Laatste nieuws

31 mei 2022

|

Economie

‘Hybride evenementen? Daar is eigenlijk niemand blij mee’

De MICE (Meetings, Incentives, Conferences, Exhibitions)-sector is ontzettend conjunctuurgevoelig. Gaat het niet goed met de economie, dan gaat het ook niet goed met de internationale meetings en congressen. En de afgelopen twee jaar is ook gebleken: gaat het niet goed met de gezondheid van de mens door een pandemie, dan is de internationale congressector één van de eerste sectoren die hard wordt geraakt. 


Wat voor effect heeft de coronapandemie op de internationale congressector gehad?

“In 2020 was onze sector hard op weg om één van haar beste jaren ooit te draaien”, vertelt Thijs Peters, president MPI (Meeting Professionals International). “Zo zouden dat jaar de Formule 1 in Zandvoort plaatsvinden, en het Eurovisie Songfestival in Rotterdam. Maar in maart moest alles dicht en vonden er van de ene op de andere dag geen internationale evenementen en congressen meer plaats.” Gemiddeld geeft een bezoeker van een zakelijk congres 1271 euro uit aan de locatie waar hij of zij slaapt, eten en drinken en bijvoorbeeld aan een museumbezoek. “Dat is goed voor zo’n 1,6 miljard euro per jaar”, vertelt Eric Bakermans, Director Marketing Meetings & Conventions bij NBTC (Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen). “En naast de financiële boost is het organiseren van internationale congressen ook van onschatbare waarde voor de kenniseconomie. Elke studie aan een universiteit of academisch ziekenhuis heeft een nationale vereniging die gemiddeld elk jaar een (internationaal) congres organiseert”, aldus Paul Gruijthuijsen, projectleider VGF (Voorfinancierings- & Garantiefonds). “En dat is door de coronapandemie in één klap weggevallen. Gelukkig werd er al snel geschakeld naar online en hybride evenementen.”

 p-38-tpportret.jpg

Thijs Peters

President MPI (Meeting Professionals International)

p-38-paul-gruijthuijsen-7.jpg

Paul Gruijthuijsen

Projectleider VGF (Voorfinancierings- & Garantiefonds)

p-38-eric-bakermans-hd-profile-2.jpg

Eric Bakermans

Director Marketing Meetings & Conventions bij NBTC (Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen

 

Hoe heeft de coronacrisis de congressector veranderd?

Bakermans: “Twee jaar geleden gingen we van volledig live naar helemaal niets. Al snel zocht de sector naar andere mogelijkheden en ontstonden er verschillende vormen: geheel online en hybride congressen op latere momenten toen er wel weer mensen bij elkaar mochten komen.”

Gruijthuijsen: “Al snel werd er geschakeld naar online mogelijkheden. Met als gevolg dat alle spontaniteit verdween als sneeuw voor de zon. Online congressen werden tv producties, die van minuut tot minuut werden vastgelegd in scripts. De spontaniteit verdween en de reden waarom veel mensen nu juist naar een live congres gaan is niet alleen voor de kennis, maar ook om een biertje in een nieuwe stad te drinken en om even bij te kletsen met die ene buitenlandse collega. Online en hybride congressen halen het dan ook niet bij de live congressen. En organiseer je een online of hybride congres, dan is alleen een camera op iemand richten niet genoeg.”

Peters: “We gaan dan ook volledig terug naar live congressen. Uiteraard zullen daar hybride componenten aan vastzitten en zullen er ook nationale hubs gekoppeld gaan worden aan live congressen. Een congres wordt bijvoorbeeld georganiseerd in New York en wanneer een delegatie uit Spanje om welke reden dan ook niet kan afreizen naar New York kan deze in een ‘hub’ via een online verbinding het congres volgen en samenkomen bij die hub met de nationale collega’s. Ook zullen we gaan zien dat in aanloop naar een congres activiteiten online zullen plaatsvinden en na afloop zullen de resultaten ook online gedeeld gaan worden.”

 


Zullen hybride evenementen voorgoed gaan verdwijnen?

Bakermans: “Het hybride component zal absoluut blijven, maar hoe dat eruit gaat komen te zien in de toekomst weet ik nog niet. Dat weet eigenlijk niemand.”

Gruijthuijsen: “Hybride onderdelen zullen zeker blijven. De toekomst moet gaan uitwijzen in welke vorm en hoe het zich gaat ontwikkelen. Ik denk wel dat hybride meer in de vorm van de nationale hubs zal zijn. Een deel zal via deze weg online gevolgd kunnen worden en de nationale hubs zorgen ervoor dat contacten en kennis uitgewisseld kunnen worden.”

Peters: “Nu is eigenlijk niemand blij met hybride. Het zijn eigenlijk twee aparte events, live en online, die met elkaar geïntegreerd moeten worden. En dat leidt niet tot resultaten waar je blij van wordt. Het is net een pretpark in de regen. Je moet echt je best doen om het zinvol en leuk te vinden.”

 


Hoe ziet de toekomst van de congressector eruit?

Bakermans: “Nederland staat ontzettend hoog aangeschreven wanneer het gaat om internationale congressen. En dat is heel erg belangrijk voor onze financiële- en kenniseconomie. Aan elke wetenschappelijke ontwikkeling ligt een internationaal congres ten grondslag. Als gevolg van de coronacrisis is er een enorme inhaalslag aan de gang. Twaalf maanden moeten in negen maanden worden uitgevoerd, waarbij de branche nog te maken heeft met een groot personeelstekort en onzekerheid wat betreft het mogelijk oplaaien van het coronavirus in het najaar.

Peters: “Als gevolg van de coronacrisis zijn er ontzettend veel mensen uit de branche gestapt en daarmee ook ontzettend veel kennis. Dat is ongelofelijk jammer. Niet alleen op de korte termijn, maar ook op de lange termijn gaat dit gevolgen hebben voor de branche. De aanmeldingen van studies zoals eventmanagement stijgen niet. Hier moet de sector actief op inspelen door te laten zien hoe leuk onze sector is en hoeveel je er kunt leren.”

