Laatste nieuws

23 mrt 2023

|

Industrie

Ga de energietransitie in met Kenter

De opgave liegt er niet om. In het kader van van ‘Fit for 55’ moet de CO2-uitstoot van Nederland in 2030 met 55% omlaag ten opzichte van 1990: de energietransitie. Verduurzaming maakt een belangrijk deel uit van die energietransitie. Veel bedrijven zijn gemotiveerd om daarmee aan de slag te gaan. Maar als ze eenmaal beginnen, zien ze begrijpelijkerwijs al snel door de bomen het bos niet meer. Kenter wil haar klanten begeleiden en ontzorgen in de omgang met het energievraagstuk, maakt CEO Erik van der Ende duidelijk.

 scherm-afbeelding-2023-03-23-om-10-39-31.png


“Veel klanten zijn bezig met eigen duurzame energie-opwek en willen elektrificeren om minder afhankelijk van fossiele energie te worden”, weet Van der Ende. “Maar het Nederlandse elektriciteitsnet kan op veel plekken zowel extra afname als extra toelevering niet aan, dit wordt netcongestie genoemd. Die netcongestie bij de netbeheerder maakt het voor bedrijven complex om alle consequenties die samenhangen met eigen opwekking en elektrificatie te overzien.”

 


Omdat veel steden steeds strenger worden op het toelaten van voertuigen met verbrandingsmotor, hebben transportbedrijven behoefte aan een overstap naar elektrische tractie, inclusief de bijbehorende laadinfrastructuur. Van der Ende: “Ook zo’n casus is complexer dan misschien op het eerste oog lijkt, zeker als dit wordt gecombineerd met eigen elektriciteitsopwekking. Bedrijven worden geconfronteerd met een palet aan keuzes. En omdat voor ieder bedrijf de juiste keuze anders is, is het zaak het traject zorgvuldig af te wegen.”

 


Trias Energetica

Kenter is als specialist op het gebied van middenspanning de partij bij uitstek om bedrijven in hun energiekeuzes te begeleiden, zegt Van der Ende: “Veel grootverbruikers kennen ons als meetbedrijf dat het verbruik registreert. Maar daarnaast zijn we ook actief in het advies geven over en ontwerpen van de totale energie-infrastructuur. Dit omvat de installatie van transformatoren, laadpalen, energieopslag, de realisatie van zonnepanelen, generatoren en energiemanagementsystemen.

We overzien daarbij alle aspecten van de ‘trias energetica’. Hoe eerder we worden betrokken om mee te denken over een (totaal)plan, hoe beter we kunnen bijdragen aan optimalisering van de energie-oplossing. ”

 


De eerste vraag bij elk energieplan is: waar kan ik besparen? Van der Ende: “Soms is er subsidie voor investeringen in duurzame apparatuur mogelijk, maar de duurzaamste energie is de energie die je niet verbruikt. Besparen is aantrekkelijk, al vraagt dat veelal ook om investeringen. De weg naar de beste oplossing begint dan ook met het creëren van inzicht in energieverbruik. Veel bedrijven weten niet precies hoeveel energie ze waar in hun processen verbruiken.”

 


Als dat eenmaal in kaart is gebracht, komt duurzame opwekking aan de orde. Meestal gaat het om een oplossing met zonne-panelen. Daarvoor werkt Kenter samen met betrouwbare partners. Omdat er een groot deel van de tijd een mismatch is tussen de elektriciteitsproductie en de elektriciteitsvraag vanuit de productieprocessen, kan (batterij) opslag interessant zijn om vraag en aanbod te balanceren. Daarvoor is een goed vergelijk tussen een eigen (kostbare) opslag en de lokale beschikbare capaciteit van het net van de netbeheerder nodig. Is er lokaal sprake van netcongestie en gaat dit nog jaren duren? Dan kan het kopen of huren van een energieopslagsysteem uitkomst bieden. Zo realiseert Kenter dagelijks korte- en middellange termijn oplossingen, gericht op lange termijn verduurzaming.”

   

Betrouwbaar en betaalbaar      

Als er eenmaal een totaalplan ligt, betekent dit niet automatisch dat het in één keer moet worden uitgevoerd, merkt Van der Ende op. “Technisch is er van alles mogelijk. We kennen alle oplossingsrichtingen. Maar het gaat ons alleen om oplossingen die ook economisch haalbaar en betaalbaar zijn. We benaderen het energievraagstuk vanuit het perspectief van de klant. Daarom kunnen we in samenspraak een fasering aanbrengen die het bedrijf past en die het beste aansluit op de externe ontwikkelingen die we vanuit onze kennis en expertise kunnen voorzien.”

 


Samen vooruit

Als realisatie eenmaal aan de orde is, kan Kenter dat proces regisseren. Van der Ende: “In dit proces bieden we onze klanten de vrijheid om te kiezen voor een huurconstructie zodat investering in kostbare nieuwe assets voor hen niet nodig is. Dit combineren wij met pro-actief onderhoud door onze eigen mensen en aanvullende 24/7 service (energiezekerheid as a service). Zo staan we op alle aspecten voor een betrouwbare en betaalbare oplossing”, benadrukt Van der Ende.

 

Cable pooling

Als de wind waait, schijnt de zon vaak niet. En als de zon schijnt, waait het meestal niet. Wind- en zonneparken die dicht bij elkaar liggen kunnen daarom prima op één kabel of één aansluiting worden aangesloten. Dat noemen we Cable pooling. Deze oplossing kan interessant zijn voor ondernemers die zich bevinden in netcongestiegebied.

Totaaloplossing

Van een basismeetdienst voor uw energieverbruik tot volledig laadplein gevoed door zonnepanelen: de specialisten van Kenter helpen u graag bij het realiseren van de optimale energie-infrastructuur. Van een (financiële) haalbaarheidsstudie en advies tot en met realisatie inclusief service en onderhoud. Kenter zorgt tevens voor data en inzicht middels een online dashboard.   

23 mrt 2023

|

Economie

Ethisch verantwoorde inzet van technologie in verzekeringsbranche

Technologische ontwikkelingen nemen al een tijdje een vlucht. Artificial intelligence en toepassingen van alsmaar complexer wordende data vormen steeds meer de digitale maatschappij van morgen door de schier oneindige mogelijkheden. Maar die vooruitgang in technologie moet ook gepaard gaan met kaders om on­gewenste uitkomsten van technologie te voorkomen, zoals in de verzekerings­branche.

 
Want complexe datatoepassingen kunnen leiden tot gedupeerde klanten, ook in de verzekerings­branche, weten Richard Weurding en Jos Schaffers, respectievelijk algemeen directeur en beleidsadviseur bij het Verbond van Verzekeraars. Zij benadrukken de noodzaak van een ethisch kader. Weurding: “In 2020 is er in de verzekeringsbranche een ethisch kader geïntroduceerd dat bindend is voor alle verzekeraars die lid zijn van het verbond. Zij moeten voldoen aan de normen uit het kader, bijvoorbeeld op het gebied van privacy en data governance en menselijke autonomie en controle, maar ook op andere gebieden. Voldoen aan dit kader is niet vrijblijvend, maar bindend.”


Schaffers voegt toe: “Dit kader is opgesteld aan de hand van een zevental normen van de Europese high-level expert group Artificial Intelligence, bestaande uit veertig experts uit relevante disciplines. Het kader is een doorvertaling van deze normen, toegepast op onze sector. Want waarom zouden we zelf proberen het wiel uit te vinden als deze expertgroep het werk al heeft gedaan? Op grond van dit kader maakte de Europese Commissie in 2021 een voorstel voor wet­geving. In Nederland lopen wij in onze sector dus voor op Europese wet­geving die voor alle sectoren gaat gelden.”

 
Het Ethisch kader is belangrijk om, zoals gezegd, ongewenste uitkomsten tegen te gaan. Waar kunnen we volgens Weurding dan aan denken? “Discriminatie is een voorbeeld van een issue dat kan voorkomen. Daarmee
bedoelen we dat mensen onterecht worden uitgesloten door interpretaties van algoritmen. Een klassieke ‘Computer says no’ situatie.
Het Ethisch kader vraagt dan ook van partijen dat een menselijke interventie mogelijk moet blijven en dat klanten verzekeraars moeten kunnen aanspreken op een uitkomst. Hoe verzekeraars dat doen, is aan henzelf, maar het kader verplicht tot monitoring, en het begrijpen en het kunnen uitleggen van de werkzame technologie. Het is nooit verstandig blind te vertrouwen op technologie.” 


Verzekeraars waren enthousiast over de komst van het Ethisch kader: “Het kader raakt echt aan de kernprocessen van de verzekeraars. Vertrouwen is hierbij ook echt het sleutelwoord”, geeft Weurding aan. Schaffers vult aan: “Het belang van vertrouwen leeft dermate sterk dat diverse verzekeraars al aan de slag waren met normen uit het kader voordat het kader er was. Door te kijken naar hoe verschillende leden zelf al werkten met normen, is het gelukt een beter ethisch kader voor de gehele sector vorm te geven.”

 
Dat samenspel in de branche is wat Weurding betreft onmisbaar. “Het is belang­rijk dat we als sector samen werken aan onze reputatie. Het sectorbeeld is bepalend voor je reputatie. Door collectief te laten zien dat je datagedreven toepassingen op een verantwoorde manier inzet waarborg je het vertrouwen in verzekeraars. Dat is waar het Ethisch kader voor staat. Dat vertrouwen wordt verder bewerkstelligd door verzekeraars jaarlijks te toetsen of zij voldoen aan het kader. Is dit niet het geval? Dan wordt er een periode van drie maanden ingelast voor herstel om uiteindelijk wél volledig aan de richtlijnen van het kader te voldoen.”

In de verzekeringsbranche is een toolkit ontwikkeld om concreet met het ethisch kader aan de slag te gaan. Explainable AI is een van de uitgangspunten in de verzekerings­branche. Diverse verzekeraars hebben een ethicus aangesteld om verantwoord om te gaan met data en AI. Europese wetgeving omtrent verantwoordelijk omgaan met AI en data is in de maak en zal sector overstijgend geïmplementeerd worden.

23 mrt 2023

|

Gezondheid

Werkgever en werknemer: ga de dialoog aan

De afgelopen drie jaar is de bereidheid van Nederlandse werkgevers om te investeren in de duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers spectaculair toegenomen. Gedwongen door de krappe arbeidsmarkt en het exploderende verzuim, zoeken werkgevers manieren om medewerkers blij, betrokken en binnen te houden. Maar veel werkgevers worstelen met de vraag hoe ze dat op een goede en effectieve manier kunnen doen.

 

Robert Wondaal, Chief Commercial Officer van Robidus, dienstverlener op het terrein van sociale zekerheid en arbeidsperspectief-bevordering, is al tien jaar overtuigd van het feit dat aandacht voor én investeren in het arbeidsperspectief van medewerkers de beste manier is om medewerkers blijvend inzetbaar te houden. “De huidige arbeidsmarkt zorgt voor een duw in de goede richting om de inzetbaarheidsdialoog met elkaar te voeren. Werkgevers die arbeidsperspectief structureel serieus nemen en het in hun DNA omarmen, hebben daar op de lange termijn financieel voordeel van. Daar ben ik heilig van overtuigd.”

  1w5a25902.jpg

 

Arbeidsperspectief: functioneel, privé en persoonlijkheid

De mate van iemands arbeidsperspectief wordt volgens Wondaal bepaald over drie assen. “Ten eerste de functionele as, die werkgerelateerd is. Is de werk­omgeving veilig en heeft de medewerker een uitdagende baan? Zit de afdeling in een reorganisatie of is er sprake van stabiel vaarwater? Als dat allemaal positief is, geeft dat rust. Zo niet, dan geeft dat stress.” Als tweede as noemt Wondaal iemands privésituatie. Daarin kunnen een heleboel dingen gebeuren of aan de gang zijn die impact hebben op het arbeidsper­spectief van de betrokkene. “Een aangeboren beperking, een aanstaande echtscheiding of financiële problemen. Heel veel gebeurtenissen in iemands privé­leven kunnen iemands arbeidsperspectief negatief beïnvloeden. Het kan iedereen overkomen.”

