Laatste nieuws

23 mrt 2023

|

Gezondheid

Aspen API More than just an API

Aspen API is een Europa’s vooraanstaande producenten van complexe en hoogwaardige Active Pharmaceutical Ingredients (API's), oftewel de werkzame stoffen in geneesmiddelen. Ons bedrijf produceert meer dan 50 verschillende API's door middel van zowel biochemische als chemische synthese­methoden. Met ons wereldwijde netwerk, dat vanuit Nederland wordt aangestuurd met fabrieken in Zuid-Afrika, India en de Verenigde Staten, dragen wij bij aan het verbeteren van de gezondheid van patiënten in meer dan 115 landen. Aspen API heeft momenteel ongeveer 1000 medewerkers in dienst en behaalde in 2022 een omzet van ongeveer 400 miljoen euro. Aspen API is een volledige dochteronderneming van Aspen Pharmacare, gevestigd in Zuid-Afrika en genoteerd aan de beurs van JSE Limited. 

 

Aspen API heeft een trotse geschiedenis van exact 100 jaar in de productie van API's, en wordt erkend als een wereldwijde leverancier en een van de bekendste ontwikkelaars en fabrikanten van steroïdhormoon-API's en andere complexe HPAPI's ter wereld. Veel van deze API's zijn geregistreerd en worden gebruikt in afgewerkte doseringsvormen. Aspen API staat ook bekend om haar productie van heparine-natrium, choriongonadotropine en verschillende peptiden.

 


Voornaamste activiteiten

Aspen API richt zich op de productie van complexe, zeer krachtige API's, die beschikbaar zijn voor een groot publiek. De uitgebreide portefeuille van Aspen API omvat een breed spectrum van zowel generieke als specifieke niet-steriele API's, gericht op een uiteenlopende reeks acute en chronische indicaties. Deze bestrijken vele medische gebieden in Europa, waaronder anesthesie, oncologie, gynaecologie/menopauze, immunosuppressieve therapie en therapie voor hypothyreoïdie.  Aspen API staat in de markt bekend als een API-­fabrikant met hoge kwaliteits- en compliance normen van 's werelds grootste regelgevende instanties. Ook heeft het bedrijf grote duurzame ambities. Zo zijn wij betrokken bij onze lokale gemeenschap, kopen wij kopen verantwoord  handel in onze toeleveringsketen.

 


Industriële waardeketen in Europa

De afgelopen decennia is de productie van API's, precursoren van API's en afgewerkte doseringsvormen (de uiteindelijke geneesmiddelen) grotendeels naar Azië verplaatst. De complexiteit van de eerste stap van de totale waardeketen is groot: de weg naar een vervaardigd geneesmiddel loopt van grondstof via geregistreerde grondstof of "regulerend uitgangsmateriaal" (RSM) naar actief ingrediënt (API), naar einddoseringsvorm, zoals weergegeven in figuur hieronder. Een belangrijkste onderdeel van de waardeketen is de API.

 

Lagere arbeidskosten en minder strenge vergunningseisen in Azië, in combinatie met lagere investeringskosten, zijn de belangrijkste oorzaken van de verplaatsing van de productie.

 
In 2020 hadden producenten in Azië 63 procent van de CEP's (Certificaat van geschiktheid van monografieën van de Europese Farmacopee) in handen. Europese producenten vertegenwoordigen slechts 33 procent. Twintig jaar geleden was dit nog andersom.

Door de grote verschuiving van de productie van API's, intermediates en uitgangsmaterialen naar Azië is de toeleveringsketen van de resterende (geneesmiddelen)productie in Europa voor 74 procent tot 80 procent afhankelijk geworden van Azië. Dit geldt met name voor generieke geneesmiddelen. De gevolgen van deze afhankelijkheid zijn nadelig voor geneesmiddelen waarvoor nauwelijks (productie)alternatieven bestaan. Aan het begin van de COVID-19-crisis werd dit duidelijk door tekorten aan paracetamol en Midazolam maar ook tekorten voor de spierontspanner Rocuronium bromideap de intensive care van hospitalen waar Aspen Oss snel de Nederlandse ziekenhuizen kon beleveren. Dergelijke tekorten zijn geen uitzondering, ook niet voor geneesmiddelen waarvoor wel (productie)alternatieven bestaan.

 
Er zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd naar de oor­zaken van de verschillende tekorten. Samengevat zijn er vijf kwetsbaarheden die de totale toeleveringsketen van grondstoffen tot afgewerkte producten ernstig verstoren:


1. De afgelopen jaren heeft er een consolidatie plaatsgevonden van producenten die grondstoffen maken. Daardoor hebben sommige grondstoffen een zeer smalle basis van producenten. Als zich een verstoring voordoet, bij een sluiting van een fabriek door de Chinese overheid, dan heeft dat onmiddellijk grote gevolgen voor de hele toeleveringsketen;

 
2. Om kosten te besparen is de hele toeleveringsketen lean opgezet, waardoor veiligheidsvoorraden onmogelijk zijn - die kosten immers geld. Verschillende API's hebben lange en complexe productieroutes, waarbij meerdere partijen over de hele wereld nauwgezet op elkaar moeten worden afgestemd. Een incident bij een leverancier heeft vaak grote gevolgen voor de hele toeleveringsketen;

 

3. De productie die de afgelopen jaren is verplaatst brengt vaak verouderde processen met zich mee met een grote
impact op het lokale milieu.


4. Sommige geneesmiddelen zijn de laatste jaren zo goedkoop geworden dat het economisch niet meer aantrekkelijk is ze te produceren. Dit geldt vooral voor de productie in de westerse wereld, maar ook in toenemende mate in Azië;

 
Europa is kwetsbaar geworden als je kijkt naar de mogelijk­heden van productietechnologieën. Het direct overplaatsen van de verschillende productieroutes as such gaat dus niet de oplossing zijn. Alleen door te investeren in innovatie van nieuwe en duurzame technologieën kunnen we betaalbare, hoog kwalitatieve en meer duurzaam produceren, productieroutes overplaatsen en minder afhankelijk worden van Azië.

 
Aspen API  neemt hierin haar verantwoordelijkheid en investeert in een breed scala aan technologieën en verbreedt haar investeringsportfolio. Dit wordt gedaan in samenwerking met partners, instellingen, klanten, universiteiten en overheden. Aspen API werkt hierbij nauw samen met de Nederlandse overheid en neemt ook in Europees verband deel aan het IPCEI Health Project, dat is MED4Cure.

 
Dankzij onze huidige capaciteit en technologische vaardig­heden, en de voortdurende innovatie daarvan, hebben wij een belangrijke troef in handen om toekomstige kwetsbaarheden te verminderen en de leveringszekerheid te verbeteren.

23 mrt 2023

|

Gezondheid

Werkgever en werknemer: ga de dialoog aan

De afgelopen drie jaar is de bereidheid van Nederlandse werkgevers om te investeren in de duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers spectaculair toegenomen. Gedwongen door de krappe arbeidsmarkt en het exploderende verzuim, zoeken werkgevers manieren om medewerkers blij, betrokken en binnen te houden. Maar veel werkgevers worstelen met de vraag hoe ze dat op een goede en effectieve manier kunnen doen.

 

Robert Wondaal, Chief Commercial Officer van Robidus, dienstverlener op het terrein van sociale zekerheid en arbeidsperspectief-bevordering, is al tien jaar overtuigd van het feit dat aandacht voor én investeren in het arbeidsperspectief van medewerkers de beste manier is om medewerkers blijvend inzetbaar te houden. “De huidige arbeidsmarkt zorgt voor een duw in de goede richting om de inzetbaarheidsdialoog met elkaar te voeren. Werkgevers die arbeidsperspectief structureel serieus nemen en het in hun DNA omarmen, hebben daar op de lange termijn financieel voordeel van. Daar ben ik heilig van overtuigd.”

  1w5a25902.jpg

 

Arbeidsperspectief: functioneel, privé en persoonlijkheid

De mate van iemands arbeidsperspectief wordt volgens Wondaal bepaald over drie assen. “Ten eerste de functionele as, die werkgerelateerd is. Is de werk­omgeving veilig en heeft de medewerker een uitdagende baan? Zit de afdeling in een reorganisatie of is er sprake van stabiel vaarwater? Als dat allemaal positief is, geeft dat rust. Zo niet, dan geeft dat stress.” Als tweede as noemt Wondaal iemands privésituatie. Daarin kunnen een heleboel dingen gebeuren of aan de gang zijn die impact hebben op het arbeidsper­spectief van de betrokkene. “Een aangeboren beperking, een aanstaande echtscheiding of financiële problemen. Heel veel gebeurtenissen in iemands privé­leven kunnen iemands arbeidsperspectief negatief beïnvloeden. Het kan iedereen overkomen.”

 
Maar hoe gaat iemand om met die gebeurtenissen? Dat is de derde as waar Wondaal het over heeft, die van de persoonlijkheid van de medewerker. “De ene medewerker komt na een scheiding in een nieuwe positieve levensfase, de ander krijgt een burn-out. Dat zit in iemands persoonlijkheid, hoe veerkrachtig ben je? Kun je iets naast je neer leggen? Hoe ziet je sociale omgeving eruit en hoe fit ben je fysiek? De persoonlijkheid bepaalt hoe iemand met de situaties op de functionele en de privé-as omgaat.”

 
Arbeidsperspectief is volgens Wondaal iets van de mede­werker. Maar de werkgever – en in het bijzonder de direct leidinggevende - kan de medewerker wel helpen om de mate van arbeidsperspectief zo hoog mogelijk te houden. Los van de arbeidsmarkt is er een stevige financiële prikkel voor werkgevers in Nederland om het arbeidsperspectief van werknemers op peil te houden: lagere verzuimkosten, hogere productiviteit en een lagere instroom in de WIA. De bereidheid van werkgevers in Nederland om te investeren in dit domein is volgens Wondaal dan ook groot en groeiende. Maar: “Werkgevers worstelen met de vraag hoe ze het moeten doen. Hoe zetten ze tijd, energie en middelen zo effectief mogelijk in, zodanig dat de juiste doelgroepen worden bereikt en op de lange termijn het verzuim ook echt naar beneden gaat?”

 


Bewustwording, dialoog en budget

Daar zijn drie dingen voor nodig, zegt Wondaal stellig. “Ten eerste bewustwording dat investering in tijd en middelen noodzakelijk is. Niet alleen bij HR, maar ook de leidinggevende en de medewerker zelf moeten zich bewust zijn van het belang van het arbeidsperspectief voor nu en later.” Het tweede element is volgens de Chief Commercial Officer van Robidus een open cultuur, waarin het mogelijk is een oprechte dialoog over inzetbaarheid te voeren tussen leidinggevende en medewerker. “Dat begint met het opvangen van signalen dat het met iemand niet goed gaat. Vervolgens komt het aan op het bieden van een luisterend oor en een helpende hand. Ten slotte moet er uiteraard ook budget beschikbaar zijn om te kunnen investeren in ondersteuning en preventie.”

 
Wondaal meent dat de manager of direct leiding­gevende van de medewerker een sleutelrol heeft in de dialoog over inzetbaarheid. “De leidinggevende moet oprecht geïnteresseerd zijn in zijn medewerker en een vertrouwensband met zijn mensen opbouwen. De leidinggevende zou een plek moeten bieden waar je als medewerker terecht kunt als je zit te piekeren, want dat is het voorstadium van uitval.” Stel een medewerker heeft financiële problemen, schetst Wondaal. “Die maakt zich zorgen, omdat hij steeds meer moeite heeft zijn rekeningen te betalen. In een gesprek hierover kan de leidinggevende aanbieden een budgetcoach voor hem te regelen om hem op het juiste spoor te zetten. Hij kan aanbieden de kosten daarvan op zich te nemen, zodat de medewerker van de stress afkomt en weer normaal kan functioneren. Het is altijd maatwerk met oprechte interesse als uitgangspunt, waar een open dialoog uit voortkomt.”

 
Een leidinggevende heeft vanzelfsprekend veel invloed op de functionele as van arbeidsperspectief, maar kan ook in de privésfeer en zelfs op het vlak van de persoonlijkheid van de medewerker invloed uitoefenen. “Je kunt je zorgen uiten en je hulp aanbieden. Er zijn heel veel interventiepartijen die bijvoorbeeld gericht zijn op werk en scheiding of trajecten om iemand veerkrachtiger te maken. Iemand kan leren om beter met stress om te gaan. De leidinggevende kan zijn zorgen uitspreken over iemands overgewicht en aanbieden een partij in te schakelen die daarbij kan helpen. Als hij opmerkt dat iemands performance inzakt, kan hij vragen: Gaat het wel goed? Ik ben dat niet van je gewend.”

  

 

Dwang en dreigementen zijn uit den boze

Zelf heeft Wondaal een medewerker gehad die er erg ongezond uit zag en heel veel rookte. In een gesprek daarover zei hij: ‘Ik kan je niet dwingen om te stoppen met roken, maar ik maak me wel zorgen. Kan ik je helpen om te stoppen en de behandeling voor je betalen?’ “Die persoon kwam een half jaar later naar mij toe en zei: ‘Ik vond het in eerste instantie wel een awkward gesprek, maar het heeft mij wel doen nadenken. Je hebt me op het goede spoor gezet.’ Je kunt niemand het mes op de keel zetten en dwang en dreigementen zijn uit den boze. In een vertrouwens­relatie neemt iemand ook eerder iets van de ander aan.”

 
Een leidinggevende die een gesprek heeft met een medewerker die zijn problemen op tafel legt, kan volgens Wondaal niet zeggen: ‘Vervelend voor je’ en het verder negeren. “Dan moet je ook de helpende hand bieden en in de oplossing van die problemen willen investeren. Dan is het belangrijk dat daar binnen het bedrijf budget voor is, samen met een stevig beleidskader en een goed proces. En heel belangrijk, een leiderschapscultuur die preventie omarmd.”

 
Er zijn volgens Wondaal veel zaken die je kunt doen om te helpen. “Het belangrijkste is dan de beslissing wat de juiste actie is op dat moment voor die persoon. Ik heb voorbeelden gezien dat er miljoenen in preventieve maatregelen werden gestoken, maar dat het uiteindelijk niet terug te zien was in een vermindering van verzuim. De kortingen op sportscholen en voedingsadviezen wisten niet de juiste doelgroep te bereiken. Een beter alternatief is een individuele aanpak door alle medewerkers een persoonlijk inzetbaarheidsbudget te geven, dat naar eigen inzicht te besteden is aan zaken die je arbeidsperspectief verbeteren. Dat kan een opleiding zijn of een coachingstraject. Maar ook kleine dingen als een app voor een gezonde levensstijl, podcasts op het intranet, webinars ter inspiratie. Dat doen we binnen Robidus ook en daar wordt goed gebruik van gemaakt.”

23 mrt 2023

|

Industrie

Winkels moeten snel automatiseren door sterke groei E-grocery

Het aantal mensen dat online de dagelijkse boodschappen bestelt, nam tijdens de coronacrisis zeer sterk toe. Dat was toen soms uit nood geboren, maar de forse groei van E-grocery gaat ook na de pandemie onverminderd hard door. Omdat winkelketens door deze trend in de rij staan om hun logistieke processen te automatiseren, hebben ze het druk
bij automatiseringsbedrijf Swisslog.

 

 

 

De groei van E-grocery sinds de pandemie is indrukwekkend te noemen, blijkt uit de beschikbare data. Zo laat onderzoek van McKinsey zien dat boodschappen in 2019 goed waren voor zo’n vier procent van de totale E-commerceverkoop in de Verenigde Staten.
In 2022 groeide dat al naar boven de tien procent en de prognose is dat het in 2030 al om een kwart van de verkopen zal gaan. McKinsey verwacht dat E-grocery in Europa zelfs nog sterker zal groeien en noemt Nederland als een van de landen die hierin voorop zal blijven lopen.

 


Om de huidige vraag en toekomstige groei aan te kunnen, worden magazijnen en distributiecentra in hoog tempo geautomatiseerd. Met alleen mensenwerk is het steeds vaker onmogelijk om aan de toe­genomen vraag en veranderende wensen van consumenten te voldoen. De auto­matisering zal dus in hoog tempo door blijven gaan: in 2025 zal vijftig procent van alle online bestellingen worden verwerkt door autonome robots, is de voorspelling. Dat scheelt heel veel menskracht en tijd: over vijf jaar kost het gemiddeld nog maar dertig minuten om een order te verwerken. Nu is dat nog vaak vier uur.

 img-7278-both.jpg

Award

Bedrijven in de sector E-commerce die dit nastreven, komen voor de oplossing vaak uit bij Swisslog. Met de datagestuurde robot­systemen van dit bedrijf kunnen magazijnen en distributiecentra, en het logistieke proces in zijn geheel, geauto­matiseerd en gedigitaliseerd worden.
Van oorsprong is Swisslog Zwitsers, maar het opereert inmiddels wereldwijd. Veel klanten bevinden zich in Europa, waaronder in Nederland (lees hierover meer in het artikel van Cees Luijendijk), maar Swisslog maakt ook naam in en buiten Europa. In Duitsland won de Swisslog klant dm-drogerie markt de Duitse en Europese logistics award dankzij de
Swisslog’s ACPaQ oplossing.

 


De bijna 3000 mensen die bij Swisslog werken, hebben momenteel meer dan genoeg te doen, vertelt MD Benelux en Head of Operations EMEA Cees Luijendijk. “Onze klanten zijn momenteel massaal op zoek naar manieren om hun processen zo snel en hoogwaardig mogelijk te automatiseren. Dat is voor ons een mooie kans en uitdaging. En onze multi­disciplinaire teams werken dagelijks keihard om ervoor te zorgen dat we dit ook daadwerkelijk kunnen bieden.”