Gruijthuijsen: “Eén ding is duidelijk geworden door de coronacrisis: een zakelijke relatie opbouwen doe je niet online. Het is essentieel voor een goede relatie om elkaar te kunnen ontmoeten en elkaar in de ogen te kunnen aankijken. Ook om de kleine nuances in een gesprek te kunnen ervaren die we niet online kunnen nabootsen en om kennis uit te kunnen wisselen. Het is toch echt gebleken dat bij elkaar komen in de natuur van de mens zit en dat gaan we dan ook gewoon weer doen om zo kennis te kunnen delen en een bijdrage te kunnen leveren aan de Nederlandse economie.”

31 mei 2022

|

Economie

Personeelstekort staat innovatie en verduurzaming in de weg

We staan in Nederland voor een grote opgave om de CO2-uitstoot drastisch te verminderen. Alle sectoren, dus ook de transport en logistiek, moeten hier hun steentje aan bijdragen. De sector kan hierin een grote bijdrage leveren, maar er staat één grote uitdaging in de weg: de grote personeelstekorten.

 

 


In 2020 lanceerde TLN een duidelijke duurzaamheidsvisie voor de transport- en logistieke sector, met het doel om de CO2-uitstoot in 2030 te halveren ten opzichte van 2015. Zo was het plan dat nieuwe vrachtauto’s die in de Nederlandse binnensteden rijden geen uitlaat meer zouden hebben. Ook in de buitengebieden moet de uitstoot van voertuigen verlaagd worden, bijvoorbeeld door het gebruik van duurzame biobrandstoffen. Al laatste zet de sector zich in voor meer efficiëntie in de logistieke keten waardoor het aantal gereden kilometers omlaag kan.

 


Mooie, duurzame plannen waar veel transportbedrijven ook al volop mee aan de slag zijn. Echter, om echt een slag te slaan is een hoop mankracht nodig. En laat daar nou juist een groot tekort aan zijn in de logistieke sector.

 


Ook transport en logistiek hebben de afgelopen jaren de effecten van de coronacrisis gezien, maar waar andere sectoren te maken hadden met een verminderde vraag, ging in de transport en logistiek de vraag juist de lucht in door de grote toename in het aantal online bestellingen. 53 procent van de werkenden in de logistieke sector geeft aan dat het huidige logistieke proces niet bestand is tegen de manier waarop Nederlanders vandaag de dag bestellen, stelt Transport Online aan. Het tekort aan personeel is daarvoor één van de belangrijkste redenen.

 


46 procent van de ondernemers in het beroepsgoederenvervoer over de weg en 30 procent van de logistiek dienstverleners geeft aan dat zij te maken hebben met een tekort aan personeel, zo meldt TTM. Het aantal openstaande vacatures is hoog en de pensioenuitstroom neemt verder toe. De verwachting is dan ook dat de logistieke sector de komende jaren in het teken zal staan van het personeelstekort.

 


Om de duurzaamheidsuitdagingen alsnog te lijf te gaan en onze transport en logistiek innovatief en vooruitstrevend te houden, is er dus werk aan de winkel. Aan de ene kant zullen technologische oplossingen hier een belangrijke rol in gaan spelen, maar belangrijker nog is het werven en behouden van goed personeel. Belangrijk daarbij, zo meldt onder andere ABN AMRO, is het opstellen van een strategisch personeelsbeleid met aandacht voor een goede werk-privé balans, goede arbeidsvoorwaarden en doorgroeimogelijkheden voor personeel. Daarnaast is het ook belangrijk extra te focussen op de werving van goed personeel. De supply chain, transport en logistiek zijn complex dus als je een recruitmentbureau in de armen neemt, moeten zij daarover wel voldoende kennis hebben. Ook kan het verstandig zijn om personeel extra opleidingen en trainingen aan te bieden, zodat zij op de toekomst voorbereid zijn. Alleen als het personeelstekort aangepakt wordt, kan de transport- en logistiek haar innovatieve zelf zijn en blijven.

31 mei 2022

|

Economie

Capaciteit van het huidige energienet zorgt voor beperkingen in de logistieke vastgoedmarkt

Naast de beschikbaarheid van grond en mogelijke politieke beperkingen in beleid rondom gronduitgifte en grondgebruik, kan de beperkte transportcapaciteit op het Nederlandse elektriciteitsnetwerk een negatieve uitwerking hebben op nieuwe logistieke ontwikkelingen in de Nederlandse vastgoedmarkt.

 


De totale energiecapaciteit beïnvloedt de capaciteit voor nieuwe logistieke ontwikkelingen, omdat het bepaalt of er nieuwe distributiecentra gerealiseerd kunnen worden die gebruik mogen maken van het energienet. Door het nu geldende ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt principe’ kunnen er op dit moment op verschillende plekken in Nederland geen nieuwe ‘energienet afhankelijke’ distributiecentra worden gebouwd. Zo worden gebruikers en ontwikkelaars die per se in deze grootstedelijke locaties nieuw logistiek vastgoed willen ontwikkelen geforceerd om ‘off grid’ distributiecentra te bouwen.

Op een overzichtskaart ontwikkeld door Savills, is te zien dat in de logistieke hotspots Schiphol, Amsterdam en Bleiswijk-Waddinxveen geen stroomcapaciteit op het energienet meer beschikbaar is.. Naast de genoemde gebieden valt op dat er ook in
Eindhoven, Tilburg-Waalwijk, en Zaltbomel-Tiel-
Geldermalsen nog beperkte stroomcapaciteit is. Dit alles betekent niet dat het onmogelijk is, maar wel dat het moeilijker wordt om te ontwikkelen in dergelijke gebieden. Tegelijkertijd staan deze hotspots al politiek en maatschappelijk onder druk om het grondgebruik voor logistiek en transport te beperken. Zo is er bijvoorbeeld op Schiphol geen energiecapaciteit én politieke weerstand tegen ontwikkelingen rondom transport en logistiek. Dit zorgt tezamen voor een lastig ontwikkelklimaat in de geijkte logistieke hotspots.

 


Douglas van Oers, Co-Head Logistics & Industrial bij
Savills in Nederland, zegt: “De vraag is of we dit wel moeten beschouwen als beperkende factor, of dwingt het ons misschien tot broodnodige innovatie? Geen netcapaciteit betekent niet dat er niet meer ontwikkeld kan worden, maar dat dit off-grid moet worden gerealiseerd en dat zij door te verduurzamen lokaal stroom moeten opwekken. Dit zien we in de praktijk steeds vaker gebeuren. Zo is er op Schiphol Trade Park Hoofddorp op locatie AMS05 al een distributiecentrum gerealiseerd die volledig zelfvoorzienend wordt in zijn eigen energiebehoefte. Dat is natuurlijk wel een ontzettend mooie en vernieuwende ontwikkeling.”

