Laatste nieuws

31 mrt 2023

|

Economie

Ondernemer moet vooral vooruit kijken

Het personeelstekort in veel sectoren wordt niet zelden gepositioneerd als een plotseling gebrek aan vakmensen. Toch sluit dat niet aan bij de realiteit. Het was immers al langer bekend dat de beroepsbevolking krimpt. Dat bewijst eens te meer het belang van een gedegen prognose.

 

Als ondernemer heb je twee keuzes. Je kunt een proactieve houding aannemen en  zelf verschillende toekomstscenario’s op de markt loslaten. Zo kun je tijdig anticiperen op wat je nodig hebt. Wat je ook kunt doen, is vasthouden aan de huidige gang van zaken en hopen dat je bedrijfsontwikkeling niet wordt verstoord door beren op de weg. “De groei van een onderneming kent verschillende fases met elke fase zijn eigen uitdagingen en crises. Dus waar je goed aan doet, is dat ontwikkelingsproces zoveel mogelijk te voorspellen”, aldus Martijn Wassink,
founder en CEO van Greyt. Uit zijn reactie mag duidelijk blijken waar hij de voorkeur aan geeft: blijf niet angstvallig vasthouden aan wat je hebt, maar kijk welke flexibiliteit er nodig is om te anticiperen op vraagstukken van nu.

 


Elke ondernemer loopt zijn eigen pad. Los van de individuele keuzes die zij daarbij maken, gelden er echter net zo goed algemene wetmatigheden waar elk bedrijf mee te maken krijgt. “In de start up-fase kom je tot beslissingen die zijn gemaakt op basis van marktonderzoek. En hoe hoopgevend die in de kern kunnen zijn, gedurende het groeiproces komt menige start up erachter dat er een nieuwe impuls nodig is om verder op te schalen. Dat vergt een vorm van flexibiliteit, net zoals je zult tegenkomen in de volgende groeifases van je bedrijf.”

 


Personeelstekort

Nog even terug naar de huidige personeelproblematiek. Voorspellende datamodellen lieten al langer zien dat de beroeps­bevolking krimpt. Dat corona en de groeiende vraag naar producten dit probleem verder deed escaleren, doet niks af aan de prognose die er voorheen ook bestond. “Als de samenleving dezelfde welvaart wil houden met een kleinere beroepsbevolking, dan ontkomen we er niet aan om auto­matisering en digitalisering van mensenwerk op te schalen. Dat is een punt van zorg. Zeker in het mkb bestaat er nog altijd een grote mate van onderautomatisering.”

 


Een belangrijk stokpaardje van Wassink in deze context is de toekomst van de CFO. In de financiële wereld gaat er een enorme stortvloed aan veranderingen op ons afkomen, benadrukt hij. We gaan immers door een forse duurzaamheids­bewustwording; als we in een leefbare wereld willen blijven moeten we de voetafdruk van bedrijven op het klimaat minimaliseren. Bovendien betekent de digitaliseringsontwikkeling dat zeker ook financials opgeleid moeten worden om deze data te kunnen verwerken en analyseren. “Daar moet je nu al actief mee aan de slag gaan. Door naar operationele drivers te kijken, en niet alleen naar cijfermatige informatie, kun je sneller beslissingen nemen.”

 


Dat is ook een punt dat staat aangehaald in het rapport ‘CFO of the Future’ van de Vereniging van Registercontrollers (VRC). Het rapport, dat in 2021 verscheen,
benadrukt dat de focus binnen de financiële
functie van financieel verantwoorden achteraf verschuift naar verantwoord voorspellen van financiële én niet-financiële resultaten. “Dit maakt data-analyse steeds belangrijker, omdat organisaties hierdoor sneller kunnen inspelen op
nieuwe ontwikkelingen.”

 


Wassink tot slot: “Het is ook een kwestie van mindset: durf oude structuren los te laten en laat data meer bepalend zijn voor de voorspellende koers.”

31 mrt 2023

|

Economie

Belang van vangnet bij arbeidsongeschiktheid groter dan ooit

Een flink deel van de zzp’ers en mensen met een eigen bedrijf heeft geen enkel vangnet als ze iets gebeurt waardoor ze arbeidsongeschikt raken. Dit terwijl de kans dat dit gebeurt een stuk groter is dan veel mensen wellicht aannemen. Zeker in deze stressvolle tijden liggen risico’s op de loer, en is het verstandig om hier serieus over na te denken, zegt Ludwina Bisschop, propositiemanager AOV bij Univé.

 pg6-unive.jpg


“We begeven ons in een zeer instabiele markt en zien dat het ziekteverzuim nu zeer hoog is”, zegt Bisschop. “Dat zie je bij werknemers, maar zeker ook bij ondernemers. Dat is goed te verklaren, want als je op een rijtje zet wat er allemaal op ons af komt in korte tijd, is dat niet mals. Eerst de coronacrisis en direct daarna de oorlog in Oekraïne.” 

 


Bisschop noemt de oorlog en de pandemie, omdat die allebei een negatief effect op de economie hadden en hebben, wat veel onder­nemers direct raakt. Zo zag ruim de helft van de zzp’ers de vraag tijdens de coronacrisis afnemen, meldde het CBS. Bisschop: “Dat soort zaken geven veel stress en druk. Mensen denken bij arbeidsongeschiktheid meestal aan het krijgen van een ongeluk of een acute ernstige ziekte, maar dat beeld klopt niet met de werkelijkheid. Het meeste verzuim, ongeveer de helft van het totaal, komt namelijk voort uit mentale klachten.” 

 


Het afsluiten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) lijkt, zeker met deze cijfers in gedachten, dan ook niet onverstandig. Maar uit de meest recente Zelfstandigen Enquête (2021) van het CBS, bleek dat maar liefst vier op de tien ondernemers geen enkel vangnet heeft, wanneer ze niet meer in staat zouden zijn om te werken. Een vijfde van de zzp’ers zegt slechts maximaal drie maanden vooruit te kunnen met hun geld, als hun inkomen weg zou vallen.    

 


Deels is dat een ingecalculeerd risico, maar ook onbekendheid met het nut en de noodzaak van een AOV speelt mee, zegt Bisschop. “Wat voor veel van deze mensen geldt, is dat ze wel weten dat ze zonder vangnet een risico lopen, maar niet goed inschatten hoe groot dat risico daadwerkelijk is. Want stel dat je onverhoopt volledig arbeidsongeschikt raakt en dus je hele leven niet meer kunt werken? De kans dat dat gebeurt is gelukkig niet heel groot, maar het komt wel vaker voor dan je misschien zou denken. Van de mensen die een AOV bij Univé hebben, krijgt twee procent de rest van hun leven een uitkering, omdat ze niet meer kunnen werken.”   

 


Bij Univé houdt een AOV niet alleen in dat iemand geld krijgt uitgekeerd, maar is ook aandacht voor preventie. Het is immers in ieders belang om te voorkomen dat mensen uit de running raken. Bisschop: “Preventie is in zijn algemeenheid steeds belangrijker en wij hebben daar veel aandacht voor.
Zo biedt onze AOV de mogelijkheid om eens in de drie jaar een ‘health check’ te doen. Een specialist kijkt dan onder meer naar iemands cholesterol, gewicht en andere factoren die een beeld geven van de gezondheid. We hebben daarnaast een eigen Preventiedesk AOV. Daar kan iemand naartoe bellen als er iets speelt dat mogelijk problemen kan geven, zoals een stressvolle thuissituatie. De desk biedt dan een luisterend oor en denkt mee over een oplossing. ”

 


Daarnaast is een vitaliteitsprogramma onderdeel van de AOV van Univé. Iemand kan zelf een gezondheidsdoel aangeven - zoals fitter worden of stoppen met roken - waarna een plan wordt ontworpen om dat doel te bereiken. Ook is er nog het coachingstraject van OndernemenPlus, dat analyseert waar iemand zich nog in kan verbeteren en welke valkuilen diegene heeft, om daar vervolgens aan te werken. 

 


De AOV Univé kreeg vijf sterren van
MoneyView op het onderdeel ‘voorwaarden’. Deze zeer hoge score is volgens Bisschop te danken aan een aantal aspecten van de verzekering. Allereerst is maar liefst 90 procent van het inkomen te verzekeren.
Bij veel andere AOV’s is 80 procent gebruikelijk. “Wat ook goed gewaardeerd wordt, is hoe de AOV van Univé met zwangerschap omgaat. Iemand mag een dag na het afsluiten van het product namelijk al in verwachting zijn”.

 


“Daarnaast zien wij het niet als nieuw ziektegeval als iemand kort na revalidatie opnieuw ziek wordt”, vervolgt Bisschop. “Dat doen veel andere verzekeraars wel, waardoor iemand dan opnieuw eerst diens zelfgekozen risicotermijn moet afwachten, voor er geld wordt uitgekeerd. En tot slot hebben wij de gunstige voorwaarde dat de uitkering meebeweegt met de AOW-leeftijd. Als die in de toekomst nog verder stijgt, doet onze AOV hetzelfde. Iemand die nooit meer kan werken, blijft bij Univé dus hoe dan ook geld ontvangen tot de AOW-­leeftijd is bereikt.”   

31 mrt 2023

|

Economie

Juristen kunnen veel meer bijdragen aan groeiambities bedrijf

Het staat buiten kijf dat de juridische afdeling voor veel bedrijven onmisbaar is om de zaak draaiende te houden. Wie moet anders nagaan of het bedrijf zich wel aan wet- en regelgeving houdt, of de contracten opstellen en controleren? De toegevoegde waarde van bedrijfsjuristen zou nóg groter kunnen zijn: “De juridische afdeling kan hun expertise nog veel meer inzetten voor de groeiambities van het bedrijf, maar helaas ontbreekt het ze nu vaak aan tijd”, zegt Maurits Annegarn, Segment Manager Legal Software bij Wolters Kluwer. Deze wereldwijde leverancier van professionele informatie, softwareoplossingen helpt bedrijfsjuristen om die tijd te creëren, met juridische software waarmee tijdrovende processen veel sneller en efficiënter verlopen. 

maurits-speak.jpg


Binnen organisaties die snel groeien, of dat graag willen, kan het gebeuren dat de juridische afdeling als een soort bottleneck gaat optreden, zegt Annegarn. “Een juridische afdeling zorgt ervoor dat het bedrijf, binnen de kaders van de wet, veilig zaken kan doen. Maar als het bedrijf heel snel wil gaan, is het resultaat dat de rest van de organisatie soms zit te wachten tot de bedrijfsjuristen hun werk hebben gedaan.” 

 


Als voorbeeld noemt hij een bedrijf dat in een nieuw land aan de slag gaat. Dan moeten juristen eerst controleren of onder meer de juridische entiteiten zijn opgericht en de juiste bestuurders van mandaten zijn voorzien. “Of als een salesmedewerker op vrijdag nog snel een contract wil laten tekenen zodat zijn deal nog voor het weekend rond is. Dan wil diegene niet horen dat hij twee weken moet wachten.”

Prioriteren blijkt lastig

Dat soort zaken kunnen de ambities van een bedrijf volgens Annegarn remmen, terwijl de juridische afdeling idealiter juist waarde toevoegt. Vaak geven ze aan dat ze te weinig juristen hebben en daar de hoge werkdruk vandaan komt, zegt Annegarn. Dat is in zijn ogen echter niet het hele verhaal. Hoe het werk is ingericht kan namelijk ook heel veel verschil maken: “Juristen weten prima wat ze moeten doen en hoe ze dat moeten doen. Prioriteren blijkt alleen vaak lastig. Wat is belangrijk om nu op te focussen en wat kan de organisatie misschien prima regelen zonder betrokkenheid van een jurist?” 

Het helpt voor het werkplezier van de juristen zelf ook niet bepaald als werk ontzettend repetitief is, vervolgt Annegarn. “Als je een rechtenstudie hebt gevolgd, heb je dat niet gedaan om de hele dag eenvoudige contracten te beoordelen, voor het geval ooit een keer ergens door iemand een foutje is gemaakt. Dat zijn zaken die je gewoon zou willen ‘weg-automatiseren’. En dat is precies een van de dingen die Legisway doet. Dit helpt ook bij het aantrekken van jonge talenten, want voor hen is werken met de juiste digitale tools vaak een belangrijke voorwaarde.” 

 


Processen gestroomlijnd 

Met deze software zijn contracten heel gemakkelijk automatisch te genereren en af te handelen. Juristen hoeven slechts te zorgen dat dit proces goed is ingericht. Vanaf het begin tot het einde het hele document zelf behandelen, is dan niet meer nodig. Dat spaart heel veel tijd uit. Annegarn: “Eerst moesten juristen steeds dezelfde stappen doorlopen om een contract af te handelen. Dat hoeft met onze software niet meer. Je voert de bijbehorende waarden in het systeem in, waarna de software automatisch het hele proces voor zijn rekening kan nemen. Aan het einde keurt uiteindelijk nog steeds een jurist het contract definitief goed, maar doordat de software het proces eromheen zo goed stroomlijnt, kost ook dat een stuk minder tijd dan voorheen.”

 


Met de software van Wolters Kluwer gaan ook heel veel andere processen sneller en makkelijker. Zo biedt het de mogelijkheid om alle essentiële juridische bedrijfsinformatie op één plek te bewaren en toegankelijk te maken. Wanneer iemand binnen de organisatie daarover een bepaalde vraag heeft, kan diegene het zelf opzoeken of krijgt binnen een minuut een antwoord.

Geen onnodige boetes meer

De tijd die een juridische afdeling wint doordat veel van hun werk ineens minder tijd kost, kan het bedrijf benutten door juristen een bijdrage te laten leveren aan de strategische doelen en groeiambities van een bedrijf. “Neem bijvoorbeeld nieuwe productlanceringen. Als juristen daar vanaf het begin bij betrokken zijn, zal dat proces veel sneller en beter verlopen. En als bedrijven een zaak openen in een nieuw land, kan een proactieve juridische afdeling de weg daar heel gemakkelijk voor vrij maken. Je moet weten wat daar wel en niet mag en zeker geen onnodige boetes krijgen. Dus wil je dat juridisch alles snel en goed is geregeld.” Wet- en regelgeving is steeds complexer, dus kosten dit soort dingen steeds meer tijd, maar het loont volgens Annegarn om die ervoor vrij te maken. 

 


Volgens Annegarn hebben veel bedrijven al grote stappen in de goede richting gezet. Hij stelt vast dat de juridische afdeling in het verleden vooral werd gezien en gebruikt als een reactief orgaan, dat alleen in actie kwam als er een probleem was. Nu is het veel meer een echt onderdeel van de organisatie en wordt bij veel meer betrokken. “De afgelopen jaren, zeker in en na de coronatijd, zijn hele grote stappen vooruit gezet. Maar het kan altijd beter en ons doel is om daar met onze software bij te helpen. Het versterken van de ondersteuning van juristen in hun werkprocessen is ons grote doel en daar blijven we aan werken. Dat doen we onder meer doen met behulp van artificial intelligence, wat nu al zorgt voor enorme tijdsbesparingen. In de toekomst gaan we daar nog heel veel meer profijt van hebben.”

31 mrt 2023

|

Economie

Automatiseren contractprocessen kan weken tijdwinst opleveren

Juridisch papierwerk wordt door bedrijven veelal ervaren als moeizaam en tijdrovend werk. Logisch, want dat is het ook. Uitbesteden aan juridische
professionals dus, is het devies. Alleen: dat loopt al snel flink in de
papieren. Wendy Bogers, CEO en founder van Ligo, weet de oplossing. “Technologie is de sleutel tot verandering in de juridische markt.”

 


Bogers begrijpt de uitdagingen voor ondernemers bij het opstellen en getekend krijgen van contracten. “Vrijwel niemand houdt van juridisch papier­werk, maar het vormt de kern van elke zakelijke transactie. Als je bedenkt hoeveel uren besteed worden aan het voorbereiden en uitonderhandelen van een contract, dan besef je meteen dat er een groot probleem is.” Volgens de CEO en founder van Ligo raken ondernemers verstrikt in routine papierwerk, terwijl ze die tijd veel beter kunnen besteden aan wat ze willen doen: ondernemen.
“Het begint al bij de start: de oprichting van een bedrijf. Ondernemers moeten
dan een pakket aan noodzakelijke documenten en contracten regelen:
erg belangrijk om juridische risico’s af te dekken, maar het wordt vaak ervaren
als noodzakelijk kwaad.”

 


Dat moet dus anders, aldus Bogers, en daar komt de technologie om de hoek
kijken. “Mensen moeten contracten kunnen maken, deze digitaal kunnen ondertekenen en beheren vanaf één plek, zonder dat er papier aan te pas komt.”