 


Jens Schmale, CEO van Swisslog EMEA, verwacht dat de belangstelling voor de automatiseringsoplossingen van zijn bedrijf voorlopig allesbehalve zal af­nemen. De markt voor thuisbezorging van boodschappen blijft namelijk nog wel even doorgroeien, is ieders verwachting.
“Consumenten zijn gewoon echt heel anders gaan leven dan een paar jaar geleden. Ze hebben nu andere wensen en verwachtingen. Steeds meer mensen willen bijvoorbeeld de optie hebben om dagelijks verse groenten en andere voedings­middelen thuisbezorgd te krijgen. En dat moet ook nog eens netjes op tijd gebracht worden. Veel winkels kunnen dat niet waarmaken met alleen mensen die het werk doen, maar de software van Swisslog stelt ze in staat om dat allemaal wél
mogelijk te maken.”

 


End-to-end oplossingen

Het is niet zo dat er slechts een product of een systeem wordt verkocht, legt Schmale uit. Hij omschrijft Swisslog als een ‘integrator’ die als het ware een ‘logistieke fabriek’ kan neerzetten bij zijn klanten. Die fabriek regelt het logistieke proces van het begin (wanneer goederen binnenkomen) tot het eind (als de
producten het magazijn verlaten).
Voorbeeld is het systeem ACPaQ, dat gerobotiseerd en datagestuurd gemixt kan palletiseren (lees hierover meer in
het artikel van Jens Schmale).

“Daarmee leveren we een echte end-to-end-oplossing die alle logistieke stappen met elkaar integreert. Dat betekent tevens dat we altijd voor langere tijd met onze klanten samenwerken en hun processen blijven stroomlijnen. Op die manier
houden we op dit moment al meer dan 800 instal­laties in Europa draaiende.”

 


De ambities van Swisslog reiken nog veel verder dan dat. Luijendijk: “We willen de komende decennia de leidende partij zijn die de voedingsmiddelenindustrie en haar distributie helpt om naar een hoger niveau door te groeien, te midden van alle grote veranderingen die nu gaande zijn. Dat commitment is voor onze klanten vaak ook een belangrijke reden om met ons samen te willen werken. Het zijn grote beslissingen waar ze op dit gebied voor staan, want het moet hen voor een periode van zo’n 30 jaar vooruit gaan helpen. Wij blijven hen gedurende die periode helpen om hun logistieke hardware en software door te blijven ontwikkelen.”

 

Logo

Swisslog wil ook zichzelf blijven ontwikkelen en vernieuwen. Dat zit hem soms in dingen die misschien klein lijken, maar waar heel goed over is nagedacht. Zo heeft het bedrijf begin maart een nieuw logo gepresenteerd. Het ontwerp bouwt voort op het logo dat al 25 jaar gebruikt wordt, maar de nieuwe versie is volledig geoptimaliseerd voor het digitale tijdperk. Het vormt de kern van een rebranding die in gang is gezet, waarmee Swisslog zijn positionering wil weerspiegelen.

 


“Alles wat we doen moet uiteindelijk in het teken staan van ons ultieme doel: bijdragen aan de levenskwaliteit van mensen”, zegt Schmale. “Om dat te bereiken hanteren we twee belangrijke principes: duurzaamheid en het vooropstellen van het collectief. Vooral dat laatste zit echt opgesloten in ons Zwitserse DNA. Als bedrijf zijn we er ook om te ‘dienen’ en we zetten onze mensen voorop. Dat is dus ook hoe we omgaan met onze klanten. En voor alles dat we ontwikkelen zal ook in de toekomst blijven gelden dat het altijd een positieve bijdrage moet leveren voor het grote geheel.”

Feiten

• In 2025 zal naar verwachting vijftig procent van alle online bestellingen worden verwerkt door autonome robots

• Dat zorgt ervoor dat het gemiddeld nog maar dertig minuten zal kosten om een order te verwerken. Dat is nu nog vaak zo'n vier uur

• Dat zal waarschijnlijk leiden tot lagere productiekosten en veel minder fouten in de distributieprocessen

 

Cees Luijendijk: ook Nederlandse consument profiteert van Swisslog-technologie

De voorkeuren van consumenten veranderen constant. Dat geldt zeker ook voor de manier waarop ze hun boodschappen het liefst willen doen en welke producten ze graag willen kopen. Swisslog helpt winkeldistributiecentra, ook in Nederland, om hun processen flexibeler en toekomstbestendig te maken. Alleen zo zijn ze in staat om optimaal in te spelen op de enorm dynamische markt waarop ze zich begeven.

 

 

 

Een van de huidige trends is dat klanten steeds meer behoefte hebben aan vers voedsel. Supermarkten bewegen uiteraard mee met deze en andere wensen van de consument en dus ook met deze trend, waarvan wij verwachten dat hij door zal zetten. Dat heeft ook gevolgen voor het logistieke proces. Swisslog heeft al meerdere bedrijven in Nederland geholpen met zijn automatiseringsoplossingen. Hoewel de Nederlandse consumenten het misschien niet direct zullen merken, profiteren ook zij hier nu en in de toekomst van.

 


Een mooi voorbeeld is onze samenwerking met Albert Heijn. Momenteel werken wij met hen aan een nieuw Home Shop Center in Barendrecht, dat dit najaar naar verwachting de deuren zal openen. In dit distributiecentrum worden bestelde boodschappen verzameld en zullen alle houdbare producten geautomatiseerd zijn, waardoor de werklast van medewerkers enorm zal verminderen. Zo hoeven zij zo goed als nooit meer zelf houdbare producten uit de rekken te pakken.

 


Dat maken we mogelijk met een geïnte­greerde Swisslog-oplossing die onder meer is uitgerust met AutoStore. Dit is een makkelijk te integreren en zeer efficiënte gerobotiseerde opslag- en orderverzamel­oplossing. AutoStore is een zelflerend systeem, waardoor het bijvoorbeeld weet dat het producten met een hogere rotatie op de bovenste laag moet opslaan, zodat ze sneller gepickt kunnen worden.

In het Home Shop Center rijden straks zo’n 300 robots rond die bestelde boodschappen verzamelen. Deze robots kunnen heel snel losse producten, zoals potten houdbare groenten of flessen shampoo, verzamelen. Op die manier brengen ze in hoog tempo de producten die een klant heeft besteld naar de medewerkers om de boodschappenmandjes te vullen. Dat stelt Albert Heijn in staat om vanuit deze locaties wekelijks 45.000 bestellingen bij klanten thuis te bezorgen.

 


Niet alleen supermarkten

We helpen in Nederland niet alleen maar supermarkten met onze oplossingen, maar ook bedrijven uit totaal andere sectoren. Arvato Supply Chain Solutions is het bedrijf dat verantwoordelijk is voor de logistiek achter de e-commerce orders voor klanten zoals Rituals Cosmetics. Ook dit is een markt die zeer snel groeit en dat maakte een snelle upgrade van het distributie­centrum van Arvato noodzakelijk. In piekperiodes nam het aantal orders bij Arvato destijds toe van gemiddeld 10.000 tot meer dan 25.000 per dag.

 


Dus moest er een systeem komen dat deze piekoutput aan kan. Ook in dit geval was er een belangrijke rol weggelegd voor de Auto­Store oplossing van Swisslog. We hebben dit aangepast aan de omstandig­heden bij Arvato: om gassen, spuitbussen en brandbare vloeistoffen in het systeem op te kunnen slaan, hebben we een speciale bunkerfaciliteit geïnstalleerd. Dat maakt dit, voor zover bekend, het eerste systeem met een volledige integratie van gevaarlijke stoffen. Dat laat, wat mij betreft, heel mooi zien hoe flexibel de oplossingen van Swisslog zijn, wat ons in staat stelt om allerlei soorten bedrijven te ondersteunen. Zo gebruikt Arvato Autostore-oplossingen voor klanten in heel Europa en de VS in Healthcare en Tech om tot goede dienstverlening te komen.

 

Feiten

•Swisslog heeft over de hele wereld vestigingen en heeft ook een kantoor in Nederland, om precies te zijn in Zaltbommel

•De geschiedenis van Swisslog gaat terug tot het jaar 1900, toen het bedrijf Sprecher+ Schuh AG in het Zwitserse Aarau werd opgericht.

•In 1994 veranderde de naam in Swisslog en groeide het uit tot een van de belangrijkste aanbieders van automatiserings­oplossingen voor magazijnen en distributiecentra wereldwijd

Jens Schmale: trots op Swisslog-oplossing voor volautomatisch gemixt palletiseren

Een belangrijk doel van Swisslog is het ontwikkelen van systemen die het distributieproces van onze klanten zo goed als foutloos maakt en versnelt, terwijl het minder menskracht vergt. Dat is zeker in Nederland hard nodig, want aan personeel is een groot gebrek, terwijl E-grocery vrijwel nergens zo hard groeit en blijft groeien als hier.

 

 

Maar dat er de wens is om bepaald werk uit handen van mensen te nemen door het te automatiseren, betekent niet dat het ook altijd zo eenvoudig is om dat voor elkaar te krijgen. Gemixt palletiseren is daar een voorbeeld van. Dit is een proces waarbij verschillende producten, in verschillende verpakkingen, op één pallet worden gestapeld. Het optimale stapel­patroon berekenen is niet eenvoudig en de goederen in de juiste volgorde aanvoeren is dat evenmin. Toch is het van groot belang om dit goed te regelen, want onder meer veel retailers en supermarkten bevoorraden hun winkels met mixed pallets.

 


We zijn dan ook trots op onze oplossing die het automatiseren van gemixt palletiseren mogelijk maakt: ACPaQ. Hiermee wordt het orderpicken van mixed pallets een volautomatisch proces. Het is een resultaat van de succesvolle samenwerking tussen Swisslog en KUKA Industrial Robots. Onze bedrijven bundelen al jaren de krachten en maken gebruik van elkaars expertise. In ACPaQ worden verschillende Swisslog- en KUKA-technologieën met elkaar gecombineerd, waaronder conveyorsystemen, high-performance de-palletiseer- en palletiseerrobots en het CycloneCarrier shuttlesysteem.

 


Die laatste toepassing is speciaal ontworpen voor het opslaan van lichte goederen met een hoge doorstroomsnelheid, die daarom constant goed beschikbaar moeten zijn.
Dit systeem is ook geschikt voor implementatie in diepvriesopslagen en een shuttle­magazijn kan tot 150 meter lang en
25 meter hoog worden gebouwd. Ook ACPaQ als geheel is in zowel omgevingen met reguliere temperaturen als gekoelde magazijnzones te gebruiken. Vrijwel alle soorten verpakking (zoals bijvoorbeeld alle soorten kartons, folieverpakking, krimpverpakking) kunnen ermee worden verwerkt.

 


De RowPaQ-cel is het kloppend hart van ACPaQ. Deze beschikt over een geavanceerde vijfassige scharnierarmrobot van KUKA die een flexibele grijper met verstelbare vorken heeft, waardoor het mogelijk is om 4 dozen tegelijk op te pakken, ook als deze niet dezelfde grootte of hetzelfde gewicht hebben. Met ACPaQ kunnen de pallets op die manier stabiel en winkelvriendelijk worden gebouwd. Dat scheelt in de kosten, omdat bijvullen in de winkel efficiënter kan gebeuren.

 


Ook kleine en middelgrote centra

De vraag naar automatisering speelt niet alleen bij de enorme distributiecentra die tot 500.000 dozen per dag afhandelen waarover bijvoorbeeld supermarktketens beschikken, maar ook bij kleine en middel­grote centra. Ook op deze locaties is ACPaQ met behulp van modules geconfigureerd en schaalbaar. De opslagsystemen en alle componenten worden volledig met elkaar geïntegreerd en de Swisslog-software SynQ zorgt ervoor dat het gehele proces betrouwbaar en transparant is.

 


ACPaQ wordt al op verschillende plekken succesvol gebruikt. Coca Cola Auckland begon in 2018 bestellingen met ACPaQ te verwerken en doorliep onlangs het eerste piekseizoen waarin het maximum order­volume werd verwerkt. Hun systeem bestaat uit 1 gerobotiseerde depalletizer, 3 RowPaQ cellen en 45 shuttles. Daarmee was de piekprestatie het verwerken van 2.300 kisten per uur.

Feiten

•ACPaQ maakt gebruik van grijpers met vier vorken, die gelijktijdig meerdere producten kunnen afhandelen

•Het zorgt voor hoge prestaties tot 1.000 stuks per uur. Het modulaire ontwerp van ACPaQ biedt volledige integratie van opslagsysteem, componenten en de SynQ software van Swisslog

23 mrt 2023

|

Levensstijl

‘Blijf leren en blijf bij’

Het is, voor de overheid én bedrijven, belangrijker dan ooit om te investeren in duidelijke teksten en communicatie, zegt Annette van der Schee van Taalcentrum-VU. “Goed kunnen schrijven en communiceren is allang niet meer alleen het terrein van schrijvers en communicatie­professionals.”


Eén op de zes Nederlanders heeft moeite met lezen, schrijven of rekenen, blijkt uit onderzoek. Taalcentrum-VU, dat bij de Vrije Universiteit hoort, helpt de overheid, bedrijven én particulieren om beter te communiceren. Met (online) trainingen worden werknemers onder andere ondersteund in het gebruik van begrijpelijke taal, inclusief taalgebruik en digitale communi­catie. Belangrijk werk, volgens Annette van der Schee van het Taalcentrum-VU: “Je leert schrijven op school en daarna ben je klaar. Veel mensen beseffen misschien niet hoe belangrijk taal vervolgens is in hun carrière. Maar of je nu een e-mail schrijft, een vacaturetekst maakt of een beleidsrapport samenstelt, het is altijd van belang dat de lezer je snapt én dat er correcte taal wordt gebruikt. Een spelfout doet misschien niet af aan de leesbaarheid van een tekst, maar leidt wel af van de boodschap.”


Datzelfde geldt volgens Van der Schee voor vage, onbegrijpelijke teksten of teksten met oubollig taalgebruik. Ze ziet ze geregeld voorbijkomen. “Op websites waarbij ik me afvraag: wat wordt hier nu eigenlijk voor product of dienst aan­geboden? Dat valt lezers op en het zorgt ervoor dat ze misschien wegklikken.” Goed dus, om je communicatie­vaardigheden te blijven ontwikkelen, benadrukt Van der Schee. Bij Taalcentrum-VU kloppen geregeld bedrijven aan die daar hulp bij zoeken. “Denk bijvoorbeeld aan een verzekerings­maatschappij die af wil van ‘de kleine lettertjes’ in een polis en gewoon helder wil communiceren wat de voorwaarden zijn. Een goede, begrijpelijke tekst zorgt ervoor dat de lezer je vertrouwt.”

 
Uit onderzoek van de Stichting Lezen en Schrijven blijkt dat 2,5 miljoen mensen van zestien jaar en ouder moeite hebben met lezen, schrijven of rekenen. “Er is de afgelopen jaren heel veel aandacht gekomen voor het schrijven van begrijpelijke teksten”, zegt Van der Schee. “Laaggeletterdheid is terecht op de politieke agenda gekomen. Het is goed om te zien dat ook de overheid en bedrijven de verantwoordelijkheid nemen om teksten aan te passen.”


Een andere ontwikkeling die zij ziet, is inclusief communiceren, oftewel op zo’n manier communiceren dat je niemand buiten­sluit. “Het publiek, je doelgroepen, maar ook je medewerkers. Een concrete tip is ‘die’ en ‘hen’ toevoegen als voornaamwoorden. Daarnaast is cultureel-historische of sociaal-economische inclusie belangrijk. Dus niet ‘slaaf’ maar ‘tot slaaf gemaakt’ en niet ‘laag of hoog opgeleid’ maar ‘praktisch of theoretisch opgeleid’. Denk hierbij ook aan interculturele sensitiviteit. Je kunt nog zo foutloos Engels spreken of schrijven, als je niets van interculturele verschillen begrijpt, mis je alsnog de aansluiting met je lezer of klant. Taal is maar een deel van het verhaal, wat er tussen de regels gebeurt is net zo belangrijk.”

 
Van der Schee waarschuwt: goed dat bedrijven investeren in vakkennis, maar sla communicatie niet over. “Er is de afgelopen jaren veel veranderd op het gebied van communiceren, ook door digitale ontwikkelingen. Het is belangrijk dat bedrijven goed bij blijven.” Ook kunstmatige intelligentie neemt volgens Van der Schee een plek in. “Mijn suggestie: omarm dergelijke hulp­middelen als schrijvende professional. Experimenteer ermee want het is here to stay en je kunt er wat aan hebben. Blijf leren, of blijf achter.” 

 
Zij merkt dat werknemers zelf graag in hun communicatievaardigheden willen investeren. “Hoe blijf je bij? Wees nieuwsgierig! Mede­werkers vinden het vaak leuk om zich te ontwikkelen en het is alleen maar goed als bedrijven dat faciliteren. Bijvoorbeeld door behalve een opleidingsbudget ook werktijd ter beschikking te stellen aan je medewerker. Er zijn tegenwoordig allerlei manieren om je te ontwikkelen. Van groepstraining tot webinar en van privétraining tot e-learning. Er is zoveel keus, dat verlaagt de drempel.”

23 mrt 2023

|

Levensstijl

Jezelf ontwikkelen duurt een leven lang

Niemand is uitgeleerd na zijn studie. Verschillende banen, nieuwe bedrijven, bijzondere ervaringen; alles geeft je meer bagage. Maar nu de wereld zo sterk verandert, denk aan kunstmatige intelligentie en de energietransitie, is dat niet meer voldoende. Nederlandse hoge­scholen en universiteiten zijn er dan om te helpen bijscholen of omscholen. Althans, als het aan hen ligt.