 


Niek Poppelaars, Co-Head Logistics & Industrial bij Savills in Nederland, vult aan: “Genoemde (maatschappelijke) ontwikkelingen dwingen ontwikkelaars om innovatief en creatief om te gaan met het realiseren van nieuwe ontwikkelingen, met aandacht voor ESG (Environmental, Social en Governance)-aspecten. Niet alleen energie speelt hierbij een belangrijke rol. Een andere belangrijke graadmeter is de welbekende BREAAM-certificering. In Nederland heeft slechts 7.6 procent van de logistieke voorraad een BREAAM label. Ondanks dat dit percentage door nieuwbouw zeker toeneemt, is hier nog een flinke slag te slaan.”

 


Ondanks dit relatief lage percentage doet Nederland het in Europese context bovengemiddeld goed. In Frankrijk en Duitsland, landen met een ongeveer even grote voorraad zijn respectievelijk twee en tien keer minder logistieke panden BREAAM gecertificeerd. In België is zelfs slechts een handje vol distributiecentra gecertificeerd. Het Verenigd Koninkrijk is koploper in absolute aantallen: hier zijn vier keer meer panden gecertificeerd, maar de voorraad is ook 37 procent groter. 

More Stories

31 mei 2022

|

Economie

‘Hybride evenementen? Daar is eigenlijk niemand blij mee’

De MICE (Meetings, Incentives, Conferences, Exhibitions)-sector is ontzettend conjunctuurgevoelig. Gaat het niet goed met de economie, dan gaat het ook niet goed met de internationale meetings en congressen. En de afgelopen twee jaar is ook gebleken: gaat het niet goed met de gezondheid van de mens door een pandemie, dan is de internationale congressector één van de eerste sectoren die hard wordt geraakt. 


Wat voor effect heeft de coronapandemie op de internationale congressector gehad?

“In 2020 was onze sector hard op weg om één van haar beste jaren ooit te draaien”, vertelt Thijs Peters, president MPI (Meeting Professionals International). “Zo zouden dat jaar de Formule 1 in Zandvoort plaatsvinden, en het Eurovisie Songfestival in Rotterdam. Maar in maart moest alles dicht en vonden er van de ene op de andere dag geen internationale evenementen en congressen meer plaats.” Gemiddeld geeft een bezoeker van een zakelijk congres 1271 euro uit aan de locatie waar hij of zij slaapt, eten en drinken en bijvoorbeeld aan een museumbezoek. “Dat is goed voor zo’n 1,6 miljard euro per jaar”, vertelt Eric Bakermans, Director Marketing Meetings & Conventions bij NBTC (Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen). “En naast de financiële boost is het organiseren van internationale congressen ook van onschatbare waarde voor de kenniseconomie. Elke studie aan een universiteit of academisch ziekenhuis heeft een nationale vereniging die gemiddeld elk jaar een (internationaal) congres organiseert”, aldus Paul Gruijthuijsen, projectleider VGF (Voorfinancierings- & Garantiefonds). “En dat is door de coronapandemie in één klap weggevallen. Gelukkig werd er al snel geschakeld naar online en hybride evenementen.”

 p-38-tpportret.jpg

Thijs Peters

President MPI (Meeting Professionals International)

p-38-paul-gruijthuijsen-7.jpg

Paul Gruijthuijsen

Projectleider VGF (Voorfinancierings- & Garantiefonds)

p-38-eric-bakermans-hd-profile-2.jpg

Eric Bakermans

Director Marketing Meetings & Conventions bij NBTC (Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen

 

Hoe heeft de coronacrisis de congressector veranderd?

Bakermans: “Twee jaar geleden gingen we van volledig live naar helemaal niets. Al snel zocht de sector naar andere mogelijkheden en ontstonden er verschillende vormen: geheel online en hybride congressen op latere momenten toen er wel weer mensen bij elkaar mochten komen.”

Gruijthuijsen: “Al snel werd er geschakeld naar online mogelijkheden. Met als gevolg dat alle spontaniteit verdween als sneeuw voor de zon. Online congressen werden tv producties, die van minuut tot minuut werden vastgelegd in scripts. De spontaniteit verdween en de reden waarom veel mensen nu juist naar een live congres gaan is niet alleen voor de kennis, maar ook om een biertje in een nieuwe stad te drinken en om even bij te kletsen met die ene buitenlandse collega. Online en hybride congressen halen het dan ook niet bij de live congressen. En organiseer je een online of hybride congres, dan is alleen een camera op iemand richten niet genoeg.”

Peters: “We gaan dan ook volledig terug naar live congressen. Uiteraard zullen daar hybride componenten aan vastzitten en zullen er ook nationale hubs gekoppeld gaan worden aan live congressen. Een congres wordt bijvoorbeeld georganiseerd in New York en wanneer een delegatie uit Spanje om welke reden dan ook niet kan afreizen naar New York kan deze in een ‘hub’ via een online verbinding het congres volgen en samenkomen bij die hub met de nationale collega’s. Ook zullen we gaan zien dat in aanloop naar een congres activiteiten online zullen plaatsvinden en na afloop zullen de resultaten ook online gedeeld gaan worden.”

 


Zullen hybride evenementen voorgoed gaan verdwijnen?

Bakermans: “Het hybride component zal absoluut blijven, maar hoe dat eruit gaat komen te zien in de toekomst weet ik nog niet. Dat weet eigenlijk niemand.”

Gruijthuijsen: “Hybride onderdelen zullen zeker blijven. De toekomst moet gaan uitwijzen in welke vorm en hoe het zich gaat ontwikkelen. Ik denk wel dat hybride meer in de vorm van de nationale hubs zal zijn. Een deel zal via deze weg online gevolgd kunnen worden en de nationale hubs zorgen ervoor dat contacten en kennis uitgewisseld kunnen worden.”

