Als leidinggevende sta je regelmatig stil om de prioriteiten voor korte en lange termijn te bepalen. Omdat bij ons het nieuwe boekjaar in juni start, heb ik er de afgelopen tijd vaker over nagedacht dan gebruikelijk. Er zijn dan altijd drie belangrijke pijlers waarop ik me focus: de strategie, met daarin onze klanten centraal, het business operations model en onze mensen.

3 vragen aan Ronald Haanstra Algemeen directeur MobilityMixx

Hoe ziet de mobiliteit van de toekomst er uit?

“Wat echt een trend gaat worden, is dat we onze reis multimodaal gaan plannen. Vroeger was de auto een vanzelfsprekende optie om van A naar B te komen, nu gaan we steeds vaker de keuze maken voor verschillende vervoermiddelen. Daar kan een huurauto tussen zitten, maar ook bijvoorbeeld een reisdeel met het openbaar vervoer of met een huurfiets.”

Hoe komt het dat die trend in opkomst is?

“Drie redenen. Ten eerste: door verdergaande digitalisering is het op elkaar afstemmen van vervoermogelijkheden steeds beter in te regelen. Zo kun je de reis eenvoudig en correct inplannen, ook al maak je gebruik van verschillende middelen. Tweede reden: we raken meer milieubewust. Dus willen we best een keertje kiezen voor het openbaar vervoer. En derde reden: bedrijven en overheden stappen af van het traditionele leasemodel. Ze kiezen steeds vaker een oplossing waarbij de gebruiker vervoer inkoopt, ongeacht het transportmiddel. Afhankelijk van de transportbehoefte kiest de gebruiker de ene keer een deelauto en misschien de volgende keer een fiets.”

Gaat het nu echt een keer lukken om mensen uit de auto te krijgen?

“Dat denk ik wel. Je moet niet alleen mensen financieel belonen om de auto te laten staan, je moet toegang tot alternatieven zo laagdrempelig mogelijk maken. Met een generieke vervoerskaart die toegang geeft tot verschillende reismiddelen gaat dat lukken.”

De keuze voor elektrisch rijden is niet alleen een switch naar een ander vervoermiddel. Met afscheid van een traditioneel aangedreven wagen maak je ook de keuze voor een alternatief dat meer fun en ervaring biedt, stelt autoliefhebber Arjan de Putter, die op tal van niveaus betrokken is bij de promotie van duurzame mobiliteit.

De auto’s van nu bestaan niet alleen uit blik en plaatstaal, maar zijn samengesteld uit een combinatie van metaallegeringen en hedendaagse kunststoffen. Tel daar de nieuwste ict-technologie bij op, waarmee duidelijk wordt dat het moderne wagenpark van nu een op maat gesneden en actueel onderhoud vergt. Zeker wanneer het schadeherstel betreft, vraagt dat steeds vaker om toegesneden en specifieke kennis, benadrukt Femke Teeling, directeur van FOCWA, de branchevereniging van schadeherstellers.

Autodelen is een almaar groeiend geaccepteerd gebruiksmodel. Ook in zakelijk verband. Zakelijke rijders die korstondig autovervoer nodig hebben, hoeven daarmee niet de hele dag een wagen te reserveren, maar kunnen het gebruik ervan voor enkele uren of een dagdeel inplannen. Volgens Peter de Jong van WeGO carsharing solutions leidt dat tot volop voordelen.

3 vragen aan Patrick Roozeman, directeur MTc.

Hoe kijkt u tegen zakelijke mobiliteit aan?  

“De moderne zakelijke markt vraagt om multimobiliteit. Echter, het daadwerkelijk gebruik is nog veel auto of OV-gerelateerd. De daadwerkelijke cross-over tussen auto en OV komt maar langzaam op gang. En de klant wil keuzevrijheid. Nieuwe partners en dienstenleveranciers dienen zich aan, zodat deze voldoet aan die klantbehoeften.’  

Hoe ziet u de toekomst van zakelijke mobiliteit? 