 

pg8-maurice-limmen.jpg     scherm-afbeelding-2023-03-23-om-15-10-33.png
Bij nascholing of bijscholing, wat we nu ook wel een Leven Lang Ontwikkelen noemen, denken velen nog aan instellingen als de LOI. “Ik wil dat ze ook aan ons gaan denken”, zegt Pieter Duisenberg, voorzitter van Universiteiten van Nederland. “We worden met name gezien als bachelor- en master­onderwijs – en voor bekende postdoc-opleidingen als MBA’s en voor registeraccountants. Maar we hebben zoveel meer te bieden.” Dat laatste zegt ook Maurice Limmen, voor­zitter van de Vereniging Hogescholen. “65.000 mensen per jaar vinden al hun weg naar het hbo als het gaat om een Leven Lang Ontwikkelen. Dat lag van oudsher al bij hogescholen, vanuit de voor de hand liggende rede­nering dat wanneer je van beroep verandert, je naar het beroepsonderwijs moet. Maar we zouden nog veel meer willen doen.”

 

Op www.heelveelindeeltijd.nl laten de hogescholen zien welk aanbod zij hebben voor wie naast zijn werk wil studeren. Meer bijzonder is Fast­Switch (www.fastswitch.nl). Limmen: “Veel mensen die zich willen omscholen naar een nieuwe baan lopen al vast bij de eerste vragen. Waar ben ik goed in? Wat zijn mijn talenten? Voor welke baan zou ik me moeten laten omscholen? Voor veel mensen valt het niet mee om vervolgens in beweging te komen.” Met FastSwitch nemen de hogescholen de mensen volgens Limmen mee bij alle stappen. “We kijken waar iemand goed in is, voor welke banen hij of zij in aanmerking komt en zorgen voor omscholing in zes maanden, met behoud van een eventuele uitkering. En na afloop ligt er een contract klaar bij een nieuwe werk­gever.” Vooral in de tekort- sectoren – zorg, onderwijs, IT en techniek – biedt FastSwitch moge­lijkheden. “We zijn er ontzettend enthousiast over, want het werkt als een tierelier.”

 
Zo ver als de hogescholen zijn de Nederlandse universiteiten nog niet. Wel hebben ze al hun aanbod gebundeld op www.universitairdoorleren.nl. Duisenberg: “Daarop worden 1300 opleidingen aangeboden. Er is een heel divers aanbod, zowel qua inhoud als duur. Van korte webinars over pensioenrecht tot een volledige master artificial intelligence.” Duisenberg zou graag zien dat een Leven Lang Ontwikkelen een vierde publieke kerntaak wordt voor de universiteiten, naast onderwijs, onderzoek en valorisatie (het delen van kennis). “We hebben zoveel docenten, kennis en mogelijkheden om deze lessen te kunnen geven. De tijd dat de grens wordt gelegd bij een master­diploma moet voorbij zijn. Het onderwijs­model moet open.”


Waarom? Niemand is ooit uit­geleerd, aldus Duisenberg. “Iedereen moet de kans hebben om zichzelf opnieuw uit te vinden en verbeteren.” En dat brengt enkel positieve energie, vult Limmen aan. “Ik ga altijd graag kijken naar het FastSwitch-project. Je voelt er de energie en ziet het resultaat.”

 

Lening mogelijk

Het STAP-budget vergoedt eenmalig per jaar cursussen tot 1000 euro. Maar daarnaast bestaat nog steeds de mogelijkheid om tegen een bijzonder lage rente een bedrag van de overheid te lenen waarmee het wettelijk collegegeld of lesgeld kan worden betaald. Dit maakt blijven ontwikkelen interessanter. Kijk op www.duo.nl voor meer informatie.

23 mrt 2023

|

Economie

De Volksbank: “Bij digitale transformatie staat de klant centraal”

De digitale transformatie in de banken­wereld raast door. “Veel klanten regelen tegenwoordig vrijwel al hun zaken mobiel”, zegt Alexander Schutte, hoofd archi­tectuur bij De Volksbank, het moeder­bedrijf van SNS, ASN Bank, RegioBank en BLG Wonen. “Ze zijn daarbij steeds meer gewend om direct en consistent over verschillende kanalen antwoord op hun vragen te krijgen.” Directeur IT bij De Volksbank Sebastiaan Kalshoven: “Met Pegasystems ontsluiten wij complexe onderliggende systemen om met de juiste antwoorden op klantvragen tegemoet te reageren.”

 


“Wij hebben nieuwe en oudere systemen”, vertelt Kalshoven, “en die laatste zijn niet altijd ontworpen om realtime vragen te beantwoorden. Om toch zoveel mogelijk direct vragen van klanten proactief of reactief te bedienen, gebruiken wij de 'case management' aanpak. Daarmee zijn we in staat om de klantvraag en antwoorden bij elkaar te brengen en komt het antwoord op een vraag direct beschikbaar voor alle distributiekanalen, zoals onze app, web en ter ondersteuning van de adviseur
in ons kantoor.”


Juist de combinatie van digitaal en lokaal is heel belangrijk voor de Volksbank. Volgens DNB worstelen 2,6 miljoen Nederlanders van 18 jaar en ouder met de digitale betaalwereld. Alledaagse betalingen in de winkel lukken meestal wel. Maar minder vaak voorkomende handelingen zoals het openen van een bankrekening of het blokkeren van een bankpas leveren problemen op. Voor toegankelijke bankdiensten houdt de Volksbank haar SNS Winkels en RegioBank kantoren open. Ook biedt de klantenservice van de bankmerken hoogwaardige telefonische onder­steuning voor klanten. 

Zowel online klanten als klanten aan de balie worden dankzij de case management-­functionaliteit beter geholpen. De bank houdt hen ook op de hoogte van de status van de processtappen die plaatsvinden. Kalshoven: “Het kan soms zijn dat we laten weten dat we iets eerst moeten uitzoeken voordat we met een antwoord kunnen komen. Daardoor weten klanten dan waar ze aan toe zijn en waar wij voor hen aan werken. Ons doel is om dat na één keer in één keer goed te doen.”

 scherm-afbeelding-2023-03-23-om-11-33-31.png


Klantcontact koesteren

Proactiviteit zit ook in een productaanbod op maat dat bij de klant past, zoals een ver­zekering, een hypotheek of een lening, geeft Kalshoven aan. “Maar het gaat beslist niet alleen om het verkopen van producten. Het bouwen aan een sterke klantrelatie staat voorop. Zo valt ook bijvoorbeeld het vroegtijdig signaleren van een betalingsachterstand bij de klant hieronder. We verwijzen dan haar naar onze afdeling Financiële Zorg – een naam waar de term 'zorg' niet toevallig in zit. Onze slogan weerspiegelt ons beleid: 'bankieren met de menselijke maat'. Klanten herkennen dat, want RegioBank, ASN Bank en SNS vormen samen de top drie van klantvriendelijkste banken in Nederland. We koesteren onze klantcontacten.”

 
Schutte: “In veel van de gevallen weten we vooraf waarom klanten contact met ons opnemen, bijvoorbeeld omdat hun pasje stuk is of omdat hun geld op is. Door het IT-­systeem intelligent te gebruiken, kunnen we daarop voorsorteren en ligt de pas al klaar als de vraag binnenkomt.” Kalshoven vult aan: “Als klanten contact opnemen, verbinden we hen weer met de laatste medewerker met wie ze contact hebben gehad. Die kent hun dossier, zodat ze niet steeds opnieuw hoeven uit te leggen wat er speelt. Persoonlijk contact is heel belangrijk – juist ook de jeugd die gewend is zaken digitaal te regelen waardeert dat enorm.”       

 

 

Van spaghetti naar lasagne

De functionaliteit van Pegasystems komt niet alleen de klantvriendelijkheid ten goede. Het brengt ook de IT-ers van de bank voordelen, legt Schutte uit: “We koppelen het achter­liggende IT-landschap los van de klantcontacten aan de voorkant. Dat maakt het bijvoorbeeld mogelijk om functionaliteit in onze IT te vervangen, zonder dat de klant of de medewerker daar hinder van ondervindt. Zo kunnen we verbouwen terwijl de winkel open blijft, onze klanten blijven bedienen zonder hen lastig te vallen met techniek.”


Kalshoven: “Zie het als de verbindingen tussen systemen omzetten van spaghetti naar lasagne: een duidelijke, gelaagde architectuur die ontkoppelen mogelijk maakt. Pegasystems heeft bij ons in die architectuur een centrale rol verworven, waarbij alles is georganiseerd rond klantinteractie.”    

Schutte: “Zo kunnen we voor alle merken dezelfde onderliggende processen hanteren. Tegelijkertijd ziet het er voor de klant bij elk merk anders uit. De AI in de software van Pega­systems zorgt ervoor dat de klant steeds het aanbod krijgt dat het best bij hem of haar en bij het merk past. Bij RegioBank zal dat eerder een gesprek met de adviseur zijn, terwijl het bij ASN Bank eerder om een online aanbod gaat.”   

 


Zorgplicht vervullen

De samenwerking tussen Pegasystems en de Volksbank startte een jaar of vijf geleden. Bestaande zelfgebouwde softwaremodules rond financiële zorg maakten plaats voor implementaties van Pegasystems. Dat begon met het in lijn brengen van het aanbod op websites en mobiele apps. In december 2022 sloot de Volksbank een contract voor vijf jaar met Pegasystems voor verlenging en uitbreiding van de IT-diensten.

 
Kalshoven: “Dat contract is een bevestiging van ons vertrouwen in onze strategie en de technologie. Langzamerhand hebben we de toepassing al uitgebreid naar alle kanalen. Verandering is altijd moeilijk, maar als mensen de voordelen zien dan zijn ze om. En ze zagen de voordelen, dus gingen ze om.”  Belangrijk is dat het Pega-platform de Volksbank ook helpt bij het invullen van de financiële zorgplicht rond het thema Know Your Customer (KYC): het voorkomen en bestrijden van fraude, witwassen en misbruik van klant­rekeningen. Kalshoven: “We moeten voldoen aan de steeds strengere wet- en regelgeving en zullen alleen aanbieden wat we kunnen en mogen aanbieden. Daar komt veel bij kijken.”

 

De Volksbank heeft het versterken van de klantrelatie en het vergroten van maatschappelijke impact verankerd in haar strategie ‘Beter voor elkaar, van belofte naar impact'. Onder het moederbedrijf vallen: BLG Wonen: hypotheken onder het motto 'goed wonen voor iedereen' ASN Bank: online bankieren met focus op duurzaamheid, derde klantvriendelijkste bank van Nederland SNS Bank: eerst de mens, dan het geld. 204 winkels, tweede klantvriendelijkste bank van Nederland RegioBank: de buurtzame bank met 443 zelfstandig adviseurs, klantvriendelijkste bank van Nederland

More Stories

23 mrt 2023

|

Industrie

Robotisering en automatisering een no-brainer

Het aantal mobiele robots zal de komende twee jaar naar verwachting wereldwijd verdubbelen. De prijsdaling die dat met zich meebrengt, in combinatie met de andere voordelen, maakt het voor bedrijven in de logistieke sector een no-brainer om met robotisering en automatisering aan de slag te gaan. Dat verwacht Jan Jongbloets, VP, Key Account  & Channel Management EMEA bij technologiebedrijf Geek+.

 jan-jongbloets.jpg


Dat het aantal mobiele robots zo sterk zal stijgen, komt naar voren uit een rapport van Interact Analysis. Uit datzelfde onderzoek blijkt dat deze markt tussen 2020 en 2022 ook al verdubbelde. Door de forse stijging van productieaantallen in combinatie met sterk doorgevoerde standardisatie van robots en software, worden de robots steeds breder inzetbaar, zegt Jongbloets.

 


Het wordt volgens Jongbloets voor bedrijven in de logistieke sector dan ook steeds aantrekkelijker om in robots te investeren. De terugverdientijd wordt verkort,  ook bij de systemen die Geek+ levert. “Met de producten die wij wegzetten, zoals orderpick, opslag- en sorteersystemen, streven we naar een terugverdientijd van één tot drie jaar. Daar zijn we succesvol in, met deze trend wordt het voor bedrijven inderdaad een no-brainer om robots in te zetten.”

Terugverdientijd

Los van de kosten, denkt Jongbloets dat de logistieke sector robots nodig zal hebben om de uitdagingen van deze tijd het hoofd te bieden. Het personeelstekort is er daar een van en momenteel zijn ook de hoge energiekosten voor bedrijven een punt van zorg. Robots kunnen in de ogen van Jongbloets ook voor dat probleem soelaas bieden: “Het energieverbruik van een automatische magazijnkraan is veel groter dan dat van een robot.”

 


Ook de beperkte ruimte in Nederland is voor logistieke bedrijven een belangrijk punt van aandacht, want daardoor is het noodzakelijk om de opslagcapaciteit op de beschikbare locaties te maximaliseren en een optimale opslagstrategie te hebben. Daarvoor is automatisering volgens Jongbloets essentieel. “Wij richten met onze oplossingen het logistieke proces efficiënter in. Zo kijken we met Geek+ bijvoorbeeld naar historische orderdata en leiden daaruit af welke producten veelvuldig verkocht zullen worden en welke wat langer op de plank blijven liggen. Op basis daarvan maken we gebruik van algoritmen, waarmee bepaald wordt welk product op welke plek het meest efficient wordt opgeslagen. Een robot voert dat dan uit.”

 


Jongbloets verwacht dat Geek+ in de Nederlandse logistieke sector een nog grotere rol kan gaan spelen. Vanwege de aantrekkelijke terugverdientijd die het biedt, maar vooral door de innovatiekracht die hij aan het bedrijf toeschrijft. “Onze innovatiecyclus is heel kort. Dat betekent dat er weinig tijd zit tussen het ontstaan van een idee en het realiseren van een daadwerkelijk eerste project. Wij denken ook meer in processen en oplossingen dan in technologie en anlyseren in detail  de processen van logistieke bedrijven. Van oorsprong zijn we een softwarebedrijf, later is daar hardware aan toegevoegd. Dat betekent dat we een totaaloplossing bieden voor de klant.”

23 mrt 2023

|

Industrie

3 vragen aan Peter Kazander


Wat is de belangrijkste / gemeenschappelijke trend die u opmerkt rond de LogiMAT-beurzen in Duitsland, Thailand en China?

“Automatisering en Data Management zijn overal de belangrijkste onderwerpen. Verder bieden robots en cobots veel innovatiepotentieel. Big Data en Systeemintegratie zijn echte succesfactoren. Een andere ontwikkeling, zowel in Europa als in Azië, is de reactie op het destabiliseren van toeleveringsketens in de afgelopen jaren. Toonaangevende industriële ondernemingen wereldwijd breiden hun netwerken uit om inkoop- en productierisico's te spreiden. Zo transformeren zij wereldwijde leveringsketens.”

 


Welke innovaties merkt u op bij standhouders waarmee bedrijven van deze trend kunnen profiteren?

“De industrie is bezig met een proces van herglobalisering. Als gevolg daarvan wordt nieuwe productie- en magazijncapaciteit gepland en gebouwd. Dit biedt enorme kansen voor bedrijven die intralogistieke oplossingen voor productie en opslag leveren. Onze exposanten zijn toonaangevende en innovatieve bedrijven die snel op deze wereldwijde marktontwikkelingen reageren. Dit biedt veel potentieel, vooral voor Zuidoost-Azië. Gevestigde bedrijven en bewezen oplossingen zullen in nieuwe regio's kunnen doordringen.”

 


Zijn er trends in de Stuttgart LogiMAT die verschillen van de twee andere locaties?

“De situatie tussen de regio's kan verschillen, maar de eisen blijven dezelfde. LogiMAT gaat over procesoptimalisatie en kostenefficiëntie. Dat is wat exposanten aanbieden: producten, diensten en oplossingen om de interne goederenbehandeling kosteneffectief te optimaliseren. We brengen mensen samen op ons platform waar ze elkaar ontmoeten, elkaar spreken en van elkaar kunnen leren. Het begeleidende programma dat we tijdens alle drie de beurzen aanbieden, richt zich meer op overeenkomsten dan op verschillen. Bezoekers uit verschillende regio's, culturen en achtergronden praten, luisteren en leren om samen hun bedrijf te ontwikkelen. Dat is waar een goede beurs om draait.”

23 mrt 2023

|

Industrie

Heffiq laat zich nadrukkelijk zien als logistiek adviespartner

Heffiq, dat in Nederland een degelijke reputatie heeft opgebouwd als dealer van Hyster heftrucks, magazijntrucks en containerhandlers (ontwikkeld en geproduceerd in Nijmegen) en overig intern transportmateriaal (zoals magazijninrichting en vloerreinigingsmachines), verschuift zijn focus steeds meer richting totaalpartner in logistiek advies. Tijdens overleg met klanten staat het advies centraal op basis van 5 thema’s om maximaal rendement te halen uit de geboden logistieke oplossingen.

 


Bij contacten met nieuwe relaties heeft Martijn Veerkamp, commercieel directeur van Heffiq, de opdracht voor zichzelf en het team geformuleerd om eerst uitgebreid kennis te maken met het bedrijf in kwestie.

De vijf eerder genoemde thema’s zijn daarbij leidraad.
Het gaat om:

  • Productiviteit
  • Continuïteit
  • Veiligheid
  • Duurzaamheid
  • Fleetmanagement

“Elk bedrijf kent zijn eigen logistieke uitdagingen en we willen de knelpunten goed snappen. Bovendien hebben we te maken met verschillende aanspreekpunten, waaronder bestuurders, maar ook managers uit technische dienst, procurement of logistiek. Afzonderlijke behoeftes worden meegewogen in het totaaladvies.

 


Persoonlijke benadering!

Hoe de vervolggesprekken worden ingevuld, verschilt per relatie, afhankelijk van de behoefte. Dat kan de vorm krijgen van een demonstratie in het eigen magazijn, maar bijvoorbeeld ook een bezoek aan een referentie van Heffiq. “Elk bedrijf verlangt een specifieke logistieke oplossing. Wat je wel kunt stellen, is dat er een gemene deler bestaat in de vorm van krapte op de arbeidsmarkt. Bedrijven willen logistiek transportmateriaal zo efficiënt en productief mogelijk inzetten.”