 
Maar hoe gaat iemand om met die gebeurtenissen? Dat is de derde as waar Wondaal het over heeft, die van de persoonlijkheid van de medewerker. “De ene medewerker komt na een scheiding in een nieuwe positieve levensfase, de ander krijgt een burn-out. Dat zit in iemands persoonlijkheid, hoe veerkrachtig ben je? Kun je iets naast je neer leggen? Hoe ziet je sociale omgeving eruit en hoe fit ben je fysiek? De persoonlijkheid bepaalt hoe iemand met de situaties op de functionele en de privé-as omgaat.”

 
Arbeidsperspectief is volgens Wondaal iets van de mede­werker. Maar de werkgever – en in het bijzonder de direct leidinggevende - kan de medewerker wel helpen om de mate van arbeidsperspectief zo hoog mogelijk te houden. Los van de arbeidsmarkt is er een stevige financiële prikkel voor werkgevers in Nederland om het arbeidsperspectief van werknemers op peil te houden: lagere verzuimkosten, hogere productiviteit en een lagere instroom in de WIA. De bereidheid van werkgevers in Nederland om te investeren in dit domein is volgens Wondaal dan ook groot en groeiende. Maar: “Werkgevers worstelen met de vraag hoe ze het moeten doen. Hoe zetten ze tijd, energie en middelen zo effectief mogelijk in, zodanig dat de juiste doelgroepen worden bereikt en op de lange termijn het verzuim ook echt naar beneden gaat?”

 


Bewustwording, dialoog en budget

Daar zijn drie dingen voor nodig, zegt Wondaal stellig. “Ten eerste bewustwording dat investering in tijd en middelen noodzakelijk is. Niet alleen bij HR, maar ook de leidinggevende en de medewerker zelf moeten zich bewust zijn van het belang van het arbeidsperspectief voor nu en later.” Het tweede element is volgens de Chief Commercial Officer van Robidus een open cultuur, waarin het mogelijk is een oprechte dialoog over inzetbaarheid te voeren tussen leidinggevende en medewerker. “Dat begint met het opvangen van signalen dat het met iemand niet goed gaat. Vervolgens komt het aan op het bieden van een luisterend oor en een helpende hand. Ten slotte moet er uiteraard ook budget beschikbaar zijn om te kunnen investeren in ondersteuning en preventie.”

 
Wondaal meent dat de manager of direct leiding­gevende van de medewerker een sleutelrol heeft in de dialoog over inzetbaarheid. “De leidinggevende moet oprecht geïnteresseerd zijn in zijn medewerker en een vertrouwensband met zijn mensen opbouwen. De leidinggevende zou een plek moeten bieden waar je als medewerker terecht kunt als je zit te piekeren, want dat is het voorstadium van uitval.” Stel een medewerker heeft financiële problemen, schetst Wondaal. “Die maakt zich zorgen, omdat hij steeds meer moeite heeft zijn rekeningen te betalen. In een gesprek hierover kan de leidinggevende aanbieden een budgetcoach voor hem te regelen om hem op het juiste spoor te zetten. Hij kan aanbieden de kosten daarvan op zich te nemen, zodat de medewerker van de stress afkomt en weer normaal kan functioneren. Het is altijd maatwerk met oprechte interesse als uitgangspunt, waar een open dialoog uit voortkomt.”

 
Een leidinggevende heeft vanzelfsprekend veel invloed op de functionele as van arbeidsperspectief, maar kan ook in de privésfeer en zelfs op het vlak van de persoonlijkheid van de medewerker invloed uitoefenen. “Je kunt je zorgen uiten en je hulp aanbieden. Er zijn heel veel interventiepartijen die bijvoorbeeld gericht zijn op werk en scheiding of trajecten om iemand veerkrachtiger te maken. Iemand kan leren om beter met stress om te gaan. De leidinggevende kan zijn zorgen uitspreken over iemands overgewicht en aanbieden een partij in te schakelen die daarbij kan helpen. Als hij opmerkt dat iemands performance inzakt, kan hij vragen: Gaat het wel goed? Ik ben dat niet van je gewend.”

  

 

Dwang en dreigementen zijn uit den boze

Zelf heeft Wondaal een medewerker gehad die er erg ongezond uit zag en heel veel rookte. In een gesprek daarover zei hij: ‘Ik kan je niet dwingen om te stoppen met roken, maar ik maak me wel zorgen. Kan ik je helpen om te stoppen en de behandeling voor je betalen?’ “Die persoon kwam een half jaar later naar mij toe en zei: ‘Ik vond het in eerste instantie wel een awkward gesprek, maar het heeft mij wel doen nadenken. Je hebt me op het goede spoor gezet.’ Je kunt niemand het mes op de keel zetten en dwang en dreigementen zijn uit den boze. In een vertrouwens­relatie neemt iemand ook eerder iets van de ander aan.”

 
Een leidinggevende die een gesprek heeft met een medewerker die zijn problemen op tafel legt, kan volgens Wondaal niet zeggen: ‘Vervelend voor je’ en het verder negeren. “Dan moet je ook de helpende hand bieden en in de oplossing van die problemen willen investeren. Dan is het belangrijk dat daar binnen het bedrijf budget voor is, samen met een stevig beleidskader en een goed proces. En heel belangrijk, een leiderschapscultuur die preventie omarmd.”

 
Er zijn volgens Wondaal veel zaken die je kunt doen om te helpen. “Het belangrijkste is dan de beslissing wat de juiste actie is op dat moment voor die persoon. Ik heb voorbeelden gezien dat er miljoenen in preventieve maatregelen werden gestoken, maar dat het uiteindelijk niet terug te zien was in een vermindering van verzuim. De kortingen op sportscholen en voedingsadviezen wisten niet de juiste doelgroep te bereiken. Een beter alternatief is een individuele aanpak door alle medewerkers een persoonlijk inzetbaarheidsbudget te geven, dat naar eigen inzicht te besteden is aan zaken die je arbeidsperspectief verbeteren. Dat kan een opleiding zijn of een coachingstraject. Maar ook kleine dingen als een app voor een gezonde levensstijl, podcasts op het intranet, webinars ter inspiratie. Dat doen we binnen Robidus ook en daar wordt goed gebruik van gemaakt.”

23 mrt 2023

|

Economie

“Open banking is de toekomst”

Met open banking krijgen consumenten en bedrijven meer opties en meer controle over hun financiële zaken. Het heeft dan ook veel potentieel, maar er valt in Nederland nog wel het nodige te doen om dat volledig te benutten, concluderen ze bij betalings- en technologiebedrijf Mastercard. 


Open banking komt volgens Jan-­Willem van der Schoot, Country Manager van Mastercard Nederland, deels voort uit de behoefte die klanten hebben aan nieuwe vormen van betaal­diensten. “Met open banking krijgen mensen toegang tot deze nieuwe, innovatieve finan­ciële diensten. Een consument moet hiervoor toestemming geven aan een derde partij om data van een rekening in te zien, dan wel namens de
consument betalingen uit te voeren.”

jan-willem-1-enkel-hoofd.jpg 
Aiia, dat onderdeel is van Mastercard, is een platform dat al sinds 2010 open banking faciliteert. Het doel van Aiia is, simpel gezegd, om mensen eenvoudiger gebruik te laten maken van hun financiële gegevens en om betalingen te doen, maar ze hier wel de volledige con­trole over te laten behouden. Daarom is vanaf de oprichting samengewerkt met de financiële sector en is op die manier een solide basis gelegd voor de toekomst.

 


Samenspel goed geregeld

“De traditionele manier om als consument contact te onderhouden met je bank was door een fysiek kantoor te bezoeken”, vertelt Jozef Klaassen, Chief Revenue Officer van Aiia. “Bij zo’n kantoor deed je dan bijvoorbeeld een storting in geld of goud. Het was een manier van zakendoen met een bank waar iedereen op kon vertrouwen, en dat ook deed. Vandaag de dag gaat dit natuurlijk vrijwel allemaal digitaal, via een goed beveiligde webbrowser of smartphone. De vraag werd vervolgens hoe een derde partij, die ook zaken wil doen met zowel de consument als diens bank, daarin op een goede manier betrokken kan worden. De kracht van open banking is dat dit samenspel hier goed mee geregeld kan worden.” 

scherm-afbeelding-2023-03-23-om-11-07-20.png 


Een voorbeeld van zo’n derde partij is een hypotheekverstrekker. Deze kan met open banking heel eenvoudig en snel relevante data van een klant samenvoegen, om zo inzicht te krijgen in iemands financiële situatie. Op basis daarvan kan dan een beslissing worden genomen over het verstrekken van een hypotheek. Banken zijn verplicht een soort toegangspoort te maken voor zo’n derde partij: een zogenoemde API. Met toestemming van de consument kan de derde partij via deze API de financiële data ophalen en gebruiken voor het doel dat is afgesproken.

 
Mastercard heeft volgens Klaassen een lange geschiedenis van het verbinden van bedrijven met klanten waarbij landsgrenzen geen obstakel vormen. “We hebben met de grootste Nederlandse bedrijven gewerkt om dat te faciliteren. Met open banking geven we bedrijven de mogelijkheid om daarin te blijven innoveren. Niet alleen binnen Nederland, maar door heel Europa. De meer dan 3000 Europese banken zijn beter met elkaar verbonden door onze open banking-mogelijkheden. In achttien Europese landen hebben we nu een netwerk gecreëerd waarbij iedereen die wil innoveren of toegang wil tot financiële data zich kan aansluiten.”

 


Minder tijd en moeite

“Europa wil heel graag dat financiële data die bij derde partijen ligt toegankelijk is”, vult Van der Schoot aan. “Open banking is interessant voor de markt, omdat het derde partijen de kans geeft om proposities te ontwikkelen die zowel interessant zijn voor de consument, als voor de partijen die de data willen gebruiken, als voor henzelf. Als je het apart moeten invoeren van allerlei gegevens op je salarisstrook afzet tegen het eenmalig delen van je financiële data, dan is het duide­lijk dat dit laatste veel gemakkelijker is en iedereen veel tijd en moeite bespaart.” 

 
Aan de kant van de consument komt open banking volgens Van der Schoot in Nederland nog relatief traag van de grond. Hij stelt vast dat veel Nederlanders het nog als een drempel ervaren om financiële gegevens met een derde partij te delen. Mede hierdoor is open banking nog niet heel snel aan het groeien. “We zitten in Nederland met open banking nu echt nog in de startfase.” Kijk je naar de toe­passingen die werken met open banking, dan ziet Van der Schoot in Nederland wel een versnelling optreden. Bedrijven onderzoeken steeds meer en vaker wat open banking voor ze kan betekenen. Hij noemt het boekhoudplatform Tellow als voorbeeld. Dat kan financiële data van ondernemers automatisch in zijn boekhoudprogramma’s importeren. 

 

 

Veilig en makkelijk

Als open banking zich door blijft ontwikkelen, betekent dit dat de consument veel keus krijgt bij het bepalen via welke omgeving diens financiële data kunnen worden bekeken en gedeeld. Van der Schoot: “Uiteindelijk zal het dan een makkelijke en veilige manier worden om gebruik te (laten) maken van je financiële data, zonder dat je überhaupt nog doorhebt dat dit open banking is. En die veiligheid, die wordt gegarandeerd door alles te laten voldoen aan de strenge Europese regels op
dit gebied. Dat is natuurlijk heel belangrijk. Niet in de laatste plaats voor de perceptie
van de consument.”