 


Naast het creëren van tijd voor de ondernemer om zich bezig te houden met meer strategisch werk, brengt het digitaliseren van contractprocessen bovendien nog een belangrijk ander voordeel met zich mee: het voorkomen van juridische rompslomp door menselijke fouten. “Bedrijven ver­geten bijvoorbeeld nooit meer belangrijke termijnen na ondertekening van een contract. Digitale systemen kunnen automatische reminders sturen, waardoor iedereen binnen het bedrijf zich bewust blijft van verplichtingen. Zo worden onaangename verrassingen vermeden.” Bogers voegt daaraan toe dat het met pen ondertekenen van een contract risicovoller kan zijn dan een digitale ondertekening. “Inspelen op de behoefte van zakelijke relaties met een moderne oplossing is belangrijk om deze relaties te versterken.”

 

 

 

Dat technologie ondernemers en hun team op juridisch vlak kan helpen lijkt
duidelijk, maar wat moet dat allemaal kosten? Bogers geeft aan dat het tegenwoordig minder kost dan één pizza per maand, zonder implementatiekosten. Met plug & play-oplossingen profiteren niet alleen grote bedrijven van de voor­delen van contractautomatisering, maar ook kleine tot middelgrote bedrijven.

“Met plug & play-oplossingen zijn vaak geen trainingen nodig. Ze zijn meestal
ontwikkeld met de eindgebruiker in gedachten, zodat ze een goede gebruikers­ervaring bieden.” Bogers is ook enthousiast over de mogelijkheden van AI en GPT
om het contractenproces verder te automatiseren. “Deze technologieën bieden enorme mogelijkheden. We kunnen nu dingen doen die we ons een paar jaar
geleden niet eens konden voorstellen.”

 


Maar goed, dat is wat eraan komt. Bedrijven die nu willen overstappen om hun contracten goed en gemakkelijk te regelen, kunnen volgens Bogers meteen beginnen met de toegankelijke oplossingen.

“Er zijn verschillende mogelijkheden om het gratis uit te proberen en als het bevalt, kun je het uitbreiden binnen dezelfde tool. Met de tijdwinst die het automatiseren van contractprocessen oplevert, kan de onder­nemer zich weer concentreren op waar het om draait: runnen en uitbouwen van het bedrijf.”

27 mrt 2023

|

Gezondheid

‘Goed service­management kan druk op zorg­instellingen verlichten’

De druk op de zorg is hoog en tegelijker­tijd kampt de sector met grote personeelstekorten. Het is daardoor een flinke uitdaging voor zorg­instellingen om hun dienstverlening op het gewenste niveau te houden.
Bij TOPdesk spelen ze daar met succes op in: meer dan de helft van de Nederlandse ziekenhuizen maakt al gebruik van hun oplossingen voor IT-servicemanagement. 

 

 

Het bieden van een zo hoog mogelijk niveau van de ondersteunende dienstverlening, om patiënten en cliënten een zo goed mogelijke zorg ervaring te geven. Dat is waar service­management in de zorg om gaat. Ook is het in de zorg noodzakelijk om efficiënt met de middelen en diensten om te gaan, wat efficient Service Management voor deze sector extra relevant maakt.

Onder IT-servicemanagement vallen verschillende processen. Voorbeelden zijn Change and Release Management (bijvoorbeeld vervangen van een PC of implementatie nieuwe software), Asset Management (onder ander het registreren en bijhouden van uitgegeven licenties) en Problem Management (grote structurele problemen binnen een organisatie vaststellen en herkennen). Verder is ook Incident Management (interne klachten en aanvragen registreren en verwerken) een belangrijk IT-managementproces.

 


Om al deze zaken goed te kunnen regelen, is het voor veel organisaties vandaag de dag essentieel om daar geschikte software voor te gebruiken. Op dit gebied is TOPdesk marktleider in de Benelux. Het bedrijf heeft 14 kantoren in 13 landen en meer dan 1000 medewerkers wereldwijd. Ook in Nederland is de software van TOPdesk in trek, niet in de laatste plaats in de zorg­sector. Binnen de zorg richt het bedrijf zich vooral op de ondersteunende afdelingen: IT, Facility Management en HR.

 


Servicemanagement ook belangrijk voor patiënten

TOPdesk gelooft dat het belangrijk is dat er één toegang tot de ondersteunende afdelingen komt, waar iedereen gebruik van maakt die relevante vragen voor deze afdeling heeft, zegt Sharmaine van den Hoek,
Business Unit Director Healthcare bij TOPdesk. Vervolgens routeert TOPdesk de meldingen automatisch naar de juiste afdelingen, personen en/of systemen, zonder dat de aanmelder hierover na hoeft te denken.

Dat deze afdelingen goed en efficiënt blijven draaien is volgens Van den Hoek niet alleen belangrijk voor het personeel, maar ook de patiënt heeft hier belang bij. “Als de schoonmaak in een ziekenhuis niet goed is geregeld of het Wi-Fi-netwerk doet het niet goed, dan hebben patiënten daar direct last van. Dat maakt het voor zorginstellingen dus ongelofelijk belangrijk om hun servicebeheer goed te regelen.”

 scherm-afbeelding-2023-03-27-om-13-53-51.png


Als Business Unit Director Healthcare denkt Van den Hoek actief mee om de software van TOPdesk zo goed mogelijk op de specifieke situatie van een zorginstelling af te stemmen. Voor de inrichting van veel zorgspecifieke processen is overigens vaak geen specialist van TOPdesk nodig, want de software is zo ontworpen dat de klant dit zelf naar de eigen voorkeuren kan aanpassen. Dit komt voort uit een van de belangrijkste pijlers van TOPdesk, namelijk dat het simpel en standaard moet zijn, legt Van den Hoek uit. “Een grote kracht daarvan is dat niets gecodeerd of geprogrammeerd hoeft te worden , maar het heel makkelijk en snel te implementeren is. Bij een gemiddelde zorginstelling zijn we binnen 10 weken klaar.”

 


Trends in de zorg

Doordat TOPdesk precies weet wat er in de zorgsector leeft en wat de laatste trends op zorggebied zijn, is het in staat om hier constant snel en effectief op in te spelen met de software. Op het gebied van Service Management ziet Van den Hoek momenteel een aantal ontwikkelingen die veel impact hebben.

Allereerst zijn dat de personeelstekorten. Dat is al heel lang een probleem voor de zorg en als een oplossing uitblijft zal het alleen maar groter worden, denkt Van den Hoek.  "Omdat dit probleem hoe dan ook niet van vandaag op morgen gaat verdwijnen, moeten organisaties proberen de druk op het personeel te verlichten. De ondersteunende afdelingen kunnen daar met hulp van TOPdesk een belangrijke rol in spelen, dankzij de service automation. Hiermee hoeven verschillende processen die nu onnodige tijd in beslag nemen, niet meer handmatig plaats te vinden.”

Een ander trend is afdeling overstijgend samenwerken, waarbij de ondersteunende afdelingen zoals IT, Facility Management en HR werken met bijvoorbeeld één centrale servicedesk. TOPdesk maakt het mogelijk om zorgedewerkers snel, gemakkelijk en vanaf ieder apparaat een melding te laten doen bij die desk. Door goede afdeling overstijgende samenwerking zijn efficiëntieslagen te maken en besparingen te realiseren.   

 


Helder overzicht van systemen

Voor een zorginstelling is het op orde hebben van cyber security natuurlijk een must, gezien alle gevoelige gegevens die het soms opslaat. Dat het softwarelandschap steeds complexer wordt, helpt daarbij niet. TOPdesk ondersteunt ze hierbij met Asset Management, vertelt Van Den Hoek. Hiermee heeft een organisatie één helder overzicht van de systemen en hoe deze met de rest verbonden zijn. Het is dan ook beter in te schatten wat de impact zou zijn wanneer binnen dit hele netwerk van systemen ergens iets misgaat. “Ook hebben veel zorginstellingen het proces omtrent AVG-­compliancy in TOPdesk staan, zodat ze op elk moment kunnen meten of de cyber security nog op orde is en zorgen dat dit goed blijft werken”, aldus Van den Hoek.

In Nederland heeft TOPdesk momenteel 430 klanten in de zorgsector, waaronder 53 van de 96 ziekenhuizen en 140 ouderenzorginstellingen. De ambities reiken verder: TOPdesk wil binnen de zorgsector graag verder groeien. “Jaarlijks verwelkomen we nu zo’n 30 tot 35 nieuwe klanten uit de Nederlandse zorgsector”, zegt Van den Hoek. “Wij zijn dan ook zeker geen onbekende voor zorgorganisaties en zijn constant met de sector in gesprek om ideeën uit te wisselen en de ecosystemen te verbeteren. Ik merk dat dat in de zorgsector heel waardevol is, dus de komende jaren willen we nog meer met elkaar integreren.”

 


Het is daarnaast een wens van TOPdesk om hun klanten met elkaar in contact te brengen, vervolgt Van den Hoek. “Daarom organiseren we bijvoorbeeld inspiratie­dagen voor ziekenhuizen en hebben we een platform voor healthcare-service­management. Deze worden goed bezocht en we laten klanten daar ook zelf presentaties geven. Zo kunnen partijen uit de zorgsector via TOPdesk ook van elkáár leren. Voor de zorg, door de zorg en met de zorg. Van 13 tot 16 juni staan we ook op de beurs Zorg & ICT in de Jaarbeurs in Utrecht. Iedereen die het leuk zou vinden om met ons te praten, nodig ik graag uit om langs te komen!”

 

Feiten Enterprise Service Management:

•Enterprise Service Management (ESM) streeft naar een uniforme en
geïntegreerde aanpak van dienstverlening en processen binnen de organisatie

•Het richt zich op het bieden van een gestroomlijnde klantervaring door
communicatie te verbeteren tussen verschillende afdelingen en diensten

•Het kan helpen bij het optimaliseren en stroomlijnen van processen in de gehele organisatie, waardoor de efficiëntie en productiviteit worden verhoogd

27 mrt 2023

|

Gezondheid

Grijsdruk is de motor van toekomst­bestendig zorgvastgoed

Gedreven en gedwongen door maatschappelijke ontwikkelingen staat de healthcare-sector voor een grote uitdaging op het gebied van huis­vesting.  Bij het ontwerpen en realiseren van nieuwe (woon)zorgconcepten is het onontkoombaar om rekening te houden met onder meer vergrijzing, duurzaamheid en arbeidsmarktkrapte. Daarom is het van groot belang om techno­logische innovaties te implementeren en optimaal benutten, en gebruik te maken van kennis uit sectoren die hiermee vooroplopen. Dat zegt Esther Akkerman, Sector Leader Healthcare bij Drees & Sommer Netherlands.

scherm-afbeelding-2023-03-27-om-14-10-03.png 


De wijze waarop de zorg nu is geregeld moet ingrijpend veranderen om die in de toekomst betaalbaar en bereikbaar te houden, zegt Akkerman. Dat geldt dus ook voor zorgvastgoed. Healthcare is in Nederland daarom één van de focus­gebieden van Drees & Sommer, een project­management- en adviesbureau voor vastgoed en infrastructuur. Akkerman en haar collega’s helpen opdrachtgevers bij het ontwikkelen van zorgvastgoed dat klaar is voor de toekomst. “En daar moeten we heel snel mee aan de slag gaan. Vandaag, niet morgen.” De woonzorg- en zorgconcepten waarmee Drees & Sommer zich bezighoudt zijn meestal bedoeld voor senioren. De impact van vergrijzing op toekomstig zorgvastgoed is enorm, vertelt Akkerman. “Wij adviseren over en ondersteunen bij de realisatie van woonoplossingen die gebouwd zijn met het oog op een Nederland waar veel meer oudere mensen wonen dan nu het geval is. Tegelijkertijd neemt het aantal jongere mensen juist af. Er zijn dus steeds meer mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben en steeds minder mensen om die zorg te verlenen of die ondersteuning te bieden.”

 


Wonen en welzijn integreren

De zogenoemde grijsdruk is enorm: is nu al één op de vijf Nederlanders 65 jaar of ouder, rond 2025 is dat aantal gestegen tot veertig procent van de totale bevolking. Van hen heeft, aldus de cijfers van de CBS, zeventig procent een chronische ziekte. En dát terwijl het de bedoeling is dat mensen tot op steeds hogere leeftijd zelfstandig, of deels zelfstandig kunnen blijven wonen. Volgens Akkerman moet er meer worden nagedacht over het integreren van wonen en welzijn. De vraag naar huisartsenzorg, fysiotherapie en samenwerking tussen eerste- en tweedelijnszorgverleners zal toenemen en voor eenvoudige medische ingrepen wordt het steeds gebruikelijker om naar een zelfstandig behandelcentrum te gaan. Revalidatie voor senioren zal vaak niet meer in het ziekenhuis plaatsvinden en anders worden georganiseerd.

In de healthcare-sector vindt een verschuiving plaats in het landschap tussen woonzorgconcepten en ziekenhuizen, ziet Akkerman. Naast de toenemende behoefte aan eerste- en anderhalvelijnszorg is er steeds meer aandacht voor preventie en het uitoefenen van een gezonde leefstijl.
“Het betekent onder meer dat ziekenhuizen minder hard nodig zijn, terwijl de behoefte aan woonzorgconcepten juist sterk groeit.

 


Nieuwe woonzorgconcepten

Woonomgevingen waar het verlenen van zorg en het bieden van ondersteuning goed mogelijk is, maar waar iemand verder echt zelfstandig woont, worden steeds populairder. Technologie heeft bij die ontwikkeling een belangrijke rol. De markt zal zich moeten aanpassen om klaar te zijn voor die veranderende vraag.”

 


“Het wordt een uitdaging om de woningvoorraad aan te laten sluiten op de behoeften van ouderen”, zegt Akkerman. “Nu blijven senioren vaak lang wonen in hun eigen huur- of koophuis, deels omdat een financiële prikkel om naar een geschikter soort woning te verhuizen ontbreekt. De toegevoegde waarde van nieuwe woonvormen en woonomgevingen moet daarom groot zijn, zodat senioren die stap makkelijker willen zetten. Nieuwe woonconcepten kunnen bijvoorbeeld eenzaamheid voorkomen: bij het vormen van een community wordt de samenredzaamheid van de bewoners vergroot en daarmee ook de zelfredzaamheid.”

 


Klimaatpositieve oplossingen

Naast rekening houden met de krappe arbeidsmarkt en vergrijzing, moet zorgvastgoed ook voldoen aan de in het Klimaat­akkoord vastgelegde verplichtingen op het gebied van duurzaamheid. Akkerman: “Voor nieuw vastgoed zien we dat duurzaam in toenemende mate de norm wordt en circulair ontwikkelen en bouwen, met toepassing van de Cradle to Cradle-­ontwerpprincipes –het hergebruik van grondstoffen, zonder dat ze hun waarde verliezen – en gezonde materialen. Samen met onze zustermaatschappij EPEA, onderdeel van Drees & Sommer en één van de grondleggers van Cradle to Cradle, streven we ernaar onze opdrachtgevers te ondersteunen bij de realisatie van niet alleen klimaatneutrale huisvesting, maar zelfs klimaatpositieve oplossingen; vastgoed dus dat zelfs een positieve invloed heeft op het milieu.”

 


Dat duurzaamheid, vergrijzing en personeelstekorten factoren zijn die elk zwaar meewegen bij het ontwerpen en bouwen van nieuwe concepten, biedt volgens Akkermans kansen. “Kijk bijvoorbeeld naar die opgave om klimaatverandering tegen te gaan. Het is heel goed mogelijk om bepaalde technologieën te implementeren die een woonvorm niet alleen duurzamer maken, maar ook geschikter om er tot op hoge leeftijd zelfstandig te wonen. Met slimme technologieën kunnen we heel veel positieve impact maken, zowel op milieu als op leef- en werkcomfort, en daarmee inspelen op de veranderende omstandigheden en behoeften in de toekomst. “

 


Leren van andere sectoren

Om de mogelijkheden van slimme technologie optimaal te verkennen en benutten, heeft Drees & Sommer meerdere innovation hubs, waaronder in het Duitse Aken. Hier vinden tests plaats met allerlei soorten kunstmatige intelligentie en slimme technologie, In het gebouw bevindt zich een centraal beheersysteem (‘The Brain’), dat is gekoppeld aan sensoren, toegangscontrolesystemen, computers en camera´s. Van alle processen worden de data verzameld en geanalyseerd, waarmee diezelfde processen geoptimaliseerd kunnen worden. Het verschilt per sector hoe ver men is met de inpassing van slimme technologie. Akkerman is daarom een groot voorstander van een sectorale benadering. Dat wil in dit geval zeggen dat de zorg veel kan leren van een totaal andere sector die op een specifiek gebied voorloper is.