Peters: “Nu is eigenlijk niemand blij met hybride. Het zijn eigenlijk twee aparte events, live en online, die met elkaar geïntegreerd moeten worden. En dat leidt niet tot resultaten waar je blij van wordt. Het is net een pretpark in de regen. Je moet echt je best doen om het zinvol en leuk te vinden.”

 


Hoe ziet de toekomst van de congressector eruit?

Bakermans: “Nederland staat ontzettend hoog aangeschreven wanneer het gaat om internationale congressen. En dat is heel erg belangrijk voor onze financiële- en kenniseconomie. Aan elke wetenschappelijke ontwikkeling ligt een internationaal congres ten grondslag. Als gevolg van de coronacrisis is er een enorme inhaalslag aan de gang. Twaalf maanden moeten in negen maanden worden uitgevoerd, waarbij de branche nog te maken heeft met een groot personeelstekort en onzekerheid wat betreft het mogelijk oplaaien van het coronavirus in het najaar.

Peters: “Als gevolg van de coronacrisis zijn er ontzettend veel mensen uit de branche gestapt en daarmee ook ontzettend veel kennis. Dat is ongelofelijk jammer. Niet alleen op de korte termijn, maar ook op de lange termijn gaat dit gevolgen hebben voor de branche. De aanmeldingen van studies zoals eventmanagement stijgen niet. Hier moet de sector actief op inspelen door te laten zien hoe leuk onze sector is en hoeveel je er kunt leren.”

Gruijthuijsen: “Eén ding is duidelijk geworden door de coronacrisis: een zakelijke relatie opbouwen doe je niet online. Het is essentieel voor een goede relatie om elkaar te kunnen ontmoeten en elkaar in de ogen te kunnen aankijken. Ook om de kleine nuances in een gesprek te kunnen ervaren die we niet online kunnen nabootsen en om kennis uit te kunnen wisselen. Het is toch echt gebleken dat bij elkaar komen in de natuur van de mens zit en dat gaan we dan ook gewoon weer doen om zo kennis te kunnen delen en een bijdrage te kunnen leveren aan de Nederlandse economie.”

31 mei 2022

|

Economie

Personeelstekort staat innovatie en verduurzaming in de weg

We staan in Nederland voor een grote opgave om de CO2-uitstoot drastisch te verminderen. Alle sectoren, dus ook de transport en logistiek, moeten hier hun steentje aan bijdragen. De sector kan hierin een grote bijdrage leveren, maar er staat één grote uitdaging in de weg: de grote personeelstekorten.

 

 


In 2020 lanceerde TLN een duidelijke duurzaamheidsvisie voor de transport- en logistieke sector, met het doel om de CO2-uitstoot in 2030 te halveren ten opzichte van 2015. Zo was het plan dat nieuwe vrachtauto’s die in de Nederlandse binnensteden rijden geen uitlaat meer zouden hebben. Ook in de buitengebieden moet de uitstoot van voertuigen verlaagd worden, bijvoorbeeld door het gebruik van duurzame biobrandstoffen. Al laatste zet de sector zich in voor meer efficiëntie in de logistieke keten waardoor het aantal gereden kilometers omlaag kan.

 


Mooie, duurzame plannen waar veel transportbedrijven ook al volop mee aan de slag zijn. Echter, om echt een slag te slaan is een hoop mankracht nodig. En laat daar nou juist een groot tekort aan zijn in de logistieke sector.

 


Ook transport en logistiek hebben de afgelopen jaren de effecten van de coronacrisis gezien, maar waar andere sectoren te maken hadden met een verminderde vraag, ging in de transport en logistiek de vraag juist de lucht in door de grote toename in het aantal online bestellingen. 53 procent van de werkenden in de logistieke sector geeft aan dat het huidige logistieke proces niet bestand is tegen de manier waarop Nederlanders vandaag de dag bestellen, stelt Transport Online aan. Het tekort aan personeel is daarvoor één van de belangrijkste redenen.

 


46 procent van de ondernemers in het beroepsgoederenvervoer over de weg en 30 procent van de logistiek dienstverleners geeft aan dat zij te maken hebben met een tekort aan personeel, zo meldt TTM. Het aantal openstaande vacatures is hoog en de pensioenuitstroom neemt verder toe. De verwachting is dan ook dat de logistieke sector de komende jaren in het teken zal staan van het personeelstekort.

 


Om de duurzaamheidsuitdagingen alsnog te lijf te gaan en onze transport en logistiek innovatief en vooruitstrevend te houden, is er dus werk aan de winkel. Aan de ene kant zullen technologische oplossingen hier een belangrijke rol in gaan spelen, maar belangrijker nog is het werven en behouden van goed personeel. Belangrijk daarbij, zo meldt onder andere ABN AMRO, is het opstellen van een strategisch personeelsbeleid met aandacht voor een goede werk-privé balans, goede arbeidsvoorwaarden en doorgroeimogelijkheden voor personeel. Daarnaast is het ook belangrijk extra te focussen op de werving van goed personeel. De supply chain, transport en logistiek zijn complex dus als je een recruitmentbureau in de armen neemt, moeten zij daarover wel voldoende kennis hebben. Ook kan het verstandig zijn om personeel extra opleidingen en trainingen aan te bieden, zodat zij op de toekomst voorbereid zijn. Alleen als het personeelstekort aangepakt wordt, kan de transport- en logistiek haar innovatieve zelf zijn en blijven.

31 mei 2022

|

Economie

Capaciteit van het huidige energienet zorgt voor beperkingen in de logistieke vastgoedmarkt

Naast de beschikbaarheid van grond en mogelijke politieke beperkingen in beleid rondom gronduitgifte en grondgebruik, kan de beperkte transportcapaciteit op het Nederlandse elektriciteitsnetwerk een negatieve uitwerking hebben op nieuwe logistieke ontwikkelingen in de Nederlandse vastgoedmarkt.

 


De totale energiecapaciteit beïnvloedt de capaciteit voor nieuwe logistieke ontwikkelingen, omdat het bepaalt of er nieuwe distributiecentra gerealiseerd kunnen worden die gebruik mogen maken van het energienet. Door het nu geldende ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt principe’ kunnen er op dit moment op verschillende plekken in Nederland geen nieuwe ‘energienet afhankelijke’ distributiecentra worden gebouwd. Zo worden gebruikers en ontwikkelaars die per se in deze grootstedelijke locaties nieuw logistiek vastgoed willen ontwikkelen geforceerd om ‘off grid’ distributiecentra te bouwen.

