbetering van informatievoorziening aan toekomstige franchisenemers. In Australië geeft de overheid in veel informatie aan het publiek over wat franchising is en wat het écht betekent om franchisenemer te zijn. Ik denk dat dergelijke informatie kan voorkomen dat mensen te makkelijk ergens instappen.”


Welke aspecten zijn volgens u het meest belangrijk voor evenwichtige afspraken tussen franchisegever en franchisenemer?

“De aard van de franchiserelatie is dat de franchisegever veel verplichtingen contractueel vastlegt om een uniforme formule in de markt te zetten en deze te beschermen. Uit mijn onderzoek blijkt dat franchisegevers bepaalde instrumenten in hun franchiseformule kunnen ’institutionaliseren’, waardoor er rekening wordt gehouden met de belangen van franchisenemers. Te denken valt aan het instellen van een overlegstructuur met heldere procedures, en de rol van accountants als onafhankelijke derden. Belangrijk is dat beide partijen elkaars belang kennen en zich daarin kunnen inleven.”


Geeft een pre-contractuele verhouding tussen franchisegever en franchisenemer  zoals het kabinet voorstelt, voldoende bescherming? 

“Wetgeving voor de pre-contractuele fase is wenselijk, maar niet voldoende om franchising in Nederland verder te professionaliseren. Wetgeving is slechts één onderdeel van een totaalpakket aan maatregelen. Na de pre-contractuele fase   begint de franchisesamenwerking pas écht!”