Klaassen benadrukt eveneens dat het essentieel is dat consumenten en bedrijven ervan op aan kunnen dat veilig met hun gegevens wordt omgesprongen, als deze met open banking worden gedeeld. “Vertrouwen is het fundament van ieders relatie met een bank. Dat dit vertrouwen ook gegarandeerd en gevoeld gaat worden met open banking, dat is de toekomst. En dat is waar we met Mastercard voor staan.”

More Stories

23 mrt 2023

|

Industrie

Winkels moeten snel automatiseren door sterke groei E-grocery

Het aantal mensen dat online de dagelijkse boodschappen bestelt, nam tijdens de coronacrisis zeer sterk toe. Dat was toen soms uit nood geboren, maar de forse groei van E-grocery gaat ook na de pandemie onverminderd hard door. Omdat winkelketens door deze trend in de rij staan om hun logistieke processen te automatiseren, hebben ze het druk
bij automatiseringsbedrijf Swisslog.

 

 

 

De groei van E-grocery sinds de pandemie is indrukwekkend te noemen, blijkt uit de beschikbare data. Zo laat onderzoek van McKinsey zien dat boodschappen in 2019 goed waren voor zo’n vier procent van de totale E-commerceverkoop in de Verenigde Staten.
In 2022 groeide dat al naar boven de tien procent en de prognose is dat het in 2030 al om een kwart van de verkopen zal gaan. McKinsey verwacht dat E-grocery in Europa zelfs nog sterker zal groeien en noemt Nederland als een van de landen die hierin voorop zal blijven lopen.

 


Om de huidige vraag en toekomstige groei aan te kunnen, worden magazijnen en distributiecentra in hoog tempo geautomatiseerd. Met alleen mensenwerk is het steeds vaker onmogelijk om aan de toe­genomen vraag en veranderende wensen van consumenten te voldoen. De auto­matisering zal dus in hoog tempo door blijven gaan: in 2025 zal vijftig procent van alle online bestellingen worden verwerkt door autonome robots, is de voorspelling. Dat scheelt heel veel menskracht en tijd: over vijf jaar kost het gemiddeld nog maar dertig minuten om een order te verwerken. Nu is dat nog vaak vier uur.

 img-7278-both.jpg

Award

Bedrijven in de sector E-commerce die dit nastreven, komen voor de oplossing vaak uit bij Swisslog. Met de datagestuurde robot­systemen van dit bedrijf kunnen magazijnen en distributiecentra, en het logistieke proces in zijn geheel, geauto­matiseerd en gedigitaliseerd worden.
Van oorsprong is Swisslog Zwitsers, maar het opereert inmiddels wereldwijd. Veel klanten bevinden zich in Europa, waaronder in Nederland (lees hierover meer in het artikel van Cees Luijendijk), maar Swisslog maakt ook naam in en buiten Europa. In Duitsland won de Swisslog klant dm-drogerie markt de Duitse en Europese logistics award dankzij de
Swisslog’s ACPaQ oplossing.

 


De bijna 3000 mensen die bij Swisslog werken, hebben momenteel meer dan genoeg te doen, vertelt MD Benelux en Head of Operations EMEA Cees Luijendijk. “Onze klanten zijn momenteel massaal op zoek naar manieren om hun processen zo snel en hoogwaardig mogelijk te automatiseren. Dat is voor ons een mooie kans en uitdaging. En onze multi­disciplinaire teams werken dagelijks keihard om ervoor te zorgen dat we dit ook daadwerkelijk kunnen bieden.”

 


Jens Schmale, CEO van Swisslog EMEA, verwacht dat de belangstelling voor de automatiseringsoplossingen van zijn bedrijf voorlopig allesbehalve zal af­nemen. De markt voor thuisbezorging van boodschappen blijft namelijk nog wel even doorgroeien, is ieders verwachting.
“Consumenten zijn gewoon echt heel anders gaan leven dan een paar jaar geleden. Ze hebben nu andere wensen en verwachtingen. Steeds meer mensen willen bijvoorbeeld de optie hebben om dagelijks verse groenten en andere voedings­middelen thuisbezorgd te krijgen. En dat moet ook nog eens netjes op tijd gebracht worden. Veel winkels kunnen dat niet waarmaken met alleen mensen die het werk doen, maar de software van Swisslog stelt ze in staat om dat allemaal wél
mogelijk te maken.”

 


End-to-end oplossingen

Het is niet zo dat er slechts een product of een systeem wordt verkocht, legt Schmale uit. Hij omschrijft Swisslog als een ‘integrator’ die als het ware een ‘logistieke fabriek’ kan neerzetten bij zijn klanten. Die fabriek regelt het logistieke proces van het begin (wanneer goederen binnenkomen) tot het eind (als de
producten het magazijn verlaten).
Voorbeeld is het systeem ACPaQ, dat gerobotiseerd en datagestuurd gemixt kan palletiseren (lees hierover meer in
het artikel van Jens Schmale).

“Daarmee leveren we een echte end-to-end-oplossing die alle logistieke stappen met elkaar integreert. Dat betekent tevens dat we altijd voor langere tijd met onze klanten samenwerken en hun processen blijven stroomlijnen. Op die manier
houden we op dit moment al meer dan 800 instal­laties in Europa draaiende.”

 


De ambities van Swisslog reiken nog veel verder dan dat. Luijendijk: “We willen de komende decennia de leidende partij zijn die de voedingsmiddelenindustrie en haar distributie helpt om naar een hoger niveau door te groeien, te midden van alle grote veranderingen die nu gaande zijn. Dat commitment is voor onze klanten vaak ook een belangrijke reden om met ons samen te willen werken. Het zijn grote beslissingen waar ze op dit gebied voor staan, want het moet hen voor een periode van zo’n 30 jaar vooruit gaan helpen. Wij blijven hen gedurende die periode helpen om hun logistieke hardware en software door te blijven ontwikkelen.”

 

Logo

Swisslog wil ook zichzelf blijven ontwikkelen en vernieuwen. Dat zit hem soms in dingen die misschien klein lijken, maar waar heel goed over is nagedacht. Zo heeft het bedrijf begin maart een nieuw logo gepresenteerd. Het ontwerp bouwt voort op het logo dat al 25 jaar gebruikt wordt, maar de nieuwe versie is volledig geoptimaliseerd voor het digitale tijdperk. Het vormt de kern van een rebranding die in gang is gezet, waarmee Swisslog zijn positionering wil weerspiegelen.

 


“Alles wat we doen moet uiteindelijk in het teken staan van ons ultieme doel: bijdragen aan de levenskwaliteit van mensen”, zegt Schmale. “Om dat te bereiken hanteren we twee belangrijke principes: duurzaamheid en het vooropstellen van het collectief. Vooral dat laatste zit echt opgesloten in ons Zwitserse DNA. Als bedrijf zijn we er ook om te ‘dienen’ en we zetten onze mensen voorop. Dat is dus ook hoe we omgaan met onze klanten. En voor alles dat we ontwikkelen zal ook in de toekomst blijven gelden dat het altijd een positieve bijdrage moet leveren voor het grote geheel.”

Feiten

• In 2025 zal naar verwachting vijftig procent van alle online bestellingen worden verwerkt door autonome robots

• Dat zorgt ervoor dat het gemiddeld nog maar dertig minuten zal kosten om een order te verwerken. Dat is nu nog vaak zo'n vier uur

• Dat zal waarschijnlijk leiden tot lagere productiekosten en veel minder fouten in de distributieprocessen

 

Cees Luijendijk: ook Nederlandse consument profiteert van Swisslog-technologie

De voorkeuren van consumenten veranderen constant. Dat geldt zeker ook voor de manier waarop ze hun boodschappen het liefst willen doen en welke producten ze graag willen kopen. Swisslog helpt winkeldistributiecentra, ook in Nederland, om hun processen flexibeler en toekomstbestendig te maken. Alleen zo zijn ze in staat om optimaal in te spelen op de enorm dynamische markt waarop ze zich begeven.

 

 

 

Een van de huidige trends is dat klanten steeds meer behoefte hebben aan vers voedsel. Supermarkten bewegen uiteraard mee met deze en andere wensen van de consument en dus ook met deze trend, waarvan wij verwachten dat hij door zal zetten. Dat heeft ook gevolgen voor het logistieke proces. Swisslog heeft al meerdere bedrijven in Nederland geholpen met zijn automatiseringsoplossingen. Hoewel de Nederlandse consumenten het misschien niet direct zullen merken, profiteren ook zij hier nu en in de toekomst van.

 


Een mooi voorbeeld is onze samenwerking met Albert Heijn. Momenteel werken wij met hen aan een nieuw Home Shop Center in Barendrecht, dat dit najaar naar verwachting de deuren zal openen. In dit distributiecentrum worden bestelde boodschappen verzameld en zullen alle houdbare producten geautomatiseerd zijn, waardoor de werklast van medewerkers enorm zal verminderen. Zo hoeven zij zo goed als nooit meer zelf houdbare producten uit de rekken te pakken.

 


Dat maken we mogelijk met een geïnte­greerde Swisslog-oplossing die onder meer is uitgerust met AutoStore. Dit is een makkelijk te integreren en zeer efficiënte gerobotiseerde opslag- en orderverzamel­oplossing. AutoStore is een zelflerend systeem, waardoor het bijvoorbeeld weet dat het producten met een hogere rotatie op de bovenste laag moet opslaan, zodat ze sneller gepickt kunnen worden.

In het Home Shop Center rijden straks zo’n 300 robots rond die bestelde boodschappen verzamelen. Deze robots kunnen heel snel losse producten, zoals potten houdbare groenten of flessen shampoo, verzamelen. Op die manier brengen ze in hoog tempo de producten die een klant heeft besteld naar de medewerkers om de boodschappenmandjes te vullen. Dat stelt Albert Heijn in staat om vanuit deze locaties wekelijks 45.000 bestellingen bij klanten thuis te bezorgen.

 


Niet alleen supermarkten

We helpen in Nederland niet alleen maar supermarkten met onze oplossingen, maar ook bedrijven uit totaal andere sectoren. Arvato Supply Chain Solutions is het bedrijf dat verantwoordelijk is voor de logistiek achter de e-commerce orders voor klanten zoals Rituals Cosmetics. Ook dit is een markt die zeer snel groeit en dat maakte een snelle upgrade van het distributie­centrum van Arvato noodzakelijk. In piekperiodes nam het aantal orders bij Arvato destijds toe van gemiddeld 10.000 tot meer dan 25.000 per dag.

 


Dus moest er een systeem komen dat deze piekoutput aan kan. Ook in dit geval was er een belangrijke rol weggelegd voor de Auto­Store oplossing van Swisslog. We hebben dit aangepast aan de omstandig­heden bij Arvato: om gassen, spuitbussen en brandbare vloeistoffen in het systeem op te kunnen slaan, hebben we een speciale bunkerfaciliteit geïnstalleerd. Dat maakt dit, voor zover bekend, het eerste systeem met een volledige integratie van gevaarlijke stoffen. Dat laat, wat mij betreft, heel mooi zien hoe flexibel de oplossingen van Swisslog zijn, wat ons in staat stelt om allerlei soorten bedrijven te ondersteunen. Zo gebruikt Arvato Autostore-oplossingen voor klanten in heel Europa en de VS in Healthcare en Tech om tot goede dienstverlening te komen.

 

Feiten

•Swisslog heeft over de hele wereld vestigingen en heeft ook een kantoor in Nederland, om precies te zijn in Zaltbommel

•De geschiedenis van Swisslog gaat terug tot het jaar 1900, toen het bedrijf Sprecher+ Schuh AG in het Zwitserse Aarau werd opgericht.

•In 1994 veranderde de naam in Swisslog en groeide het uit tot een van de belangrijkste aanbieders van automatiserings­oplossingen voor magazijnen en distributiecentra wereldwijd

Jens Schmale: trots op Swisslog-oplossing voor volautomatisch gemixt palletiseren

Een belangrijk doel van Swisslog is het ontwikkelen van systemen die het distributieproces van onze klanten zo goed als foutloos maakt en versnelt, terwijl het minder menskracht vergt. Dat is zeker in Nederland hard nodig, want aan personeel is een groot gebrek, terwijl E-grocery vrijwel nergens zo hard groeit en blijft groeien als hier.