 


Een succesvol logistiek advies heeft niet uitsluitend van doen met het leveren van materiaal, maar vooral met het afstemmen van de totale behoefte op het gebied van intern transport (zoals financieringvormen, pieken in productie opvangen en verschillende onderhoudsvormen). “Er bestaan tal van thema’s die aanhaken bij de actualiteit, waaronder het verlagen van de CO2-footprint. Ook veiligheid is een belangrijk thema op dit moment. Bedrijven hechten grote waarde aan het werkcomfort en ergonomie voor medewerkers, mede gezien de krapte op de arbeidsmarkt.”

 


Robotisering

Een steeds vaker besproken onderwerp dat Veerkamp tevens wil melden, heeft van doen met robotisering en automatisering. “Ook op dit vlak denken wij als Heffiq graag mee om het logistieke proces van onze klanten verder te optimaliseren en onze klantrelatie verder te intensiveren.”

23 mrt 2023

|

Industrie

Winkels moeten snel automatiseren door sterke groei E-grocery

Het aantal mensen dat online de dagelijkse boodschappen bestelt, nam tijdens de coronacrisis zeer sterk toe. Dat was toen soms uit nood geboren, maar de forse groei van E-grocery gaat ook na de pandemie onverminderd hard door. Omdat winkelketens door deze trend in de rij staan om hun logistieke processen te automatiseren, hebben ze het druk
bij automatiseringsbedrijf Swisslog.

 

 

 

De groei van E-grocery sinds de pandemie is indrukwekkend te noemen, blijkt uit de beschikbare data. Zo laat onderzoek van McKinsey zien dat boodschappen in 2019 goed waren voor zo’n vier procent van de totale E-commerceverkoop in de Verenigde Staten.
In 2022 groeide dat al naar boven de tien procent en de prognose is dat het in 2030 al om een kwart van de verkopen zal gaan. McKinsey verwacht dat E-grocery in Europa zelfs nog sterker zal groeien en noemt Nederland als een van de landen die hierin voorop zal blijven lopen.

 


Om de huidige vraag en toekomstige groei aan te kunnen, worden magazijnen en distributiecentra in hoog tempo geautomatiseerd. Met alleen mensenwerk is het steeds vaker onmogelijk om aan de toe­genomen vraag en veranderende wensen van consumenten te voldoen. De auto­matisering zal dus in hoog tempo door blijven gaan: in 2025 zal vijftig procent van alle online bestellingen worden verwerkt door autonome robots, is de voorspelling. Dat scheelt heel veel menskracht en tijd: over vijf jaar kost het gemiddeld nog maar dertig minuten om een order te verwerken. Nu is dat nog vaak vier uur.

 img-7278-both.jpg

Award

Bedrijven in de sector E-commerce die dit nastreven, komen voor de oplossing vaak uit bij Swisslog. Met de datagestuurde robot­systemen van dit bedrijf kunnen magazijnen en distributiecentra, en het logistieke proces in zijn geheel, geauto­matiseerd en gedigitaliseerd worden.
Van oorsprong is Swisslog Zwitsers, maar het opereert inmiddels wereldwijd. Veel klanten bevinden zich in Europa, waaronder in Nederland (lees hierover meer in het artikel van Cees Luijendijk), maar Swisslog maakt ook naam in en buiten Europa. In Duitsland won de Swisslog klant dm-drogerie markt de Duitse en Europese logistics award dankzij de
Swisslog’s ACPaQ oplossing.

 


De bijna 3000 mensen die bij Swisslog werken, hebben momenteel meer dan genoeg te doen, vertelt MD Benelux en Head of Operations EMEA Cees Luijendijk. “Onze klanten zijn momenteel massaal op zoek naar manieren om hun processen zo snel en hoogwaardig mogelijk te automatiseren. Dat is voor ons een mooie kans en uitdaging. En onze multi­disciplinaire teams werken dagelijks keihard om ervoor te zorgen dat we dit ook daadwerkelijk kunnen bieden.”

 


Jens Schmale, CEO van Swisslog EMEA, verwacht dat de belangstelling voor de automatiseringsoplossingen van zijn bedrijf voorlopig allesbehalve zal af­nemen. De markt voor thuisbezorging van boodschappen blijft namelijk nog wel even doorgroeien, is ieders verwachting.
“Consumenten zijn gewoon echt heel anders gaan leven dan een paar jaar geleden. Ze hebben nu andere wensen en verwachtingen. Steeds meer mensen willen bijvoorbeeld de optie hebben om dagelijks verse groenten en andere voedings­middelen thuisbezorgd te krijgen. En dat moet ook nog eens netjes op tijd gebracht worden. Veel winkels kunnen dat niet waarmaken met alleen mensen die het werk doen, maar de software van Swisslog stelt ze in staat om dat allemaal wél
mogelijk te maken.”

 


End-to-end oplossingen

Het is niet zo dat er slechts een product of een systeem wordt verkocht, legt Schmale uit. Hij omschrijft Swisslog als een ‘integrator’ die als het ware een ‘logistieke fabriek’ kan neerzetten bij zijn klanten. Die fabriek regelt het logistieke proces van het begin (wanneer goederen binnenkomen) tot het eind (als de
producten het magazijn verlaten).
Voorbeeld is het systeem ACPaQ, dat gerobotiseerd en datagestuurd gemixt kan palletiseren (lees hierover meer in
het artikel van Jens Schmale).

“Daarmee leveren we een echte end-to-end-oplossing die alle logistieke stappen met elkaar integreert. Dat betekent tevens dat we altijd voor langere tijd met onze klanten samenwerken en hun processen blijven stroomlijnen. Op die manier
houden we op dit moment al meer dan 800 instal­laties in Europa draaiende.”

 


De ambities van Swisslog reiken nog veel verder dan dat. Luijendijk: “We willen de komende decennia de leidende partij zijn die de voedingsmiddelenindustrie en haar distributie helpt om naar een hoger niveau door te groeien, te midden van alle grote veranderingen die nu gaande zijn. Dat commitment is voor onze klanten vaak ook een belangrijke reden om met ons samen te willen werken. Het zijn grote beslissingen waar ze op dit gebied voor staan, want het moet hen voor een periode van zo’n 30 jaar vooruit gaan helpen. Wij blijven hen gedurende die periode helpen om hun logistieke hardware en software door te blijven ontwikkelen.”

 

Logo

Swisslog wil ook zichzelf blijven ontwikkelen en vernieuwen. Dat zit hem soms in dingen die misschien klein lijken, maar waar heel goed over is nagedacht. Zo heeft het bedrijf begin maart een nieuw logo gepresenteerd. Het ontwerp bouwt voort op het logo dat al 25 jaar gebruikt wordt, maar de nieuwe versie is volledig geoptimaliseerd voor het digitale tijdperk. Het vormt de kern van een rebranding die in gang is gezet, waarmee Swisslog zijn positionering wil weerspiegelen.

 


“Alles wat we doen moet uiteindelijk in het teken staan van ons ultieme doel: bijdragen aan de levenskwaliteit van mensen”, zegt Schmale. “Om dat te bereiken hanteren we twee belangrijke principes: duurzaamheid en het vooropstellen van het collectief. Vooral dat laatste zit echt opgesloten in ons Zwitserse DNA. Als bedrijf zijn we er ook om te ‘dienen’ en we zetten onze mensen voorop. Dat is dus ook hoe we omgaan met onze klanten. En voor alles dat we ontwikkelen zal ook in de toekomst blijven gelden dat het altijd een positieve bijdrage moet leveren voor het grote geheel.”

Feiten

• In 2025 zal naar verwachting vijftig procent van alle online bestellingen worden verwerkt door autonome robots

• Dat zorgt ervoor dat het gemiddeld nog maar dertig minuten zal kosten om een order te verwerken. Dat is nu nog vaak zo'n vier uur

• Dat zal waarschijnlijk leiden tot lagere productiekosten en veel minder fouten in de distributieprocessen

 

Cees Luijendijk: ook Nederlandse consument profiteert van Swisslog-technologie

De voorkeuren van consumenten veranderen constant. Dat geldt zeker ook voor de manier waarop ze hun boodschappen het liefst willen doen en welke producten ze graag willen kopen. Swisslog helpt winkeldistributiecentra, ook in Nederland, om hun processen flexibeler en toekomstbestendig te maken. Alleen zo zijn ze in staat om optimaal in te spelen op de enorm dynamische markt waarop ze zich begeven.

 

 

 

Een van de huidige trends is dat klanten steeds meer behoefte hebben aan vers voedsel. Supermarkten bewegen uiteraard mee met deze en andere wensen van de consument en dus ook met deze trend, waarvan wij verwachten dat hij door zal zetten. Dat heeft ook gevolgen voor het logistieke proces. Swisslog heeft al meerdere bedrijven in Nederland geholpen met zijn automatiseringsoplossingen. Hoewel de Nederlandse consumenten het misschien niet direct zullen merken, profiteren ook zij hier nu en in de toekomst van.

 


Een mooi voorbeeld is onze samenwerking met Albert Heijn. Momenteel werken wij met hen aan een nieuw Home Shop Center in Barendrecht, dat dit najaar naar verwachting de deuren zal openen. In dit distributiecentrum worden bestelde boodschappen verzameld en zullen alle houdbare producten geautomatiseerd zijn, waardoor de werklast van medewerkers enorm zal verminderen. Zo hoeven zij zo goed als nooit meer zelf houdbare producten uit de rekken te pakken.

 


Dat maken we mogelijk met een geïnte­greerde Swisslog-oplossing die onder meer is uitgerust met AutoStore. Dit is een makkelijk te integreren en zeer efficiënte gerobotiseerde opslag- en orderverzamel­oplossing. AutoStore is een zelflerend systeem, waardoor het bijvoorbeeld weet dat het producten met een hogere rotatie op de bovenste laag moet opslaan, zodat ze sneller gepickt kunnen worden.

In het Home Shop Center rijden straks zo’n 300 robots rond die bestelde boodschappen verzamelen. Deze robots kunnen heel snel losse producten, zoals potten houdbare groenten of flessen shampoo, verzamelen. Op die manier brengen ze in hoog tempo de producten die een klant heeft besteld naar de medewerkers om de boodschappenmandjes te vullen. Dat stelt Albert Heijn in staat om vanuit deze locaties wekelijks 45.000 bestellingen bij klanten thuis te bezorgen.

 


Niet alleen supermarkten

We helpen in Nederland niet alleen maar supermarkten met onze oplossingen, maar ook bedrijven uit totaal andere sectoren. Arvato Supply Chain Solutions is het bedrijf dat verantwoordelijk is voor de logistiek achter de e-commerce orders voor klanten zoals Rituals Cosmetics. Ook dit is een markt die zeer snel groeit en dat maakte een snelle upgrade van het distributie­centrum van Arvato noodzakelijk. In piekperiodes nam het aantal orders bij Arvato destijds toe van gemiddeld 10.000 tot meer dan 25.000 per dag.

 


Dus moest er een systeem komen dat deze piekoutput aan kan. Ook in dit geval was er een belangrijke rol weggelegd voor de Auto­Store oplossing van Swisslog. We hebben dit aangepast aan de omstandig­heden bij Arvato: om gassen, spuitbussen en brandbare vloeistoffen in het systeem op te kunnen slaan, hebben we een speciale bunkerfaciliteit geïnstalleerd. Dat maakt dit, voor zover bekend, het eerste systeem met een volledige integratie van gevaarlijke stoffen. Dat laat, wat mij betreft, heel mooi zien hoe flexibel de oplossingen van Swisslog zijn, wat ons in staat stelt om allerlei soorten bedrijven te ondersteunen. Zo gebruikt Arvato Autostore-oplossingen voor klanten in heel Europa en de VS in Healthcare en Tech om tot goede dienstverlening te komen.

 

Feiten

•Swisslog heeft over de hele wereld vestigingen en heeft ook een kantoor in Nederland, om precies te zijn in Zaltbommel

•De geschiedenis van Swisslog gaat terug tot het jaar 1900, toen het bedrijf Sprecher+ Schuh AG in het Zwitserse Aarau werd opgericht.

•In 1994 veranderde de naam in Swisslog en groeide het uit tot een van de belangrijkste aanbieders van automatiserings­oplossingen voor magazijnen en distributiecentra wereldwijd

Jens Schmale: trots op Swisslog-oplossing voor volautomatisch gemixt palletiseren

Een belangrijk doel van Swisslog is het ontwikkelen van systemen die het distributieproces van onze klanten zo goed als foutloos maakt en versnelt, terwijl het minder menskracht vergt. Dat is zeker in Nederland hard nodig, want aan personeel is een groot gebrek, terwijl E-grocery vrijwel nergens zo hard groeit en blijft groeien als hier.

 

 

Maar dat er de wens is om bepaald werk uit handen van mensen te nemen door het te automatiseren, betekent niet dat het ook altijd zo eenvoudig is om dat voor elkaar te krijgen. Gemixt palletiseren is daar een voorbeeld van. Dit is een proces waarbij verschillende producten, in verschillende verpakkingen, op één pallet worden gestapeld. Het optimale stapel­patroon berekenen is niet eenvoudig en de goederen in de juiste volgorde aanvoeren is dat evenmin. Toch is het van groot belang om dit goed te regelen, want onder meer veel retailers en supermarkten bevoorraden hun winkels met mixed pallets.

 


We zijn dan ook trots op onze oplossing die het automatiseren van gemixt palletiseren mogelijk maakt: ACPaQ. Hiermee wordt het orderpicken van mixed pallets een volautomatisch proces. Het is een resultaat van de succesvolle samenwerking tussen Swisslog en KUKA Industrial Robots. Onze bedrijven bundelen al jaren de krachten en maken gebruik van elkaars expertise. In ACPaQ worden verschillende Swisslog- en KUKA-technologieën met elkaar gecombineerd, waaronder conveyorsystemen, high-performance de-palletiseer- en palletiseerrobots en het CycloneCarrier shuttlesysteem.

 


Die laatste toepassing is speciaal ontworpen voor het opslaan van lichte goederen met een hoge doorstroomsnelheid, die daarom constant goed beschikbaar moeten zijn.
Dit systeem is ook geschikt voor implementatie in diepvriesopslagen en een shuttle­magazijn kan tot 150 meter lang en
25 meter hoog worden gebouwd. Ook ACPaQ als geheel is in zowel omgevingen met reguliere temperaturen als gekoelde magazijnzones te gebruiken. Vrijwel alle soorten verpakking (zoals bijvoorbeeld alle soorten kartons, folieverpakking, krimpverpakking) kunnen ermee worden verwerkt.

 


De RowPaQ-cel is het kloppend hart van ACPaQ. Deze beschikt over een geavanceerde vijfassige scharnierarmrobot van KUKA die een flexibele grijper met verstelbare vorken heeft, waardoor het mogelijk is om 4 dozen tegelijk op te pakken, ook als deze niet dezelfde grootte of hetzelfde gewicht hebben. Met ACPaQ kunnen de pallets op die manier stabiel en winkelvriendelijk worden gebouwd. Dat scheelt in de kosten, omdat bijvullen in de winkel efficiënter kan gebeuren.

 


Ook kleine en middelgrote centra

De vraag naar automatisering speelt niet alleen bij de enorme distributiecentra die tot 500.000 dozen per dag afhandelen waarover bijvoorbeeld supermarktketens beschikken, maar ook bij kleine en middel­grote centra. Ook op deze locaties is ACPaQ met behulp van modules geconfigureerd en schaalbaar. De opslagsystemen en alle componenten worden volledig met elkaar geïntegreerd en de Swisslog-software SynQ zorgt ervoor dat het gehele proces betrouwbaar en transparant is.

 


ACPaQ wordt al op verschillende plekken succesvol gebruikt. Coca Cola Auckland begon in 2018 bestellingen met ACPaQ te verwerken en doorliep onlangs het eerste piekseizoen waarin het maximum order­volume werd verwerkt. Hun systeem bestaat uit 1 gerobotiseerde depalletizer, 3 RowPaQ cellen en 45 shuttles. Daarmee was de piekprestatie het verwerken van 2.300 kisten per uur.

Feiten

•ACPaQ maakt gebruik van grijpers met vier vorken, die gelijktijdig meerdere producten kunnen afhandelen

•Het zorgt voor hoge prestaties tot 1.000 stuks per uur. Het modulaire ontwerp van ACPaQ biedt volledige integratie van opslagsysteem, componenten en de SynQ software van Swisslog

23 mrt 2023

|

Levensstijl

‘Coaching op het werk wordt steeds belangrijker’

Steeds meer bedrijven zien het belang in van coaching voor hun medewerkers. “Deze tijd vraagt veel van werknemers. Een coach voorkomt dat de emmer overloopt.”

  

pg7-kader-nobco.jpg
Volgens Marieke Jellema van de Nederlandse Orde Beroeps­coaches (NOBCO) zorgt coaching er, zowel zakelijk als privé, voor dat mensen zich blijven ontwikkelen. “Het is een goede manier om jezelf te leren kennen en om te leren gaan met lastige of nieuwe situaties. Daarnaast denken veel mensen, vooral jongeren gevoed door sociale media, dat het leven alleen maar leuk mag zijn. Dat is niet zo, coaching helpt om veerkracht te ontwikkelen. Daar heb je thuis iets aan, maar zeker ook op je werk.”

 
Bedrijven zetten coaching veelal in om te voorkomen dat werknemers overbelast raken. “Deze tijd vraagt veel: door oorlog en de energiecrisis is het gevoel van basisvertrouwen bij veel mensen weg. Tegelijkertijd is er sprake van tekorten op de arbeidsmarkt, waardoor hetzelfde werk door minder mensen wordt gedaan. Dat zorgt voor hoge werkdruk en overbelasting. Een coach voorkomt dan dat de emmer overloopt en kan langdurige uitval voorkomen.”