“Meer gericht op gebruik dan op bezit, meer persoons- dan voertuig gebonden, meer elektriciteit dan fossiel en meer divers dan single-modaliteit. Werkgevers faciliteren een breed scala aan mobiliteitsmogelijkheden, waaruit de werknemer kan kiezen. Voor deze mobiliteitsvragen is een platform nodig waar al deze vormen samenkomen: de hub voor mobiliteit.”

Wat is nodig om te komen tot autoloze steden? 

“Gedragsverandering, de durf om de auto te laten staan en andere vervoersvormen te proberen. Klanten vinden het vreemd dat ik als directeur met de bus kom. In steden als Londen en Parijs is het echter zeer gebruikelijk dat een werkgever flexibel omgaat met mobiliteitsopties. De keuze komt hiermee bij de werknemer te liggen voor slimme en efficiënte keuzes afhankelijk van wat noodzakelijk is. Meer geredeneerd vanuit vertrouwen dan vanuit beheersing.”

Tennis was zijn sport, Raemon Sluiter zijn voorbeeld en Wimbledon zijn doel. Totdat hij in een raceauto stapte. “Wimbledon werd toen meteen ingeruild voor Silverstone.”

Mobiliteit kan en moet schoner en slimmer, zo schrijft het Klimaatakkoord voor. Deze overgang naar duurzame mobiliteit vraagt om een andere kijk op de manier waarop wij onszelf verplaatsen. Leasemaatschappijen staan in het hart van die ontwikkeling. Zij bieden behalve elektrische auto’s ook vaak een mobiliteitspakket aan.

3 vragen aan Jort Boonk, communicatiemanager Travelcard

Het voordeel van een onafhankelijke tankpas?

“Door onze onafhankelijkheid kunnen wij een 100 procent dekking van alle tankstations in Nederland beiden. Tankpashouders worden daarom niet beperkt tot tanken bij een bepaalde oliemaatschappij. Daarnaast bieden we aanvullende diensten als parkeren, carwash en pechhulp en openbaar vervoer; sommige services zelfs in Europa. Je kan in België tanken en in Frankrijk pechhulp krijgen.”

Een merkgebonden tankpas biedt wel vaak korting op de benzineprijs. 

“De oliemaatschappijen bieden inderdaad vaak korting, maar wel op de eigen adviesprijs. Met een onafhankelijke tankpas betaalt de gebruiker de prijs aan de pomp en deze is vaak ook flink lager dan de adviesprijs. Er zijn altijd ongeveer 2000 tankstations die 10 tot wel 20 cent korting geven op de adviesprijs.”

Kan ik ook met een elektrische auto gebruik maken van zo’n pas?

“Uiteraard. Deze dienst wordt al verschillende jaren aangeboden. Ook hier hebben wij een 100 procent dekking. Van Fastned aan de snelweg, tot laadpunten van onder meer Allego en NewMotion in de stad, de auto kan overal worden opgeladen.”

Op dit moment tellen we zo’n 50.000 elektrische personenauto’s in Nederland en het kabinet streeft ernaar dat we er in 2030 twee à drie miljoen hebben. Dat betekent dat tegen die tijd álle nieuwe auto’s in de showrooms bij dealers elektrisch zouden moeten zijn. BOVAG becijferde al dat zulke aantallen alleen met zeer sterke overheidsstimulering realistisch zijn. In het meest gangbare scenario zal namelijk hooguit driekwart van alle nieuwe personenauto’s in 2030 elektrisch zijn, dus zonder onverantwoorde, torenhoge subsidies.

Digitalisering blijkt een belangrijke troefkaart voor de logistieke sector, die daarmee verschillende bottlenecks kan oplossen.

3 vragen aan Desmond van Kooten, sales director GPS-Buddy

Temperatuurmonitoring, past dat logisch binnen fleetmanagement?

“Een logistiek dienstverlener wil niet alleen inzicht in waar zijn auto’s, busjes of vrachtwagens zijn. Vervoerders van levensmiddelen en medicatie hebben bijvoorbeeld te maken met heel specifieke temperatuurcondities. Het is voor een vervoerder essentieel dat hij alle parameters binnen het transport kan rapporteren, rijgedrag bijvoorbeeld maar ook temperatuur.”

Welke eisen worden aan het vervoer van deze producten gesteld?