 

 

Maar dat er de wens is om bepaald werk uit handen van mensen te nemen door het te automatiseren, betekent niet dat het ook altijd zo eenvoudig is om dat voor elkaar te krijgen. Gemixt palletiseren is daar een voorbeeld van. Dit is een proces waarbij verschillende producten, in verschillende verpakkingen, op één pallet worden gestapeld. Het optimale stapel­patroon berekenen is niet eenvoudig en de goederen in de juiste volgorde aanvoeren is dat evenmin. Toch is het van groot belang om dit goed te regelen, want onder meer veel retailers en supermarkten bevoorraden hun winkels met mixed pallets.

 


We zijn dan ook trots op onze oplossing die het automatiseren van gemixt palletiseren mogelijk maakt: ACPaQ. Hiermee wordt het orderpicken van mixed pallets een volautomatisch proces. Het is een resultaat van de succesvolle samenwerking tussen Swisslog en KUKA Industrial Robots. Onze bedrijven bundelen al jaren de krachten en maken gebruik van elkaars expertise. In ACPaQ worden verschillende Swisslog- en KUKA-technologieën met elkaar gecombineerd, waaronder conveyorsystemen, high-performance de-palletiseer- en palletiseerrobots en het CycloneCarrier shuttlesysteem.

 


Die laatste toepassing is speciaal ontworpen voor het opslaan van lichte goederen met een hoge doorstroomsnelheid, die daarom constant goed beschikbaar moeten zijn.
Dit systeem is ook geschikt voor implementatie in diepvriesopslagen en een shuttle­magazijn kan tot 150 meter lang en
25 meter hoog worden gebouwd. Ook ACPaQ als geheel is in zowel omgevingen met reguliere temperaturen als gekoelde magazijnzones te gebruiken. Vrijwel alle soorten verpakking (zoals bijvoorbeeld alle soorten kartons, folieverpakking, krimpverpakking) kunnen ermee worden verwerkt.

 


De RowPaQ-cel is het kloppend hart van ACPaQ. Deze beschikt over een geavanceerde vijfassige scharnierarmrobot van KUKA die een flexibele grijper met verstelbare vorken heeft, waardoor het mogelijk is om 4 dozen tegelijk op te pakken, ook als deze niet dezelfde grootte of hetzelfde gewicht hebben. Met ACPaQ kunnen de pallets op die manier stabiel en winkelvriendelijk worden gebouwd. Dat scheelt in de kosten, omdat bijvullen in de winkel efficiënter kan gebeuren.

 


Ook kleine en middelgrote centra

De vraag naar automatisering speelt niet alleen bij de enorme distributiecentra die tot 500.000 dozen per dag afhandelen waarover bijvoorbeeld supermarktketens beschikken, maar ook bij kleine en middel­grote centra. Ook op deze locaties is ACPaQ met behulp van modules geconfigureerd en schaalbaar. De opslagsystemen en alle componenten worden volledig met elkaar geïntegreerd en de Swisslog-software SynQ zorgt ervoor dat het gehele proces betrouwbaar en transparant is.

 


ACPaQ wordt al op verschillende plekken succesvol gebruikt. Coca Cola Auckland begon in 2018 bestellingen met ACPaQ te verwerken en doorliep onlangs het eerste piekseizoen waarin het maximum order­volume werd verwerkt. Hun systeem bestaat uit 1 gerobotiseerde depalletizer, 3 RowPaQ cellen en 45 shuttles. Daarmee was de piekprestatie het verwerken van 2.300 kisten per uur.

Feiten

•ACPaQ maakt gebruik van grijpers met vier vorken, die gelijktijdig meerdere producten kunnen afhandelen

•Het zorgt voor hoge prestaties tot 1.000 stuks per uur. Het modulaire ontwerp van ACPaQ biedt volledige integratie van opslagsysteem, componenten en de SynQ software van Swisslog

23 mrt 2023

|

Industrie

Duurzame distributiecentra: het kan wel


Een duurzaam distributiecentrum, dat klinkt als een onmogelijkheid. Om te beginnen: hoe duurzaam is het überhaupt om de schaarse, vaak groene, ruimte in Nederland vol te bouwen met dozen die het heen en weer slepen van spullen mogelijk maken? Maar goed, als we het dan toch doen, dan kan het duurzaam, stelt Annemarie van Doorn, directeur van de Dutch Green Building Council (DBCG) “Vanuit de overheid zijn er amper regels voor duurzame distributiecentra, laten we dus zorgen dat wat wordt toegevoegd zo duurzaam mogelijk is.”

 

 

Dat kan volgens Van Doorn als distributiecentra werken met de BREEAM-NL. De DBCG vindt het onvoorstelbaar dat distributiecentra niet hoeven te voldoen aan alle wet- en regelgeving. “Wat te denken van daglichttoetreding, ecologie en circulariteit? Dat zijn vereisten binnen BREEAM-NL, maar landelijk is hier in wetten en regels niets voor vastgelegd. Er is al zoveel kritiek op de verdozing van Nederland, laten we er dan op z’n minst voor zorgen dat we die dozen duurzaam en groen ontwikkelen.”

 


En die ontwikkeling is al gaande. Distributiecentra staan nu nog vooral bekend als grijze dozen die het landschap vervuilen. Van Doorn ziet op dat punt wel al iets veranderen. Eerst waren zonnepanelen op het dak niet populair, omdat dit om een zwaardere constructie vraagt. Maar dit is nu geen argument meer, waardoor het gebouw er een functie bij krijgt. “Steeds meer distributiecentra fungeren als laadstations. Bovendien zorgen verduurzaming en circulariteit voor minder energiegebruik en afvalstromen.”

 


Niet alleen de consumenten eisen meer en meer groen. De Dutch Green Building Council ziet dat ook steeds meer toeleveranciers eisen stellen aan duurzame panden en bevoorrading. Smoothiefabrikant Innocent, bijvoorbeeld, wil volgens Van Doorn op een milieuvriendelijke manier produceren en een voorbeeld zijn voor verduurzaming in de breedste zin van het woord. Daarvoor vroegen zij eind vorig jaar een BREEAM-NL certificaat aan voor de nieuwe fabriek en haalden een BREEAM-NL score Outstanding. Dat wil zeggen dat het op alle vlakken een duurzaam pand is, ook op transport waarvoor Innocent elektrische vrachtwagens inzet. “Het totale energiegebruik voor productie van smoothies en verlichting, koeling en verwarming van het gebouw van 37 miljoen kWh per jaar, wekt het bedrijf volledig zelf op met zonnepanelen en twee windmolens.”

 


Daarnaast neemt de aandacht voor materialen bij het bouwen van distributiecentra ook toe volgens Van Doorn. “Niet alleen worden die steeds duurzamer en ‘biobased’, gemaakt van grondstoffen uit de natuur, het is ook steeds gebruikelijker dat je ze weer los kunt halen uit het pand, zodat je ze nog een keer kunt gebruiken.” Dat betekent dat je meer flexibiliteit krijgt bij de inrichting van het gebouw. “Dan haal je een wand tijdelijk weg als je een grotere ruimte nodig hebt of plaats je die juist  als je met een kleiner gezelschap bent.”

 


Naast consumenten en leveranciers doen projectontwikkelaars eveneens mee aan het vergroenen. Ze kijken steeds vaker hoe de distributiecentra in het landschap passen. Groene daken voorkomen hittestress en dragen bij aan de biodiversiteit. “Nature’s Pride in Westland is een voorbeeld van een gebouw uit 2013 waarbij in het ontwerp veel aandacht is besteed aan de groene omgeving, door een tuin met vijver aan te leggen. En sindsdien heeft de techniek niet stil gestaan. Er zijn meer oplossingen voor het opvangen van regenwater bijvoorbeeld, zodat dat niet in het riool verdwijnt, maar in bassins voor hergebruik en dat helpt tegen verdroging en het dreigende drinkwatertekort.”

 


Conclusie? Eigenaren en leveranciers denken steeds meer na over de functie van gebouwen en hoe gebouwen positief kunnen bijdragen. Milieutechnisch, maar ook aan een betere toekomst. Tot slot: volgens Van Doorn steeds meer naar lokale en regionale verzamelpunten voor het uitleveren van goederen. “Neem het CTPark Amsterdam City, een meerlaags gebouw van waaruit horeca- en bouwbedrijven, maar ook online winkels en de levensmiddelensector in de regio Amsterdam straks hun producten krijgen aangeleverd door elektrische auto’s, vrachtwagens, bussen, fietsen en boten.”

23 mrt 2023

|

Industrie

Energie en digitalisering: twee zijden van dezelfde medaille

 

De energiesector en ICT-sector groeien steeds meer naar elkaar toe. Het is dus niet toevallig dat beide werelden elkaar in dit themakatern ontmoeten.

 


‘Ons economisch model valt of staat met de overvloedige aanwezigheid van olie en andere fossiele brandstoffen, maar die zijn niet onuitputtelijk. En gelukkig beschikken we over de technologie die de transitie naar een duurzame wereld mogelijk maakt.’ Deze quote is van Jeremy Rifkin in zijn boek De Derde Industriële Revolutie en hij zet daarin een van de belangrijkste maatschappelijke uitdagingen van onze huidige tijd neer. De hiervoor benodigde technologie op het gebied van energie, communicatie en distributie/logistiek is, of komt op korte termijn, beschikbaar, maar dient zowel politiek als privaat goed gemanaged te worden. Want beide werelden hebben veel van elkaar te leren, al zijn er wel degelijk beren op de weg.

 


Binnen Nederland wordt al geruime tijd gewerkt aan die politieke stimulering met bijbehorende begeleiding. Van het klimaat­akkoord onder leiding van Ed
Nijpels naar Kees Vendrik als voorzitter
van het nieuwe Nationaal Klimaat Platform. De nieuwe ondertitel van dit platform, versnellen en verbinden, geeft goed weer wat de belangrijkste zaken zijn: het moet samen en het moet rap, heel rap. Er liggen op dit gebied forse uitdagingen voor iedereen, dus ook voor de industrie. Het onderwerp is zo goed als dagelijks in het nieuws. Maar gaan we het allemaal wel redden wanneer we te maken hebben met een veranderend energiesysteem wat de kenmerken begint te vertonen van een catastrofaal leerproces? Oftewel, zijn we niet op zoek naar oplossingen voor de problemen binnen een systeem wat deze oplossingen niet meer bevat?

 


Al snel komt daarom systeemverandering om de hoek kijken. En laten we vanuit Europa nu net een soortgelijke oproep krijgen in de vorm van de Twin Transition (energie- en digitale transitie). Digitalisering en systeemverandering
trekken samen op. Echter, voorkomen moet worden dat digitalisering als een aspirientje op zoek naar hoofdpijn in wordt gezet als oplossing voor elk ‘onoplosbaar probleem’. Want hoevervelend ook, ook digitalisering is geen spel zonder risico’s. Als onvoldoende wordt nagedacht over een verantwoorde manier van inzetten van digitalisering, kan het middel zelfs erger zijn dan de kwaal. De liefhebbers van het boek Blackout, waarin hackers de halve wereld in een volledige duisternis zetten, hebben hiervan al een voorproefje kunnen lezen.

 


Wat moet dan worden aangepakt zodanig dat digitalisering de belofte kan inlossen die we ervan verwachten? Drie gebieden
zijn daarbij van belang. Ten eerste, (referentie)architectuur, oftewel een soort blauwdruk van het gedigitaliseerde energie­systeem en alle deelnemers daaraan. Onderwerpen die hierin een plaats vinden zijn onder andere standaardisatie en interoperabiliteit. Ten tweede: data. Door marketingbedrijven als Google vooral gezien als een onuitputtelijke bron van advertentie-inkomsten, maar in een gedigitaliseerd energiesysteem cruciaal om het totale systeem te kunnen laten leren en functioneren. En als laatste, cybersecurity. Hoe groter het doel, des te aantrekkelijker om hier misbruik van te maken. Onmisbaar voor een betrouwbaar en veilig energiesysteem.