 


Bij Drees & Sommer weten ze uit eigen ervaring dat deze denk- en werkwijze veel oplevert. “Naast onze expertise op het
gebied van zorgvastgoed richten we ons ook op diverse andere sectoren. Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd is er een enorme hoeveelheid kennis en ervaring beschikbaar waarvan we gebruik kunnen maken. Voor healthcare is de expertise in de woningbouw, de kantorenmarkt en de hospitalitysector uiterst waardevol.” Akkerman noemt de gebruikersgerichte werkmethode, de User Experience, die Drees & Sommer hanteert bij de ontwikkeling van werkplekconcepten en in bijvoorbeeld culturele gebouwen. “We brengen precies in beeld wie de gebruikers zijn, wat ze doen, waar en wanneer. Op basis van de uitgebreide analysefase kun je een toekomstbestendig ontwerp maken dat perfect past bij de behoeften van de gebruikers – in de zorg zijn dat zowel de bewoners of cliënten als de zorgmedewerkers. En wat ze in hotels al steeds meer toepassen is zogenoemde smart technology: technologie die optimaal is afgestemd op tegelijkertijd de persoonlijke gebruikerswensen en de duurzame en economische mogelijkheden. Ook dat kunnen we goed vertalen naar de zorg en toekomstbestendige woonomgevingen voor senioren.”

 


Akkerman denkt dat er nog een lange weg te gaan is voordat dergelijke technologie op grote schaal in zorgvastgoed is geïmplementeerd. “We benutten met elkaar nog lang niet het volle potentieel van smart technology. In de nabije toekomst verwachten wij hier heel veel van. Het is de toekomst. Met de technologische mogelijkheden creëren we efficiënte en intelligente systemen, die uitdagingen als vergrijzing, personeelstekorten en duurzaamheidseisen wat minder zwaar maken.”

Feiten: langer thuis wonen

•De overheid wil met het WOZO-­programma (Wonen Ondersteuning en Zorg voor Ouderen) stimuleren dat senioren langer thuis kunnen blijven wonen

•Veel oudere mensen willen zelf ook het liefst zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving blijven wonen

•Hiermee neemt de druk op verpleeg­huisplekken af

More Stories

31 mrt 2023

|

Economie

Eén ding is zeker in deze tijd: onzekerheid

Eén ding staat vast voor veel ondernemers komende jaren. Ze moeten opereren in een buitengewoon onzekere wereld.
Hoe ontwikkelen de energieprijzen en de beschikbaarheid van grondstoffen zich als gevolg van de oorlog in Oekraïne? Hoe herstelt China van de pandemie en wat zijn de effecten daar dan van? Lopen de toeleveringsketens opnieuw vast? Wat betekenen de toenemende spanningen in de wereld voor de internationale leveringsketens en dus (ook weer) voor de beschikbaarheid en betaalbaarheid van allerlei producten? Wat is het effect van het ‘make & buy American’-beleid van de Verenigde Staten? Hoe ontwikkelt de inflatie en de rente zich? Krijg ik een vergunning of kan dat niet vanwege stikstof? Kan ik terecht op het elektriciteitsnet? En het belangrijkste: hoe kom ik aan personeel?

 


De uitdagingen vliegen ondernemers dus om de oren. De positieve kant daarvan is dat zoiets altijd het beste in Nederlandse ondernemers oproept. Ze passen zich razendsnel aan, verzinnen nieuwe oplossingen en zijn creatief. Dat is voor mij ook de kern van ondernemerschap. Tijdens corona zag je dat doordat ondernemers razendsnel andere business opzetten, en in het begin van de oorlog in Oekraïne zag je dit ook. Nederlandse ondernemingen wisten oplossingen te vinden voor hun mensen daar om ze veilig weg te krijgen. Ze brachten als eerste hulpgoederen. Ze vonden nieuwe aanvoerroutes en wisten grondstoffen van elders te halen toen die niet meer uit Oekraïne, Wit-Rusland of Rusland geleverd werden. Hun aanpassingsvermogen was indrukwekkend. Die flexibiliteit en creativiteit zullen we als eigenschap meer dan ooit nodig hebben de komende jaren.

 


Ondernemers gaan dus zelf aan de slag met onzekerheid. Tegelijkertijd verwachten zij op een aantal fronten ook actie vanuit de overheid. Vooral willen ze een voorspelbare, betrouwbare overheid. Op het gebied van verduurzaming bijvoorbeeld, en op het gebied van belastingen. Want ondernemen betekent risico’s nemen en dan wil je weten waar je aan toe bent.

 


Net voor de recente provinciale statenverkiezingen peilden we de stemming onder duizenden (mkb) ondernemers in de eerste nationale peiling ondernemersklimaat. Wat bleek? Twee derde van de ondernemers is ontevreden over de betrouwbaarheid en stabiliteit van het Nederlandse overheidsbeleid. En dat terwijl politieke besluiten van (grote) invloed zijn op hun dagelijkse bedrijfsmatige keuzes. Want als je veel geld investeert in nieuwe groene waterstofoplossingen, een heleboel zonnepanelen op je dak of een nieuwe productielijn vol robots, dan wil je wel weten onder welke condities je zoiets doet. Hoe ziet het fiscale speelveld eruit? Welke regelgeving kan wijzigen? Krijg ik een vergunning voor die nieuwe duurzame fabriek? Et cetera. Een meerderheid van maar liefst 65 procent van de ondernemers vindt dat politiek en bestuur onvoldoende oog hebben voor de belangen van ondernemers. Meer dan 60 procent van de ondernemers vindt dat het ondernemingsklimaat in Nederland de afgelopen vijf jaar is verslechterd en bijna 30 procent vindt ons land niet aantrekkelijk om in te ondernemen.

 


Om het investeringsklimaat te verbeteren moeten er een aantal dingen gebeuren. In de eerste plaats zijn er in Nederland veel en veel te veel regels. En regels die bijvoorbeeld duurzame oplossingen blokkeren worden niet snel genoeg aangepast. Bovendien moet het overheidsbeleid weer stabiel worden én bedacht vanuit de praktijk. Verder is het van belang innovatie te blijven aanjagen en internationaal talent, zowel studenten als medewerkers, te verwelkomen. Niet in de laatste plaats is een volledige focus op de uitvoering van beleid cruciaal. Huizen bouwen, energie-infrastructuur aanleggen, vergunningen verlenen, het stikstofprobleem oplossen. Niet weer nieuwe plannen maken of het beleid wijzigen, maar doen, doen, doen.

 
Als we ondanks alle onzekerheid weer dingen voor elkaar krijgen, komen niet alleen de noodzakelijke investeringen in klimaat, circulariteit en innovatie van de grond, maar komt ook de positieve spirit weer in ons land.

 

Ingrid Thijssen,

Voorzitter VNO-NCW

31 mrt 2023

|

Economie

Belang van vangnet bij arbeidsongeschiktheid groter dan ooit

Een flink deel van de zzp’ers en mensen met een eigen bedrijf heeft geen enkel vangnet als ze iets gebeurt waardoor ze arbeidsongeschikt raken. Dit terwijl de kans dat dit gebeurt een stuk groter is dan veel mensen wellicht aannemen. Zeker in deze stressvolle tijden liggen risico’s op de loer, en is het verstandig om hier serieus over na te denken, zegt Ludwina Bisschop, propositiemanager AOV bij Univé.

 pg6-unive.jpg


“We begeven ons in een zeer instabiele markt en zien dat het ziekteverzuim nu zeer hoog is”, zegt Bisschop. “Dat zie je bij werknemers, maar zeker ook bij ondernemers. Dat is goed te verklaren, want als je op een rijtje zet wat er allemaal op ons af komt in korte tijd, is dat niet mals. Eerst de coronacrisis en direct daarna de oorlog in Oekraïne.” 

 


Bisschop noemt de oorlog en de pandemie, omdat die allebei een negatief effect op de economie hadden en hebben, wat veel onder­nemers direct raakt. Zo zag ruim de helft van de zzp’ers de vraag tijdens de coronacrisis afnemen, meldde het CBS. Bisschop: “Dat soort zaken geven veel stress en druk. Mensen denken bij arbeidsongeschiktheid meestal aan het krijgen van een ongeluk of een acute ernstige ziekte, maar dat beeld klopt niet met de werkelijkheid. Het meeste verzuim, ongeveer de helft van het totaal, komt namelijk voort uit mentale klachten.” 

 


Het afsluiten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) lijkt, zeker met deze cijfers in gedachten, dan ook niet onverstandig. Maar uit de meest recente Zelfstandigen Enquête (2021) van het CBS, bleek dat maar liefst vier op de tien ondernemers geen enkel vangnet heeft, wanneer ze niet meer in staat zouden zijn om te werken. Een vijfde van de zzp’ers zegt slechts maximaal drie maanden vooruit te kunnen met hun geld, als hun inkomen weg zou vallen.    

 


Deels is dat een ingecalculeerd risico, maar ook onbekendheid met het nut en de noodzaak van een AOV speelt mee, zegt Bisschop. “Wat voor veel van deze mensen geldt, is dat ze wel weten dat ze zonder vangnet een risico lopen, maar niet goed inschatten hoe groot dat risico daadwerkelijk is. Want stel dat je onverhoopt volledig arbeidsongeschikt raakt en dus je hele leven niet meer kunt werken? De kans dat dat gebeurt is gelukkig niet heel groot, maar het komt wel vaker voor dan je misschien zou denken. Van de mensen die een AOV bij Univé hebben, krijgt twee procent de rest van hun leven een uitkering, omdat ze niet meer kunnen werken.”   

 


Bij Univé houdt een AOV niet alleen in dat iemand geld krijgt uitgekeerd, maar is ook aandacht voor preventie. Het is immers in ieders belang om te voorkomen dat mensen uit de running raken. Bisschop: “Preventie is in zijn algemeenheid steeds belangrijker en wij hebben daar veel aandacht voor.
Zo biedt onze AOV de mogelijkheid om eens in de drie jaar een ‘health check’ te doen. Een specialist kijkt dan onder meer naar iemands cholesterol, gewicht en andere factoren die een beeld geven van de gezondheid. We hebben daarnaast een eigen Preventiedesk AOV. Daar kan iemand naartoe bellen als er iets speelt dat mogelijk problemen kan geven, zoals een stressvolle thuissituatie. De desk biedt dan een luisterend oor en denkt mee over een oplossing. ”

 


Daarnaast is een vitaliteitsprogramma onderdeel van de AOV van Univé. Iemand kan zelf een gezondheidsdoel aangeven - zoals fitter worden of stoppen met roken - waarna een plan wordt ontworpen om dat doel te bereiken. Ook is er nog het coachingstraject van OndernemenPlus, dat analyseert waar iemand zich nog in kan verbeteren en welke valkuilen diegene heeft, om daar vervolgens aan te werken. 

 


De AOV Univé kreeg vijf sterren van
MoneyView op het onderdeel ‘voorwaarden’. Deze zeer hoge score is volgens Bisschop te danken aan een aantal aspecten van de verzekering. Allereerst is maar liefst 90 procent van het inkomen te verzekeren.
Bij veel andere AOV’s is 80 procent gebruikelijk. “Wat ook goed gewaardeerd wordt, is hoe de AOV van Univé met zwangerschap omgaat. Iemand mag een dag na het afsluiten van het product namelijk al in verwachting zijn”.

 


“Daarnaast zien wij het niet als nieuw ziektegeval als iemand kort na revalidatie opnieuw ziek wordt”, vervolgt Bisschop. “Dat doen veel andere verzekeraars wel, waardoor iemand dan opnieuw eerst diens zelfgekozen risicotermijn moet afwachten, voor er geld wordt uitgekeerd. En tot slot hebben wij de gunstige voorwaarde dat de uitkering meebeweegt met de AOW-leeftijd. Als die in de toekomst nog verder stijgt, doet onze AOV hetzelfde. Iemand die nooit meer kan werken, blijft bij Univé dus hoe dan ook geld ontvangen tot de AOW-­leeftijd is bereikt.”   

31 mrt 2023

|

Economie

Hoe behoud je een goede werknemer?

In het aantrekken van nieuw personeel wordt door organisaties veel tijd en energie gestoken, zeker in deze periode van grote arbeidsmarktkrapte. Dit geldt minder voor het behouden van de mensen en daar valt nog heel veel winst mee te behalen. Dat zegt Irene Oerlemans, voorzitter van NVP, het netwerk voor HR-professionals. Knoppen waaraan je als HR professional kunt draaien om te zorgen dat werknemers aan boord blijven, die zijn er volgens Oerlemans genoeg. 

 

scherm-afbeelding-2023-03-29-om-15-31-46.png

Wat moet je als organisatie doen om je personeel in deze ingewikkelde tijden aan je te binden? Die vraag krijgt de NVP van hun leden (HR-professionals) steeds vaker. Van HR-medewerkers wordt in deze tijd steeds meer gevraagd, vertelt Oerlemans. “Hun takenpakket is enorm breed, vooral in kleinere organisaties die niet opgeknipt zijn in verschillende HR expertise-afdelingen. Er spelen grote wereldthema’s en bovendien zie je ook dat de maatschappij steeds meer de organisatie ‘binnenkomt’. Het beleid dat je binnen uitvoert, blijft niet intern. Het ligt bijvoorbeeld meteen op straat wanneer je medewerkers niet eerlijk betaalt.

 


Secundaire arbeidsvoorwaarden werden jarenlang gezien als hét middel om werknemers vast te houden, maar dat is volgens Oerlemans nu aan het veranderen. Het heeft te maken de hoge inflatie en de crisis op de woning- en energiemarkt. “Je ziet dat daardoor het belang van ‘fair pay’ groter is geworden. Een eerlijk primair salaris is de basis. Het moet passen bij de sector en een werkgever moet hier transparant over zijn.”

 


Welke elementen vormen dan, naast een eerlijk salaris, het ideale pakket aan voorwaarden waarmee kan worden voorkomen dat werknemers een andere uitdaging zoeken?
Oerlemans: “Dat blijft natuurlijk maatwerk, want geen enkel bedrijf is hetzelfde. Daarom is het van belang dat altijd heel goed wordt bekeken welke secundaire arbeidsvoorwaarden bij het DNA van het bedrijf en bij specifieke medewerkers passen. Zo zullen oudere mensen weinig hebben aan een heel ruimhartig zwangerschapsverlof voor vaders.”

 


Het bieden van toekomstperspectief is een ander essentieel element. “De ontwikkeling van werknemers blijvend stimuleren en ze de kans geven om te groeien. Dat is voor de organisatie zelf natuurlijk heel prettig, maar wordt voor medewerkers ook steeds belangrijker”.

 


Tot slot noemt Oerlemans het individueel waarderen en belonen van prestaties. Dat laatste kan bijvoorbeeld door managers de ruimte te geven om deze beloningen toe te kennen. Een geldbonus is een optie, maar er zijn meer passende mogelijkheden. “Je kunt ook laten blijken dat iemand wordt gewaardeerd door diegene bepaalde kansen te bieden. Zo is het mogelijk om werknemers de gelegenheid te geven om onder werktijd vrijwilligerswerk te doen, of ze een opleiding aanbieden.”

 


Een eerlijk salaris, een passend pakket aan secundaire arbeidsvoorwaarden, toekomstperspectief en individueel waarderen en belonen, dat zijn in de ogen van Oerlemans dus de belangrijkste voorwaarden voor het behouden van werknemers. “En dit laat alles bij elkaar denk ik wel zien aan hoeveel mooie knoppen een organisatie nog kan draaien om het personeel blij te houden. Het is zeker een uitdagende tijd voor HR-professionals, maar ik ben positief gestemd: wij kunnen deze uitdaging aan.”

31 mrt 2023

|

Economie

Risico’s kun je niet uitvlakken, wel kwantificeren

 

In een sterk onzekere wereld wil je je als ondernemer wapenen tegen risico's. Alle gevaren volledig afdekken kan niet, en is ook niet nodig. Een goede analyse maken van wat de reële risico's zijn voor jouw onder­neming kan wél, vertelt risicoadviseur Dirk-Jan Schwalbach.

 pg10-dirkjanschwalbach.jpg
“We komen uit een stressvolle periode, zo na corona," vertelt Dirk-Jan Schwalbach, risico-expert bij Marsh. Hij adviseert grote ondernemingen hoe ze beter om kunnen gaan met geopolitieke en financiële onzekerheden. “Bedrijven en overheden hebben de voorbije 10 jaar veel schulden gemaakt, je ziet nu daarvan de eerste uitwassen in de financiële sector ontstaan. In Nederland hebben we dankzij overheidssteun nog weinig faillissementen gezien, maar de verwachting is dat daar een inhaalslag gaat ontstaan." Daar bovenop komen nog alle geopolitieke spanningen en prijsvolatiliteit. "De relatie tussen de Verenigde Staten en China staat onder druk. Dat heeft invloed op productieketens: steeds meer bedrijven halen hun grondstoffen en producten liever dichterbij, of verplaatsen zich naar andere lagelonenlanden in Azië."