 
De coach is daarnaast een onafhankelijk persoon zonder belang. “Dat heeft een toegevoegde waarde ten opzichte van sparren met iemand binnen de organisatie of met een vriend.” Belangrijk is wel, zo benadrukt Jellema, de kwaliteit van de coach. “Veel bedrijven en werknemers zien door de bomen het bos niet meer als het gaat om coaches. Mijn advies is om altijd een coach in te schakelen die is aangesloten bij één van de vier beroeps­organisaties. Die zorgen er met scholing, bewezen ervarings­uren, certificering en een klachtenreglement voor dat de kwaliteit wordt gewaarborgd. Op www.nobco.nl kun je een coach en diens specialisme eenvoudig opzoeken.”

23 mrt 2023

|

Industrie

‘Een duurzame supply chain begint met ketensamenwerking’

De grote aandacht voor duurzaamheid geeft supply chains een nieuwe dimensie. Naast tijd en geld wordt actief sturen op CO2-uitstoot steeds belangrijker. Dat kan alleen in transparante ketens. E-mail en Excel moeten in de logistiek nu echt de deur uit. Real-time ketensamenwerking is de toekomst.

Ketensamenwerking lijkt een abc’tje. Sneller en efficiënter werken tegen lagere kosten zijn bewezen voordelen. Toch moeten nog heel veel producenten, retailers en logistieke dienstverleners over die drempel heen. Duurzaamheid is daarvoor het vliegwiel.  Maatschappelijke druk en aanstaande wettelijke verplichtingen (CSRD) stellen bedrijven voor nieuwe opgaven. Transparantie is de basis voor duurzame keuzes en het voldoen aan nieuwe regels.

Iedere keten real-time transparant

Yellowstar biedt al sinds de oprichting in 2009 innovatieve softwareoplossingen waarin ketensamenwerking centraal staat. Of het nu is voor de aansturing van supply chains vanaf de leverancier in Azië of voor het managen van intermodale ketens van haven tot warehouse. Dankzij onze software die werkt via de cloud kan elke schakel eenvoudig aansluiten. Iedere keten wordt zo real-time transparant en voorspelbaar voor 24/7 proactieve aansturing. Dat voorkomt bijvoorbeeld leeg rijden, vermindert voorraden en leidt tot het gerichter inzetten van duurzame modaliteiten.

Concreet CO2-uitstoot meten

Met onze softwareoplossingen is bovendien (in samenwerking met BigMile) door de gehele keten heen eenvoudig de CO2-uitstoot te meten. Bijvoorbeeld om dit per order terug te koppelen aan de klant of per artikel te vermelden richting consument. Maatschappelijke verwachtingen en wettelijke verplichtingen komen op die manier samen. Meer intelligentie toevoegen

Kan het nog duurzamer? Jazeker; wij werken er in samenwerking met onze moederorganisatie ICT Group aan om nog meer intelligentie aan onze software toe te voegen. Algoritmes maken het mogelijk heel nauwkeurig te voorspellen wanneer in de keten welke actie nodig is. Supply chains zijn zo nog efficiënter en dus duurzamer in te richten. Een aanlokkelijk toekomstperspectief, met ketensamenwerking als basis. Het is aan marktpartijen om nu daadwerkelijk over die drempel te gaan.
Wij helpen graag!

23 mrt 2023

|

Gezondheid

Focus bij Pharming op verwachte goedkeuring van tweede medicijn in de Verenigde Staten en Europa

Een Nederlands biofarmaceutisch bedrijf met één zelf ontwikkeld geneesmiddel op de markt in  Europa én de VS is al een unicum. Laat staan met twee. Maar het ziet er nu naar uit dat het Pharming Group, na RUCONEST® in 2014, gaat lukken om zeer binnenkort een tweede medicijn goedgekeurd te krijgen. De registratie­aanvragen voor de goedkeuring van leniolisib tegen APDS worden momenteel door de Amerikaanse FDA en de Europese EMA beoor­deeld. De FDA komt al eind (29) maart met haar oordeel. CEO Sijmen de Vries benadrukt het belang van een tweede medicijn voor Pharming, maar vooral ook voor patiënten.

 unknown(6).jpeg

Pharming maakt een belangrijke strate­gische
omwenteling door. De Vries: "we veranderen van een “technology platform-based” bedrijf, dat erin geslaagd was een product op de markt te brengen en daarbij afhankelijk was van één markt (VS) met één product (Ruconest), in een ander platform specifiek gericht op de ontwikkeling en commercialisering van medicijnen tegen zeldzame aandoeningen. En we hebben inmiddels bewezen zo’n product goed te kunnen commercialiseren. Nu, met leniolisib, gaan we uitbreiden naar twee producten en meerdere geografieën (VS, EU en ook later Japan). Het doel is om elke paar jaar voor een nieuw medicijn tegen een zeldzame aandoening de ontwikkeling te voltooien en te gaan verkopen. Deze producten kunnen dan zowel uit eigen ontwikkelingsprogramma’s komen of in licentie genomen zijn, dan wel aangekocht van andere biotech- of farma-­bedrijven."

 


Ruconest, wat helpt tegen aanvallen van erfe­lijk angio-­oedeem, blijft voor Pharming een belangrijke en stabiele factor. De Vries: "het voorziet duidelijk in een behoefte. Met name bij patiënten met ernstige aanvallen van acute en gevaarlijke zwellingen – angio-­oedeem, maar ook bij een groeiend aantal patiënten dat de inmiddels nieuw op de markt verschenen profylactische middelen neemt. Die krijgen nog regelmatig doorbraakaanvallen. Dan hebben veel mensen vaak Ruconest als reddings-medicatie in huis.’

 


De omzet uit Ruconest van zo’n $200 miljoen per jaar genereert het noodzakelijke geld voor verdere investeringen en lijkt z’n plaats op de Amerikaanse markt nu duurzaam gevestigd te hebben. "Vandaar dat we nog steeds licht groeiende opbrengsten van het product in de VS zien."

 


Nieuwe focus

‘Focus houden bij expansie is belangrijk’, zegt De Vries. En leniolisib - in de zomer van 2019 in licentie verkregen van Novartis - draagt belangrijk bij aan Pharmings nieuwe strategische vergezicht.

 


De Vries: "idealiter, zouden we om de twee jaar nieuwe ‘assets’ naar de markt willen brengen. We willen dan nieuwe weesgeneesmiddelen in gevorderde klinische ontwikkeling in licentie overnemen. Maar dat zou ook zomaar de overname van een heel bedrijf kunnen zijn." De zoektocht naar dergelijke aanvullende kandidaat-geneesmiddelen is al een tijd aan de gang en kost tijd. "Je moet daar veel geduld bij hebben en kandidaten zorgvuldig bestuderen.", zegt De Vries. "Leniolisib hebben we, als alles loopt zoals we nu verwachten, na iets meer dan drie jaar goedgekeurd gekregen en geïntroduceerd in onze belangrijkste markten."

 


Potentieel nieuw platform

Daarnaast kan leniolisib volgens De Vries zelf ook een platform worden. Novartis had zelf al onderzoek gedaan of het middel ook voor andere ziekten werkt. "Het goede nieuws is dat wij nu zelf de mogelijkheden hebben om spoedig met leniolisib klinisch onderzoek voor additionele aandoeningen te gaan starten. Daarmee kunnen we nog meer patiënten met een zeldzame ziekte helpen en de waarde van leniolisib nog verder vergroten."

 


Versneld goedkeuringstraject FDA

Vorig jaar zijn zowel in de VS bij de FDA als in de tegenwoordige Europese Economische Ruimte bij het EMA de registratiedossiers voor leniolisib, dat zowel in Europa als de VS ook nog eens de weesgeneesmiddelenstatus geniet, ingediend. De FDA heeft dit versneld beoordeeld, aangezien het hier om een nog maar vrij recent (2013) gevonden ernstige aandoening gaat, waarvoor nog geen medicijn op de markt is. Voor Amerika betekent dit dat eind (29) maart de goedkeuring verwacht kan worden en voor Europa in de tweede helft van dit jaar.

"En zodra de Europese EMA met een posi­tieve beoordeling komt, kunnen we dankzij een speciale regeling zes dagen later het dossier ook in het VK voor versnelde goedkeuring indienen. Dat scheelt enorm veel tijd. Daarna gaan we met leniolisib ook naar Japan."

 


Zo’n product zou na goedkeuring in de USA al vrij snel beschikbaar kunnen komen. De Vries, "Dan zou je het product ergens al tegen einde van april of in de eerste helft van mei op de markt in de VS kunnen verwachten. Leniolisib, wat overigens de generieke werkzame stofnaam is en nog niet de merknaam, komt in tabletten die twee keer per dag ingenomen moeten worden."

 


Vinden van patiënten essentieel

En er wordt al hard gezocht naar patiënten met de ziekte. In samenwerking met het Amerikaanse Invitae heeft Pharming een genetisch test- en counseling- programma ontwikkeld om artsen te helpen bij het identificeren van patiënten en hun familieleden.

Daarnaast gebruikt Pharming vooraanstaande artsen en database-zoekopdrachten om mogelijke APDS-patiënten te kunnen vinden. Eind 2022 werd aan APDS al een zogeheten ICD-10 code toegekend, waarmee de ziekte een officiële basis kreeg richting verzekeraars. De Vries: "We mogen patiënten nu officieel de diagnose APDS opplakken en dan met verzekeraars de vergoeding overeenkomen. Je kunt dan eenvoudig aan zo’n code refereren. Die krijg je ook niet zomaar. De ziekte moet echt serieus zijn."

 


Inmiddels zijn al meer dan vijfhonderd APDS-patiënten geïdentificeerd in zowel de VS als Europa. Alleen al in Frankrijk bestaat een informele registratie van zo’n zestig patiënten. "Eén op de miljoen is dus sowieso al gevonden in Frankrijk. Er is geen reden om aan te nemen dat die aantallen ook niet in andere landen zullen worden aangetroffen. En bij 1,5 patiënten per miljoen kom je in Europa, Engeland, de VS en Japan, de markten waarop we ons eerst gaan focussen, richting de vijftienhonderd patiënten", zegt De Vries.

"We zijn net ook gestart met een studie onder kinderen van vier tot elf jaar. Dat is heel belangrijk! Hoe eerder je deze ziekte vindt, des te jonger je kunt ingrijpen om het ernstige ziektebeeld later in het leven te voorkomen. Dat scheelt heel veel lijden en natuurlijk ook zorgkosten."

Prijsstelling

Over de prijsstelling van leniolisib – de merknaam wordt pas bij goedkeuring bekend­gemaakt – is nog niet veel te zeggen. "We doen veel werk om aan te tonen hoe leniolisib voor patiënten een betere toegevoegde waarde van leven kan bieden. We bekijken ook hoe leniolisib helpt de al onder druk staande gezondheidszorgsystemen te ontlasten, gezien de complexiteit en ernst van de ziekte. Het is helemaal niet ongebruikelijk dat APDS-­patiënten veel tijd in het ziekenhuis door­brengen en vanwege hun ziekte veel verschillende en belastende medicijnen voorgeschreven hebben gekregen."

 


Solide en professionele backoffice

Die ICD-10 codering heeft Pharming geheel zelf voorbereid en aangevraagd. "Dat is het complexe als je met een nieuw product voor een nieuwe ziekte de markt op komt. Je moet zelf alles ontwikkelen. Al die zaken die op de achtergrond spelen hebben al heel veel inspanning gekost. We hebben inmiddels een

 

zeer breed, ervaren en professioneel commercialisatie-apparaat dat ook verstand heeft van regulatoire zaken, nieuwe ziektes en hoe om te gaan met toezichthoudende instanties om voor innovaties als leniolisib goekeuring te krijgen." Pharming is ook doorgegaan met investeren in de infrastructuur van bijvoorbeeld Medical Liaison Officers die contacten onderhouden met de artsen, net als bij erfelijk angio-oedeem vaak immunologen, maar ook hematologen vanwege de vele APDS-­patiënten die al op jonge leeftijd lymfklierkanker ontwikkelen en ook longartsen, om ze bewust te maken dat APDS de te behandelen onderliggende ziekte van hun patiënten kan zijn. 

 


Dat maakt het volgens De Vries ook interessant om andere partijen te tonen dat Pharming voor hen als commercialisatiepartner kan optreden. "Dat hadden we al bewezen met Ruconest, waardoor we leniolisib mochten kopen van Novartis. Die skills kunnen nu alleen nog maar verder groeien," sluit De Vries optimistisch af over de toekomst van Pharming.

 

Leniolisib is gebaseerd op een klein molecuul en daardoor vrij eenvoudig te produceren. Het is een tablet bedoeld voor mensen met APDS, een zeldzame erfelijke aandoening aan het immuunsysteem. Het gaat dan om een fout in het PIK3CD-gen, waardoor de rijping van immuun-cellen is verstoord. Bij APDS is het zogeheten PI3 Kinase delta enzym overactief. Signalen worden te lang of te sterk door­gegeven.

Hierdoor worden inactieve immuun­cellen geproduceerd en blijft het afweer­systeem deze cellen produceren.

Dit leidt vaak tot veel leed: patiënten hebben van jongs af aan te maken met veelvuldig ziekenhuisbezoek en ernstige klachten zoals voortdurende infecties van en schade aan de longen en
andere organen, vergrote organen, sterk verhoogde kans op lymfklier­kanker, auto-immuun-­klachten en ontwikkelings-achterstanden.
De ziekte komt naar schatting voor bij 1,5 op de 1 miljoen mensen. De aandoening kan met een genetische test worden vast­gesteld. In Nederland zou het dan gaan om zo’n dertig patiënten.

23 mrt 2023

|

Levensstijl

Global Executive MBA: Voor leiders van nu en de toekomst

Een leven lang leren: het is niet per se een luxe, het is een noodzaak, zegt Nicola Kleyn, Dean of Executive Education bij Rotterdam School of Management. In het vorig jaar geïntroduceerde programma Global Executive MBA (GEMBA) worden de leiders van nu en de toekomst bijgeschoold.

 

nicola-kleyn.jpg
In een wereld die constant verandert, is het belangrijker dan ooit om bij te blijven. Niet alleen in je vakgebied, maar ook op het gebied van management skills zoals communicatie. Bij Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM), worden de leiders van nu en morgen bij elkaar gebracht om met elkaar te leren én van elkaar te leren.


“In het GEMBA programma ligt een grote focus op strategisch leiderschap. Onderdeel van het programma zijn onderwerpen als ondernemerschap, duurzaamheid, communicatie en hoe om te gaan met een crisis”, zegt Kleyn. “Het is, kortom, een programma waarin we ons focussen op de kennis, vaardig­heden en mentaliteit die senior managers nodig hebben. Dit alles is zeer belangrijk als je op een belangrijke positie komt in een bedrijf, want strategische leiders moeten op alle niveaus in de organisatie in staat zijn beslissingen te nemen. Omdat we werken met een kleine groep, kunnen de leerdoelen helemaal worden aangepast op de individuen.”

 
Het Global Executive MBA programma is bedoeld voor de top van het bedrijfsleven. De deelnemers komen verspreid over 21 maanden ongeveer eens per maand samen in Rotterdam. Een aantal onderdelen van het programma vindt online plaats. Daarnaast maken de deelnemers samen studiereizen, waarin ze andere top business schools en bedrijven in verschillende internationale ‘hotbeds’ bezoeken. “De huidige groep is onlangs in Singapore geweest”, zegt Kleyn. “In een andere context leer je jezelf en anderen beter kennen.”

 
Jezelf bijscholen als je aan het roer staat van een afdeling of organisatie is ontzettend belangrijk, weet zij. Hoe we leiders zien, is namelijk flink aan verandering onder­hevig geweest. Kleyn: “We zijn met dit programma gestart omdat we zagen dat er in de markt behoefte aan was, juist omdat we nu anders naar onze leidinggevenden kijken. Vroeger luisterden werknemers naar hun baas, omdat het hun baas was. Tegenwoordig moet je je sporen verdienen. Mensen willen weten: waarom moet ik naar jou luisteren? Ze volgen je niet zomaar, omdat je toevallig de baas bent.”

 
Het programma is bedoeld voor senior executives die hun rol daarin serieus nemen. “Het is bedoeld voor mensen die nieuwsgierig zijn naar zichzelf en naar hun eigen ontwikkeling. Mensen die open staan voor feedback en groei. We moeten altijd, dat geldt voor iedereen, accepteren dat we met een bepaalde tunnelvisie naar onszelf kijken. Zo werkt het nu eenmaal. Anderen zien weer andere stukken. In ons programma krijg je objectieve feedback, waarbij je die tunnelvisie kunt doorbreken. Dat kan soms ongemakkelijk zijn, tot op een bepaald niveau, maar die ongemakkelijkheid moet je aanvaarden en ervaren. "Wij geloven dat dáár de groei zit.”

 
Door een groep bij elkaar te brengen waarin iedereen daarvoor gaat, ontstaat er magie, weet Kleyn. “In een kleine groep van maximaal 35 mensen werken we aan het ontwikkelen van kennis en kwaliteiten voor leiders”, zegt Kleyn. “Naast dat je ongelofelijk veel leert van onze lessen en professoren, leer je vaak net zo veel van
elkaar. Je krijgt een enorm krachtig netwerk van mensen om je heen, waarbij iedereen elkaar weer een stapje verder kan brengen.”


De meeste lessen vinden plaats op de campus in Rotterdam. Elkaar ontmoeten is volgens Kleyn essentieel. “Want het gebeurt uiteindelijk bij de gesprekken bij de koffieautomaat”, lacht Kleyn. “Maar bovenal geloven we in de interactie die we dan zien. Daarvoor is het nodig om bij elkaar te komen.”