 


Als bovenstaande onderwerpen op een goede manier worden ingebed in de ontwikkeling van het gedigitaliseerde energiesysteem van de toekomst, is de kans zeer groot aanwezig dat de Derde Industriële Revolutie op een rooskleurige manier uitrolt. Dat kan alleen met een sturende rol van de politiek en met samenwerking van alle partijen in de hele energiesector. Daarom is het goed dat iedereen die werkt bij kennisinstituten, in de energiesector, industrie, mkb, overheden en ICT-sector elkaar actief opzoekt; ontmoet elkaar! Daarbij ligt er (zeker op senior management­niveau) een belangrijke taak om de digitaliserings­wereld energie geletterd te maken en andersom de overheid en het bedrijfsleven digitaal geletterd te maken. Daar zowel de klimaat- als de digitale transitie ernstig verlegen zit om personeel, lijkt mij dat een mooi gezamenlijk startpunt.

 

Harold Veldkamp,

Directeur Digitalisering Topsector Energie

23 mrt 2023

|

Industrie

Heffiq laat zich nadrukkelijk zien als logistiek adviespartner

Heffiq, dat in Nederland een degelijke reputatie heeft opgebouwd als dealer van Hyster heftrucks, magazijntrucks en containerhandlers (ontwikkeld en geproduceerd in Nijmegen) en overig intern transportmateriaal (zoals magazijninrichting en vloerreinigingsmachines), verschuift zijn focus steeds meer richting totaalpartner in logistiek advies. Tijdens overleg met klanten staat het advies centraal op basis van 5 thema’s om maximaal rendement te halen uit de geboden logistieke oplossingen.

 


Bij contacten met nieuwe relaties heeft Martijn Veerkamp, commercieel directeur van Heffiq, de opdracht voor zichzelf en het team geformuleerd om eerst uitgebreid kennis te maken met het bedrijf in kwestie.

De vijf eerder genoemde thema’s zijn daarbij leidraad.
Het gaat om:

  • Productiviteit
  • Continuïteit
  • Veiligheid
  • Duurzaamheid
  • Fleetmanagement

“Elk bedrijf kent zijn eigen logistieke uitdagingen en we willen de knelpunten goed snappen. Bovendien hebben we te maken met verschillende aanspreekpunten, waaronder bestuurders, maar ook managers uit technische dienst, procurement of logistiek. Afzonderlijke behoeftes worden meegewogen in het totaaladvies.

 


Persoonlijke benadering!

Hoe de vervolggesprekken worden ingevuld, verschilt per relatie, afhankelijk van de behoefte. Dat kan de vorm krijgen van een demonstratie in het eigen magazijn, maar bijvoorbeeld ook een bezoek aan een referentie van Heffiq. “Elk bedrijf verlangt een specifieke logistieke oplossing. Wat je wel kunt stellen, is dat er een gemene deler bestaat in de vorm van krapte op de arbeidsmarkt. Bedrijven willen logistiek transportmateriaal zo efficiënt en productief mogelijk inzetten.”

 


Een succesvol logistiek advies heeft niet uitsluitend van doen met het leveren van materiaal, maar vooral met het afstemmen van de totale behoefte op het gebied van intern transport (zoals financieringvormen, pieken in productie opvangen en verschillende onderhoudsvormen). “Er bestaan tal van thema’s die aanhaken bij de actualiteit, waaronder het verlagen van de CO2-footprint. Ook veiligheid is een belangrijk thema op dit moment. Bedrijven hechten grote waarde aan het werkcomfort en ergonomie voor medewerkers, mede gezien de krapte op de arbeidsmarkt.”

 


Robotisering

Een steeds vaker besproken onderwerp dat Veerkamp tevens wil melden, heeft van doen met robotisering en automatisering. “Ook op dit vlak denken wij als Heffiq graag mee om het logistieke proces van onze klanten verder te optimaliseren en onze klantrelatie verder te intensiveren.”

23 mrt 2023

|

Industrie

3 vragen aan Peter Kazander


Wat is de belangrijkste / gemeenschappelijke trend die u opmerkt rond de LogiMAT-beurzen in Duitsland, Thailand en China?

“Automatisering en Data Management zijn overal de belangrijkste onderwerpen. Verder bieden robots en cobots veel innovatiepotentieel. Big Data en Systeemintegratie zijn echte succesfactoren. Een andere ontwikkeling, zowel in Europa als in Azië, is de reactie op het destabiliseren van toeleveringsketens in de afgelopen jaren. Toonaangevende industriële ondernemingen wereldwijd breiden hun netwerken uit om inkoop- en productierisico's te spreiden. Zo transformeren zij wereldwijde leveringsketens.”

 


Welke innovaties merkt u op bij standhouders waarmee bedrijven van deze trend kunnen profiteren?

“De industrie is bezig met een proces van herglobalisering. Als gevolg daarvan wordt nieuwe productie- en magazijncapaciteit gepland en gebouwd. Dit biedt enorme kansen voor bedrijven die intralogistieke oplossingen voor productie en opslag leveren. Onze exposanten zijn toonaangevende en innovatieve bedrijven die snel op deze wereldwijde marktontwikkelingen reageren. Dit biedt veel potentieel, vooral voor Zuidoost-Azië. Gevestigde bedrijven en bewezen oplossingen zullen in nieuwe regio's kunnen doordringen.”

 


Zijn er trends in de Stuttgart LogiMAT die verschillen van de twee andere locaties?

“De situatie tussen de regio's kan verschillen, maar de eisen blijven dezelfde. LogiMAT gaat over procesoptimalisatie en kostenefficiëntie. Dat is wat exposanten aanbieden: producten, diensten en oplossingen om de interne goederenbehandeling kosteneffectief te optimaliseren. We brengen mensen samen op ons platform waar ze elkaar ontmoeten, elkaar spreken en van elkaar kunnen leren. Het begeleidende programma dat we tijdens alle drie de beurzen aanbieden, richt zich meer op overeenkomsten dan op verschillen. Bezoekers uit verschillende regio's, culturen en achtergronden praten, luisteren en leren om samen hun bedrijf te ontwikkelen. Dat is waar een goede beurs om draait.”

23 mrt 2023

|

Economie

“Open banking is de toekomst”

Met open banking krijgen consumenten en bedrijven meer opties en meer controle over hun financiële zaken. Het heeft dan ook veel potentieel, maar er valt in Nederland nog wel het nodige te doen om dat volledig te benutten, concluderen ze bij betalings- en technologiebedrijf Mastercard. 


Open banking komt volgens Jan-­Willem van der Schoot, Country Manager van Mastercard Nederland, deels voort uit de behoefte die klanten hebben aan nieuwe vormen van betaal­diensten. “Met open banking krijgen mensen toegang tot deze nieuwe, innovatieve finan­ciële diensten. Een consument moet hiervoor toestemming geven aan een derde partij om data van een rekening in te zien, dan wel namens de
consument betalingen uit te voeren.”

jan-willem-1-enkel-hoofd.jpg 
Aiia, dat onderdeel is van Mastercard, is een platform dat al sinds 2010 open banking faciliteert. Het doel van Aiia is, simpel gezegd, om mensen eenvoudiger gebruik te laten maken van hun financiële gegevens en om betalingen te doen, maar ze hier wel de volledige con­trole over te laten behouden. Daarom is vanaf de oprichting samengewerkt met de financiële sector en is op die manier een solide basis gelegd voor de toekomst.

 


Samenspel goed geregeld

“De traditionele manier om als consument contact te onderhouden met je bank was door een fysiek kantoor te bezoeken”, vertelt Jozef Klaassen, Chief Revenue Officer van Aiia. “Bij zo’n kantoor deed je dan bijvoorbeeld een storting in geld of goud. Het was een manier van zakendoen met een bank waar iedereen op kon vertrouwen, en dat ook deed. Vandaag de dag gaat dit natuurlijk vrijwel allemaal digitaal, via een goed beveiligde webbrowser of smartphone. De vraag werd vervolgens hoe een derde partij, die ook zaken wil doen met zowel de consument als diens bank, daarin op een goede manier betrokken kan worden. De kracht van open banking is dat dit samenspel hier goed mee geregeld kan worden.” 

scherm-afbeelding-2023-03-23-om-11-07-20.png 


Een voorbeeld van zo’n derde partij is een hypotheekverstrekker. Deze kan met open banking heel eenvoudig en snel relevante data van een klant samenvoegen, om zo inzicht te krijgen in iemands financiële situatie. Op basis daarvan kan dan een beslissing worden genomen over het verstrekken van een hypotheek. Banken zijn verplicht een soort toegangspoort te maken voor zo’n derde partij: een zogenoemde API. Met toestemming van de consument kan de derde partij via deze API de financiële data ophalen en gebruiken voor het doel dat is afgesproken.

 
Mastercard heeft volgens Klaassen een lange geschiedenis van het verbinden van bedrijven met klanten waarbij landsgrenzen geen obstakel vormen. “We hebben met de grootste Nederlandse bedrijven gewerkt om dat te faciliteren. Met open banking geven we bedrijven de mogelijkheid om daarin te blijven innoveren. Niet alleen binnen Nederland, maar door heel Europa. De meer dan 3000 Europese banken zijn beter met elkaar verbonden door onze open banking-mogelijkheden. In achttien Europese landen hebben we nu een netwerk gecreëerd waarbij iedereen die wil innoveren of toegang wil tot financiële data zich kan aansluiten.”

 


Minder tijd en moeite

“Europa wil heel graag dat financiële data die bij derde partijen ligt toegankelijk is”, vult Van der Schoot aan. “Open banking is interessant voor de markt, omdat het derde partijen de kans geeft om proposities te ontwikkelen die zowel interessant zijn voor de consument, als voor de partijen die de data willen gebruiken, als voor henzelf. Als je het apart moeten invoeren van allerlei gegevens op je salarisstrook afzet tegen het eenmalig delen van je financiële data, dan is het duide­lijk dat dit laatste veel gemakkelijker is en iedereen veel tijd en moeite bespaart.” 

 
Aan de kant van de consument komt open banking volgens Van der Schoot in Nederland nog relatief traag van de grond. Hij stelt vast dat veel Nederlanders het nog als een drempel ervaren om financiële gegevens met een derde partij te delen. Mede hierdoor is open banking nog niet heel snel aan het groeien. “We zitten in Nederland met open banking nu echt nog in de startfase.” Kijk je naar de toe­passingen die werken met open banking, dan ziet Van der Schoot in Nederland wel een versnelling optreden. Bedrijven onderzoeken steeds meer en vaker wat open banking voor ze kan betekenen. Hij noemt het boekhoudplatform Tellow als voorbeeld. Dat kan financiële data van ondernemers automatisch in zijn boekhoudprogramma’s importeren. 

 

 

Veilig en makkelijk

Als open banking zich door blijft ontwikkelen, betekent dit dat de consument veel keus krijgt bij het bepalen via welke omgeving diens financiële data kunnen worden bekeken en gedeeld. Van der Schoot: “Uiteindelijk zal het dan een makkelijke en veilige manier worden om gebruik te (laten) maken van je financiële data, zonder dat je überhaupt nog doorhebt dat dit open banking is. En die veiligheid, die wordt gegarandeerd door alles te laten voldoen aan de strenge Europese regels op
dit gebied. Dat is natuurlijk heel belangrijk. Niet in de laatste plaats voor de perceptie
van de consument.”


Klaassen benadrukt eveneens dat het essentieel is dat consumenten en bedrijven ervan op aan kunnen dat veilig met hun gegevens wordt omgesprongen, als deze met open banking worden gedeeld. “Vertrouwen is het fundament van ieders relatie met een bank. Dat dit vertrouwen ook gegarandeerd en gevoeld gaat worden met open banking, dat is de toekomst. En dat is waar we met Mastercard voor staan.”