 


Ook de spanningen in Oost-Europa brengen extra risico’s met zich mee. "Stel je hebt fabrieken in Oost-Europa, hoe reëel is het dan dat een deel van die capaciteit beschadigd wordt door een raketaanval? En wat betekent het als je in die omgeving investeringen hebt? Dit zijn concrete dreigingen die nog vaak onderschat worden. Verzekeren heeft weinig zin als het huis al in brand staat, dus je moet tijdig voorbereid zijn." Een goede risico-analyse helpt om scherp in beeld te krijgen welke impact bepaalde onzekerheden op jouw business kunnen hebben. Schwalbach: "Bij Marsh houden we politieke risico's wereldwijd in de gaten zodat onze klanten heel gefundeerd kunnen bepalen waar en of ze activiteiten willen veranderen of verplaatsen."

 


Een andere manier om risico’s af te dekken is het opsporen van je eigen financiële kwetsbaarheden. "Het is bijvoorbeeld mogelijk om een analyse te doen op je gehele portefeuille van debiteuren", vertelt Schwalbach. "Dan zie je in één oogopslag waar je de komende 12 maanden, of de komende 5 jaar wellicht verliezen kunt verwachten. Daar kun je dan nú al interventies op het gebied van credit management op voeren. Denk aan het opstellen van betere verkoopvoorwaarden of door het afsluiten van een kredietverzekering."

Een andere ontwikkeling die een steeds grotere rol speelt voor bedrijven, óók in het risicobeheer, is de druk van bedrijven om maatschappelijk verantwoord te ondernemen en te voldoen aan ESG-criteria. "ESG gaat niet alleen over wat jij als bedrijf doet, maar over wat er gebeurt in je hele keten. Blijf je zakendoen met klanten of leveranciers die mogelijk te maken krijgen met beperkingen van overheden, dan kan dat omzetverlies betekenen voor jouw bedrijf. Niet voldoen aan ESG-eisen kan ook gevolgen hebben voor je financiering en grote vervuilers worden uiteindelijk onverzekerbaar. Dus je moet hier als bedrijf wat mee. Dat betekent echt niet dat het roer in één keer om hoeft. Maar je kunt wel hulp inschakelen om vanuit een risico-perspectief stap voor stap je bedrijf toekomst­bestendiger te maken."

 


In een instabiele wereld kun je zeker niet alle onzekerheden uitvlakken, maar je kunt risico's wel slim in kaart brengen en kwantificeren. Schwalbach: "En dan kun je gericht actie ondernemen. Of dat nou betekent verzekeren, je supply chain onder de loep nemen of aanpassingen doen in je credit management: bedrijven met een informatievoorsprong zijn veel beter in staat om zich te wapenen tegen onzekerheden."

31 mrt 2023

|

Economie

Uitval en verzuim voorspellen? Ja dat kan, maar vervolgens moet je wel investeren

Inzetbaarheidsrisico's komen in iedere organisatie voor. Hoe groter je personeels­bestand, hoe beter je die risico’s kunt voorspellen en onder­vangen. Robert Wondaal legt uit wat je als werkgever kunt doen: “Door preventieve hulp te bieden voelen medewerkers zich gezien. Inzetten van gerichte interventies voorkomt uitval op de lange termijn.”

1w5a26062.jpg 

 

“Je ziet momenteel het verzuim in veel organisaties oplopen. De krapte op de arbeidsmarkt is in veel sectoren groot, de arbeidsbelasting ligt hoog. Dan ligt langdurige uitval op de loer”, aldus Robert Wondaal. Bij Robidus adviseert hij organisaties hoe ze succesvoller kunnen ondernemen door de inzetbaarheid van personeel te vergroten. “Als werkgever heb je te maken met de maatschappelijke context. De wereld schokt nog na van de coronapandemie, de werkvloer is blijvend veranderd. Medewerkers kunnen minder prikkels aan, 12,5 procent ondervindt na een covidbesmetting langdurige klachten. Maar denk ook aan financiële problemen die mensen krijgen door de aanhoudende inflatie. Dit leidt tot een toenemende druk op de mensen die nog wel inzetbaar zijn.

Als werkgever heb je natuurlijk weinig invloed op die maatschappelijke ontwikkelingen, maar wat je wél kunt doen is de dialoog aangaan met je werknemers. Als mensen zich gehoord en gezien voelen merk je sneller op wanneer iemand dreigt uit te vallen, en kun je passende actie ondernemen.”

 


Risico's in jouw personeelsbestand

Naast de maatschappelijke context die invloed heeft op de inzetbaarheid, zitten er binnen je personeelsbestand zelf ook inzetbaarheidsrisico's verscholen. Dat heeft te maken met arbeidsperspectief van medewerkers: “In ieder mensen­leven gebeuren dingen die impact kunnen hebben op je werk. Denk aan mantelzorg, scheiding, gezondheidsproblemen, of als er kinderen komen en je het thuis anders moet regelen. Het gaat er dan om hoe je daarmee omgaat. Als werkgever kun je dit niet voorkomen, maar wel ondersteuning bieden. Want stel je ligt 's nachts te piekeren over je thuissituatie, dan is het fijn dat dit op je werk erkend wordt. Dat alleen neemt al een deel van de stress weg en kan voorkomen dat het blijft sluimeren en uiteindelijk tot uitval leidt.”

 


Volgens Wondaal is het belangrijk om als leidinggevende dicht bij je mede­werker te staan. Maar je kunt meer doen: “Op groter, abstract HR-niveau kun je duiden welke potentiële risico's er in jouw personeels­bestand zitten.” Vanaf ongeveer 250 personeelsleden kun je voorspellingen doen over inzetbaarheidsproblemen.
Daar kun je beleid op maken en preventief interventies op inzetten: "Robidus spoort die inzetbaarheidsrisico’s op door statistieken los te laten op een personeels­populatie. Een bepaald percentage van de Nederlanders heeft bijvoorbeeld te maken met echtscheidingen, obesitas, financiële problemen of overgangsklachten. Als je weet dat een specifiek probleem in potentie veel voorkomt onder jouw werknemers, kun je daar op inspelen."

 


Risico's die geld kosten

Die statistieken door je personeelsbestand halen kan veilig en anoniem. Je doet dus geen voorspellingen of uitspraken over individuele medewerkers. “Door basiskenmerken zoals leeftijd, salarisschaal of geslacht door een rekentool te halen kun je heel interessante inzichten krijgen.
Bijvoorbeeld dat een bepaald percentage van je werknemers vrouw in de leeftijd 40-55 is en last kan hebben van overgangsklachten. Of dat een deel van je populatie mogelijk financiële problemen heeft of zal krijgen. Als je weet wat de gemiddelde verzuimduur is bij deze risico’s, dan kun je heel eenvoudig een business case maken. Dan wordt 't ineens tastbaar."

 


Maar wat bied je dan aan werknemers aan die misschien in potentie wel inzetbaarheidsrisico's hebben, maar waarvan je dat als leidinggevende op individueel niveau niet weet? “Veiligheid en anonimiteit is enorm belangrijk”,  legt Wondaal uit.
"Bij persoonlijke problemen is er vaak een drempel om te praten, er heerst schaamte. Dus de eerste hulp ligt echt in de anonieme sfeer. Je kunt bijvoorbeeld een webinar aanbieden van een budgetcoach om
mensen financieel weerbaar te maken.
Als iedereen daar anoniem aan kan deelnemen, gewoon vanuit huis zonder dat iemand weet dat je meedoet, is dat veilig.  Als je dan ook nog middelen aanbiedt voor wie dat wil, bijvoorbeeld een budgetcoach, dan help je mensen echt op weg - maar alleen als ze dat zelf willen."

 


Het effect van de interventies zit 'm volgens Wondaal in het preventieve karakter. "60 procent van de Nederlandse huishoudens is financieel kwetsbaar. Dat is de laatste jaren enorm toegenomen. Financiële problemen komen in gradaties: eerst zijn er misschien wat beginnende zorgen, en dat kan uitlopen tot loon­beslagen en schuldsanering. Hoe eerder je hulp aanbiedt, hoe minder de problemen escaleren.” En dan kun je een simpele rekensom maken zegt Wondaal: “Medewerkers met schulden zijn gemiddeld 20 procent minder productief. Ook uitval ligt op de loer. Eén verzuimperiode kost gemiddeld 13 duizend euro. Stel jouw personeelsbestaand heeft honderd van dit soort potentiële risicogevallen, dan kun je die kosten voorspellen en dan vallen de kosten van bijvoorbeeld een budgetcoach in het niets.”

 


Erkenning en waardering

Naast dat preventieve hulp op de lange termijn kosten bespaart, is het ook onderdeel van goed werkgeverschap. “We zien dat werknemers de hulp enorm waarderen. Zo kun je als werkgever via ons bedrijf een app aanbieden aan je medewerkers die direct toegang geeft tot echte zorgprofessionals. Werknemers kunnen dan anoniem praten met een huisarts, coach of diëtist. De app zit gewoon op je privételefoon, niemand ziet dat jij degene bent die hulp vraagt. Je kunt op een moment dat het jou het beste uitkomt met iemand praten, buiten het zicht van collega's of manager, of misschien juist buiten het zicht van dierbaren. Werknemers die deze app al gebruiken geven ons terug dat ze het waarderen dat hun werkgever zich om hen bekommert. Dit is namelijk iets waar je écht wat aan hebt, en waar daadwerkelijk behoefte aan is. Want nog steeds zien we dat er geld wordt besteed aan nutteloze programma's zoals korting op de sportschool, waar uiteindelijk juist diegenen gebruik van maken die toch al in de sportschool komen. Maar op deze manier bereik je juist de mensen die echt ondersteuning kunnen gebruiken."

 


Zo'n app is niet alleen heel fijn voor mede­werkers om te gebruiken, het levert ook waardevolle, anonieme data op voor de werkgever. “Stel je ziet dat in jouw bedrijf er 200 keer budgethulp is aangevraagd, dan kun je daar wat mee. Je weet niet wie die mensen zijn, maar je kunt wel extra hulp en ondersteuning zoals een budgetcoach aanbieden.” En die hulp hoeft niet ingewikkeld te zijn: “Vaak helpt het al enorm als een probleem wordt erkend. Bijvoorbeeld overgangsklachten: daar ligt een taboe op. Als je in een organisatie werkt met veel vrouwen en je ziet dat jouw probleem wordt gezien en begrepen, geeft dat al veel rust. Dat neemt al een deel van de stress weg."

 


Veilig werkklimaat

Wondaal benadrukt meermaals dat de persoonlijke dialoog altijd gevoerd moet blijven worden. “Je kunt deze inzetbaarheidsrisico's alleen ondervangen als er een veilig werkklimaat heerst. Dus je moet met elkaar in gesprek blijven en nieuwsgierig zijn naar je mensen. En als dat lukt, zien we dat deze interventies echt helpen. Wij testen en meten continu wat de hulp­middelen zoals zo'n app voor effect hebben. Werknemers voelen zich gezien, problemen worden op tijd geadresseerd, waardoor ze niet de kans krijgen om te blijven doorsudderen. Voor veel werknemers haalt dat een grote last van hun schouders, en dat zie je terug in hun werkplezier.”

 


In een tijd dat werkgevers vechten om personeel ziet Wondaal dat deze manier van 'zorgen voor je mensen' een must is. “Ja, het is een goede business case om
inzetbaarheidsrisico's te ondervangen. Maar het is ook goed voor je uitstraling
als werkgever. In tijden van krapte wil je als werkgever onderscheidend zijn.
De generatie van nu verwacht dit ook. Mensen zijn op zoek naar werkgeluk en zingeving, zoeken een betrokken en menselijke werkgever. En dat betaalt zich altijd uit: de betrokkenheid die je geeft aan je mensen krijg je ook terug. Loyaliteit komt altijd van twee kanten."

27 mrt 2023

|

Gezondheid

Andere focus in HR-beleid noodzakelijk om zorg­personeel te behouden

Zorgorganisaties moeten alle zeilen bijzetten om goed personeel binnenboord te houden. Meer dan 1 op de 3 zorgmedewerkers twijfelt om te blijven en overweegt een overstap naar een andere werkgever. Dat blijkt uit de HR-benchmark van HR-dienstverlener Visma | Raet. Het laat zien dat het binnenhouden van werknemers meer prioriteit moet krijgen in de zorgsector, zegt Sander Heijnen, Director Healthcare van Visma | Raet.

 sander-heijnen.jpg


Uit het onderzoek blijkt verder dat het bij tien procent van de zorgmede­werkers waarschijnlijk te laat is om ze voor hun huidige organisatie te behouden. Zij zoeken actief naar ander werk. Daar komt boven­op dat 44 procent ‘latent’ naar een nieuwe baan zoekt. Actief zoeken en solliciteren doen ze niet, wel overwegen ze te vertrekken bij een aantrekkelijk aanbod. Dat een groot deel van de zorgmedewerkers open staat of zelfs al bezig is om hun huidige werkgever in te ruilen voor een nieuwe, is volgens Heijnen mogelijk een gevolg van de focus van HR-beleid. “Dat beleid richt zich nu te vaak op werving van nieuw personeel. Activiteiten die kunnen helpen personeel langer te binden, krijgen onbedoeld minder prioriteit.”

 


Probleem is in beeld

Dat blijkt ook uit de benchmark: 48 procent van de HR-professionals zegt dat binnen hun organisatie de nadruk ligt op medewerkers aantrekken. Initiatieven die bijdragen aan de medewerkerstevredenheid, zoals evalueren of iemand nog goed op zijn plek zit (27%) of opstellen van een ontwikkelplan (22%) steken daar schril bij af. Opvallend aan deze beleidskeuzes is dat 69 procent van de HR-professionals zegt dat het moeilijk is om medewerkers te behouden. Het probleem en de gevolgen zijn dus wel degelijk in beeld. Als een HR-afdeling in de zorg meer wil doen om goede werknemers te behouden, moeten ze wel tijd en middelen hebben om de nodige stappen te zetten. Visma | Raet speelt daar met hun HR-­software op in, vertelt Heijnen: “Ons doel is om het HR-leven makkelijker te maken, zodat er meer tijd is voor advies en strategie. Maar om zorgorganisaties daadwerkelijk in staat te stellen om wendbaar en weerbaar te zijn, bieden we een volledig toekomst-gericht HR-portfolio.”

 


API-integraties

En dat zorgt weer voor gemotiveerde medewerkers en tevreden cliënten, stelt Heijnen. Keuzevrijheid is in zijn ogen het sleutelwoord. “Zo kan onze software door middel van API-integraties ook gekoppeld worden aan systemen van derden, zoals ECD-applicaties, finance- en roostersystemen. Immers, API is het nieuwe ERP, waarbij je bedrijfs­voering niet meer afhankelijk is van slechts één systeem. Deze afhankelijkheid laat namelijk in de praktijk zien dat organisaties concessies moeten doen qua keuzevrijheid in de toekomst en inleveren op gewenste diepgang.”

De software van Visma | Raet biedt de moge­lijkheid om simpele HR-taken makkelijk en snel af te handelen, legt Heijnen uit.  Niet alleen de HR-afdeling, maar alle mede­werkers hebben daar volgens hem profijt van. “Wij noemen dat ‘HR in 60 seconden’. Zo kunnen medewerkers bijvoorbeeld heel eenvoudig thuis op de bank, of waar dan ook, hun HR-zaken afhandelen met onze app.
De software maakt werving en selectie en onboarding makkelijker. Ook heeft het tools die van grote waarde kunnen zijn voor een strategie om de uitstroom van personeel te voorkomen, bijvoorbeeld op het gebied van persoonlijke ontwikkeling en secundaire arbeidsvoorwaarden.” Om het personeel tevreden te houden en op die manier te binden, is het natuurlijk essentieel om te weten waarom mensen vertrekken. Daar speelt de software op in, zegt Heijnen: “We koppelen vaste data van medewerkers aan uitstroom en ook aan in- en doorstroom. Met die informatie kan een zorgorganisatie trends en ontwikkelingen signaleren en vertalen in beter HR-beleid.”

27 mrt 2023

|

Gezondheid

‘Goed service­management kan druk op zorg­instellingen verlichten’

De druk op de zorg is hoog en tegelijker­tijd kampt de sector met grote personeelstekorten. Het is daardoor een flinke uitdaging voor zorg­instellingen om hun dienstverlening op het gewenste niveau te houden.
Bij TOPdesk spelen ze daar met succes op in: meer dan de helft van de Nederlandse ziekenhuizen maakt al gebruik van hun oplossingen voor IT-servicemanagement. 

 

 

Het bieden van een zo hoog mogelijk niveau van de ondersteunende dienstverlening, om patiënten en cliënten een zo goed mogelijke zorg ervaring te geven. Dat is waar service­management in de zorg om gaat. Ook is het in de zorg noodzakelijk om efficiënt met de middelen en diensten om te gaan, wat efficient Service Management voor deze sector extra relevant maakt.