Op een overzichtskaart ontwikkeld door Savills, is te zien dat in de logistieke hotspots Schiphol, Amsterdam en Bleiswijk-Waddinxveen geen stroomcapaciteit op het energienet meer beschikbaar is.. Naast de genoemde gebieden valt op dat er ook in
Eindhoven, Tilburg-Waalwijk, en Zaltbomel-Tiel-
Geldermalsen nog beperkte stroomcapaciteit is. Dit alles betekent niet dat het onmogelijk is, maar wel dat het moeilijker wordt om te ontwikkelen in dergelijke gebieden. Tegelijkertijd staan deze hotspots al politiek en maatschappelijk onder druk om het grondgebruik voor logistiek en transport te beperken. Zo is er bijvoorbeeld op Schiphol geen energiecapaciteit én politieke weerstand tegen ontwikkelingen rondom transport en logistiek. Dit zorgt tezamen voor een lastig ontwikkelklimaat in de geijkte logistieke hotspots.

 


Douglas van Oers, Co-Head Logistics & Industrial bij
Savills in Nederland, zegt: “De vraag is of we dit wel moeten beschouwen als beperkende factor, of dwingt het ons misschien tot broodnodige innovatie? Geen netcapaciteit betekent niet dat er niet meer ontwikkeld kan worden, maar dat dit off-grid moet worden gerealiseerd en dat zij door te verduurzamen lokaal stroom moeten opwekken. Dit zien we in de praktijk steeds vaker gebeuren. Zo is er op Schiphol Trade Park Hoofddorp op locatie AMS05 al een distributiecentrum gerealiseerd die volledig zelfvoorzienend wordt in zijn eigen energiebehoefte. Dat is natuurlijk wel een ontzettend mooie en vernieuwende ontwikkeling.”

 


Niek Poppelaars, Co-Head Logistics & Industrial bij Savills in Nederland, vult aan: “Genoemde (maatschappelijke) ontwikkelingen dwingen ontwikkelaars om innovatief en creatief om te gaan met het realiseren van nieuwe ontwikkelingen, met aandacht voor ESG (Environmental, Social en Governance)-aspecten. Niet alleen energie speelt hierbij een belangrijke rol. Een andere belangrijke graadmeter is de welbekende BREAAM-certificering. In Nederland heeft slechts 7.6 procent van de logistieke voorraad een BREAAM label. Ondanks dat dit percentage door nieuwbouw zeker toeneemt, is hier nog een flinke slag te slaan.”

 


Ondanks dit relatief lage percentage doet Nederland het in Europese context bovengemiddeld goed. In Frankrijk en Duitsland, landen met een ongeveer even grote voorraad zijn respectievelijk twee en tien keer minder logistieke panden BREAAM gecertificeerd. In België is zelfs slechts een handje vol distributiecentra gecertificeerd. Het Verenigd Koninkrijk is koploper in absolute aantallen: hier zijn vier keer meer panden gecertificeerd, maar de voorraad is ook 37 procent groter. 

31 mei 2022

|

Economie

‘De IT-sector heeft al heel lang te maken met een personeelstekort. En dat blijft voorlopig ook nog zo’

Al jaren kent de IT-sector tekorten, maar sinds de zomer van 2020 heeft het personeelstekort een enorme vlucht genomen. Binnen alle facetten van de IT-markt werd een groot tekort aan mankracht zichtbaar, van junior tot senior posities en van data tot aan applicatiebeheerder.


“Allereerst is er al flink wat jaren een groot tekort aan goed opgeleid IT personeel”, vertelt Gerbert Jan Valk, medeoprichter en eigenaar van een IT-detacheringsbedrijf. “Op scholen zien we dat er gewoonweg te weinig studenten zijn die een IT-opleiding volgen. Ook het feit dat bijna elke functie vandaag de dag een IT component bevat draagt bij aan de grote vraag naar IT-professionals. En het feit dat veel bedrijven IT projecten on hold hebben gezet vanwege de coronacrisis en die nu weer gaan oppakken maakt ook dat de vraag naar IT-professionals extreem hoog is.”

 


Als gevolg zie je dat salarissen omhoog schieten. “Denk niet aan een verschil van honderd euro, maar eerder een verschil van vijfhonderd euro. Je ziet nu dan ook dat IT-professionals de overstap maken naar een andere werkgever. Waar iedereen tijdens de coronacrisis nog huiverig was over een baanwissel en afwachtte wat er zou gaan gebeuren, is dat nu niet meer het geval. Het is duidelijk dat de ‘rust’ is teruggekeerd en de vraag hoger is dan ooit. En we zien dat veel werkgevers waar een grote schaarste is de eigen medewerkers zelf gaan opleiden.”

Ongeveer twee jaar geleden zijn de traineeships van Valk van start gegaan. “De nood was zo hoog dat wij hebben besloten om van start te gaan met eigen traineeships. Met onze klanten kijken wij altijd hoe wij hen het beste van dienst kunnen zijn met de juiste kandidaten. Maar dat konden we op een gegeven moment niet meer waar maken. Om die reden zijn we met de traineeships gestart om mensen zelf op te gaan leiden. Dit betekende een flinke investering, maar al gauw zagen we geweldige resultaten. Na een intensieve maand gaan de studenten van het traineeship aan een opdracht beginnen bij een werkgever. Met de enorme bak aan kennis die studenten van ons al in de eerste maand meekrijgen zijn zij gelijk in staat om van toegevoegde waarde te zijn bij hun opdrachtgever.”

 


Er kan gekozen worden uit vijf verschillende traineeships. Valk: “En er wordt continu gekeken hoe we de traineeships zo up-to-date mogelijk kunnen houden. Immers, technologische innovaties gaan enorm snel en daarmee ook de kennis die daarvoor noodzakelijk is. Waar nu behoefte aan is, of juist over een jaar of twee jaar, staat centraal. Los van de wensen van de werkgever is het ook van belang dat er gekeken wordt naar wat iemand zelf wil bereiken. En in de wereld van detachering is het algemeen bekend dat externen er als eerste uit worden gewerkt wanneer het economisch niet goed gaat. Het snel bieden van (vaste) contracten zorgt ervoor dat de trainees zekerheid hebben. Door de IT-professional of toekomstige IT-professional in staat te stellen om een opleiding te volgen die hij of zij nodig heeft voor een succesvolle toekomst in de IT hopen we zo een bijdrage te kunnen leveren aan een verkleining van het gat tussen vraag en aanbod op de IT-arbeidsmarkt.”