23 mrt 2023

|

Gezondheid

Werkgever en werknemer: ga de dialoog aan

De afgelopen drie jaar is de bereidheid van Nederlandse werkgevers om te investeren in de duurzame inzetbaarheid van hun medewerkers spectaculair toegenomen. Gedwongen door de krappe arbeidsmarkt en het exploderende verzuim, zoeken werkgevers manieren om medewerkers blij, betrokken en binnen te houden. Maar veel werkgevers worstelen met de vraag hoe ze dat op een goede en effectieve manier kunnen doen.

 

Robert Wondaal, Chief Commercial Officer van Robidus, dienstverlener op het terrein van sociale zekerheid en arbeidsperspectief-bevordering, is al tien jaar overtuigd van het feit dat aandacht voor én investeren in het arbeidsperspectief van medewerkers de beste manier is om medewerkers blijvend inzetbaar te houden. “De huidige arbeidsmarkt zorgt voor een duw in de goede richting om de inzetbaarheidsdialoog met elkaar te voeren. Werkgevers die arbeidsperspectief structureel serieus nemen en het in hun DNA omarmen, hebben daar op de lange termijn financieel voordeel van. Daar ben ik heilig van overtuigd.”

  1w5a25902.jpg

 

Arbeidsperspectief: functioneel, privé en persoonlijkheid

De mate van iemands arbeidsperspectief wordt volgens Wondaal bepaald over drie assen. “Ten eerste de functionele as, die werkgerelateerd is. Is de werk­omgeving veilig en heeft de medewerker een uitdagende baan? Zit de afdeling in een reorganisatie of is er sprake van stabiel vaarwater? Als dat allemaal positief is, geeft dat rust. Zo niet, dan geeft dat stress.” Als tweede as noemt Wondaal iemands privésituatie. Daarin kunnen een heleboel dingen gebeuren of aan de gang zijn die impact hebben op het arbeidsper­spectief van de betrokkene. “Een aangeboren beperking, een aanstaande echtscheiding of financiële problemen. Heel veel gebeurtenissen in iemands privé­leven kunnen iemands arbeidsperspectief negatief beïnvloeden. Het kan iedereen overkomen.”

 
Maar hoe gaat iemand om met die gebeurtenissen? Dat is de derde as waar Wondaal het over heeft, die van de persoonlijkheid van de medewerker. “De ene medewerker komt na een scheiding in een nieuwe positieve levensfase, de ander krijgt een burn-out. Dat zit in iemands persoonlijkheid, hoe veerkrachtig ben je? Kun je iets naast je neer leggen? Hoe ziet je sociale omgeving eruit en hoe fit ben je fysiek? De persoonlijkheid bepaalt hoe iemand met de situaties op de functionele en de privé-as omgaat.”

 
Arbeidsperspectief is volgens Wondaal iets van de mede­werker. Maar de werkgever – en in het bijzonder de direct leidinggevende - kan de medewerker wel helpen om de mate van arbeidsperspectief zo hoog mogelijk te houden. Los van de arbeidsmarkt is er een stevige financiële prikkel voor werkgevers in Nederland om het arbeidsperspectief van werknemers op peil te houden: lagere verzuimkosten, hogere productiviteit en een lagere instroom in de WIA. De bereidheid van werkgevers in Nederland om te investeren in dit domein is volgens Wondaal dan ook groot en groeiende. Maar: “Werkgevers worstelen met de vraag hoe ze het moeten doen. Hoe zetten ze tijd, energie en middelen zo effectief mogelijk in, zodanig dat de juiste doelgroepen worden bereikt en op de lange termijn het verzuim ook echt naar beneden gaat?”

 


Bewustwording, dialoog en budget

Daar zijn drie dingen voor nodig, zegt Wondaal stellig. “Ten eerste bewustwording dat investering in tijd en middelen noodzakelijk is. Niet alleen bij HR, maar ook de leidinggevende en de medewerker zelf moeten zich bewust zijn van het belang van het arbeidsperspectief voor nu en later.” Het tweede element is volgens de Chief Commercial Officer van Robidus een open cultuur, waarin het mogelijk is een oprechte dialoog over inzetbaarheid te voeren tussen leidinggevende en medewerker. “Dat begint met het opvangen van signalen dat het met iemand niet goed gaat. Vervolgens komt het aan op het bieden van een luisterend oor en een helpende hand. Ten slotte moet er uiteraard ook budget beschikbaar zijn om te kunnen investeren in ondersteuning en preventie.”

 
Wondaal meent dat de manager of direct leiding­gevende van de medewerker een sleutelrol heeft in de dialoog over inzetbaarheid. “De leidinggevende moet oprecht geïnteresseerd zijn in zijn medewerker en een vertrouwensband met zijn mensen opbouwen. De leidinggevende zou een plek moeten bieden waar je als medewerker terecht kunt als je zit te piekeren, want dat is het voorstadium van uitval.” Stel een medewerker heeft financiële problemen, schetst Wondaal. “Die maakt zich zorgen, omdat hij steeds meer moeite heeft zijn rekeningen te betalen. In een gesprek hierover kan de leidinggevende aanbieden een budgetcoach voor hem te regelen om hem op het juiste spoor te zetten. Hij kan aanbieden de kosten daarvan op zich te nemen, zodat de medewerker van de stress afkomt en weer normaal kan functioneren. Het is altijd maatwerk met oprechte interesse als uitgangspunt, waar een open dialoog uit voortkomt.”

 
Een leidinggevende heeft vanzelfsprekend veel invloed op de functionele as van arbeidsperspectief, maar kan ook in de privésfeer en zelfs op het vlak van de persoonlijkheid van de medewerker invloed uitoefenen. “Je kunt je zorgen uiten en je hulp aanbieden. Er zijn heel veel interventiepartijen die bijvoorbeeld gericht zijn op werk en scheiding of trajecten om iemand veerkrachtiger te maken. Iemand kan leren om beter met stress om te gaan. De leidinggevende kan zijn zorgen uitspreken over iemands overgewicht en aanbieden een partij in te schakelen die daarbij kan helpen. Als hij opmerkt dat iemands performance inzakt, kan hij vragen: Gaat het wel goed? Ik ben dat niet van je gewend.”

  

 

Dwang en dreigementen zijn uit den boze

Zelf heeft Wondaal een medewerker gehad die er erg ongezond uit zag en heel veel rookte. In een gesprek daarover zei hij: ‘Ik kan je niet dwingen om te stoppen met roken, maar ik maak me wel zorgen. Kan ik je helpen om te stoppen en de behandeling voor je betalen?’ “Die persoon kwam een half jaar later naar mij toe en zei: ‘Ik vond het in eerste instantie wel een awkward gesprek, maar het heeft mij wel doen nadenken. Je hebt me op het goede spoor gezet.’ Je kunt niemand het mes op de keel zetten en dwang en dreigementen zijn uit den boze. In een vertrouwens­relatie neemt iemand ook eerder iets van de ander aan.”

 
Een leidinggevende die een gesprek heeft met een medewerker die zijn problemen op tafel legt, kan volgens Wondaal niet zeggen: ‘Vervelend voor je’ en het verder negeren. “Dan moet je ook de helpende hand bieden en in de oplossing van die problemen willen investeren. Dan is het belangrijk dat daar binnen het bedrijf budget voor is, samen met een stevig beleidskader en een goed proces. En heel belangrijk, een leiderschapscultuur die preventie omarmd.”

 
Er zijn volgens Wondaal veel zaken die je kunt doen om te helpen. “Het belangrijkste is dan de beslissing wat de juiste actie is op dat moment voor die persoon. Ik heb voorbeelden gezien dat er miljoenen in preventieve maatregelen werden gestoken, maar dat het uiteindelijk niet terug te zien was in een vermindering van verzuim. De kortingen op sportscholen en voedingsadviezen wisten niet de juiste doelgroep te bereiken. Een beter alternatief is een individuele aanpak door alle medewerkers een persoonlijk inzetbaarheidsbudget te geven, dat naar eigen inzicht te besteden is aan zaken die je arbeidsperspectief verbeteren. Dat kan een opleiding zijn of een coachingstraject. Maar ook kleine dingen als een app voor een gezonde levensstijl, podcasts op het intranet, webinars ter inspiratie. Dat doen we binnen Robidus ook en daar wordt goed gebruik van gemaakt.”

23 mrt 2023

|

Economie

Digitale transformatie banken­wereld vol op stoom: ‘Meer flexibiliteit voor klanten dankzij videobankieren’

We betalen makkelijk met i-Deal. Geavanceerde apps zorgen ervoor dat bijna alle bankzaken digitaal kunnen. De bankenwereld zit midden in een digitale transformatie. De Nederlandse banken lopen daarin samen met de Scandinavische voorop in Europa.

 
“Als koplopers zijn we gedwongen goed na te denken over (digitale) klantbehoeften, oog te hebben voor mensen die moeite hebben met de digitale revolutie en te zorgen dat cyber security de volle aandacht heeft”, zegt Edwin van Bommel. Hij is Chief Strategy & Innovation Officer bij ABN AMRO Bank, voorzitter van het Investment Committee van ABN AMRO Ventures en hoofd van ABN AMRO + Techstars Future of Banking Accelerator. Van Bommel schetst waar de banken staan en welke ontwikkelingen we kunnen verwachten. 

 
“Corona heeft de digitale revolutie in de bankenwereld versneld”, weet Van Bommel. Maar het oprukken van de online omgeving heeft het persoonlijke contact met de bank volgens hem niet minder relevant gemaakt. “Op sommige momenten, zoals bij het kopen van een huis of het gaan studeren van de kinderen, is een persoonlijk gesprek met een adviseur erg belangrijk”, aldus Van Bommel. “Daarom hebben wij nadrukkelijk geïnvesteerd in video banking. Klanten kunnen in hun comfortabele thuisomgeving overleggen met een adviseur van ABN AMRO, ook buiten kantoortijden. En als een collega tijdens een video-adviesgesprek met een klant erachter komt dat een specialist nodig is, dan kan die vaak al tijdens het gesprek betrokken worden. Dat is in een fysiek kantoor moei­lijker te regelen. Er is nu meer flexibiliteit dan er vroeger in een gebouw mogelijk was.”

 
Digitale kanalen worden dus volop benut. Van Bommel: “Onderliggend gaan we steeds verder in het automatiseren van allerlei processen, zoals het verwerken van gegevens van nieuwe klanten of het updaten van data.” Daarbij moeten banken voldoen aan nieuwe regels, zoals Know Your Customer (KYC) en anti-witwas analyses om de herkomst van geld na te gaan. Die vergen van banken een data-analytische tour de force. Van Bommel: “In de automatisering van dergelijke processen maken we grote slagen, bijvoorbeeld dankzij workflow tools met ingebouwde intelligentie. Die tools zorgen voor betere logica en intuïtiever gebruik van de systemen. Application Programming Interfaces (API's) laten applicaties met elkaar communiceren. De data geven een steeds betere en com­pletere analyse van de klantsituatie, maar de beslissing hoe we als bank hiermee omgaan blijft bij de mens liggen.”

 
Een andere belangrijke ontwikkeling betreft ῾beyond bankingʼ met diensten van derden die de bank aanbiedt aan kleinzakelijke klanten. Een duidelijk voorbeeld is de inte­gratie van de boekhouding met bankzaken. Van Bommel: “Via producten van partners nemen we als bank alle frictie rond financiële diensten zoveel mogelijk weg. Klanten hoeven handelingen maar één keer uit te voeren. Iets minder geïntegreerd is een partner die cyber­scans voor onze klanten uitvoert, daarbij met hun oplossing het webverkeer in de gaten houdt en waarschuwt als er risico's optreden. Met een dergelijke 'CISO In de box' houden we risico's voor klanten zoveel mogelijk op afstand.”