Onder IT-servicemanagement vallen verschillende processen. Voorbeelden zijn Change and Release Management (bijvoorbeeld vervangen van een PC of implementatie nieuwe software), Asset Management (onder ander het registreren en bijhouden van uitgegeven licenties) en Problem Management (grote structurele problemen binnen een organisatie vaststellen en herkennen). Verder is ook Incident Management (interne klachten en aanvragen registreren en verwerken) een belangrijk IT-managementproces.

 


Om al deze zaken goed te kunnen regelen, is het voor veel organisaties vandaag de dag essentieel om daar geschikte software voor te gebruiken. Op dit gebied is TOPdesk marktleider in de Benelux. Het bedrijf heeft 14 kantoren in 13 landen en meer dan 1000 medewerkers wereldwijd. Ook in Nederland is de software van TOPdesk in trek, niet in de laatste plaats in de zorg­sector. Binnen de zorg richt het bedrijf zich vooral op de ondersteunende afdelingen: IT, Facility Management en HR.

 


Servicemanagement ook belangrijk voor patiënten

TOPdesk gelooft dat het belangrijk is dat er één toegang tot de ondersteunende afdelingen komt, waar iedereen gebruik van maakt die relevante vragen voor deze afdeling heeft, zegt Sharmaine van den Hoek,
Business Unit Director Healthcare bij TOPdesk. Vervolgens routeert TOPdesk de meldingen automatisch naar de juiste afdelingen, personen en/of systemen, zonder dat de aanmelder hierover na hoeft te denken.

Dat deze afdelingen goed en efficiënt blijven draaien is volgens Van den Hoek niet alleen belangrijk voor het personeel, maar ook de patiënt heeft hier belang bij. “Als de schoonmaak in een ziekenhuis niet goed is geregeld of het Wi-Fi-netwerk doet het niet goed, dan hebben patiënten daar direct last van. Dat maakt het voor zorginstellingen dus ongelofelijk belangrijk om hun servicebeheer goed te regelen.”

 scherm-afbeelding-2023-03-27-om-13-53-51.png


Als Business Unit Director Healthcare denkt Van den Hoek actief mee om de software van TOPdesk zo goed mogelijk op de specifieke situatie van een zorginstelling af te stemmen. Voor de inrichting van veel zorgspecifieke processen is overigens vaak geen specialist van TOPdesk nodig, want de software is zo ontworpen dat de klant dit zelf naar de eigen voorkeuren kan aanpassen. Dit komt voort uit een van de belangrijkste pijlers van TOPdesk, namelijk dat het simpel en standaard moet zijn, legt Van den Hoek uit. “Een grote kracht daarvan is dat niets gecodeerd of geprogrammeerd hoeft te worden , maar het heel makkelijk en snel te implementeren is. Bij een gemiddelde zorginstelling zijn we binnen 10 weken klaar.”

 


Trends in de zorg

Doordat TOPdesk precies weet wat er in de zorgsector leeft en wat de laatste trends op zorggebied zijn, is het in staat om hier constant snel en effectief op in te spelen met de software. Op het gebied van Service Management ziet Van den Hoek momenteel een aantal ontwikkelingen die veel impact hebben.

Allereerst zijn dat de personeelstekorten. Dat is al heel lang een probleem voor de zorg en als een oplossing uitblijft zal het alleen maar groter worden, denkt Van den Hoek.  "Omdat dit probleem hoe dan ook niet van vandaag op morgen gaat verdwijnen, moeten organisaties proberen de druk op het personeel te verlichten. De ondersteunende afdelingen kunnen daar met hulp van TOPdesk een belangrijke rol in spelen, dankzij de service automation. Hiermee hoeven verschillende processen die nu onnodige tijd in beslag nemen, niet meer handmatig plaats te vinden.”

Een ander trend is afdeling overstijgend samenwerken, waarbij de ondersteunende afdelingen zoals IT, Facility Management en HR werken met bijvoorbeeld één centrale servicedesk. TOPdesk maakt het mogelijk om zorgedewerkers snel, gemakkelijk en vanaf ieder apparaat een melding te laten doen bij die desk. Door goede afdeling overstijgende samenwerking zijn efficiëntieslagen te maken en besparingen te realiseren.   

 


Helder overzicht van systemen

Voor een zorginstelling is het op orde hebben van cyber security natuurlijk een must, gezien alle gevoelige gegevens die het soms opslaat. Dat het softwarelandschap steeds complexer wordt, helpt daarbij niet. TOPdesk ondersteunt ze hierbij met Asset Management, vertelt Van Den Hoek. Hiermee heeft een organisatie één helder overzicht van de systemen en hoe deze met de rest verbonden zijn. Het is dan ook beter in te schatten wat de impact zou zijn wanneer binnen dit hele netwerk van systemen ergens iets misgaat. “Ook hebben veel zorginstellingen het proces omtrent AVG-­compliancy in TOPdesk staan, zodat ze op elk moment kunnen meten of de cyber security nog op orde is en zorgen dat dit goed blijft werken”, aldus Van den Hoek.

In Nederland heeft TOPdesk momenteel 430 klanten in de zorgsector, waaronder 53 van de 96 ziekenhuizen en 140 ouderenzorginstellingen. De ambities reiken verder: TOPdesk wil binnen de zorgsector graag verder groeien. “Jaarlijks verwelkomen we nu zo’n 30 tot 35 nieuwe klanten uit de Nederlandse zorgsector”, zegt Van den Hoek. “Wij zijn dan ook zeker geen onbekende voor zorgorganisaties en zijn constant met de sector in gesprek om ideeën uit te wisselen en de ecosystemen te verbeteren. Ik merk dat dat in de zorgsector heel waardevol is, dus de komende jaren willen we nog meer met elkaar integreren.”

 


Het is daarnaast een wens van TOPdesk om hun klanten met elkaar in contact te brengen, vervolgt Van den Hoek. “Daarom organiseren we bijvoorbeeld inspiratie­dagen voor ziekenhuizen en hebben we een platform voor healthcare-service­management. Deze worden goed bezocht en we laten klanten daar ook zelf presentaties geven. Zo kunnen partijen uit de zorgsector via TOPdesk ook van elkáár leren. Voor de zorg, door de zorg en met de zorg. Van 13 tot 16 juni staan we ook op de beurs Zorg & ICT in de Jaarbeurs in Utrecht. Iedereen die het leuk zou vinden om met ons te praten, nodig ik graag uit om langs te komen!”

 

Feiten Enterprise Service Management:

•Enterprise Service Management (ESM) streeft naar een uniforme en
geïntegreerde aanpak van dienstverlening en processen binnen de organisatie

•Het richt zich op het bieden van een gestroomlijnde klantervaring door
communicatie te verbeteren tussen verschillende afdelingen en diensten

•Het kan helpen bij het optimaliseren en stroomlijnen van processen in de gehele organisatie, waardoor de efficiëntie en productiviteit worden verhoogd

27 mrt 2023

|

Gezondheid

Grijsdruk is de motor van toekomst­bestendig zorgvastgoed

Gedreven en gedwongen door maatschappelijke ontwikkelingen staat de healthcare-sector voor een grote uitdaging op het gebied van huis­vesting.  Bij het ontwerpen en realiseren van nieuwe (woon)zorgconcepten is het onontkoombaar om rekening te houden met onder meer vergrijzing, duurzaamheid en arbeidsmarktkrapte. Daarom is het van groot belang om techno­logische innovaties te implementeren en optimaal benutten, en gebruik te maken van kennis uit sectoren die hiermee vooroplopen. Dat zegt Esther Akkerman, Sector Leader Healthcare bij Drees & Sommer Netherlands.

scherm-afbeelding-2023-03-27-om-14-10-03.png 


De wijze waarop de zorg nu is geregeld moet ingrijpend veranderen om die in de toekomst betaalbaar en bereikbaar te houden, zegt Akkerman. Dat geldt dus ook voor zorgvastgoed. Healthcare is in Nederland daarom één van de focus­gebieden van Drees & Sommer, een project­management- en adviesbureau voor vastgoed en infrastructuur. Akkerman en haar collega’s helpen opdrachtgevers bij het ontwikkelen van zorgvastgoed dat klaar is voor de toekomst. “En daar moeten we heel snel mee aan de slag gaan. Vandaag, niet morgen.” De woonzorg- en zorgconcepten waarmee Drees & Sommer zich bezighoudt zijn meestal bedoeld voor senioren. De impact van vergrijzing op toekomstig zorgvastgoed is enorm, vertelt Akkerman. “Wij adviseren over en ondersteunen bij de realisatie van woonoplossingen die gebouwd zijn met het oog op een Nederland waar veel meer oudere mensen wonen dan nu het geval is. Tegelijkertijd neemt het aantal jongere mensen juist af. Er zijn dus steeds meer mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben en steeds minder mensen om die zorg te verlenen of die ondersteuning te bieden.”

 


Wonen en welzijn integreren

De zogenoemde grijsdruk is enorm: is nu al één op de vijf Nederlanders 65 jaar of ouder, rond 2025 is dat aantal gestegen tot veertig procent van de totale bevolking. Van hen heeft, aldus de cijfers van de CBS, zeventig procent een chronische ziekte. En dát terwijl het de bedoeling is dat mensen tot op steeds hogere leeftijd zelfstandig, of deels zelfstandig kunnen blijven wonen. Volgens Akkerman moet er meer worden nagedacht over het integreren van wonen en welzijn. De vraag naar huisartsenzorg, fysiotherapie en samenwerking tussen eerste- en tweedelijnszorgverleners zal toenemen en voor eenvoudige medische ingrepen wordt het steeds gebruikelijker om naar een zelfstandig behandelcentrum te gaan. Revalidatie voor senioren zal vaak niet meer in het ziekenhuis plaatsvinden en anders worden georganiseerd.

In de healthcare-sector vindt een verschuiving plaats in het landschap tussen woonzorgconcepten en ziekenhuizen, ziet Akkerman. Naast de toenemende behoefte aan eerste- en anderhalvelijnszorg is er steeds meer aandacht voor preventie en het uitoefenen van een gezonde leefstijl.
“Het betekent onder meer dat ziekenhuizen minder hard nodig zijn, terwijl de behoefte aan woonzorgconcepten juist sterk groeit.

 


Nieuwe woonzorgconcepten

Woonomgevingen waar het verlenen van zorg en het bieden van ondersteuning goed mogelijk is, maar waar iemand verder echt zelfstandig woont, worden steeds populairder. Technologie heeft bij die ontwikkeling een belangrijke rol. De markt zal zich moeten aanpassen om klaar te zijn voor die veranderende vraag.”

 


“Het wordt een uitdaging om de woningvoorraad aan te laten sluiten op de behoeften van ouderen”, zegt Akkerman. “Nu blijven senioren vaak lang wonen in hun eigen huur- of koophuis, deels omdat een financiële prikkel om naar een geschikter soort woning te verhuizen ontbreekt. De toegevoegde waarde van nieuwe woonvormen en woonomgevingen moet daarom groot zijn, zodat senioren die stap makkelijker willen zetten. Nieuwe woonconcepten kunnen bijvoorbeeld eenzaamheid voorkomen: bij het vormen van een community wordt de samenredzaamheid van de bewoners vergroot en daarmee ook de zelfredzaamheid.”

 


Klimaatpositieve oplossingen

Naast rekening houden met de krappe arbeidsmarkt en vergrijzing, moet zorgvastgoed ook voldoen aan de in het Klimaat­akkoord vastgelegde verplichtingen op het gebied van duurzaamheid. Akkerman: “Voor nieuw vastgoed zien we dat duurzaam in toenemende mate de norm wordt en circulair ontwikkelen en bouwen, met toepassing van de Cradle to Cradle-­ontwerpprincipes –het hergebruik van grondstoffen, zonder dat ze hun waarde verliezen – en gezonde materialen. Samen met onze zustermaatschappij EPEA, onderdeel van Drees & Sommer en één van de grondleggers van Cradle to Cradle, streven we ernaar onze opdrachtgevers te ondersteunen bij de realisatie van niet alleen klimaatneutrale huisvesting, maar zelfs klimaatpositieve oplossingen; vastgoed dus dat zelfs een positieve invloed heeft op het milieu.”

 


Dat duurzaamheid, vergrijzing en personeelstekorten factoren zijn die elk zwaar meewegen bij het ontwerpen en bouwen van nieuwe concepten, biedt volgens Akkermans kansen. “Kijk bijvoorbeeld naar die opgave om klimaatverandering tegen te gaan. Het is heel goed mogelijk om bepaalde technologieën te implementeren die een woonvorm niet alleen duurzamer maken, maar ook geschikter om er tot op hoge leeftijd zelfstandig te wonen. Met slimme technologieën kunnen we heel veel positieve impact maken, zowel op milieu als op leef- en werkcomfort, en daarmee inspelen op de veranderende omstandigheden en behoeften in de toekomst. “

 


Leren van andere sectoren

Om de mogelijkheden van slimme technologie optimaal te verkennen en benutten, heeft Drees & Sommer meerdere innovation hubs, waaronder in het Duitse Aken. Hier vinden tests plaats met allerlei soorten kunstmatige intelligentie en slimme technologie, In het gebouw bevindt zich een centraal beheersysteem (‘The Brain’), dat is gekoppeld aan sensoren, toegangscontrolesystemen, computers en camera´s. Van alle processen worden de data verzameld en geanalyseerd, waarmee diezelfde processen geoptimaliseerd kunnen worden. Het verschilt per sector hoe ver men is met de inpassing van slimme technologie. Akkerman is daarom een groot voorstander van een sectorale benadering. Dat wil in dit geval zeggen dat de zorg veel kan leren van een totaal andere sector die op een specifiek gebied voorloper is.

 


Bij Drees & Sommer weten ze uit eigen ervaring dat deze denk- en werkwijze veel oplevert. “Naast onze expertise op het
gebied van zorgvastgoed richten we ons ook op diverse andere sectoren. Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd is er een enorme hoeveelheid kennis en ervaring beschikbaar waarvan we gebruik kunnen maken. Voor healthcare is de expertise in de woningbouw, de kantorenmarkt en de hospitalitysector uiterst waardevol.” Akkerman noemt de gebruikersgerichte werkmethode, de User Experience, die Drees & Sommer hanteert bij de ontwikkeling van werkplekconcepten en in bijvoorbeeld culturele gebouwen. “We brengen precies in beeld wie de gebruikers zijn, wat ze doen, waar en wanneer. Op basis van de uitgebreide analysefase kun je een toekomstbestendig ontwerp maken dat perfect past bij de behoeften van de gebruikers – in de zorg zijn dat zowel de bewoners of cliënten als de zorgmedewerkers. En wat ze in hotels al steeds meer toepassen is zogenoemde smart technology: technologie die optimaal is afgestemd op tegelijkertijd de persoonlijke gebruikerswensen en de duurzame en economische mogelijkheden. Ook dat kunnen we goed vertalen naar de zorg en toekomstbestendige woonomgevingen voor senioren.”

 


Akkerman denkt dat er nog een lange weg te gaan is voordat dergelijke technologie op grote schaal in zorgvastgoed is geïmplementeerd. “We benutten met elkaar nog lang niet het volle potentieel van smart technology. In de nabije toekomst verwachten wij hier heel veel van. Het is de toekomst. Met de technologische mogelijkheden creëren we efficiënte en intelligente systemen, die uitdagingen als vergrijzing, personeelstekorten en duurzaamheidseisen wat minder zwaar maken.”

Feiten: langer thuis wonen

•De overheid wil met het WOZO-­programma (Wonen Ondersteuning en Zorg voor Ouderen) stimuleren dat senioren langer thuis kunnen blijven wonen

•Veel oudere mensen willen zelf ook het liefst zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving blijven wonen

•Hiermee neemt de druk op verpleeg­huisplekken af

27 mrt 2023

|

Gezondheid

Natuurbeelden als medicijn tegen stress en pijn

Er ligt een uitnodiging klaar voor mensen met pijn en stress. Een uitnodiging in de vorm van een virtuele ervaring wel te verstaan. VRelax is een Virtual Reality app waarmee gebruikers zelf kunnen kiezen welke natuurlijke virtuele om­geving ze willen beleven, aangevuld met spatial audio en interactieve oefeningen die extra ontspanning geven.

 


Mentaal ongemak kent veel varianten. In werkomgevingen hebben medewerkers van doen met stress en overbelasting, waardoor uiteindelijk burn-out klachten op de loer liggen. Dit is hét gezondheidsprobleem van de 21e eeuw. Daarnaast bestaan er fysieke aandoeningen als pijnklachten en hebben mensen te kampen met somberheid of angsten. Er bestaan tal van gevalideerde oefeningen om zulk soort ongemak te verlichten. Probleem is echter dat hiervoor actieve inspanning wordt gevraagd. En dat is nou precies waar het pijnpunt zit: mensen met dit soort klachten zijn vaak niet goed in staat om zelfstandig te ontspannen.