Bij Rotterdam School of Management is heel bewust gekozen voor een executive MBA met een internationale aanpak. Kleyn: “Door globalisering en digitalisering is alles met elkaar verbonden. Daar krijg je als leider van een grote organisatie altijd mee te maken. Of je het nu wilt of niet, wat er gebeurt in Rusland of China is relevant en werkt wereldwijd door. Dit is de schaal waar je als leider mee te maken hebt. Dit programma en dit netwerk bereidt je daarop voor.”


De veranderende markt zorgt ervoor dat werknemers zich altijd zullen moeten blijven ontwikkelen, zegt Kleyn. “Blijven leren is niet langer een manier om voorop te
lopen, het is noodzakelijk om niet achterop te komen. Wat je vandaag weet, helpt je niet om morgen succesvol te zijn”, zegt ze.

 
Groot voordeel is, zo zegt ze, dat leren tegenwoordig op allerlei manieren kan. “Ik ben iemand die graag leert in een groep. In een klaslokaal, waarin ik direct mijn vragen kan stellen en er direct contact is. Sommige mensen leren door video’s te kijken of zich op te sluiten met een aantal boeken. Er is van alles mogelijk om het beste uit jezelf te halen. Met ons Global Executive MBA programma heeft Rotterdam School of Management een waardevolle toevoeging gevonden om senior leiders met een internationale oriëntatie bij te scholen, te stimuleren en te groeien. Daar ben ik enorm trots op.”

23 mrt 2023

|

Industrie

Bomvol programma tijdens Multimodaal Transport Expo 2023

Actief in de logistieke of verladende sector en benieuwd naar transportoplossingen? Kom naar Multimodaal Transport Expo 2023 op 16 maart 2023 in Breda. Nieuwsblad Transport presenteert dan in samenwerking met Flows en Schuttevaer een uitgebreid programma op maar liefst zes verschillende podia, waar topsprekers uit de logistieke sector de deelnemers bijpraten over hun visie op de laatste ontwikkelingen.

 

 


Onder meer sprekers zoals Jan Overdevest (Waalhaven Group), Philippe Beaujean (Port of Antwerp-Bruges), Jan van Anrooy (Dnata), Rene de Koning (OneLogistics), Nanette van Schelven (Douane Nederland), Henk Venema (DHL), Filip van Hulle (VIL), Jeroen van den Enden (Port of Zwolle), Maciek Chelmowski (Samskip), Nico van den Berg (Spoorverlader van het jaar), Heidi Hendrix (Infrabel), Allard Klinkers (Port of Amsterdam), Patrick Oomen (Flex) en Sijbrand Pot (Port of Rotterdam) zullen acte de présence geven.

 


Op het hoofdpodium worden deze prominente sprekers uit de Nederlandse en Vlaamse transportsector door journalisten van Nieuwsblad Transport, Flows en Schuttevaer aan de tand gevoeld. In de 1-op-1 interviews, twistgesprekken en debatten komen alle modaliteiten aan bod. Hoe hangt de vlag erbij in de binnenvaart, shortsea, luchtvracht, spoor en het wegtransport?

 


In het kennispaviljoen presenteert Nieuwsblad Transport een ware talkshow. Ze duiken met verschillende experts uit de branche en de aanwezige gasten dieper in verschillende thema’s zoals bijvoorbeeld: modal shift, capaciteittekort in de terminals of zero-emissie stadslogistiek.

 


Topsector Logistiek presenteert tijdens de Multimodaal Transport Expo een geheel eigen programma. Met in de ochtend diverse inspirerende sprekers en praktijkvoorbeelden en in de middag kunt u als bezoeker zelf aan de slag met belangrijke logistieke vraagstukken tijdens interactieve workshops.

 


Kijk voor meer informatie en kosteloze registratie op https://www.multimodaal.nl/

23 mrt 2023

|

Economie

"Zoeken naar informatie is ouderwets"

Daar waar informatie wordt verzameld, is het een gewoonte om gegevens te bewaren. Voorheen gebeurde dat in hangmappen en ordners, later werd de pc als hulpmiddel daaraan toegevoegd. Maar hoe het ook zij: we zijn inmiddels toe aan de volgende stap. Zoeken naar informatie is achterhaald, the next step is dat informatie zichzelf aandient op het juiste moment.

 
In de loop der jaren heeft het bedrijfsleven een enorme brei aan gegevens verzameld. Daarbij gaat het om gestructureerde informatie, zoals naam, adres en woonplaats. Maar het gaat ook om ongestructureerde input, zoals een sollicitatiebrief naar aanleiding van een openstaande vacature of een mailtje met een klacht over de helpdesk bijvoorbeeld. Er bestaat een schatting dat financiële instellingen als banken tussen de 300 miljoen en meer dan een 1 miljard informatiedocumenten beheren. De uitdaging bestaat daarmee het juiste document op het juiste moment ter beschikking te krijgen.

 
Iemand die daar veel kennis van heeft en boeiend over kan vertellen, is Jasper Kloos, Sr. Account Executive van OpenText, softwareaanbieder voor oplossingen op het gebied van informatiemanagement. De financiële sector is daarbij een belangrijk speerpunt. Van Kloos is de quote dat zoeken naar informatie  eigenlijk achterhaald is. Bedrijfsprocessen zijn ingericht in periodes dat er van digitalisering nog geen sprake was. “Dus wat deden we? We gingen informatie opbergen in fysiek middelen als hangmappen en ordners. Als we een klantgesprek in gingen, begonnen we te zoeken naar informatie om dat gesprek te ondersteunen. Digitalisering heeft dat zoekproces sterk vereenvoudigd, maar wat we werkelijk willen, is dat we niet meer hoeven te zoeken. De informatie moet zich op maat aanbieden op het moment dat we dat nodig hebben.”

 
Met onder andere dank aan artificial intelligence is de techniek inmiddels zo ver dat bedrijven voldoende digitale ondersteuning kunnen inkopen om hun documenten effectiever te organiseren en te beheren. Doel is om efficiënter te opereren en meer compliant te zijn. “Financiële dienstverleners genereren en ontvangen een enorme hoeveelheid gestructureerde informatie, ongestructureerde infor­matie en documenten. Dan moet je denken aan duidelijk te classificeren materiaal als contracten of klantendossiers. Daarnaast bestaat er een enorme hoeveelheid ander materiaal. Dat zijn ook appjes, mailtjes, telefoontjes en brieven met bijvoorbeeld opmerkingen, vragen of klachten. Uit deze enorme hoeveelheid wil je relevante informatie beschikbaar krijgen op het juiste moment.”

 
Deze efficiencyslag kent tal van voorbeelden. Zeker financiële instellingen hebben strikt van doen met wettelijke nalevingverplichtingen, hoewel het volgens Kloos sterk de vraag is of banken dit secuur weten te registreren. “Er bestaan verplichtingen om bepaalde categorieën documenten en informatie langjarig te bewaren, zoals informatie over pensioen­voorzieningen bijvoorbeeld. Gezien de privacywetgeving gelden juist weer beperkende maatregelen voor andere type informatie, zoals voor sollicitatiebrieven bijvoorbeeld. Een vacature kan tientallen brieven opleveren, terwijl er de wettelijke verplichting bestaat om correspondentie, getuigschriften en dergelijke na maximaal vier weken na beëindiging van de sollicitatieprocedure te verwijderen. Het is maar de vraag of dit te midden van alle binnenkomende informatie zo stringent gebeurt, terwijl er goed bruikbare tools bestaan om dit proces nauwlettend te beheren.”

 


Customer Experience

Meer transparantie in bedrijfsprocessen genereert tal van positieve effecten die de klant­beleving positief beïnvloeden. Deze stap vooruit sluit bovendien naadloos aan bij de actualiteit waarin steeds meer waarde wordt toebedeeld aan klantbeleving. Customer Experience is echt een term van nu. Logisch in feite, want uit een onderzoek van een Amerikaanse creditcardaanbieder blijkt dat 86 procent van de klanten bereid is om meer te betalen voor een betere beleving. Min of meer in dezelfde periode publiceerde een Amerikaans consultancybureau een onderzoek waarin valt te lezen dat bedrijven met een omzet van $ 1 miljard daar nog eens binnen drie jaar $ 700 miljoen bij kunnen optellen als ze investeren in customer experience.

 

jasper04-1.jpg
Kloos: “Bedrijven hebben daarbij een duidelijke keuze te maken tussen het optimaliseren van de klantervaring, het verhogen van de efficiency of het verlagen van kosten. Je kunt ultiem klantvriendelijk zijn door klanten betalingsherinnering na herinnering te sturen, je kunt er nog een appje of telefoontje aan wagen, je kunt ook na twee herinneringen meteen de deurwaarder inschakelen. Dat is misschien minder klantvriendelijk, maar wel zo efficiënt.”

 
Wat Kloos daar nog aan toevoegt, is dat er parallel aan het optimaliseren van de klant­ervaring een uitdaging bestaat wat betreft het verbeteren van de klantcommunicatie. Ook die wil zich niet altijd optimaal voltrekken. Klanten verwachten een eenduidige communicatie, ongeacht het kanaal waarlangs ze communiceren. Of dat zich nu voltrekt via mail of via een app bijvoorbeeld, klanten verwachten dat ze dezelfde informatie en tone of voice treffen. “We moeten helaas constateren: de informatie die wordt gecommuniceerd via apps of via de website, dat loopt nog niet volledig eenduidig. Klanten willen dat echter absoluut niet. Die verwachten een synchroon beeld over alle kanalen heen”, aldus Kloos, die daar nog aan toevoegt dat hij het zonder meer af te raden valt om systemen in eigen beheer te ontwikkelen. “Als je zelf een systeem ontwikkelt, zul je dat ook moeten onderhouden en upgraden. Het risico dat je daarmee loopt, is dat je te veel focust op maatwerk, terwijl er generieke oplossingen bestaan waarmee je net zo goed tot een optimaal resultaat kunt komen. De kosten om een eigen systeem compliant te houden, wegen niet op tegen het extern uitbesteden. Veel bedrijven zijn een beetje doorgeslagen in het zelf ontwikkelen, terwijl managed cloud services veel kosten­efficiënter zijn.”

 
Meer transparantie in informatievoorziening zowel intern als extern . Dat is eigenlijk de key issue van deze materie. Een overkoepelende conclusie die je daar aan vast kunt koppelen, is dat bedrijven op basis daarvan meer zicht krijgen in eigen bedrijfsvoering, in klantgedrag en markttrends. “Dat opent ook het perspectief op nieuwe mogelijkheden. Als je het eigen bedrijfsproces niet op orde hebt, dan gaat daar alle aandacht naar toe. Verloopt dat wel vlekkeloos, dan ontstaat er ook ruimte voor het ontwikkelen van aanvullende dienstverlening.”

De digitale transformatie in de financiële wereld bevindt zich in een stroomversnelling. Dat signaal is diep ingedaald bij belanghebbenden in de financiële sector, hoewel de snelheid van de ontwikkelingen telkens tot nieuwe verrassingen leidt. Zo regelt inmiddels 68 procent van de consumenten zijn financiën op een smartphone. Financiële dienstverleners zullen daarop snel moeten anticiperen.

23 mrt 2023

|

Gezondheid

Gerichte gegevensuitwisseling voorkomt uitval van patiënten en creëert duidelijkheid in de behandelaanpak

Gegevens van oncologiepatiënten met een druk op de knop beschikbaar maken en de benodigde medisch specialisten op die manier razendsnel aan elkaar koppelen. Dankzij een virtueel platform van Open Line gebeurt dit al in zes ziekenhuizen. En opschaling naar heel Nederland kan snel, zegt Chief Healthcare Officer José Strijbos.

 2230219-foto-jose-strijbos-fd.jpeg

Gezondheidszorg is een zeer belang­rijke branche voor Open Line, vertelt Strijbos. “Wij zijn van origine een managed cloud services-bedrijf, dat inmiddels twintig jaar bestaat. Dat is nog steeds de kern van wat we heel goed kunnen en doen. Van onze klanten is inmiddels 40 procent afkomstig uit of gerelateerd aan de zorg.”

Volgens Strijbos voelt Open Line constant de verantwoordelijkheid om te leveren, doordat zoveel wordt samengewerkt met partijen in de zorg. “Als je hierin werkt, is het heel belangrijk dat je precies begrijpt hoe belangrijk het is dat de dienstverlening moet kloppen en de onder­liggende ICT-infrastructuur naar behoren werkt. Wanneer er iets mis gaat in die infrastructuur en er ligt bijvoorbeeld net een patiënt op de behandel­tafel, dan hebben wij tien minuten om alles weer ‘up and running’ te krijgen. Als we worden gebeld door een radiotherapeutische klant dat er een scanner kapot is, denken wij niet dat het om een of andere printer gaat, maar voelen we direct de urgentie en weten we wat de impact is. Dat zorgt voor een constant verantwoordelijkheidsgevoel.”

Open Line zorgt bij zijn klanten uit de zorg­sector geheel of gedeeltelijk voor het beheren van de ICT-infrastructuur, beveiliging, netwerken, werkplekbeheer, kantoorapplicatie­landschap en clouddiensten. De 'digitale' kant van de ICT wordt dus door Open Line beheerd, terwijl de klanten functioneel gezien verantwoordelijk blijven voor het beheer van applicaties en gebruikers. Overigens is Open Line in toe­nemende mate ook voor de eindgebruikers het aanspreekpunt.

 

 
Oncomid

Vier jaar geleden is begonnen met het uit­breiden van de services en werd het Open Line eHealth Platform aan het portfolio toegevoegd. Een belang­rijke applicatie die daarbinnen valt en Open Line zijn klanten dus nu kan bieden, is Vitaly, die as-a-service wordt geleverd. Deze applicatie wordt gebruikt bij de oncologie-regio Oncomid en hiermee worden onder meer multidisciplinaire overleggen ondersteund.

Een multidisciplinair overleg (MDO), is een overleg van deskundigen uit verschillende beroeps­groepen, uit verschillende ziekenhuizen of een combinatie ervan. Het zijn bijvoorbeeld oncologen, radiologen en enpathologen die samen overleggen over een patiënt. “Vaker dan we beseffen, is het nodig om meerdere specialisten bij elkaar te brengen om tot een juiste diagnose en passend behandelplan te komen”, zegt
Strijbos. “Patiënten worden in een MDO individueel besproken door een team van experts, wat inhoudt dat medisch specialisten van overal ter wereld bij elkaar kunnen worden gebracht om te beslissen over het behandelpad voor moeilijke klinische casussen.”

Met Vitaly als de kern van de oplossing wordt dit MDO automatisch samengesteld en georganiseerd. Hiermee wordt veel tijd en geld bespaard, omdat de logistiek en planning van een multi­disciplinair team veel tijd kan kosten als het puur en alleen ‘mensenwerk’ blijft. Daarnaast kan hiermee, ongeacht de locatie, dezelfde kwaliteit van gezondheidszorg worden geboden en wordt waarde toegevoegd aan bestaande medische informatie. Open Line is bij oncologie-regio
Oncomid gestart, maar is ook bezig met cardio­logie en obstetrie.

 


Data Delen Midden-Nederland

Zes ziekenhuizen in Midden-Nederland die onderdeel zijn van Oncomid zijn hiermee aan de slag gegaan en ontwikkelden zo samen een regionale ICT-infrastructuur: Data Delen Midden-Nederland. Hiermee kunnen deze ziekenhuizen snel en veilig patiëntgegevens uitwisselen voor het MDO. Strijbos: “De kracht van Vitaly is de integratie van de benodigde informatie van patienten. De artsen melden een patient aan vanuit het elektronisch patientdossier waarmee ze dagelijks werken, data wordt hieruit opgehaald, foto’s en verslagen worden uit landelijke netwerken opgezocht en voor het MDO klaargezet.”

“Het zal voor patiënten een enorme ver­betering opleveren als er op meer plekken met dit systeem wordt gewerkt”, zegt Strijbos. “Vijf procent van de patiënten die wordt aangemeld voor een MDO valt nu nog uit, bijvoorbeeld omdat er missende informatie is of omdat er een arts afwezig is. Je zal maar die oncologiepatiënt zijn die zo’n telefoontje krijgt. Wat wij nu al zien, is dat we dit terug hebben weten te brengen naar twee procent. Daarnaast zien we ook dat er meer patienten kunnen worden besproken in
een MDO.

Niet alleen patiënten kunnen profiteren, ook voor zorgmedewerkers kan een systeem als in gebruik bij Oncomid uitkomst bieden. In het integraal zorgakkoord is het vergroten van werkplezier in de zorg een speerpunt en de tijd die zorgmedewerkers kwijt zijn aan admini­stratie wordt vaak genoemd als obstakel. Met het automatiseren van de organisatie van MDO’s kan per patiënt zo’n twintig minuten tijd worden bespaard, die anders op zou gaan aan onder meer die administratieve werkzaamheden. Twintig minuten klinkt bescheiden, maar het gaat opgeteld al snel over duizenden uren per jaar.

 


Opschalen snel mogelijk

Het opschalen van Oncomid is in de ogen van Strijbos dan ook hard nodig en op korte termijn ook goed te doen. De zorgverzekeraars staan al achter opschaling, maar daarnaast moeten zorgregio’s goed georganiseerd zijn om dit voor elkaar te krijgen, zegt ze. “Dat is essentieel om hiermee goed uit de voeten te kunnen. Wij kunnen daar als Open Line goed bij helpen, door al de ervaring die wij hiermee al hebben opgedaan.”

Strijbos is ambitieus en optimistisch over de moge­lijkheden om Oncomid snel uit te rollen in de rest van Nederland. Vanuit Data Delen Midden Nederland is het programma MDO support Nederland gestart om kennis te delen voor landelijke opschaling. Ook bij Open Line wordt daar al hard aan gewerkt: “We zijn momenteel transitierichtlijnen aan het schrijven, waarin staat wat allemaal moet gebeuren om alles succes­vol te kunnen implementeren. Ik denk dat we de opschaling voor Nederland in twee a drie jaar voor elkaar moeten kunnen krijgen.”