31 mei 2022

|

Economie

Future Enterprise maakt gebruik van Future Network

De technologische kansen tot cloud based collaboration waren onder de oppervlakte al jarenlang aanwezig. Omdat bedrijven echter in hun traditionele patroon bleven hangen, werden die mogelijkheden amper opgepakt. Covid heeft dat speelveld stevig veranderd. Het hybride werken van nu vraagt immers om nieuwe samenwerkingsvormen.

 
Senior Research Director Jan Hein Bakkers werkt twee decennia bij IDC, leverancier van marktinformatie over IT- en telecommunicatie-ontwikkelingen. Twee decennia is niet kort, niet superlang, maar in telecommunicatiewereld in ieder geval lang genoeg om een wereld van verschil te hebben meegemaakt. “Was ik in het begin bezig met kabelnetwerken en ADSL, tegenwoordig wordt mijn dagtaak vooral bepaald door digitalisering en de cloud”, roept Bakkers in zijn herinnering terug. “Wat dit werkveld enorm heeft veranderd, is de capaciteitsuitbreiding van de netwerken en de daarbij horende mogelijkheden tot digitale samenwerking. Dat klinkt uitdagend, maar de eerlijkheid gebiedt ook te zeggen dat cloud based collaboration beperkt werd benut.”

 


Je kunt ook zeggen: bedrijven vonden het wel goed zo. Het ontbrak aan de noodzaak tot op de bodem profijt te halen uit de technologische mogelijkheden van cloud collaboration. Covid heeft veel werkpatronen op zijn kop gezet en dat geldt niet in de laatste plaats voor deze materie. Het hybride werken dat veel bedrijven in deze post-coronaperiode hebben geïntroduceerd, betekent dat mensen deels thuis zijn en deels op kantoor verschijnen. De complexiteit die daardoor is ontstaan, betekent ook dat digitale samenwerking een forse impuls heeft gekregen.

 


Waar we nu zijn, vat Bakkers de ontwikkelingen samen, is dat bedrijven beter beseffen welke kansen er in het verschiet liggen voor cloud networking en cloud based collaboration. Dat is niet alleen een proces van een punt op de horizon zetten, benadrukt de zegsman. “Je moet niet alleen naar het eindplaatje kijken, je moet ook beseffen welk traject je dient te volgen om van het heden naar het optimale gebruik in de toekomst te komen. Het is belangrijk om de hybride fase van nu, met deels thuiswerken en deels op kantoor, daar onderdeel van te maken. Welke optimale mix daarvan wil het bedrijf laten ontstaan en wat betekent dat voor cloud networking?”, benadrukt Bakkers.

 


Bovendien is het niet alleen de technologie zelf die bepalend is voor de te maken keuzes. Bedrijven willen hun inspanningen omzetten naar financiële resultaten,
hetgeen betekent dat ze bewust moeten blijven van de risico’s en de kosten in dit ontwikkelingstraject. Een investering in de infrastructuur moet effect krijgen op de kwaliteit van de samenwerking, maar moet ook financieel zijn vruchten afwerpen. 

 


Even heel praktisch dan, als we het hebben over technologische ontwikkeling van collaboration tools, waar hebben we het dan eigenlijk over? In ieder geval gaat dat om meer dan uitsluitend videobellen, benadrukt specialist Bakkers. “Er gaat steeds meer intelligentie schuil achter cloud collaboration en cloud networking. Waar het bij online samenwerking generiek gesproken om gaat, is dat gepoogd wordt om de fysieke realiteit zoveel mogelijk te kopiëren naar de virtuele omgeving. Kijk bijvoorbeeld naar tools om de fysieke werkelijkheid in meeting rooms na te bootsen. Ook de sprekers die online op afstand deelnemen, worden dusdanig gepresenteerd op beeldscherm alsof ze er fysiek bij aanwezig zijn.”

 


Komen we bij het laatste onderwerp waarover we met Bakkers willen sparren. Er bestaan nogal wat cloud platformen. Om niet te zeggen: een overvloed ervan. Grotere bedrijven hebben een IT-specialist om daar wijs uit te worden, maar hoe staat het dan met mkb-ondernemingen die daar een keuze uit moeten maken? Het is moeilijk om daar een generiek antwoord op te formuleren, reageert Bakkers, die in ieder geval wil benadrukken dat hulp van buitenaf dan eigenlijk onontkoombaar is. Cloud networking is een complexe materie waar je niet zonder kennis en ervaring je tanden in moet zetten.

 
Wat je in deze context verder kunt opwerpen, is dat een Future Enterprise is uitgerust met een Future Network. Dat klinkt misschien wat generiek, terwijl daar wel degelijk criteria aan vallen te verbinden, meent Bakkers. De criteria die vallen te noemen zijn kostenefficiënt, schaalbaar, beheersbaar, flexibel en veilig. “Dat zijn duidelijke handvatten waarop je een kwalitatief netwerk kunt afrekenen. En bovendien, wat je natuurlijk nooit mag vergeten, is dat een goed netwerk een juiste mix biedt van kosten en performance. Niet alleen de technologie, maar zeker het bedrijfsresultaat is bepalend.”

p-10-jhb-photo-hd-2.jpg

Jan Hein Bakkers

Senior Research Director

 

Feiten

Hadden bedrijven vroeger grote zorgen over cloud computing, tegenwoordig is er sprake van steeds meer groeiend vertrouwen, blijkt uit een recent onderzoek van het Amerikaanse softwarebedrijf Flexera. Het bedrijf trekt deze conclusie uit het feit dat bedrijven steeds meer workloads naar de cloud verhuizen. De angst voor cloudbeveiligingsbedreigingen nemen af, hoewel nog altijd valt te benadrukken dat er risico’s rondom cloudcomputing bestaan. 