 

scherm-afbeelding-2023-03-27-om-13-25-30.png


VRelax heeft gekozen voor een andere benadering. De ontwikkelaar heeft een app geïntroduceerd waarmee gebruikers met behulp van een VR-bril de ontspannen werking van een natuurbeleving ervaren.
Frank Nuus, verantwoordelijk voor Sales- &Business development bij VRelax, licht toe dat de natuur een overtuigende kracht heeft om mensen te helpen bij hun mentale klachten. “Wat wij in feite doen, is mensen in een virtuele wereld kennis laten maken met de ontspannende werking van een levensechte natuuromgeving die ze zelf kiezen. Dat kan de beleving zijn van een bergomgeving, maar ook die van het strand. VRelax houdt mensen mentaal gezond door positieve emoties op te wekken en negatieve emoties te onderdrukken. Wetenschap toont aan dat mensen met VRelax binnen tien minuten 40 procent minder stress ervaren.” Waar Frank Nuus belang aan hecht, is te benadrukken dat VRelax continu wordt verbeterd en doorontwikkeld in samenwerking met eindgebruikers en gezondheidsinstanties als GGZ en ziekenhuizen. “Wat ons onderscheidt, is dat we niet alleen de tool zelf aanbieden, maar ook de afnemer zorgvuldig ondersteunen bij de implementatie zodat er een goede aansluiting is op de zorgvraag.”

 


Zelfstandigheid

Wat de toepassing verder bijzonder maakt, is de nadruk op zelfregie en zelfstandigheid. Zeker in de preventieve sfeer is er veel behoefte om eigen momenten te kiezen bij ondersteuning. “De oplossing kan veel betekenen voor de mentale gezondheid van zowel patiënten als medewerkers. Door jezelf op te laden op eigen gekozen momenten is te voorkomen dat medewerkers door overbelasting ziek worden en met burn-out klachten uitvallen. Daarnaast vertragen angst- en spanningsklachten het herstel­proces van patiënten en kost het zorgmedewerkers veel tijd. Het is enorm motiverend te horen uit de praktijk dat VRelax leidt tot een kortere behandeling met meer effect en minder medicatie.”

VRelax heeft inmiddels een overtuigende trackrecord opgebouwd van (inter)nationale samenwerkingen met zorgorganisaties. Zowel onderzoek als praktijk hebben inmiddels aangetoond dat VRelax succesvol wordt ingezet. “Ons zorgsysteem staat onder druk en met VRelax nemen we deze spanning weg, letterlijk en figuurlijk.”

27 mrt 2023

|

Gezondheid

“De snelheid en schaal van medicijnontwikkeling op basis van mRNA zijn ongekend”

Moderna groeide als farma- en biotechbedrijf tijdens de coronapandemie uit tot een begrip. En dat voor een bedrijf dat pas in 2010 werd opgericht. Sinds september 2022 heeft Moderna een Nederlandse vestiging. Algemeen directeur Nederland Jolanda Crombach vertelt over de kracht van het bedrijf en de plannen voor Nederland. Moderna's mRNA-technologieplatform en de onder­zoeksmachine staan centraal.   

scherm-afbeelding-2023-03-27-om-12-16-19.png

 

̋Als het mechanisme van mRNA werkt tegen één ziekte, dan kan het potentieel werken tegen veel meer ziekten”, zegt Crombach. “Op dat uitgangspunt is het Moderna mRNA-­technologieplatform gebaseerd. Dit platform bekijkt momenteel vanuit zeven verschillende invalshoeken hoe mRNA kan bijdragen aan het voorkomen en
behandelen van ziekteproblematiek.”

Het onderzoeksportfolio omvat bijvoorbeeld onderzoek op het gebied van vijftien virussen die volgens de WHO en CEPI (Coalition for Epidemic Preparedness) volksgezondheidsbedreigingen vormen, zoals Nipah, Zika en latente virussen als HIV. Aan een combinatie van respiratoire aandoeningen zoals COVID, RSV en influenza wordt voortdurend onderzoek uitgevoerd. mRNA-technologie voor de behandeling van metabole aandoeningen en gepersonaliseerde kanker benadering behoren ook tot de mogelijkheden.

 


Onderzoeksmachine

Crombach illustreert de werkwijze van mRNA aan de hand van de ontwikkeling van het reguliere jaarlijkse influenza­vaccin: “De WHO publiceert in februari de voorspelling van de verwachte griep­variant voor het nieuwe seizoen.
Vervolgens start de reguliere vaccin­ontwikkeling. Met mRNA kun je naar verwachting tot juni wachten, zodat duidelijker is welke variant eraan gaat komen – en dan een vaccin ontwikkelen op basis van de laatste virussequentie voor het aankomende griepseizoen.”

Hoe kan de ontwikkeling zo snel gaan?

Crombach: “Wij hebben een vrijwel geheel digitale onderzoeksmachine. Die modelleert de mRNA-mechanismen die een rol spelen en bevat een database van bestaande eiwitten. Dat zorgt ervoor dat bepaalde stukjes eiwit die bij de behandeling van een ziekte passen, als het ware wetenschappelijk staan voorgesorteerd.
Zo kunnen onderzoekers wat ze zoeken koppelen aan wat er al is en daaruit nieuwe combinaties ontwikkelen. Of geheel nieuwe eiwitcombinaties maken. Zo kunnen ze voor kandidaatmedicijnen gericht naar gewenste oplossingen toewerken.”

 


Die digitale omgeving is bovendien geïntegreerd met een sterk geautomatiseerde productiefaciliteit voor mRNA­kandidaten. Zo kan Moderna duizenden mRNA-sequenties tegelijk testen en selecteren voor de ontwikkeling van kandidaatvaccins. Die snelheid en schaal zijn heel bijzonder.”

Samenwerking

Het mRNA Access Programma van Moderna stelt externe onderzoekers, met een wetenschappelijk vraagstuk waarbij mRNA een rol kan spelen in staat om die infrastructuur te benutten en mRNA 'te bestellen'. Crombach: “Moderna is gestoeld op wetenschap. Wetenschap werkt op basis van samenwerking. De onderzoekers krijgen het gewenste mRNA toegestuurd om daar vervolgens hun eigen studies mee uit te voeren. Zo stimuleren we samenwerking en onderzoek naar onder­belichte aandoeningen – ik hoor daar zeer enthousiaste verhalen over.”

 

 

 

 


Enthousiasme

Enthousiast is Crombach zelf trouwens ook, bijvoorbeeld over de mogelijke samenwerking tussen Moderna en het Pandemic & Disaster Preparedness Center (PDPC) van het Erasmus MC en de TU Delft. “Samenwerking met overheden en onderzoeksinstellingen is essentieel om te bepalen welke risico’s er op ons afkomen. Daarmee hopen we bij een volgende pandemie nog sneller te reageren. Het Nederlandse Rijksvaccinatie­programma voor kinderen en het plan voor het opzetten van een Rijksvaccinatie­programma voor volwassenen zijn uniek. Dat maakt het, samen met de goede infrastructuur voor klinisch onderzoek en logistiek, aantrekkelijk om in Nederland te zitten. Het zijn opwindende tijden. We staan aan de vooravond van een enorme versnelling in de vaccin- en genees­middelontwikkeling op basis van mRNA. Dat je met mRNA mogelijk kanker kunt behandelen was tot voor kort ondenkbaar.”

 

mRNA in het kort

In het menselijk lichaam zijn honderdduizenden verschillende eiwitten actief. Bij elke ziekte speelt wel een eiwit een rol dat deze ziekte kan voorkomen of behandelen. Moderna maakt van dat gegeven gebruik via mRNA. RNA heeft ongeveer dezelfde bouwstenen als DNA, het genetisch materiaal in de kern van onze cellen.

 


RNA kan ervoor zorgen dat de codes van de genen tot expressie gebracht worden in die cellen. Messenger of boodschapper RNA (mRNA) brengt boodschappen in het lichaam om eiwitten te produceren. Het mRNA lost als de boodschap is overgebracht zelf op. Daarmee zet mRNA het immuunsysteem aan om zich tegen een indringer (bijvoorbeeld een virus zoals Covid-19) te beschermen of een al aan­wezige ziekte aan te pakken.

 

NL-MRNA-2300001

27 mrt 2023

|

Gezondheid

Data leiden naar de beste patiëntervaring

Dr Smile maakt clear aligners voor gebits­correctie. Dat is een innovatief product in de orthodontie. Minstens even belangrijk voor het bereiken van een glimlach bij de patiënt is de datagedreven benadering van het bedrijf. “Data is macht die we voor de patiënt inzetten”, stelt Chief Medical Officer dr. Lan Huong Timm vast.

scherm-afbeelding-2023-03-27-om-13-42-52.png 


“Bij Dr Smile streven we ernaar onze patiënten een zelfver­zekerde glimlach te bezorgen”, zegt ze. “Dat doen we door hen de optimale, op wetenschappelijke innovatie gebaseerde, orthodontie-oplossing te bieden.” Ze legt uit hoe de steeds veranderende trans­parante kunststof aligners de tanden van de patiënt geleidelijk naar de gewenste eindsituatie leiden.

 


“Door de bevindingen uit de gegevens van 100.000 patiënten toe te passen, kunnen we de eindsituatie voor de patiënt meteen aan het begin nauwkeurig in beeld brengen”, vertelt ze, “zo weet de patiënt waar we in het traject naartoe werken. Het maakt nogal uit wanneer een tandarts zijn ervaring combineert met de data van wat het best werkte bij een populatie van 100.000 patiënten. De data helpt ons bepalen wat de beste behandelstappen richting de gewenste eindsituatie zijn. Tandartsen beslissen te allen tijde over de behandeling.”

 


Technologie en therapietrouw

In het hele patiënttraject staat digitalisering centraal, van A tot Z. Lan: “Anamnese, 3D gebitsscan en alle vervolgstappen worden zonder dataverlies in hetzelfde geïntegreerde systeem opgenomen. Het is van begin af aan opgezet om er maximaal van te kunnen leren. Zo werken we volgens het 'vier of zes ogen' principe, waarbij er altijd meerdere tandartsen, orthodontisten of tandtechnici naar dezelfde data kijken bij het opstellen
van het behandelplan. Een dergelijke optimalisatieslag verbetert de behandeling aantoonbaar en geeft ons de mogelijkheid om de behandeling op de patiëntbehoefte af te stemmen.” De patiënt volgt via dezelfde data zijn traject wekelijks via een mobiele app. Lan: “Ook dat is geen toeval. In onderzoek gepubliceerd in het Journal of Clinical Medicine hebben we aangetoond dat meer technologie-aanbod de patiëntverwachting en de therapietrouw ten goede komen. Dat is een essentieel gegeven.”

 
AI

Omdat het in behandelplannen om enorm veel parameters en een vrijwel oneindig aantal mogelijke tandbewegingen gaat, onder­steunt AI de professionals bij hun beslissingen. Lan: “De professionals kunnen hun beslissingen onderbouwen op basis van onze voorspellingsmodellen met beslisbomen.
Behalve de tandbewegingen spelen ook factoren die therapietrouw beïnvloeden, zoals geslacht, eerdere orthodontie-ervaring en land een bepaalde rol.” Geen mens kan alle factoren die meespelen voor het eindresultaat overzien. Lan: “De praktijken die met ons werken, staan open voor technologische vernieuwing. Ze beseffen dat de technologie hen niet vervangt, maar ondersteunt. Ze weten ook heel goed dat AI zonder hun expertise niet werkt, maar dat zij zelf met AI beter werken. Ze zien in hoe ze hun patiënten kunnen laten profiteren van die extra kennis die de technologie ons geeft.”

 

Dr Smile Feiten & cijfers

•meer dan 600 medewerkers

•600 aangesloten praktijken in Europa

•in 11 Europese landen

•meer dan 100.000 cliënten als basis voor datagedreven research

27 mrt 2023

|

Gezondheid

‘Veranderingen in healthcare zijn pas het begin’

De toekomst van de gezondheidszorg is nog niet definitief. Betrokken partijen proberen te ontdekken hoe die vorm moet krijgen. Bryan Berger, Healthcare Business Director van Board of Innovation, ziet dat er vaart zit in de ontwikkeling van de gezondheidszorg, maar hij benadrukt tevens dat er nog veel werk valt te verzetten. Bijvoorbeeld als het gaat om product­innovaties voor individuele behoeften van mensen en patiënten.

 

scherm-afbeelding-2023-03-27-om-12-08-06.png
In zijn rol als healthcare-specialist helpt Bryan Berger eigen relaties met het identificeren van toekomstige klantbehoeften en zicht te krijgen op producten en diensten die deze behoefte invullen. “Zo helpen we organisaties om hen voor te bereiden op nieuwe successen. Veranderingen die nodig zijn in de gezondheidszorg leiden ook tot een nieuwe rol voor bedrijven, overheden en regelgevers, bijvoorbeeld als het gaat om de diensten die klanten verwachten van apotheken”, aldus Berger. Hij benadrukt dat het nodig blijft om vooruit te kijken. “Bedrijven moeten zich realiseren dat de gezondheidssector zich blijft ontwikkelen. Er is een structurele noodzaak om te blijven innoveren.”

 


Een zekerheid die hard valt te maken, is dat partijen in de gezondheidszorg op een andere manier interactie krijgen met hun cliënten. Zo zal de apothekers- en drogisterijbranche steeds meer een vraagbaak worden voor advies en ondersteuning. Berger: “Wat je aan die kant van de healthcaresector ziet, is dat er nieuwe vormen van klantinteractie ontstaan. Er zal meer nadruk komen te liggen op patiëntenvoorlichting, terwijl ook het aantal diensten wordt uitgebreid, bijvoorbeeld met aanvullende therapieën en gezondheidsonderzoeken. Daarnaast zal de samenwerking tussen gezondheidsaanbieders intensiveren en zal gebruik van digitalisering en technologie verder toenemen. De gezondheidszorg heeft immers direct toegang tot de noden van de patiënt om die te kunnen koppelen aan oplossingen en adviezen.”

 


Waar veel om te doen is in de gezondheidszorg zijn de mogelijkheden van sociale netwerken. Dat beschrijft ook de Rijksoverheid in de nota met als titel ‘Naar een toekomstbestendig zorgstelsel’. Daarin worden verschillende scenario’s ontvouwen aangaande voorzieningen waarbij de cliënt zorg op maat krijgt en rekening wordt gehouden met het sociale netwerk en mantelzorg. Berger: “Veranderende rollen van spelers in de gezondheidszorg zal leiden tot aanpassing van het systeem om te voldoen aan de diverse en holistische gezondheidsbehoeften van mensen en patiënten. Er komt meer nadruk te liggen op de omstandigheden waarin mensen leven en werken.”

Eén van de belangrijkste componenten waarmee we rekening moeten houden, is de rol van sociale determinanten bij het verbeteren van gezondheidsresultaten en het bevorderen van gezondheidsgelijkheid. Denk aan zaken als inkomen, opleidingsniveau, huisvesting of toegang tot gezondheidszorg. Dat is niet de verantwoordelijkheid van één enkele speler, maar een gedeelde verantwoordelijkheid van betrokkenen in het zorgecosysteem.

 


Waar de markt naar toe gaat, benadrukt Berger, is dat de healthcare-industrie een meer emphatisch begrip krijgt van de patiënt en zijn behoeften. “Innovatie betekent niet dat je blindelings nieuwe producten of nieuwe technologieën moet pushen. In plaats daarvan zal er meer nadruk komen te liggen op het begrijpen van veranderende behoeften en de rol die bedrijven moeten innemen bij het inspelen op behoeften van mensen, of ze nu gezond, ziek of herstellend zijn.”

 


Wat Berger hiermee impliciet zegt, is dat het lanceren van een succesvol healthcare-product verder reikt dan uitsluitend het brengen van een medische noviteit. Farmaceutische bedrijven en aanbieders van medische hulpmiddelen hebben er jarenlang op vertrouwd dat eigen R&D-teams hun groei stimuleerden, maar nu wordt van diezelfde bedrijven verwacht dat ze moeten innoveren op een minder gebruikelijke manier. “Patiënten willen niet alleen een nieuw product, maar verwachten ook andere manieren van hulp en ondersteuning om een gelukkig en gezond leven te leiden.”

27 mrt 2023

|

Gezondheid

‘Eenvoudige en schaalbare IT-netwerken cruciaal’

IT-technologie is essentieel om de zorg draaiende te houden. Van IT-organisaties wordt dus steeds meer verwacht, terwijl zij worden geconfronteerd met een krap­pe arbeidsmarkt en strakke budgetten. Het is daarom cruciaal dat cloud- en wifi-netwerken eenvoudig zijn te implementeren en beheren voor efficiënt gebruik van IT-toepassingen, zegt Patrick Groot Nuelend, Solutions Architect bij netwerkbedrijf Extreme Networks.