23 mrt 2023

|

Gezondheid

Nevi laat zich nadrukkelijk zien als supply chain-partner

Kennisnetwerk Nevi, een vereniging van professionals in de inkoop- en supply chain-sector, heeft zich in zijn bestaan van de afgelopen 65 jaar ontwikkeld tot het belangrijkste samenwerkingsverband voor deze beroepsgroep. Die status krijgt wederom extra verdieping door de opleiding Supplier Relationship Management, die Nevi dit jaar introduceert.

 

 

 

Het kennisnetwerk Nevi hecht er veel waarde aan om zijn positie als deskundige en professionele partner te bestendigen. Die ambitie kent tal van verschillende facetten, waaronder het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek en onderwijs op terreinen als supply chain-, inkoop- en contractmanagement. Een deel van de inkomsten wordt gebruikt om een vijftal Nevi-leerstoelen aan universiteiten financieel te ondersteunen.

 10-nevie.jpg


Lizan Molmans, algemeen directeur van Nevi, zei tijdens haar aantreden in oktober vorig jaar dat het haar missie is om met Nevi en haar relaties duurzame impact te maken op het inkoopvak. Ook het ondersteunen van wetenschappelijk onderzoek maakt daar deel van uit. Molmans: “We vinden het vooral belangrijk dat Nevi op alle fronten een grote bijdrage heeft aan het waarborgen van de benodigde kwaliteit en deskundigheid van de beroepsgroep. Mijn ambitie is dat organisaties ons opleidingenpakket als voorwaarde zien bij indiensttreding of als logisch onderdeel van de professionele ontwikkeling in combinatie met onze netwerkactiviteiten. In veel gevallen is dat al zo. Gisteren kwam ik in contact met een klant die liet weten dat die zeer te spreken was over de professionaliteit van de inkoper die wij hadden opgeleid en met name de direct zichtbare praktische toepasbaarheid in zijn functie. Dat is absoluut een zeer positieve reactie.”

 


Haar reactie past naadloos in de actualiteit, waarin er een groot tekort is aan goed opgeleide inkoopprofessionals terwijl hun positie steeds meer zichtbaarheid krijgt. Ook het inkoopvak heeft immers van doen met de turbulentie op het wereldtoneel: globale spanningen zoals de oorlog in Oekraïne hebben de aanvoerroute van materialen fors complexer gemaakt, grondstoffen worden almaar schaarser, juist ook daardoor wordt de relatie met toeleveranciers bemoeilijkt, wereldwijd groeit de aandacht voor sustainability, noem maar op. “De meeste publieke en private organisaties zijn voor 60 tot 70 procent van hun omzet afhankelijk van externe bronnen. Er wordt dus sterk geleund op leveranciers voor het realiseren van bedrijfsdoelstelling. Dat brengt de inkoopmanager steeds meer tot een centrale plek in de organisatie, terwijl de werkzaamheden zelf eveneens almaar complexer worden. Grondstoftekorten bijvoorbeeld  leiden ertoe dat er scherpere condities worden gesteld aan afnemers. Ook van de inkoper wordt verwacht dat die naast het beoordelen van de inhoud van een contract, ook een manier weet te vinden voor de toelevering van grondstoffen door bijvoorbeeld samen met R&D op zoek te gaan naar alternatieven teneinde de verkoop van de eigen producten en diensten veilig te stellen. Ook circulariteit, denk aan hergebruik of andere designs, is echt een alternatief voor aanvoer geworden,  daar waar het eerst vaak als te duur en te complex werd aangemerkt. Nu is alles duur en complex.”

 


Kennisnetwerk

Nevi heeft duidelijk meer ijzers in het vuur om professionals en organisaties te helpen het vakgebied naar een hoger plan te tillen, Nevi wil zich graag manifesteren volgens het model van een ‘Vereniging 3.0’ met een breed pallet aan diensten en businessmodellen. En één van de middelen om de ruim 48.000 Nederlandse inkoopprofessionals met elkaar te verbinden is het online community platform Inside Procurement, dat open staat om goede ideeën en best practices tussen vakgenoten te delen. “Gebruik ervan gebeurt op een zeer laagdrempelige manier, waarbij deelnemers direct met elkaar zonder tussenkomst van Nevi in contact staan.”

 


Een andere Nevi-dienst waar veel waardering voor bestaat, is het uitbrengen van een maandelijkse inkoopmanagersindex, de Nevi PMI. Deze index wordt samengesteld door Standard & Poor (voormalig IHS Markit) en gepubliceerd in samenwerking met ABN AMRO.  Molmans: “Wat we in de markt merken, is dat dit instrument steeds relevanter en interessanter voor de beroepsgroep wordt. Deze index wordt niet alleen uitgelezen om te weet te komen hoe het de economie ervoor staat, maar kan tevens een rol spelen bij gesprekken met leveranciers. Als de index een signaal afgeeft dat er een tekort of juist overschot aan materiaal ontstaat, kun je dat signaal meenemen in je onderhandeling. Bij een oplopend tekort bijvoorbeeld is het zaak direct te handelen om een scherpe prijsstijging voor te zijn.”

 


Molmans stipte net de professionalisering van gesprekken met leveranciers aan. Wat ze belangrijk vindt om daarbij te melden, is dat inkoopvak al lang niet meer uitsluitend gericht is op het bedingen van de laagste prijs. Een goede verstandhouding met leveranciers is minstens zo belangrijk. Die verstandhouding kan zelfs de vorm aannemen van het verbinden op overeenkomsten in bedrijfsmissies, bijvoorbeeld om het thema duurzaamheid hoger op de agenda te krijgen of innovatie in de keten aan te jagen. “Dat gaat dus verder dan het uitsluitend het maken van financiële, logistieke of juridische afspraken over de specifieke dienst of productlevering. In deze gezamenlijkheid kun je een duidelijk signaal afgeven naar de markt toe, terwijl je elkaar versterkt in de samenwerkingspositie. Een contract van 80 miljoen euro is meer dan een transactionele activiteit, maar heeft ook invloed op elkaars positie in de markt.”

 


Nieuwe opleiding

Waar Molmans tot slot aandacht voor vraagt, is de nieuwe opleiding Supplier Relationship Management (SRM), die dit jaar van start gaat. Deze opleiding richt zich vooral op het adequaat inspelen op ontwikkelingen en verdiepen in het managen van de relaties en contracten met leveranciers. “Ook dat heeft te maken met eerder genoemde actualiteit, waarin we geconfronteerd worden met schaarste van mensen en middelen. Afnemers die op meerdere niveaus kunnen bijdragen aan de kwaliteit van de samenwerking wordt naast het potentieel vergroten van de gezamenlijke waarde bovendien meer gegund dan de concurrent die uitsluitend aast op de laagste inkoopprijs.”

23 mrt 2023

|

Economie

Dusk Network: Kostenbesparende KYC met maximale privacy

De huidige KYC-procedures jagen financiële instellingen op onnodig hoge kosten. En hun klanten moeten voor verschillende diensten steeds opnieuw hun privacygevoelige informatie afgeven. De Know Your Customer-­oplossing Citadel kan dat volgens het Amsterdamse Dusk Network veranderen. Head of Business Development Ryan King legt uit hoe.

 

Ons huidige financiële systeem bokst op tegen allerlei beperkingen. Zo gelden er – terecht – strenge regels om misbruik van het financiële systeem tegen te gaan. De General Data Protection Regulation (GDPR) en Anti-Money Laundering (AML) regels brengen met zich mee dat financiële instellingen hoge kosten maken voor datamanagement en -bescherming om te voldoen aan de wettelijke regels.


Ze zien zich genoodzaakt deze kosten door te berekenen aan hun klanten – die daarvoor geen functionaliteit terugkrijgen. Klanten hebben ook nog eens geen greep op de privacy­gevoelige gegevens die ze verplicht zijn aan te leveren voor ver­schillende producten bij diverse banken waar ze mee werken. Dusk Network is in 2018 opgericht om de gebruiker complete en directe controle over zijn eigen bezittingen terug te geven. Dat gaat samen met snellere, makkelijkere en goedkopere verificatie van gegevens. De techno­logie die voor beide eisen een oplossing biedt is de Dusk blockchain.

 


Digitaal certificaat

De kern van de zaak is 'zero knowledge KYC'. Daarbij draait het erom, dat Citadel kan bewijzen dat  een bewering over een klant wel of niet waar is, zonder dat er enige andere informatie over de klant wordt vrijgegeven (zie kader). King: “Vergelijk het met een club waar je alleen boven de achttien naar binnen mag. Daarvoor moet iemand zijn ID-kaart of paspoort laten zien met een enorme hoeveelheid informatie die niet relevant is voor die leeftijdscheck. Misschien worden zelfs kopieën gemaakt van het ID, met alle risico's van dien. Onze techniek zou op de vraag: 'ouder dan achttien?' niet meer informatie geven dan 'ja' of 'nee'. Dat is genoeg, zolang het antwoord aantoonbaar betrouwbaar is. En dat is verifieerbaar in het geval van Citadel.”

 
Dusk maakt daarbij voor Citadel gebruik van dezelfde benadering als Non-Fungible Tokens (NFT) die bijvoorbeeld gehanteerd wordt bij digitale kunstwerken. Een NFT is een digitaal certificaat dat bewijst dat een uniek product iemands eigendom is. King: “Euro's zijn uitwisselbaar. Als ik iemand een euro geef en diegene geeft mij een andere terug, dan staan we gelijk. De kern van een NFT is dat het niet uitwisselbaar is. Als ik iemand een kliederwerkje geef en ik krijg een Van Gogh terug, dan is die transactie niet gelijkwaardig en niet één op één uitwisselbaar. Ze zijn gekoppeld aan iets dat net zo uniek is als iemands persoonlijke gegevens.”

 

Gebruiker en dienstverlener

Een cruciaal gegeven van Citadel is dat het decentraal is georganiseerd. “De grote techbedrijven hebben een identificatielaag ingebouwd op internet en koppelen aan die verzamelde identiteiten grote hoeveelheden data. Op elk afzonderlijk platform moet je informatie afgeven en ben je vervolgens zicht en zeggenschap kwijt. Dat geeft bedrijven macht over gegevens in plaats van de gebruiker”, zegt King. “Als dat decentraal geregeld is, zoals bij Citadel, staat die identiteitsinformatie op zichzelf. De informatie is nergens aan gekoppeld.”

 
Die decentrale informatie is wel universeel en hoeft door de gebruiker maar één keer te worden ingevoerd. Bij elke aanvraag van een partij om die gegevens te benaderen, ligt de beslissing om wel of geen toegang te geven bij de gebruiker. Die beslist ook welke gegevens toegankelijk zijn en welke niet. “Zo houdt de gebruiker de controle”, benadrukt King.  

 


European Digital Identity

In 2022 lanceerde de Europese Commissie het idee voor de introductie van een online European Digital Identification (EUDI), dat gebruikt zal worden naast het nationaal uitgegeven paspoort of identiteitsbewijs. King: “Iedereen die regelmatig langdurig in het buitenland verblijft, snapt wat een zegen dat kan zijn. Ze vragen dan vaak gegevens die je in dat land helemaal niet hebt of die niet compatibel zijn met de gegevens die je wel hebt. Toen de Europese Commissie een paar weken geleden de technische eisen aan zo'n systeem publiceerde, viel ons iets op. De eisen, waaronder selectief delen van de informatie en het niet opslaan van persoonlijke data, vallen vrijwel naadloos samen met onze uitgangspunten voor Citadel.”


Het is voor Dusk prachtig om te zien dat het al vooraf met een technische oplossing op het spoor zat dat de EU voor de toekomst van privacybescherming voor zich ziet. King: “En het geeft ons vertrouwen dat dit ons goed positioneert in de aan­bestedingsrondes die voor dit EUDI-systeem gaan volgen.”

 

Inzicht en vertrouwen

Citadel is een Self Sovereign Identity (SSI) zero-knowledge KYC-oplossing die geïntegreerd is op Dusk Network’s blockchain. Het is open source software en daarmee geen black box. Wat betekent dat praktisch? Zie hierbij Dusk Network als het besturingssysteem en Citadel als een applicatie die je daarop kunt gebruiken. Ten tweede: gebruikers beheersen hun identiteit en persoonlijke informatie zelf, volledig transparant. Ze weten welke informatie hen gevraagd wordt te delen met wie, voor hoe lang en kunnen dit op ‘claimbasis’ toestaan of afwijzen. Dusk Network kan financiële instellingen stap voor stap uitleggen hoe de verificatie precies verloopt. De partners die nu al meewerken, hebben dat inzicht reeds gekregen. Ze vertrouwen de uitkomsten en onderschrijven de voordelen.

23 mrt 2023

|

Gezondheid

Aspen API More than just an API

Aspen API is een Europa’s vooraanstaande producenten van complexe en hoogwaardige Active Pharmaceutical Ingredients (API's), oftewel de werkzame stoffen in geneesmiddelen. Ons bedrijf produceert meer dan 50 verschillende API's door middel van zowel biochemische als chemische synthese­methoden. Met ons wereldwijde netwerk, dat vanuit Nederland wordt aangestuurd met fabrieken in Zuid-Afrika, India en de Verenigde Staten, dragen wij bij aan het verbeteren van de gezondheid van patiënten in meer dan 115 landen. Aspen API heeft momenteel ongeveer 1000 medewerkers in dienst en behaalde in 2022 een omzet van ongeveer 400 miljoen euro. Aspen API is een volledige dochteronderneming van Aspen Pharmacare, gevestigd in Zuid-Afrika en genoteerd aan de beurs van JSE Limited. 

 

Aspen API heeft een trotse geschiedenis van exact 100 jaar in de productie van API's, en wordt erkend als een wereldwijde leverancier en een van de bekendste ontwikkelaars en fabrikanten van steroïdhormoon-API's en andere complexe HPAPI's ter wereld. Veel van deze API's zijn geregistreerd en worden gebruikt in afgewerkte doseringsvormen. Aspen API staat ook bekend om haar productie van heparine-natrium, choriongonadotropine en verschillende peptiden.

 


Voornaamste activiteiten

Aspen API richt zich op de productie van complexe, zeer krachtige API's, die beschikbaar zijn voor een groot publiek. De uitgebreide portefeuille van Aspen API omvat een breed spectrum van zowel generieke als specifieke niet-steriele API's, gericht op een uiteenlopende reeks acute en chronische indicaties. Deze bestrijken vele medische gebieden in Europa, waaronder anesthesie, oncologie, gynaecologie/menopauze, immunosuppressieve therapie en therapie voor hypothyreoïdie.  Aspen API staat in de markt bekend als een API-­fabrikant met hoge kwaliteits- en compliance normen van 's werelds grootste regelgevende instanties. Ook heeft het bedrijf grote duurzame ambities. Zo zijn wij betrokken bij onze lokale gemeenschap, kopen wij kopen verantwoord  handel in onze toeleveringsketen.

 


Industriële waardeketen in Europa

De afgelopen decennia is de productie van API's, precursoren van API's en afgewerkte doseringsvormen (de uiteindelijke geneesmiddelen) grotendeels naar Azië verplaatst. De complexiteit van de eerste stap van de totale waardeketen is groot: de weg naar een vervaardigd geneesmiddel loopt van grondstof via geregistreerde grondstof of "regulerend uitgangsmateriaal" (RSM) naar actief ingrediënt (API), naar einddoseringsvorm, zoals weergegeven in figuur hieronder. Een belangrijkste onderdeel van de waardeketen is de API.

 

Lagere arbeidskosten en minder strenge vergunningseisen in Azië, in combinatie met lagere investeringskosten, zijn de belangrijkste oorzaken van de verplaatsing van de productie.

 
In 2020 hadden producenten in Azië 63 procent van de CEP's (Certificaat van geschiktheid van monografieën van de Europese Farmacopee) in handen. Europese producenten vertegenwoordigen slechts 33 procent. Twintig jaar geleden was dit nog andersom.

Door de grote verschuiving van de productie van API's, intermediates en uitgangsmaterialen naar Azië is de toeleveringsketen van de resterende (geneesmiddelen)productie in Europa voor 74 procent tot 80 procent afhankelijk geworden van Azië. Dit geldt met name voor generieke geneesmiddelen. De gevolgen van deze afhankelijkheid zijn nadelig voor geneesmiddelen waarvoor nauwelijks (productie)alternatieven bestaan. Aan het begin van de COVID-19-crisis werd dit duidelijk door tekorten aan paracetamol en Midazolam maar ook tekorten voor de spierontspanner Rocuronium bromideap de intensive care van hospitalen waar Aspen Oss snel de Nederlandse ziekenhuizen kon beleveren. Dergelijke tekorten zijn geen uitzondering, ook niet voor geneesmiddelen waarvoor wel (productie)alternatieven bestaan.

 
Er zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd naar de oor­zaken van de verschillende tekorten. Samengevat zijn er vijf kwetsbaarheden die de totale toeleveringsketen van grondstoffen tot afgewerkte producten ernstig verstoren:


1. De afgelopen jaren heeft er een consolidatie plaatsgevonden van producenten die grondstoffen maken. Daardoor hebben sommige grondstoffen een zeer smalle basis van producenten. Als zich een verstoring voordoet, bij een sluiting van een fabriek door de Chinese overheid, dan heeft dat onmiddellijk grote gevolgen voor de hele toeleveringsketen;

 
2. Om kosten te besparen is de hele toeleveringsketen lean opgezet, waardoor veiligheidsvoorraden onmogelijk zijn - die kosten immers geld. Verschillende API's hebben lange en complexe productieroutes, waarbij meerdere partijen over de hele wereld nauwgezet op elkaar moeten worden afgestemd. Een incident bij een leverancier heeft vaak grote gevolgen voor de hele toeleveringsketen;

 

3. De productie die de afgelopen jaren is verplaatst brengt vaak verouderde processen met zich mee met een grote
impact op het lokale milieu.