31 mei 2022

|

Economie

Nu winkelen, later betalen op een flexibele en human-centric manier zonder obstakels

Het BNPL-concept is een blijvertje. Recent onderzoek toont aan dat het in Nederland naar verwachting zal groeien met 74,7 procent in 2022. Daarnaast blijkt uit onderzoek van After-Pay Insights dat meer dan 50 procent van de Nederlandse shoppers behoefte heeft aan BNPL-diensten vanwege de voordelen die het biedt en dat ongeveer 36 procent van de consumenten op zoek gaat naar webwinkels die een BNPL-dienst aanbie-den. Met andere woorden, BNPL groeit snel en het is AfterPay’s doel om duur-zame oplossingen te leveren voor haar consumenten.

schermafbeelding-2022-05-27-om-13-21-23.png

Persoonlijke Financiën

“De digitalisering van ons dagelijkse leven is een zegen, maar ook een vloek”, zegt Teresa Schlichting, Chief Strategy Officer bij AfterPay/Arvato Financial Solutions “Sommigen vinden het BNPL-concept riskant, want het zou ertoe kunnen leiden dat mensen het overzicht over hun persoonlijke financiën kwijtraken, maar ik zou het graag om willen draaien. Het is niet vanwege BNPL-producten dat mensen het overzicht over hun uitgaven verliezen. Het komt door de toegenomen mogelijkheden om geld op verschillende manieren en vanaf verschillende rekenin-gen op verschillende kanalen uit te geven. Er is echter ook goed nieuws. Met de juiste digitale financiële tools krijgen mensen nog meer mogelijkheden om het leven te leiden dat ze nastreven, zonder in te leveren op hun financiële geletterdheid en vrijheid.” “Wij geloven dat een betaal-product duurzaam en transparant moet zijn in al zijn aspecten. En niet alleen een transparant overzicht moet bieden in je openstaande facturen, maar je daarmee ook je retouren zo kunt beheren dat je al-leen betaalt voor wat je echt wilt houden”, stelt Nikki Constantine, Director Global Marketing & Brand bij AfterPay.

schermafbeelding-2022-05-27-om-13-21-28.png

Flexibel

Stel je voor dat je met één product al je dagelijkse benodigdheden zou kunnen shoppen. Constantine: “Op die manier zou je altijd een transparant overzicht hebben van je openstaande facturen en de vervaldata van je betalingen. Je kunt ze flexibiliseren, verschuiven naar een later moment of gebruik maken van onze aanvullende achteraf betalen producten. Je hebt altijd inzicht in de rente die je be-taalt en het openstaande bedrag waarvan wij er vertrouwen in hebben dat je dat kunt terugbetalen zonder in de financiële problemen te komen.” En je bent flexibel om je betalingen zo te plannen dat het jou uitkomt, bijvoorbeeld wanneer je salaris op je bankrekening staat. Schlichting: „We herinneren je aan betalingen en je krijgt een periode waarin je betalingen kunt pauzeren. Wij geloven in de vrijheid die een digitaal hulpmiddel kan bieden. Daar-om ontwikkelen we ons product in een richting waarbij de consument erop kan vertrouwen dat hij of zij een transparant overzicht heeft en flexibele betaalopties die passen bij zijn of haar veranderende betaalbehoeften.“

BNPL

“Wij geloven echt dat onze consumenten kunnen profiteren van een langdurige relatie met ons en de merchants”, vervolgt Constantine. “BNPL groeit en is een blijvertje. En het ontwikkelt zich in twee hoofdrichtingen. Voor de merchants gaat het om het integreren van BNPL, het splitsen van betalingen en het nog dieper integreren van andere flexibele betaalmethoden in hun consumer journey. Voor de consument wordt BNPL een van de vele manieren om te betalen en hun leven te financieren op een gemakkelijke en eenvoudige wijze zonder obstakels. Ons onderzoek toont ook aan dat BNPL er is voor alle klanten en verticals. Het is niet ‚alleen‘ mode voor de millennial shopper. In het afgelopen jaar hebben we een enorme groei gezien in huishoudelijke en beautyproducten. En onze online shoppers zijn ouder van leeftijd en kijken naar BNPL om eerst het product te ervaren en dan pas te betalen. Zo wordt het een geïntegreerd onderdeel van ons dagelijks leven.”

Human-centric

“We stellen de human experience en ons product voortdurend centraal bij alles wat we doen”, eindigt Schlichting. “We ontwikkelen producten naar een digitalpathfinder voor je persoonlijke financiën. Digitalisering maakt nieuwe manieren van betalen mogelijk en wij doen er alles aan om een ecosysteem te creëren waar verkopers en consumenten hun persoonlijke financiën op de meest flexibele, human-centric en transparante manier kunnen beheren.”

Kijk voor meer informatie op www.afterpay.nl

31 mei 2022

|

Economie

‘Hypotheken als duurzame besparing. Ondanks stijgende rente, lagere lasten’ Duurzaam zijn in je huis en geld besparen? Dit kan ook binnen je hypotheek.

In 2022 zien we verder stijgende wo-ningprijzen, maar ook de hypotheek-rente stijgt op dit moment in een snel tempo. Het leven wordt steeds duurder en de kosten voor energie en levensonderhoud waren nog nooit zo hoog. Kortom, voor veel mensen best wel wat uitdagingen om onbezorgd te kunnen blijven wonen. Toch zijn de huidige hypotheekrentes nog steeds laag als je deze vergelijkt met het ver-leden. Jouw hypotheek kan nu helpen om deze uitdagingen aan te gaan.

Overstappen vs. aanpassen

Er zijn meerdere manieren om te besparen met je hypotheek. Als je nog een erg hoge rente hebt, kan je met jouw hypotheek overstappen naar een andere geldver-strekker. Met een nieuwe lagere rente dalen jouw maandelijkse hypotheekkos-ten. Maar nu overstappen is ook nuttig als je verwacht dat de rentes verder gaan stijgen en de rentevaste periode van jouw hypotheek binnenkort afloopt. Dit lijkt misschien minder aantrekkelijk, maar doordat de rente is gestegen is de vergoe-ding voor het vervroegd terugbetalen aan je huidige geldverstrekker waarschijnlijk een stuk lager geworden. Zo kan het toch goed uitpakken. Naast oversluiten kun je ook onderzoeken of er mogelijkheden zijn om jouw bestaande hypotheek aan te pas-sen. Je kan bijvoorbeeld kijken of je kunt rentemiddelen. Dit betekent met de huidi-ge marktrentes dat je vaak een lagere rente kunt krijgen voor je hypotheek. Je rente kan ook dalen door extra terug te betalen op je hypotheek of door aan te tonen dat jouw woning in waarde is gestegen. En een lagere rente betekent lagere maandlasten.