 

patrick-groot-nuelend-extreme-networks.jpg
De coronapandemie heeft volgens Groot Nuelend bij veel organisaties geleid tot een versnelling van hun digitale transformatie. Om processen in de zorg draaiende te houden, hebben veel ziekenhuizen en instellingen geïnvesteerd in (verdere) digitalisering. In die periode is met name gefocust op applicaties, maar volgens Groot Nuelend hebben slimme organisaties ook geïnvesteerd in IT-netwerken en managementsystemen.
“Als gevolg van die digitalisering is het aantal applicaties sterk toegenomen en zijn er steeds meer zorgmedewerkers, patiënten en bezoekers die toegang willen tot die applicaties. We zien bij steeds meer zorg­organisaties dus behoefte aan een modern IT-netwerk.”

Organisaties die hun digitale transformatie willen doorzetten, moeten zich volgens Groot Nuelend focussen op eenvoud in beheer voor IT-teams, schaalbaarheid van het netwerk en uiteraard beveiliging. “Hoe zorg je er als IT-manager voor dat het toenemende aantal applicaties, verbonden apparaten en data beheersbaar blijft voor IT-beheerders en bovendien dat applicaties beschikbaar en beveiligd zijn voor medewerkers? Dat is de centrale vraag voor ziekenhuizen en zorginstellingen met oudere netwerken”, aldus Groot Nuelend.

 


Extreme Fabric Connect

Extreme Networks ziet de vraag naar schaalbaarheid terug in de grote interesse voor het product Extreme Fabric Connect dat ziekenhuizen helpt bij het uitrollen en beheren van applicaties en diensten waar medewerkers, patiënten en gasten op het IT-netwerk
gebruik van maken.

“Dat Fabric Connect bij zorginstellingen populair is, heeft vooral te maken met de een­voud en flexibiliteit waarmee IT-­managers hun netwerken met Fabric kunnen beheren”, zegt Groot Nuelend. “De zorg wil blijven innoveren zodat patiënten de beste ervaring krijgen, en zodat zorgmedewerkers eenvoudiger hun
interne processen beheren. Dat betekent dat IT-teams continu en eenvoudig nieuwe applicaties en diensten moeten kunnen uitrollen.
Bij een traditioneel netwerk is dat werk handmatig, tijdrovend en foutgevoelig.”

Met Fabric Connect kunnen IT-teams nu bovendien eenvoudiger netwerkapparaten en devices aansluiten op het netwerk, waarbij Fabric die apparatuur automatisch configureert op het netwerk. IT-medewerkers van ziekenhuizen besparen zo enorm veel tijd en geld aan handwerk en kunnen zich focussen op taken die de processen ondersteunen. Zo werkt het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis al enige tijd met Fabric Connect om locaties met elkaar te verbinden, netwerkapparatuur en medische apparaten aan te sluiten en servers te configureren in het datacenter. Zorgmedewerkers zijn hiervan afhankelijk voor het gebruik van applicaties op afstand.

 


Wi-Fi 6E

Dat organisaties en medewerkers steeds meer apparaten gebruiken, verhoogt ook de belasting op wifi-netwerken. De nieuwe draadloze technologie Wi-Fi 6E biedt uitkomst mede omdat het de vrijgegeven 6 GHz-frequentie gebruikt. Verbindingen zijn daardoor sneller, er is ruimte voor meer apparaten en connecties zijn veiliger dan via oudere wifi-standaarden.

Extreme Networks was de eerste provider in de netwerkindustrie met Wi-Fi 6E access points die draadloos breedband internet aanbieden op grote buitenlocaties. Diverse klanten in Europa werken al met Wi-Fi 6E. Waardevol is ook dat zorgorganisaties met de Extreme Wi-Fi 6E access points beter in kaart kunnen brengen waar verbonden apparaten zich bevinden. “Zorgmedewerkers kunnen de locatie van patiënten volgen met applicaties”, zegt Groot Nuelend. “Met locatiediensten in het wifi-netwerk is ook altijd bekend waar zorgpersoneel zich bevindt, in het geval van onveilige situaties.  Medewerkers op locatie
hebben met  Wi-Fi 6E snelle draadloze verbindingen en werken dus efficiënter met specifieke zorgtoepassingen. Kortom, er zijn legio voorbeelden van de waarde van IT-­technologie voor de zorg. En daar is het natuurlijk allemaal om te doen.”

Wat is Extreme Fabric Connect?

•Extreme Fabric Connect is een schaalbare, end-to-end netwerkoplossing met ingebouwde
automatisering die de uitrol van netwerken stroomlijnt in een elf keer zo korte implementatietijd

•Fabric Connect isoleert netwerkdiensten en beschermt tegen inbreuken

•Extreme Fabric is ontworpen om het netwerk uit te breiden naar remote locaties, datacenters en de cloud

•Fabric automatiseert handmatige taken zodat IT-teams zich kunnen richten op de dienst­verlening aan zorg­medewerkers

•Fabric is geïnstalleerd bij duizenden klanten



27 mrt 2023

|

Gezondheid

Zo houdt u écht de regie over uw eigen gezondheid

Al uw medische gegevens op één plek beschikbaar en direct in te zien? Het is geen toekomstmuziek, dankzij Drimpy: een Persoonlijke Gezondheids Omgeving (PGO) die u volledige inzage én de regie over uw eigen gezondheid geeft.

 
Stelt u zich eens voor dat al uw bedrijfsgegevens her en der verspreid liggen. Ondenkbaar toch? Niet voor onze medische gegevens. De huisarts, de specialist, de apotheek, de tandarts, allemaal beheren ze een klein stukje van uw persoonlijke gezondheidsdata. En al die stukjes zijn bovendien opgeborgen in systemen die niet direct met elkaar kunnen communiceren. “Je moet dus,” zegt Arnold Breukhoven, directeur en oprichter van Drimpy, “op heel veel verschillende portalen inloggen om een beetje inzicht in je eigen gezondheid en je medische geschiedenis te krijgen. Sterker nog, veel mensen weten niet eens dat dat kan. En het gekke is: we lijken dat normaal te vinden! Maar hoe normaal is het nou eigenlijk? Als je met jouw bedrijf met een financier in gesprek gaat, dan gaat je daar goed voorbereid heen, met een scherp inzicht in uw financiële situatie. Maar gaan we naar de huisarts, dan doen we dat met nul inzicht in ons complete medische dossier? Onbegrijpelijk. Jouw bedrijf is je alles, maar jouw lichaam is je leven. Deze data centraal hebben kan levensreddend zijn.” 

 


 

Bizarre realiteit

Met Drimpy ontwikkelde Breukhoven een zogenaamde Persoonlijke Gezondheids Omgeving (PGO). Breukhoven: “Met één druk op de knop haal je de gegevens van zorgverleners binnen en plaats je die op een persoonlijke website of app. Vergelijk het met het gemak van een bank-app. Je hebt in één keer toegang, in dit geval niet tot je geld, maar tot iets wat niet in geld is uit te drukken: al je medische gegevens.” 

Drimpy maakt, zegt Breukhoven enthousiast, in één klap een einde aan wat hij ‘een bizarre realiteit’ noemt. Breukhoven: “Het ís ook bizar! Dat belangrijke medische gegevens nog steeds zo versnipperd zijn opgeslagen en niet gesynchroniseerd zijn binnen systemen, leidt tot de vreemdste taferelen. Medische informatie wordt soms nog per fax van de ene zorgverlener naar de andere zorgverlener verstuurd. Per fax, anno 2023! Stelt u dat even voor morgen tijdens de board meeting. Ze zullen u uitlachen!” En het kan volgens Breukhoven nog gekker. Hij vertelt over de patiënt die verhuisde van het ene ziekenhuis verhuisde naar het andere: “Röntgenfoto’s die in het ene ziekenhuis waren gemaakt, werden op een cd-rom gezet en door een verpleegkundige op de fiets afgeleverd bij het andere ziekenhuis.”    

  

Actuele inzage

Met Drimpy staan alle gegevens overzichtelijk bij elkaar, in de eigen PGO. Breukhoven: “Je kunt besluiten dat ook jouw zorgverleners – of bijvoorbeeld je partner of je mantelzorger - daar toegang tot mogen hebben. Waarbij je zelf bepaalt wat je deelt en wat niet. Kijk, het komt vaak voor dat een behandelaar aan je vraagt: waar heb je allemaal last van, welke medicijnen heb je geslikt, wat is je medische geschiedenis? Los ervan of je wel telkens hetzelfde verhaal wil vertellen, kunnen veel mensen niet direct een compleet antwoord geven. Of ze vergeten zaken, omdat ze die niet direct aan een ziektegeschiedenis koppelen: een sportblessure, een reeks bezoeken aan een fysiotherapeut. Als de zorgverlener toestemming heeft om in je PGO te kijken, krijgt hij meteen een actuele inzage in jouw medische geschiedenis en kan hij de behandeling daarop afstemmen. Veel vragen vallen meteen weg. Kloppen de gegevens wel, is er een herhaalonderzoek nodig? Met Drimpy omzeil je veel van die onzekerheden. En je weet nu ook dat je in de toekomst effectiever behandeld kunt worden, omdat er direct inzage is in alle behandelingen en onderzoeken die je hebt ondergaan en medicijnen die je hebt geslikt. Zo houd je de regie over je eigen gezondheid en dus over de kwaliteit van je leven.” 

 

Kalm nalezen

Krachtig voordeel van Drimpy is ook de mogelijkheid om informatie rustig na te lezen als u net een gesprek met een arts hebt gehad. “Dat brengt vaak de bodem onder je voeten terug,” zegt Breukhoven. “Want hoe gaan die dingen? Je krijgt een diagnose en achteraf realiseer je je dat je geen idee hebt wat je arts of specialist nou precies allemaal heeft gezegd. Met een druk op de knop kun je het kalm teruglezen in je PGO, of het aan het een ander laten lezen die kan uitleggen wat er nou precies staat.” De PGO is zelfs gratis voor alle burgers van Nederland en wordt door VWS betaald. Voor alle MedMij gerelateerde functionaliteiten hoeft u dus niet te betalen. 

 


Het ophalen van gegevens en het delen gaat volgens het MedMij afsprakenstelsel. VWS en ook de NPCF zijn hieraan verbonden. PGO's zoals die van Drimpy met het MedMij label, hebben bewezen dat zij zich aan alle strikte regels houden. Het MedMij label is een keurmerk om veilig en betrouwbaar medische gegevens uit te mogen wisselen.   

 

 

“De omgeving is zelfs zó goed beveiligd dat we met Drimpy als eerste een medisch dossier de grens over konden sturen naar een ziekenhuis in Nieuw-Zeeland en in Italië,” vertelt Breukhoven. “Dat was een wereldprimeur. En dankzij recente financieringen van onder andere Capital Mills (Nederlandse Venture Capital firma) kunnen wij onze ambities verder gaan waarmaken en onze snelle groei vasthouden.”

 

 

Door uw gegevens eenvoudig te verzamelen in één overzicht blijft u in regie over uw eigen gezondheid. Dat lijkt nu misschien onbelangrijk, maar als er iets met uw gezondheid is, heeft u alles bij de hand. Altijd en overal ter wereld.

 
De PGO is gratis voor alle burgers van Nederland, dit wordt betaald door de overheid. Kijk op
drimpy.com

24 mrt 2023

|

Industrie

Europa wil naar CO2-neutrale toekomst

Er worden stevige stappen gezet aan het duurzaamheidsfront. Eén van de meest tastbare voorbeelden op overheids­niveau is het pakket beleidsvoorstellen van de Europese Commissie onder de titel Fit for 55. Waar het op neerkomt, is dat de Commissie met een immense serie aan nieuwe klimaat­wetgeving de EU-economie wil sturen naar een CO2-neutrale toekomst.

 


Medio juli vorig jaar kwam het pakket op tafel te liggen, waarbij de titel Fit for 55 niet zonder reden was gekozen. De nieuwe klimaat- wetgeving vindt zijn oorsprong in de doelstelling om in 2030 de netto-uitstoot van broeikasgassen met ten minste 55 procent te hebben verminderd. Met Fit for 55 worden die doelstellingen verder afgekaderd, zodat deze ook als basis kunnen dienen om de EU tegen 2050 klimaatneutraal te maken.

 


Het voert te ver om het megapakket aan nieuwe wetgeving tot achter de komma door te nemen, maar reken er maar op: elke burger en elk bedrijf gaat er wat van merken. Zo omvat de wetgeving plannen voor het beprijzen van uitstoot door auto’s en verwarming van huizen. Er zijn voorstellen om de verkoop van auto’s met een verbrandingsmotor met ingang van 2035 te beëindigen. Fit for 55 spreekt over een koolstofgrensheffing waarmee import van vervuilende goederen uit elders van de wereld wordt belast. Of neem bijvoor­beeld het zeevervoer: zeeschepen die varen binnen de Europese Unie of een Europese haven als bestemming hebben, zullen straks moeten betalen voor uitstoot van broeikasgassen.

 


Ursula van der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, was er als één van de eersten bij om de impact van het
pakket te duiden. “Eén van de meest ambitieuze hervormingen van het EU-beleid ooit”, aldus Van der Leyen, waarbij valt aan te tekenen dat Fit for 55 in feite het resultaat is van de Green Deal die zij bij de start van haar termijn in 2019 presenteerde.

 


Dat er groene duurzaamheidsambities bestaan, is natuurlijk niet nieuw.
Afgelopen decennia zijn er tal van regels en voorstellen ter sprake gekomen om de Europese economie meer duurzaam­bestendig te krijgen. Wat Fit for 55 duidelijk maakt, is dat de tijd rijp is om die ambities in concrete afspraken te
gieten, ook al gaat het daarbij misschien om harde keuzes en ingrepen.

Wat zonder meer valt te verwachten is dat Europa een grotere vinger in de pap krijgt in het klimaatbeleid. De tijd van overleg en praten is als het ware voorbij, Brussel wil meer verantwoordelijkheid nemen bij het toezien op naleving
van milieuregels.

 


Op welke wijze de regels impact krijgen, valt nog lastig te overzien. En hoewel deze maatregelen past over een jaar of vier,
vanaf 2026, echt gaan spelen, is het belangrijk om nu alvast stappen te zetten, is een advies uit de koker van de bankenwereld. Opbeurende conclusie daarbij is dat veel bedrijven nu al uit eigen beweging stappen zetten om hun CO2-uitstoot te verkleinen. Nu het Fit for 55-pakket zijn wettelijke basis heeft gekregen, is het meer dan ooit urgent voor bedrijven om inzicht te krijgen in hun uitstoot en mogelijke maatregelen om deze te verlagen.

24 mrt 2023

|

Industrie

Energy Portfolio Management noodzakelijk voor een succesvolle energietransitie

Het energielandschap gaat nog harder veranderen. De enorme opgave om van fossiele brandstoffen over te stappen naar volledig duurzame bronnen zorgt voor grote uitdagingen. Meer decentrale productie betekent ook meer volatiliteit en druk op het netwerk, tekort aan netcapaciteit, netcongestie, mogelijk stroomtekort met gevolgen voor de beschikbaarheid en de prijs van stroom. Tegelijkertijd komen er met nieuwe wet- en regel­geving zoals de nieuwe energiewet,
de omgevingswet en het ESG (Environment, Social and Governance) framework meer uitdagingen en kosten voor afnemers en producenten van energie. Kortom: meer risico’s, maar ook meer kansen.

 

 

De energietransitie voelt voor bedrijven onnodig ingewikkeld en risicovol aan. Er zijn kansen, maar ook grote risico’s. Als het de industrie niet mogelijk gemaakt wordt te verduurzamen, dan zullen ook de grondstoffen en producten die zij produceren niet duur­zamer worden. De huidige complexiteit en onvoorspelbaarheid van de energiemarkt en de transitie naar een duurzame energievoorziening vormen voor veel bedrijven een enorme uitdaging.

 


Alleen maar een energiestrategie uit­stippelen voor de korte termijn is op dit moment onverstandig, maar beslissingen nemen voor de lange termijn is voor een organisatie allesbehalve eenvoudig. Het is daarom essentieel om te kiezen voor een integrale strategie, waarin oog is voor veel meer factoren dan alleen maar de inkoopprijs van energie. Dat is de visie
van COMCAM, gespecialiseerd in Energy Portfolio Management. 

 


Door de enorme turbulentie in de energiewereld hebben ze het bij COMCAM misschien wel drukker dan ooit. Steeds meer bedrijven raken zich ervan bewust dat het nodig is om een (betere) energie­strategie te hebben, vertelt Philipp Keller. “Een energiestrategie was bij veel organisaties lange tijd een ondergeschoven kindje, of het bestond zelfs helemaal niet.”