“Een van de zaken is een gesloten temperatuurketen; op elk punt in het proces moet aan temperatuurbewaking worden gedaan, ook tijdens het transport. Er is daarin zelfs een nieuwe ontwikkeling. De sensoren meten de omgevingstemperatuur, maar je wilt de kerntemperatuur van producten meten. Door slimme ontwikkelingen is nu ook de kerntemperatuur zeer nauwkeurig te benaderen.”

Wat is het voordeel voor de vervoerder?

“Een vervoerder is verantwoordelijk voor het behoud van de kwaliteit van de producten tijdens het transport. Bij voedingsmiddelen luistert dit heel nauw. Mocht er een dispuut ontstaan over een te hoge temperatuur bij levering, dan kan via rapportages worden aangetoond dat dit niet tijdens het transport is veroorzaakt.”

Groeien tegen de slots in. Dat is de opdracht voor Bart Pouwels. Zijn oplossing? Samenwerking binnen de keten. “Nederlanders zijn echt uniek in samenwerken en daarbinnen elkaar vertrouwen. Dat geeft ons een voorsprong.”

Drie vragen aan Rick Hofstede, Technology @ Tesorion

Waarom is cybersecurity zo belangrijk?

“Omdat het gaat om de continuïteit van de onderneming. Vrijwel honderd procent van alle bedrijven is afhankelijk van cloud- en andere internetdiensten. Als dat gevaar loopt, dan vormt dat een groot risico van de businesscontinuïteit. Wat opvalt, is dat het verhelpen van problemen veel meer kost dan het vooraf beveiligen. Veel bedrijven hebben dat onvoldoende in de gaten.”

Wat zijn de eerste stappen op het gebied van cyberveiligheid?

“Als je onvoldoende kennis van deze materie hebt, zorg er dan in ieder geval voor dat je een vertouwde partner krijgt, die met je meedenkt en een plan maakt om je organisatie veilig te krijgen. Vervolgens krijg je stap voor stap controle over je eigen infrastructuur, hetgeen begint met grip op en inzicht krijgen in het netwerk.”

Wat moet je als onderneming doen wanneer je wordt geraakt door een aanval?

“Neem direct contact op met een expert. Wij kennen bijvoorbeeld een Computer Security Incident Response Team (CSIRT) dat in staat is om snel te handelen bij een cyberaanval. Ga in ieder geval niet zelf lopen prutsen: dan raak je waarschijnlijk alleen maar dieper in de ellende. Bovendien vernietig je dan bewijslast.”

Consumenten stellen almaar hogere eisen aan productbezorging. Een vlekkeloze supplychain-operatie biedt de oplossing.

Transport Management Systemen krijgen almaar meer invloed op succes in de vervoerssector.

Cisco Nederland bouwt aan de ‘Digitale Versnelling Nederland’ (DVN), met als doel Nederland duurzaam digitaal verder te brengen. Dat geldt ook voor de industrie, waar digitalisering altijd draait om data en connectiviteit essentieel is. In de slimme fabriek zorgt digitalisering voor optimalisatie van de processen. Connectiviteit zorgt bovendien voor betere samenwerking binnen de keten en het kunnen volgen van producten, van grondstof tot aflevering bij de klant. Connectiviteit maakt ook nieuwe, slimme businessmodellen mogelijk voor de Nederlandse industrie, waardoor beter geconcurreerd kan worden met productielanden zoals China.

Smart Industry verandert het ingenieursvak drastisch, en dat vraagt om een nieuwe mindset.

We zijn een productief land in vergelijking met andere Europese landen. En Nederlandse bedrijven zijn goed in technologische ontwikkelingen. Echter, bij het productieproces zijn nog stappen te maken. Wat kan Smart Industry hierin betekenen?

De Nederlandse industrie opereert op een mondiaal speelveld en is sterk afhankelijk van de export. Met de start van het Programma Smart Industry in 2014 bestaat de ambitie om de digitalisering van de industrie te versnellen en daarmee voldoende te laten profiteren van de kansen die digitalisering biedt. Ineke Dezentjé Hamming is voorzitter van dit samenwerkingsverband.