 
Er is niet alleen programmatuur van partners in de bankomgeving, bankfunctionaliteit wordt ook steeds vaker in de digitale om­geving van partners geïntegreerd. Dankzij dergelijke ῾embedded banking servicesʼ ontstaan er steeds meer vormen van ῾open bankingʼ. Van Bommel: “Ook dit communiceren met externe systemen vraagt om goede API's. Het zegt wel iets dat start-ups die zich op embedded banking richten, het opvallend goed doen momenteel. Het is voor banken een belangrijk onderscheidend aspect geworden.” Open banking heet niet voor niets zo; het heeft het concurrentieveld vergroot. Van Bommel vindt dat een goede zaak, omdat klanten ervan profiteren. “Het legt de focus op vernieuwing en jaagt de innovatie aan. Om jongere doelgroepen te bereiken, moet je producten via digitale kanalen aanbieden. Het gaat erom dit zo klantvriendelijk en effectief mogelijk te doen.”

 

Een voorbeeld van een open banking dienst van ABN AMRO vormt PayDay voor flex- en gig-werkers. “Daarbij verzorgen wij betaling van het salaris meteen op de dag dat de medewerker zijn werk heeft gedaan met een druk op de knop, waarna wij de vordering op de opdrachtgever via ons platform afhandelen”, geeft Van Bommel aan. “Een ander mooi voorbeeld is ID&Pay voor het verifiëren van iemands identiteit en het verzorgen van de betaling op platforms, zoals bijvoorbeeld sharing platforms. Partners kunnen hun voordeel doen met het feit dat wij als bank privacygevoelige data mogen opslaan en dat we dat uitstekend beveiligd doen.”

 
Zo bieden banken voor zakelijke klanten steeds meer diensten aan. Neem een onafhankelijke duurzaamheidsscan voor ondernemers die willen verduurzamen. Dat is een eenvoudige vraag, maar het vinden van het antwoord is complex. “Een partnerorganisatie van ons beoordeelt de duurzaamheid van het pand van de klant”, vertelt Van Bommel. “Zo'n service is weer gerelateerd aan onze diensten, want wij kunnen bijvoorbeeld de financiering voor zonnepanelen en isolatiewerkzaamheden regelen. Wij zorgen dan met partners voor de beste business case en de financiering. We pakken de vraag geïntegreerd op, inclusief verzekering en installatie van de zonnepanelen. De klant hoeft niet meer vier of vijf verschillende partijen te raadplegen en complexe berekeningen uit te voeren. Hij kan gewoon blijven ondernemen.”


De digitalisering rukt zo steeds verder op. “Kunstmatige intelligentie (AI) zorgt er daarbij onder andere voor dat applicaties nog makkelijker en intuïtiever werken. AI maakt het bijvoorbeeld mogelijk dat chatbots nòg betere antwoorden op klantvragen geven. Dat is voor een bank geen makkelijke opgave. We zijn verantwoordelijk voor de inhoud van antwoorden en moeten foute en gekleurde antwoorden zien uit te sluiten. Daar zijn we al ver in, maar de functionaliteit wordt beter en beter.”


Blockchain kan vooral helpen in bancaire processen waarin nu nog veel papier omgaat, zoals transacties op de kapitaalmarkt. Van Bommel: “Begin januari hebben we de eerste ῾tokenized bondʼ voor een mkb-bedrijf geïntroduceerd. Dit is een voorbeeld van een product (een obligatie) dat vroeger moeilijk toegankelijk was vanwege het complexe proces en de kosten. Digitalisering brengt dit nu binnen het bereik van kleinere bedrijven. Het is een mooi voorbeeld van hoe je innovatie kunt vormgeven door te redeneren vanuit het oplossen van klantproblemen.”

 
Bij het uitbouwen van digitale functionaliteit en het vernieuwen van systeem-
architecturen komt steeds minder handmatig programmeerwerk kijken. “Dit ῾no codeʼ of ῾low codeʼ werken lost niet alleen de geringe beschikbaarheid van programmeurs op, maar versnelt ook de ontwikkeling”, legt Van Bommel uit. “En, niet onbelangrijk: het maakt meer focus op domeinkennis mogelijk. De inhoudelijk expert zit meer aan de knoppen en dat is cruciaal voor succes in ICT-projecten.”

 
Dergelijke vernieuwingen komen onder andere uit de academische wereld. Van Bommel: “Daarom werken we bijvoorbeeld samen met TNO en de TU Delft op het gebied van quantum computing. Samen met onze partner Techstars zijn we op zoek naar spin-offs om partnerships of joint ventures mee aan te gaan. Binnenkort komt er weer een nieuwe inschrijving voor start-ups op het gebied van fintech, web 3, embedded banking en AI. Nederland blijkt een vruchtbare omgeving voor nieuwe fintech activiteit, want elk jaar komen er wel één of twee nieuwe Nederlandse start-ups bij in ABN AMRO Ventures.”

 
Net als op andere terreinen is opschaling ook voor fintechbedrijven in Nederland een probleem. “Wij proberen die opkomende bedrijven tot wederzijds voordeel vooruit te helpen”, zegt Van Bommel. “Op eigen kracht doorgroeien blijkt moeilijk of er komen buitenlandse bedrijven die veelbelovende start-ups opkopen. Gelukkig hebben we met Adyen, Bux en Mollie inmiddels een aantal voorbeelden in Nederland van opschaling die wel succesvol is verlopen.”

 

scherm-afbeelding-2023-03-23-om-11-59-27.png

Edwin van Bommel is Chief Strategy & Innovation Officer bij ABN AMRO Bank, voorzitter van het Investment Committee van ABN AMRO Ventures en hoofd van ABN AMRO + Techstars Future of Banking Accelerator.

23 mrt 2023

|

Industrie

3 vragen aan Herman van Bolhuis

Bij de popularisering van 3D-printen waren er hoog­gespannen verwachtingen.
Is die voorspelling uitgekomen?

“Dat is niet de juiste vraag. 3D-printen, of beter gezegd: Additive Manufacturing, bestaat al bijna veertig jaar. Rond 2005 liepen de eerste octrooien af en kwam 3D-printen voor meer bedrijven
beschikbaar. Dat heeft ertoe geleid dat vrijwel alle grote maakbedrijven aan de slag gingen
met deze innovatieve technologie. Voor de consument is er misschien sprake geweest van een hype, maar voor de industrie geldt dat 3D-printen een heel gestage ontwikkeling doormaakt. 3D-printen is een productiemethode die een plek heeft veroverd naast andere productiemethodes, zoals spuitgieten bijvoorbeeld.”

 


Wat moet er gebeuren om 3D-printen naar the next level te krijgen?

“Drie dingen: het ontwikkelen van nieuwe materialen, het certificeren van processen en producten, en als derde: IP-protectie. Om met die materialen te beginnen: 3D-printen begon met het printen van spare parts. Nu zie je dat 3D-printen ook wordt gebruikt voor volledig nieuwe productie en voor een groot gamma aan materialen. Wat betreft certificering en
IP-­protectie: fabrikanten waren gewend om productie te beperken tot de grenzen van hun eigen locatie of productienetwerk.

 


Met 3D-­printen ontstaat een soort mondiale Netflix-achtige situatie, waarbij je wereldwijd afnemers de mogelijkheid geeft om in licentie jouw producten te printen. Een grote Duitse fabrikant van inpakmachines doet dat al.
Die verkopen machines, maar leveren daar ook printers bij waarmee klanten spare parts ter plekke kunnen printen. Dan hoef je niet centraal reserveonderdelen in magazijn te houden, maar kun je producten printen daar waar ze
nodig zijn en ook centraal updates ontwerpen.
Je wil als producent wel controle houden over je IP en je aftermarket.”

 


Kun je een 3D-printoplossing noemen in
het dagelijkse leven?

“Bijna honderd procent van alle gehoortoestellen wordt geprint. Ieder menselijk oor is uniek en moet dus specifiek op maat worden gemaakt. Ook brillen zullen in de toekomst steeds vaker worden geprint. In de huizenbouw gaat 3D-­printen eveneens een toenemende rol spelen: funderingen en andere infra­structuurdelen worden steeds vaker geprint in beton.”

23 mrt 2023

|

Industrie

Nieuwe waterstoftanker brengt groene energie naar Nederland en Duitsland

Er is een belangrijke nieuwe ontwikkeling gaande in de wereld van duurzame energie. In 2029 wordt groene vloeibare waterstof op grote schaal vanuit Schotland naar Nederland en Duitsland vervoerd in een innovatieve waterstoftanker.

 

 

 

De initiële ontwerpfase voor deze waterstoftanker is afgerond. De bouw ervan staat gepland voor 2027/2028. Door een unieke combinatie van baanbrekende opslagtanks voor vloeibaar waterstof, en een nieuw type vaartuig wordt het mogelijk om grote hoeveelheden waterstof efficiënt en met minimale verliezen te vervoeren. Daarnaast wordt het optredende verlies van waterstof afgevangen en direct benut voor de aandrijving van het schip. De tanker zal een belangrijk onderdeel zijn van de toeleveringsketen voor vloeibare waterstof die wordt ontwikkeld door LH2 Europe.

 peter-well-pic-copy.jpg


Peter Wells, CEO van LH2 Europe legt uit: “De drie leidende principes van deze toeleveringsketen zijn: volledig groen van begin tot eind; commercieel levensvatbaar zonder directe subsidies; en een model bieden voor toeleveringsketens voor vloeibare waterstof.”

 


Deze principes bepalen de grote schaal van het project en het gebruik van vloeibare waterstof in plaats van ammoniak of LOHC als waterstofdragers. “Onze analyse toont aan dat de toeleveringsketens van groene ammoniak en LOHC-waterstof niet helemaal groen zijn en bruikbare waterstof leveren tegen hogere eenheidskosten dan vloeibare waterstof.”

 


Duurzame productie

Schotland is ideaal om de productie van waterstof te baseren. Offshore windenergie groeit snel met 10 GW al in licentie of in aanbouw met nog eens 30 GW gepland voor de vroege jaren 2030. Het elektriciteitsnet in Schotland is al voor 97% duurzaam.

 


“Als ontwikkelaars van deze groene waterstoftoeleveringsketen brengt LH2 Europe alle benodigde partijen samen, van stroomvoorziening tot elektrolyse, vloeibaarmakingsinstallatie, opslagtanks met lage verliezen voor de exportterminal, de speciale waterstoftanker, de afnemers en de financiële betrokken partijen. Ons bedrijfsmodel bootst het vroege LNG-bedrijfsmodel na, waarbij afnemers de projectfinanciering garanderen. Afnemers zijn van fundamenteel belang voor het creëren van de toeleveringsketen, zoals industriële en mobiliteitsklanten in Duitsland en Nederland.”

 


Wells benadrukt daarbij dat fysieke infrastructuur zoals pijpleidingen en importterminals nodig zijn om waterstof op grote schaal in Europa te introduceren. Het instellen van uitgebreide mandaten voor het gebruik van waterstof in het weg- en spoorvervoer en belangrijke industriële gebruikers, zoals staal en cement, zou ook de ontwikkeling van waterstofproductie aanmoedigen en ondersteunen. “Dit gebeurt al voor duurzame luchtvaartbrandstof”, aldus Wells.

 


Transport

Succesvolle exploitatie van waterstof heeft niet alleen van doen met het produceren ervan. Want immers: de leverancier wil de energiedrager niet uitsluitend op de plek van productie benutten, maar zeker ook exporteren naar energievragende regio’s, zoals Nederland en Duitsland. Om vloeibare waterstof op de plek van bestemming te krijgen, heeft LH2 Europe in samenwerking met C-Job Naval Architects een eerste ontwerp ontwikkeld voor een vloeibare waterstoftanker. 

 c-job-naval-architects-ceo-job-volwater-high-res.jpg


Job Volwater, CEO bij C-Job, vertelt dat deze praktische uitdaging vooral van doen heeft met de eigenschappen van vloeibare waterstof, die weliswaar een hoog volume heeft, maar aanzienlijk lichter is ten opzichte van andere energiedragende vloeistoffen.