 

scherm-afbeelding-2023-03-24-om-10-20-58.png
COMCAM beschikt over een divers team aan specialisten. Van handelaren met ervaring op de Europese gas- en elektriciteit­markten, tot netwerk specialisten – van projectmanagers tot juridische expertise: samen bieden wij klanten het beste uit de markt. Ook wordt samengewerkt met geselecteerde partners op gebied van technische- en duurzame oplossingen.
Het hoofdkantoor is gevestigd in Middelburg. Verder heeft COMCAM vestigingen in Rotterdam, Düsseldorf
en binnenkort ook in Londen en Praag.
Het bedrijf helpt ook klanten in andere Europese landen. COMCAM is een one-stop-shop voor alle aan energie- en duurzaamheid gerelateerde vraagstukken.

 


Door de transities die gaande zijn en de turbulente situatie waarin de energiemarkt zich bevindt, is het besef volgens Keller nu doorgedrongen dat het noodzakelijk is om een energiestrategie te hebben voor de lange termijn. “Als zo’n strategie bij een bedrijf in deze tijd ontbreekt, dan doet dat ze echt pijn. Onze visie is dat die strategie integraal moet zijn en de focus dus niet te smal. Tijdens de energiecrisis zijn onze klanten vrijwel niet in de problemen
gekomen, wat aantoont dat dit een succesvolle benadering is.”

 


Strategisch ondernemen eist vooruit denken. Dit betekent in de energiemarkt dat er voor minimaal 5 jaar vooruit een planning moet zijn. Investeringen kosten geld en lang niet alles is terug te verdienen binnen vijf jaar.

Het aantal vragen van bedrijven neemt nog steeds toe, bijvoorbeeld over de keuzes die ze moeten maken om te verduurzamen.
Want duurzamer worden, dat wil de industrie volgens Keller heel graag en snel. Maar, daarbij lopen ze tegen allerlei struikelpunten aan. Veel bedrijven krijgen bijvoorbeeld van de netbeheerder te horen dat ze zullen moeten wachten, vanwege de congestie op het net. Netcongestie is een toenemend probleem en kan de verduurzamingsambities van een bedrijf ernstig hinderen. De capaciteit van het Nederlandse elektriciteitsnet staat onder toenemende druk en congestie komt
hierdoor voor. COMCAM helpt dan ook steeds meer klanten met congestie­management.

 


Door toenemende elektrificatie en verduurzaming, gecombineerd met steeds meer opwek door middel van zon en wind, verandert het energieprofiel drastisch, zowel landelijk als regionaal. Binnen het bedrijf verandert ook het energieprofiel doordat er productieprocessen veranderen en bedrijven zelf energie gaan opwekken en opslaan. Al deze veranderingen zorgen ook dat prijzen veranderen.

 


Met Energy Portfolio Management zorgt COMCAM voor een veerkrachtige en toekomstbestendige energietransitie.
Onze dienstverlening over de volle breedte van de energiemarkt heeft geleid tot uitstekende resultaten voor onze klanten. Denk hierbij aan een besparing op alle energiekosten oplopend tot ruim 50%.

24 mrt 2023

|

Industrie

Digital Twins: groots denken, klein beginnen

Wie met een Digital Twin aan de slag gaat, doet er goed aan bescheiden te beginnen, vindt Digital Consultant Koen van
der Mijle van Itility in Eindhoven. “Uitbreiden kan altijd nog.
Het belangrijkste is dat elke stap toegevoegde waarde heeft.”

 

 

 

Een Digital Twin is een wiskundig model dat bepaalde aspecten van een systeem in de werkelijke wereld doeltreffend weergeeft. Wat is er nodig om een goede Digital Twin te maken?
“Verschillende disciplines, zoals ICT, data science, natuurkunde, wiskunde en werktuigbouwkunde. Daarbij is het belangrijk dat de domeinkennis grondig is afgedekt”, zegt Van der Mijle.

 


“Een goede Digital Twin maakt het mogelijk verschillende scenario's in de virtuele omgeving te testen, om daarmee snel optimale keuzes voor de werkelijkheid te kunnen maken. Tegenwoordig gebeurt dat met real-time sensordata om de Twin up-to-date te houden. Daarnaast passen we kunstmatige intelligentie toe om de Twin constant te laten leren en zo veel nauwkeuriger aan te sluiten bij de werkelijkheid.”

 


Er zijn verschillende soorten Digital Twins, met een toenemende complexiteit. De basisversie verzorgt 'enhanced monitoring'.
De Digital twin loopt in deze versie synchroon met de werkelijk­heid, verrijkt de ruwe sensordata en verschaft meer inzicht in een proces dan enkel real-time monitoren. Een stap verder gaat 'AI assisted decision making'. De digital twin rekent dan scenario's door, zodat de gebruiker gefundeerde keuzes voor de toekomst kan maken. Het verst gaat 'Automated optimization and control'. Daarbij evalueert de Digital Twin niet alleen scenario's, maar past deze het optimale scenario ook direct toe.

 


Een voorbeeld hiervan is de Digital Twin van elektriciteitsverbruik in een huis met een warmtepomp, elektrische auto en allerlei stroomverbruikende apparaten. Van der Mijle: “De kosten en het comfort van de bewoners worden bepaald door de aansturing van deze systemen, de dynamische stroomprijs en weercondities. Een gebruiker kan niet overzien wat het optimale moment is om de auto op te laden of de warmtepomp tijdelijk stil te zetten. Met talloze variabelen moet hij daarvoor per minuut tienduizend scenario's doorrekenen. De Digital Twin kan dat wel.”

24 mrt 2023

|

Industrie

‘We maken een enorme schaalsprong door’

De Nederlandse industrie voor hightech equipment groeit hard. Dat is mede te danken aan robotisering in de fabrieken en digitalisering van de toeleveringsketen. Maar de sleutel ligt bij de competenties van de mede­werkers. Waar vind je die mensen momenteel en hoe zorg je dat ze zich vervolgens blijven doorontwikkelen? Boegbeeld van Holland High Tech Marc Hendrikse en directeur Monika Hoekstra van NXT GEN HIGH TECH schetsen de ontwikkelingen.

 

 


De Nederlandse hightechindustrie is goed op streek in Smart Industry. Daarbij gaat het om robotisering, digitalisering en ontwikkeling van kennis en kunde van de medewerkers. “Nederland is op dit gebied het gemakkelijkst te vergelijken met Duitsland”, zegt Hendrikse. “En dan zijn wij wendbaarder en sneller met digitalisering. Vooral het Duitse mkb loopt op ons achter.” Zeker in digitalisering binnen de toeleveringsketen doen we het volgens Hendrikse goed. “Ons data management binnen het Smart Connected Suppliers Network (SCSN) is jaloersmakend.”

 


Dit is belangrijk, want de benodigde gegevensuitwisseling tussen ketenpartners is zo groot, dat het zonder digitalisering van de data niet te behappen is. De crux daarbij is het koppelen van verschillende computers­ystemen. Hendrikse: “Vooral kleinere makers van gespecialiseerde ERP-systemen zijn erin geslaagd hun systemen op het gebied van data te koppelen. Je kunt ofwel allemaal software gebruiken die volgens eenzelfde standaard werkt, ofwel een generiek platform gebruiken dat uitwisseling toestaat. Doeltreffende uitwisseling in de grote en complexe keten werd tot voor kort onmogelijk geacht, maar het gebeurt nu.”

 


Het is volgens Hendrikse één van de succesfactoren van de Nederlandse hightech, agri- en foodindustrieën. “ASML en ook bijvoorbeeld Thermo Fisher groeien keihard. Dat betekent dat ook de 1.600 kerntoeleveranciers van bijvoorbeeld ASML, met daaromheen de toeleveranciers in de tweede, derde, vierde en vijfde lijn, meegroeien. We maken een enorme schaalsprong door. De grootste uitdaging is de groei in bijvoorbeeld de Brainport-regio te managen. 70.000 huishoudens komen daar tot 2030 vanwege de groei bij. Er is veel personeel nodig - en daarvoor zijn dan weer woningen, scholen en ziekenhuisbedden nodig.”

 


Die groei kent een paradox. Smart industry draait om meer produceren met minder mensen, maar de groei­machine begint bij de competenties van medewerkers. Het gebrek aan geschikt technisch personeel is momenteel de voornaamste rem op groei. Daarbij is het schrijnend dat Nederland qua vrouwen in de techniek op een schamele 34ste plaats in de wereld staat. Monica Hoekstra, directeur van NXT GEN HIGH TECH, over de paradox: “Er ligt een grote en uitdagende robotiseringsopgave, ook in andere sectoren zoals bijvoorbeeld de landbouw, want mensen binnenhalen en binnen houden om kwetsbare producten te oogsten blijft een mega opgave; daarom is robotisering en handsfree arbeid een van de oplossingen.”

 

Alles wordt uit de kast gehaald om iets aan het personeels­gebrek te doen. Daarbij is het aantrekken van hbo- en wo-geschoold personeel uit het buitenland onvermijdelijk. Verder werken bedrijven in learning communities samen met het mbo en hbo, zodat studie en praktijk gelijk opgaan. Hendrikse: “Het zijn nu nog vooral jongeren die hun oudere collega's op de werkplek bijspijkeren, maar dat moet meer plaatsmaken voor een leven lang ontwikkelen. Hiervoor levert de 3D Makers Zone in Haarlem een mooi voorbeeld, waar bedrijven een systeem met korte, op casus gebaseerde 'nanomodules' van de Smart Makers Academy Nederland toepassen.” De drukbezette medewerker leert daar alleen wat nodig is, veelal online. Modules zijn georganiseerd als 'metrolijnen': de carrièrereiziger kan haltes overslaan of van lijn wisselen. Het idee is om deze benadering via het Smart Industry Platform verder te ontsluiten.

 


“We kunnen trots zijn op de groei en hoe goed we zijn in systeemdenken”, concludeert Hoekstra. “Maar stilstaan is fataal. Voor de toekomst moeten we kerncompetenties waarin we vooroplopen, zoals het vak System Engineering,
verder versterken.” Het concept van een leven lang ontwikkelen moet volgens Hoekstra in de breedte op alle opleidingsniveaus verder worden opgeschaald van nog geen tienduizend naar vijftigduizend betrokken werknemers. Onder het Europese GAIA-X programma kan Nederland via het SCSN bijdragen aan afspraken over standaarden voor de nieuwe generatie data-infrastructuur. Hoekstra: “Over één, twee jaar moeten er in West-, Zuid-, Noord- en Oost-Nederland autonome pilotclusters ontstaan, inclusief het digitale datamanagement voor de toeleveringsketen.”

24 mrt 2023

|

Industrie

Virtual Twins: motor voor duurzame innovatie

Organisaties die willen testen of en hoe een potentieel nieuw systeem of object zal werken, zijn daarvoor tegenwoordig
niet meer afhankelijk van fysieke prototyping. Dankzij ‘digital twinning’ kunnen ze dit hele proces virtualiseren. De markt hiervoor groeit snel en zal dat blijven doen. Deze ontwikkeling merken ze ook bij softwarebedrijf Dassault Systèmes, dat zich al meer dan 40 jaar inzet voor innovatie van de industrie, en het is daarin inmiddels zelfs al een stap verder gegaan: de ‘virtual twins’ van Dassault Systèmes nemen, behalve het systeem of object zelf, ook alle andere factoren uit hun omgeving mee. 

 ds-johnkitchingman.jpg


De populariteit van digital twinning nam sterk toe tijdens de corona­periode, vertelt John Kitchingman, Managing Director, EuroNorth bij Dassault Systèmes. “Fysieke prototyping was door de omstandigheden in die tijd simpelweg niet meer mogelijk, dus moesten organisaties wel gaan zoeken naar manieren om op een verantwoorde manier door te blijven gaan. En dat kon gelukkig dus ook, met een digitale simulatie. Dat is in feite precies wat een digital twin doet.”

Met digital twinning-technologie wordt de gehele levenscyclus van bijvoorbeeld een object of systeem gevirtualiseerd. Het gerenommeerde IT-onderzoeks- en advies­bureau Gartner definieert het als ʻeen virtuele representatie van een echte entiteit of systeem, in de vorm van een software­object of -model, dat een uniek fysiek object, proces, organisatie, persoon of andere abstractie weerspiegelt’. Een digital twin krijgt updates aan de hand van real-time data en kan een bedrijf op verschillende manieren helpen inzichtelijk te maken wat de implicaties en resultaten zullen zijn van een bepaald proces. Een digitale tweeling stelt een digitale weergave vast van een reëel onderdeel of proces in de verwerkende industrie. Met name de maakindustrie kan veel profijt hebben van deze technologie, want het kan zowel de producten als de productiemiddelen verbeteren.

 


Groeiende markt

De wereldwijde digital twin-markt kende in 2021 een omvang van ongeveer 7,5 miljard dollar. De verwachting is dat dit fors zal blijven groeien. Zo gaat Grand View Research tot 2030 uit van een jaarlijks groei­percentage van maar liefst 39,1 procent. Dat de digital twinning zo snel aan populariteit wint, kan Kitchingman wel verklaren.
Hij noemt moeiteloos een groot aantal verbeteringen die klanten van Dassault Systèmes met behulp van digital twins wisten te realiseren. “Samenvattend komt het erop neer dat we altijd zien dat onze klanten veel sneller in staat zijn om als organisatie te innoveren. En als je innovatief bent, stelt dat je in staat om je producten te verbeteren, te verduurzamen en je bedrijf in zijn geheel een stuk veerkrachtiger te maken.”

Met hun virtual twin gaat Dassault Systèmes nog een stap verder. Terwijl een digital twin een wiskundige simulatie van een specifiek object of systeem is, maakt een virtual twin een heel ‘systeem van systemen’ inzichtelijk.
Dat betekent dat ook factoren uit de om­geving waarin het fysieke object zich begeeft en het gehele gemodelleerde en gesimuleerde ecosysteem worden mee­genomen. Hiermee is te voorspellen welke invloed een eventuele verandering in de omgeving op het object heeft.

Elk toekomstscenario simuleren

“De virtual twins van Dassault Systèmes gebruiken daarbij data uit de echte wereld in de simulatie”, legt Kitchingman uit. “De virtuele wereld komt hiermee dus eigenlijk samen met de echte wereld en daartussen wordt continu informatie uitgewisseld.
Organisaties kunnen op die manier vrijwel elk toekomstscenario modelleren (ontwerpen) en simuleren en op basis daarvan beter geïnformeerde beslissingen nemen.”

Bij het opzetten van een virtual twin-­experience wordt eerst een 3D-model ontworpen dat dezelfde vorm, afmetingen en eigenschappen heeft als een fysiek product of systeem. Met het virtuele model is gedetailleerd te simuleren hoe dit product of systeem zich zal gedragen als het wordt gebruikt. Dankzij veel­vuldig virtueel testen - het aantal is onbeperkt - zijn het ontwerp, de materialen en de productieprocessen te optimaliseren. Omdat het een digitale simulatie is en er dus geen materiaal nodig is voor een fysiek prototype, is het ook nog eens duurzamer.

 


Nederland zeer innovatief

Dassault Systèmes ziet dat hun oplossingen aanslaan bij innovatieve bedrijven in Nederland. Kitchingman: “Nederland mag dan een klein land zijn, maar het is indrukwekkend hoe veel vooruitstrevende bedrijven het heeft. Het staat hoog in de Global Innovation Index (vijfde plek in de laatste editie) en er gebeuren indrukwekkende dingen op gebieden als high-tech, agrifood en life sciences. Dat zijn allemaal innovaties die wij nog verder kunnen helpen dankzij onze technologie.” Om die reden investeert Dassault Systèmes ook in Nederlandse bedrijven en heeft het een samenwerking met verschillende organisaties. Zo zijn de TU Eindhoven en de TU Delft bijvoorbeeld onderwijspartners van het bedrijf.

 


Net als veel andere landen is Nederland bezig met een ingrijpende energietransitie. Kitchingman stelt dat de virtual twins van Dassault Systèmes het potentieel hebben om deze te versnellen en bedrijven kunnen helpen om een beter energiebeleid te voeren, door energie uit verschillende bronnen - zoals wind, zon, golven en kernenergie - te halen. “De vraag naar elektriciteit zal toenemen, doordat we werken aan een CO2-vrije wereld. Alles bij elkaar zorgt het voor een veel complexer energiesysteem. Bedrijven moeten in hun planning rekening houden met alle aspecten van dat systeem en met virtual twins krijgen ze die mogelijkheid. Het zorgt ervoor dat ze het systeem kunnen begrijpen en voorspellen wat het effect van bepaalde beslissingen zal zijn.
Zo helpen virtual twins om precies de juiste investeringen te doen en zo snel mogelijk CO2-neutraal te worden en op de lange termijn volledig duurzaam.”