4. Sommige geneesmiddelen zijn de laatste jaren zo goedkoop geworden dat het economisch niet meer aantrekkelijk is ze te produceren. Dit geldt vooral voor de productie in de westerse wereld, maar ook in toenemende mate in Azië;

 
Europa is kwetsbaar geworden als je kijkt naar de mogelijk­heden van productietechnologieën. Het direct overplaatsen van de verschillende productieroutes as such gaat dus niet de oplossing zijn. Alleen door te investeren in innovatie van nieuwe en duurzame technologieën kunnen we betaalbare, hoog kwalitatieve en meer duurzaam produceren, productieroutes overplaatsen en minder afhankelijk worden van Azië.

 
Aspen API  neemt hierin haar verantwoordelijkheid en investeert in een breed scala aan technologieën en verbreedt haar investeringsportfolio. Dit wordt gedaan in samenwerking met partners, instellingen, klanten, universiteiten en overheden. Aspen API werkt hierbij nauw samen met de Nederlandse overheid en neemt ook in Europees verband deel aan het IPCEI Health Project, dat is MED4Cure.

 
Dankzij onze huidige capaciteit en technologische vaardig­heden, en de voortdurende innovatie daarvan, hebben wij een belangrijke troef in handen om toekomstige kwetsbaarheden te verminderen en de leveringszekerheid te verbeteren.

23 mrt 2023

|

Economie

Digitale transformatie banken­wereld vol op stoom: ‘Meer flexibiliteit voor klanten dankzij videobankieren’

We betalen makkelijk met i-Deal. Geavanceerde apps zorgen ervoor dat bijna alle bankzaken digitaal kunnen. De bankenwereld zit midden in een digitale transformatie. De Nederlandse banken lopen daarin samen met de Scandinavische voorop in Europa.

 
“Als koplopers zijn we gedwongen goed na te denken over (digitale) klantbehoeften, oog te hebben voor mensen die moeite hebben met de digitale revolutie en te zorgen dat cyber security de volle aandacht heeft”, zegt Edwin van Bommel. Hij is Chief Strategy & Innovation Officer bij ABN AMRO Bank, voorzitter van het Investment Committee van ABN AMRO Ventures en hoofd van ABN AMRO + Techstars Future of Banking Accelerator. Van Bommel schetst waar de banken staan en welke ontwikkelingen we kunnen verwachten. 

 
“Corona heeft de digitale revolutie in de bankenwereld versneld”, weet Van Bommel. Maar het oprukken van de online omgeving heeft het persoonlijke contact met de bank volgens hem niet minder relevant gemaakt. “Op sommige momenten, zoals bij het kopen van een huis of het gaan studeren van de kinderen, is een persoonlijk gesprek met een adviseur erg belangrijk”, aldus Van Bommel. “Daarom hebben wij nadrukkelijk geïnvesteerd in video banking. Klanten kunnen in hun comfortabele thuisomgeving overleggen met een adviseur van ABN AMRO, ook buiten kantoortijden. En als een collega tijdens een video-adviesgesprek met een klant erachter komt dat een specialist nodig is, dan kan die vaak al tijdens het gesprek betrokken worden. Dat is in een fysiek kantoor moei­lijker te regelen. Er is nu meer flexibiliteit dan er vroeger in een gebouw mogelijk was.”

 
Digitale kanalen worden dus volop benut. Van Bommel: “Onderliggend gaan we steeds verder in het automatiseren van allerlei processen, zoals het verwerken van gegevens van nieuwe klanten of het updaten van data.” Daarbij moeten banken voldoen aan nieuwe regels, zoals Know Your Customer (KYC) en anti-witwas analyses om de herkomst van geld na te gaan. Die vergen van banken een data-analytische tour de force. Van Bommel: “In de automatisering van dergelijke processen maken we grote slagen, bijvoorbeeld dankzij workflow tools met ingebouwde intelligentie. Die tools zorgen voor betere logica en intuïtiever gebruik van de systemen. Application Programming Interfaces (API's) laten applicaties met elkaar communiceren. De data geven een steeds betere en com­pletere analyse van de klantsituatie, maar de beslissing hoe we als bank hiermee omgaan blijft bij de mens liggen.”

 
Een andere belangrijke ontwikkeling betreft ῾beyond bankingʼ met diensten van derden die de bank aanbiedt aan kleinzakelijke klanten. Een duidelijk voorbeeld is de inte­gratie van de boekhouding met bankzaken. Van Bommel: “Via producten van partners nemen we als bank alle frictie rond financiële diensten zoveel mogelijk weg. Klanten hoeven handelingen maar één keer uit te voeren. Iets minder geïntegreerd is een partner die cyber­scans voor onze klanten uitvoert, daarbij met hun oplossing het webverkeer in de gaten houdt en waarschuwt als er risico's optreden. Met een dergelijke 'CISO In de box' houden we risico's voor klanten zoveel mogelijk op afstand.”

 
Er is niet alleen programmatuur van partners in de bankomgeving, bankfunctionaliteit wordt ook steeds vaker in de digitale om­geving van partners geïntegreerd. Dankzij dergelijke ῾embedded banking servicesʼ ontstaan er steeds meer vormen van ῾open bankingʼ. Van Bommel: “Ook dit communiceren met externe systemen vraagt om goede API's. Het zegt wel iets dat start-ups die zich op embedded banking richten, het opvallend goed doen momenteel. Het is voor banken een belangrijk onderscheidend aspect geworden.” Open banking heet niet voor niets zo; het heeft het concurrentieveld vergroot. Van Bommel vindt dat een goede zaak, omdat klanten ervan profiteren. “Het legt de focus op vernieuwing en jaagt de innovatie aan. Om jongere doelgroepen te bereiken, moet je producten via digitale kanalen aanbieden. Het gaat erom dit zo klantvriendelijk en effectief mogelijk te doen.”

 

Een voorbeeld van een open banking dienst van ABN AMRO vormt PayDay voor flex- en gig-werkers. “Daarbij verzorgen wij betaling van het salaris meteen op de dag dat de medewerker zijn werk heeft gedaan met een druk op de knop, waarna wij de vordering op de opdrachtgever via ons platform afhandelen”, geeft Van Bommel aan. “Een ander mooi voorbeeld is ID&Pay voor het verifiëren van iemands identiteit en het verzorgen van de betaling op platforms, zoals bijvoorbeeld sharing platforms. Partners kunnen hun voordeel doen met het feit dat wij als bank privacygevoelige data mogen opslaan en dat we dat uitstekend beveiligd doen.”

 
Zo bieden banken voor zakelijke klanten steeds meer diensten aan. Neem een onafhankelijke duurzaamheidsscan voor ondernemers die willen verduurzamen. Dat is een eenvoudige vraag, maar het vinden van het antwoord is complex. “Een partnerorganisatie van ons beoordeelt de duurzaamheid van het pand van de klant”, vertelt Van Bommel. “Zo'n service is weer gerelateerd aan onze diensten, want wij kunnen bijvoorbeeld de financiering voor zonnepanelen en isolatiewerkzaamheden regelen. Wij zorgen dan met partners voor de beste business case en de financiering. We pakken de vraag geïntegreerd op, inclusief verzekering en installatie van de zonnepanelen. De klant hoeft niet meer vier of vijf verschillende partijen te raadplegen en complexe berekeningen uit te voeren. Hij kan gewoon blijven ondernemen.”


De digitalisering rukt zo steeds verder op. “Kunstmatige intelligentie (AI) zorgt er daarbij onder andere voor dat applicaties nog makkelijker en intuïtiever werken. AI maakt het bijvoorbeeld mogelijk dat chatbots nòg betere antwoorden op klantvragen geven. Dat is voor een bank geen makkelijke opgave. We zijn verantwoordelijk voor de inhoud van antwoorden en moeten foute en gekleurde antwoorden zien uit te sluiten. Daar zijn we al ver in, maar de functionaliteit wordt beter en beter.”


Blockchain kan vooral helpen in bancaire processen waarin nu nog veel papier omgaat, zoals transacties op de kapitaalmarkt. Van Bommel: “Begin januari hebben we de eerste ῾tokenized bondʼ voor een mkb-bedrijf geïntroduceerd. Dit is een voorbeeld van een product (een obligatie) dat vroeger moeilijk toegankelijk was vanwege het complexe proces en de kosten. Digitalisering brengt dit nu binnen het bereik van kleinere bedrijven. Het is een mooi voorbeeld van hoe je innovatie kunt vormgeven door te redeneren vanuit het oplossen van klantproblemen.”

 
Bij het uitbouwen van digitale functionaliteit en het vernieuwen van systeem-
architecturen komt steeds minder handmatig programmeerwerk kijken. “Dit ῾no codeʼ of ῾low codeʼ werken lost niet alleen de geringe beschikbaarheid van programmeurs op, maar versnelt ook de ontwikkeling”, legt Van Bommel uit. “En, niet onbelangrijk: het maakt meer focus op domeinkennis mogelijk. De inhoudelijk expert zit meer aan de knoppen en dat is cruciaal voor succes in ICT-projecten.”

 
Dergelijke vernieuwingen komen onder andere uit de academische wereld. Van Bommel: “Daarom werken we bijvoorbeeld samen met TNO en de TU Delft op het gebied van quantum computing. Samen met onze partner Techstars zijn we op zoek naar spin-offs om partnerships of joint ventures mee aan te gaan. Binnenkort komt er weer een nieuwe inschrijving voor start-ups op het gebied van fintech, web 3, embedded banking en AI. Nederland blijkt een vruchtbare omgeving voor nieuwe fintech activiteit, want elk jaar komen er wel één of twee nieuwe Nederlandse start-ups bij in ABN AMRO Ventures.”

 
Net als op andere terreinen is opschaling ook voor fintechbedrijven in Nederland een probleem. “Wij proberen die opkomende bedrijven tot wederzijds voordeel vooruit te helpen”, zegt Van Bommel. “Op eigen kracht doorgroeien blijkt moeilijk of er komen buitenlandse bedrijven die veelbelovende start-ups opkopen. Gelukkig hebben we met Adyen, Bux en Mollie inmiddels een aantal voorbeelden in Nederland van opschaling die wel succesvol is verlopen.”

 

scherm-afbeelding-2023-03-23-om-11-59-27.png

Edwin van Bommel is Chief Strategy & Innovation Officer bij ABN AMRO Bank, voorzitter van het Investment Committee van ABN AMRO Ventures en hoofd van ABN AMRO + Techstars Future of Banking Accelerator.

23 mrt 2023

|

Levensstijl

Opleiden als oplossing voor de maatschappelijke uitdagingen

Een Leven Lang Ontwikkelen staat hoog op de politieke agenda en het kabinet heeft ambitieuze plannen op dit gebied. Een goede zaak, want de uitdagingen waar wij voor staan zijn ongekend: grote tekorten op arbeidsmarkt, een stijgende pensioen­leeftijd, de energietransitie, de bouw­opgave en veranderingen en innovaties die steeds sneller gaan. De vraag is hoe wij, als maatschappij, hier mee om kunnen gaan? Het antwoord? Door te zorgen voor een goed opgeleide beroeps­bevolking die wendbaar, weerbaar en duurzaam inzetbaar is op een veran­derende arbeidsmarkt.    

 

Maar dat vraagt nogal wat van mensen. Naast praktische vaardig­heden, die steeds sneller ver­ouderen, zullen mensen ook in staat moeten zijn om persoonlijke vaardigheden door te blijven ontwikkelen. Hierdoor blijven mensen inzetbaar voor de veranderende arbeidsmarkt. In de praktijk zijn daar al vele goede voorbeelden van. Denk aan de energietransitie, daarvoor hebben we kwalitatief goed opgeleide mensen nodig. Mensen die zonnepanelen en warmtepompen kunnen plaatsen, huizen kunnen isoleren en duurzaam kunnen bouwen, elektrische auto’s kunnen onderhouden, laadstations kunnen plaatsen, en ga zo maar door. Juist daar zijn nu grote tekorten aan goed opgeleide mensen. En dat is slechts één sector, maar dit geldt ook voor de sectoren ICT en zorg, waar goede initiatieven plaatsvinden met verkorte opleidingen zodat mensen snel beschikbaar zijn om een bijdrage te leveren. Zo is tijdens de corona­crisis de Nationale Zorgklas opgezet: mensen zijn binnen afzienbare tijd om- en bijgeschoold, zodat ze snel inzet­baar zijn voor het werken in de zorg. De deelnemers van deze opleidingen hebben hiermee ook mbo-certificaten gehaald.

 
De NRTO (branchevereniging voor private trainings- en opleidingsinstituten) en haar leden zijn actief in het hart van deze actualiteit. De NRTO werkt mee aan initiatieven die het Leven Lang Ontwikkelen verder brengen. Zo werkt de NRTO samen met diverse andere organisaties aan de ‘Werkagenda mbo’. Centraal staat de vraag hoe het mbo verder versterkt kan worden, door kansengelijkheid, een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en een verdere kwaliteitsverbetering. Dit geldt zowel voor het initieel onderwijs als voor het post-initieel mbo-onderwijs voor (jong)volwassenen. Een ander middel in het kader van Leven Lang Ontwikkelen is de STAP-regeling. Via deze regeling kunnen werkenden en werk­zoekenden een budget van maximaal duizend euro per jaar aanvragen voor scholing. Deze subsidie kan worden gebruikt voor een training, cursus of opleiding.


De STAP-regeling (Stimulering Arbeidsmarkt Positie) is een lerende regeling waar met succes door mensen een beroep op wordt gedaan. De eerste onderzoeken tonen aan dat de regeling een diverse doelgroep bereikt, qua leeftijd en opleidingsniveau: de helft van de aanvragers heeft maximaal een mbo-4 opleiding, ruim de helft van de aanvrager is tussen de dertig en vijftig jaar oud en 58 procent van de aanvragers wil zich met het STAP-budget bijscholen om het huidige werk beter te kunnen doen. Daarnaast wil 42 procent zich omscholen of de mogelijkheid creëren om ander werk te gaan doen.

 
Deze doelgroep wordt beter bediend dan onder de vorige fiscale regeling, de scholings­aftrek. In het kader van Leven Lang Ontwikkelen en eigen regie van mensen is de regeling een goed instrument. Echter, deze regeling kan op onderdelen beter. Met een aantal aanpassingen kan deze regeling worden verbeterd en daarmee kan de leercultuur verder bevorderd worden. De STAP-regeling is een mooie opmaat naar leerrechten in het post-initieel onderwijs.

 

favori-h-k-ciel-vierkant3-1.jpg 

Ciel Stevens-Meewis, Directeur NRTO

23 mrt 2023

|

Industrie

Alle knoppen instellen op duurzame zeescheepvaart


Wist u dat de CO2-uitstoot van de zeescheepvaart, uitgaande van de in Nederland getankte brandstoffen, veel hoger is dan de uitstoot van het hele Nederlandse wegverkeer? En was het u bekend dat de luchtverontreiniging door de zeescheepvaart vooral in het westen van Nederland substantieel is? En de verwachting is dat het vervoer over zee vanwege een groeiende en rijker wordende wereldbevolking alleen maar zal groeien. Daarom is vermindering van de uitstoot door de zeescheepvaart zeer belangrijk voor ons. 


Er zijn verschillende manieren om dat te bereiken. Het kan met schonere scheepsmotoren en brandstoffen. Zo kunnen bestaande scheepsmotoren op synthetische biobrandstoffen of op waterstof lopen. Op dit moment is groene waterstof als brandstof van de toekomst nog schaars en kostbaar, maar voor de lange termijn en de korte afstand is het wel een optie. Voor de lange afstanden wat minder, omdat schepen voor de lange afstand maar één keer per maand of twee maanden bunkeren. Elektromotoren en waterstof kunnen niet aan die eis voldoen. Voor de lange termijn zijn elektrische tractie, ammoniak en methanol alternatieven, maar daarvoor moeten eerst nieuwe motoren worden ontwikkeld.

 


Een tweede manier om de duurzaamheid te bevorderen is minder verschepen. Minder tonnen, minder kilometers. Dat kan als de consument producten koopt die veel langer meegaan en die gerepareerd kunnen worden met uitwisselbare onderdelen. Minder kilometers zijn ook te bereiken als die producten dichter bij huis worden geproduceerd. Nog een optie: langzamer varen, maar dan moeten de hogere personeelskosten en de afschrijving van schepen per eenheid product dit voordelig maken ten opzichte van de brandstofbesparing. Tijdens de kredietcrisis was dit het geval.

 


Maar de grote vraag is: aan welk van deze knoppen kun je het best draaien om de uitstoot te verminderen? Het motiveren van consumenten om producten te kopen die langer meegaan lukt al dertig jaar niet. Productie op kortere afstand heeft meer kans, omdat daar ook andere factoren meewerken. De betrouwbaarheid van levering uit Oost-Azië valt tegen, lange logistieke ketens zijn kwetsbaar en de transportkosten zijn hoger. Bovendien is bij textiel de reistijd een factor – het model spijkerbroek uit China is alweer uit de mode voor het schip in Rotterdam aanmeert.     

 


Het bereiken van een wereldwijde technische oplossing? Dat gaat moeizaam. Binnen de International Maritime Organization (IMO) remmen veel landen de verandering. Nieuwe techniek afdwingen zal beter lukken via de Europese Unie of de havens in Noordwest-Europa. Simpelweg door te stellen: met een 'vies' schip kom je de haven niet meer in. In de luchtvaart werkt dat al. De EU kan ook met keurmerken producten met een langere levensduur afdwingen, want bedrijven zijn gevoelig voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) certificering. Dergelijke regelgeving is een goede optie, naast beprijzing, op zijn minst van CO2-emissie.

 


Want CO2-beprijzing leidt tot kortere vervoersafstanden, nieuwe techniek, lagere vaarsnelheden. Laat de markt maar lekker uitzoeken aan welke knoppen ze willen draaien om de emissies per eenheid product omlaag te laten gaan – als ze maar omlaag gaan.