Heb je toch een nieuwe droomwoning ge-vonden en ga je verhuizen? Dan is het zin-vol om te kijken of je je huidige rente met je mee kunt verhuizen, of een nieuwe hy-potheek te sluiten waarmee dit in de toe-komst mogelijk wordt. Hiermee bespaar je vanwege de hogere actuele rente direct al een bedrag per maand. Dit geldt ook als je bijvoorbeeld al met pensioen bent of gaat. Er is dan vaak meer mogelijk dan in eerste instantie wordt gedacht, zoals het verhogen van de hypotheek. Wanneer je met pensioen bent is je pensioen-inkomen vaak lager dan je arbeidsin-komen en zit het geld vaak in de stenen van het huis. Door de hypotheek een stukje te verhogen kan met de lening het huis bijvoorbeeld worden aangepast met trapliften voor extra comfort en zo kan je langer thuis blijven wonen op een prettige manier.

Woningverduurzaming

Verduurzaming is een win-win situa-tie. “We willen allemaal een betere en schonere wereld achterlaten aan onze kinderen”, vertelt Sanne Veldhoven-Vogel, CEO Conneqt. “Tegelijkertijd willen we op een fijne manier wonen tegen lage(re) lasten. Bij het aangaan van een (nieuwe) hypotheek kun je alvast rekening houden met de verduurzaming van je huis. Er is een EBB (het energiebespaarbudget), dit is een extra potje bovenop je hypotheek die speciaal is voor verduurzaming van je huis. Ben je helemaal gesettled in je huis en wil je na verloop van tijd gaan verduurzamen? Vanuit dit ‘potje’ kunnen dan uitgaven, zoals zonnepanelen of een warmtepomp, worden gedaan om het huis te verduurzamen. Dit brengt naast een bijdrage voor een betere leefomgeving ook extra comfort en mogelijk een besparing in de energielasten op.”

Verduurzaming van woningen is onder-deel van het zogenaamde ESG-beleid binnen de Blauwtrust Groep. ESG staat voor Environmental, Social en Gover-nance. “Dit zijn allerlei doelstellingen die ervoor moeten zorgen dat we milieuvrien-delijker en sociaal leven”, stelt Ferdinand Veenman, CEO van Blauwtrust Groep. Kortom, een betere wereld voor nu en later. “De Woonpas is een mooi voorbeeld van onze betrokkenheid en aandacht voor ESG. Dit is een innovatief concept waarbij gemeenten samenwerken met de Gemeen-telijke VerduurzamingsRegeling (GVR) om woningeigenaren volledig te kunnen ontzorgen bij het verduurzamen van de woning, waarbij de eigenaar zelf geen investering hoeft te doen.
Uiteraard proberen we met onze produc-ten steeds bij te dragen aan die betere we-reld. Zo bieden we ruime mogelijkheden om verduurzaming mee te financieren in de hypotheek. Maar bieden we ook extra mogelijkheden als je met pensioen bent en jouw lening wilt oversluiten of wilt verhui-zen. Daarnaast blijven we mogelijkheden onderzoeken om het voor jou zo eenvou-dig mogelijk te maken om onbezorgd en prettig te kunnen blijven wonen.”


Het is lang geleden dat een hypotheek bij-na alleen via de lokale bank afgesloten kon worden. Steeds meer lokale en internatio-nale investeerders bieden nu ook hypo-theken aan in Nederland, vaak geholpen door gespecialiseerde dienstverleners. Al ruim dertig jaar is Blauwtrust Groep actief op de Nederlandse woningmarkt als zo’n onafhankelijke dienstverlener. Toch is het voor veel consumenten en institutionele partijen een onbekende partij. Blauwtrust Groep werkt via de dochterbedrijven DMPM, Quion, Conneqt en de bij velen wel bekende De Hypotheker. Recent heeft de groep ook een minderheidsbelang genomen in Romeo Financiele dienstver-lening, een bedrijf gespecialiseerd in het ontzorgen van adviseurs en geldverstrek-kers.

Hypotheken van Blauwtrust Groep

Veenman: “Om een hypotheek in Ne-derland aan te bieden heb je meerdere partijen nodig. Binnen Blauwtrust Groep komen al deze partijen samen om hypo-theken namens geldverstrekkers aan te kunnen bieden. Zo ontzorgt DMPM de investeerder die wil beleggen in Neder-landse woninghypotheken, zorgt Conneqt ervoor dat hypotheekadviseurs voor hun klanten/consumenten deze hypotheken kunnen aanvragen, zorgt Quion namens de geldverstrekker voor de administratie van de hypotheek en kan onder andere een adviseur van De Hypotheker consu-menten helpen om de juiste hypotheek te kiezen.”

De namen van deze bedrijven komen mis-schien niet bekend voor. “Toch gingen van de in 2021 verstrekte hypotheken één op de zeven hypotheken door onze handen”, aldus Veldhoven-Vogel. “En waarschijn-lijk herken je wel onze producten zoals Hypotrust, HollandWoont, Robuust Hy-potheken, Clarian Wonen en IQWOON Hypotheken. Elk product met zijn eigen kenmerken, rentes en mogelijkheden. Zodat er bijna altijd wel een hypotheek is die bij jou past.”

Een investering in een adviseur is snel terugverdiend. Veldhoven-Vogel: “Een hypotheek is waarschijnlijk de grootste financiële transactie die je in je leven ver-richt. Kies daarom voor een adviseur die je kan voorzien van een goed advies om zo een hypotheek af te sluiten die duurzaam is en voorwaarden heeft die passen bij jouw situatie. Zo zorgen al onze bedrijven er voor dat jij zorgeloos in jouw woning kunt wonen.”

Wil je meer weten over onze hypotheken en de mogelijkheden die ze jou bieden? Vraag dan jouw adviseur of kijk op de websites van onze producten:

hypotrust.nl

 iqwoon.nl

robuusthypotheken.nl

clarianwonen.nl 

hollandwoont.nl