 


Vloeibare waterstof is bijvoorbeeld twintig keer lichter dan LNG. “LNG-tankers gebruiken ballastwater om het gewichtsverlies na oplevering te compenseren en voor voldoende diepgang te zorgen. Aangezien vloeibare waterstof zo licht is, vereist dat een nieuwe oplossing omdat vervoer van vloeibare waterstof met bestaande LNG tankers resulteert in het vervoeren van zeewater als ballast. Bij C-Job ontwikkelen we veel verschillende scheepsontwerpen, maar we pretenderen geen specialist te zijn in vervoer van ladingen. De opdrachtgever heeft zijn specialisatie in een bepaalde vervoersbehoefte. En die vertalen wij dan in een volledig competitief, dedicated schip dat volledig is toegewijd aan de vraag van de opdrachtgever. Daar zijn we sterk in. Zo is ook dit ontwerp in samenwerking met LH2 Europe tot stand gekomen.”

 


Mondiale primeur

Wat Volwater op dit punt vooral wil benadrukken, is de uitdaging van dit baanbrekende ontwikkelingstraject. Het ontwerp van de waterstoftanker is een wezenlijk onderdeel voor het welslagen en het rendabel krijgen van de voorgenomen groene supply chain. “We zijn al vele jaren bezig met de toepassingsmogelijkheden en het trans­port van hernieuwbare brandstoffen. Denk aan ammoniak-gas, methanol en waterstof. Met de innovatieve ontwerpen die hieruit ontstaan willen we bijdragen een de verduurzaming van zowel de maritieme industrie als realisatie van een groene supply chain, zoals we dus nu demonstreren door de samenwerking met LH2 Europe.”

 


Daarbij tekent Volwater verder aan dat er bij de samenwerking  in deze sprake is van een mondiale primeur. “Zulke innovatieve ontwerpen vragen om een traject waarin schouder aan schouder met de klant wordt opgetrokken. Via eigen tools en middelen wordt ontwikkeld met het oog naar de markt, waarbij we ons rekenschap geven welke oplossingen succesvol zijn geweest en welke niet. De ontwerpkeuzes die we maken, worden in overleg direct doorberekend om kritisch naar de kosten te blijven kijken en het project rendabel te houden.”

Het ontwerp voorziet nu in het realiseren van een vloeibare waterstoftanker van 141 meter. De drie op het schip geplaatste opslagtanks kennen een totale capaciteit van 37.500 m3, genoeg om 400.000 middelgrote waterstofauto’s of 20.000 zware vrachtwagens van brandstof te voorzien.

 


De tanks zullen een veel lagere verdamping hebben dan de tanks die momenteel in de maritieme industrie worden gebruikt, terwijl de gebruiksmethode gebaseerd is op bestaande technologie. De beperkte resterende verdamping wordt opgevangen en direct gebruikt in waterstofbrandstofcellen, die de voortstuwingssystemen van het schip van stroom voorzien, wat resulteert in de uitstoot van alleen water.

Volwater: “Wat ik zelf echt opvallend vind aan het ontwerp, is dat het schip wordt voortgestuwd door zijn eigen ‘groene’ lading. Dat is echt nog nooit eerder in de wereld te zien geweest. Ook de drie grote opvallende bolvormige tanks zijn zeker uniek te noemen.”

 


Wat voor de toekomst is het verschiet ligt, is dat de capaciteit van 37.500 m3 in nieuwe ontwerpen wordt uitgebouwd tot streefgetallen van circa 100.000 m3. Zulke grote volumes zijn in staat om een nog grotere bijdrage te leveren aan de groene supply chain.

 

peter-well-lh2europe-logo-2048x938.png

23 mrt 2023

|

Gezondheid

Cleanroom- en OK-technologie naar ieders wens

De behoefte aan zorgruimten en cleanrooms met een hoog prestatieniveau groeit; veel ziekenhuizen renoveren of bouwen om deze redenen apotheken, OK's, CSA’s en steeds vaker speciale cleanrooms voor bijvoorbeeld cel- & gentherapie. Interflow ontwikkelde zich van leverancier van flowkasten tot een volwaardige integrale ontwerper en bouwer van OK's en cleanrooms, met fabricage in eigen huis. Daarnaast is Interflow marktleider op het gebied van klant specifieke Laminar Air Flow units, inmiddels een bekend achtergrondbeeld bij nieuwsitems gedurende de Coronapandemie. Sinds afgelopen jaar horen, naast verloop, ook verhuur van tijdelijke cleanrooms en lease van LAF-units tot de mogelijkheden. “Er is geen andere partij in de markt die het integrale advies, ontwerp- en bouw­proces inclusief validatie en onderhoud volledig zelf kunnen aanbieden”, vertellen consultant Gerben Nahuijs en projectmanager Menno den Boer.

 

 

Interflow is inmiddels in haar vijftigste levensjaar als onderneming. Een specialistisch bedrijf met een zeer sterk arbeidsethos, hoogwaardige kennis en gedegen vakmanschap. Interessant is dat de bedrijfs­visie van Interflow zowel een technisch/zakelijke kant als een menselijke kant kent. Naast integraal, hoogwaardig en duurzaam, spreekt men bij Interflow ook over plezier, toewijding en passie. Hierbij hebben zij sterke waarden gekozen, waar iedereen hen op mag aan­spreken. Van betrouwbaar, transparant en integer tot nieuwsgierig en innovatief.

 
Den Boer realiseerde als projectmanager inmiddels meer dan 60 OK's en specifieke GMP-­geclassificeerde cleanrooms, hij ziet de noodzaak tot kwalitatieve opwaardering overal in de markt toenemen. “Ook in de industrie zie je de behoefte aan productie onder cleanroom-­normen groeien. Vaak zijn daar de eisen nóg hoger. Alles moet steeds schoner. Bij bedrijven als ASML worden echt geen gipswanden gebruikt, in de OK-bouw mag dat bijvoorbeeld wel. Het is ontzettend leerzaam om over deze segmenten heen te kijken en onze klanten van elkaar te laten leren.” Interflow biedt daarom een flexibel, modulair bouwsysteem aan op basis van geprefabriceerde, makkelijk reinigbare wand­delen die op het laatste moment kunnen worden geïnstalleerd en tevens inbouwvoorzieningen hebben voor apparatuur. “Dit verhoogt ook de uiteindelijke bouwsnelheid, want je kunt de basis ont­werpen terwijl er nog met het ziekenhuis wordt overlegd over de definitieve inrichting; dat is veel flexibeler dan het realiseren van een uitgewerkt ontwerp. Hierdoor kunnen we ook snel schakelen in het begin van het proces.”

 


Validatie

De specialist uit Wieringerwerf (NH) begon in 1974 met het leveren van flowkasten aan apothekers – nog steeds een belangrijk onderdeel van de afzet, zegt consultant Nahuijs. “Maar wij leveren totaalprestaties en niet alleen producten.” Op deze manier werd Interflow een integrale bouwer van cleanrooms, met uitgebreide kennis en expertise op het gebied van richtlijnen, validatie en onderhoud. Den Boer: “In het validatie­proces van de OK leveren wij bijvoorbeeld maatwerk in de prestatie van de luchtbehandelingssystemen. Die systemen kunnen wij zelf leveren, maar als het nodig is ook aanbieden via een andere partij als het ziekenhuis dat wenst.” De uiteindelijke prestaties worden bij oplevering aangetoond met de validatie. Om aan te tonen dat de OK of cleanroom ook tijdens de exploitatie presteert, wordt deze periodiek gemonitord door middel van metingen. “Interflow doet dit volledig met eigen mensen en volgens de meest recente richtlijnen.”

 


Duurzaam

Als zodanig is Interflow een belangrijke leverancier van onder andere Bergman Clinics, de grootste keten zelfstandige klinieken in Nederland. Voor verschillende vestigingen werden OK's gebouwd, waaronder de meeste recente in Den Bosch en Arnhem. Daarnaast werden recentelijk meerdere OK's gebouwd voor onder meer Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede, Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam en AZ Vesalius in Bilzen (België). “Wij investeren altijd in een langdurige relatie met de klant.” Interflow werkt al enige jaren aan zogenaamde all-electric concepten voor hun cleanrooms en operatiekamers. Hierbij wordt vooral gebruik gemaakt van warmtepompen voor de conditionering van de cleanroom dan wel OK. Duurzaamheid gaat bij Interflow echter verder dan alleen energie besparen en gasloos bouwen. Het gaat ook over groene keuzes in de leveranciersketen en ontwikkeling van circulaire oplossingen. Gerben Nahuijs: “Leuk om te vermelden, is dat wij ook terugkoopregelingen kunnen aanbieden. Per 1 januari dit jaar valt ons modulaire wandsysteem met terugnamegarantie binnen de subsidiemogelijkheden van de overheid, MIA (Milieu-Investeringsaftrek).”


In het verlengde van hergebruik biedt Interflow ook mogelijkheden tot huur van een cleanroom binnen of buiten het ziekenhuis of de productie­locatie, dit kan voor zowel de korte als lange termijn. Zo kan een klant bijvoorbeeld in productie blijven tijdens een verbouwing of in afwachting van permanente nieuwbouw. Hiertoe heeft Interflow een modulaire oplossing in huis, waardoor een tijdelijke oplossing eenvoudig aangepast kan worden, verplaatst of uitgebreid.

 

Laminar Air Flow Units

Interflow is de marktleider in Nederland voor hoge kwaliteit Laminar Air Flow Units:
• Standaard: Keuze uit competitieve basismodellen voor dampafzuiging, poeder­afzuiging, crossflow en microbiologische veiligheidskabinetten (MVK);

• Maatwerk: Interflow kan iedere vorm van maatwerk toepassen op haar LAF-units, aangepast aan het type onderzoek of aangepast aan de werkomgeving, van crossflow tot isolator.

• Comfort: LAF Units van Inter­flow zijn de stilste in hun klasse en zijn voorzien van alle bedienings­gemak, van hoogteverstelling, veiligheidsverlichting tot besturing via een app.

• Duurzaamheid: Zeer lange levensduur en zuinig(ste) in energiegebruik

• Garanties & Veiligheid: LAF-units van Interflow bieden de zekerheid van de hoogste kwaliteit en een gegarandeerde (en gevalideerde) beschermde werkplek. Eenvoudige veilige filterwisseling is mogelijk bij de “Safe Change” variant.

23 mrt 2023

|

Industrie

Meer regie op bouw nieuwe distributiecentra

            Focus

Het kabinet werkt aan een landelijke beleidslijn waarmee er meer regie moet komen op de vestiging van nieuwe grootschalige distributiecentra. Alexandra Danopoulos en Linda Hoeben, beiden advocaat bij Ploum Rotterdam Law Firm, geven een update.

 


Tekst: Diederik de Groot

Foto: Persfoto's

 


“In september 2020 heeft het Rijk de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) vastgesteld”, vertelt Danopoulos. “Hierin wordt richting gegeven aan verschillende opgaven aangaande de leefomgeving, waaronder verduurzaming en circulariteit. Het inzetten op een actieve clustering van logistieke knooppunten langs internationale corridors is daar een belangrijk onderdeel van. Bezien vanuit het Rijk bestaat een grote voorkeur voor de inpassing van logistieke centra op locaties die eerder in gebruik zijn geweest voor stedelijke doeleinden, oftewel brownfield locaties. Dit terwijl ontwikkelaars -vanuit kostenoogpunt- veelal de voorkeur geven aan ‘greenfield’ locaties, onbebouwde weilanden buiten de stad.”

 


Hoeben: “Ook verschillende provincies hebben beleid ontwikkeld waarin de aansturing op brownfield locaties is opgenomen. Zo heeft de provincie Noord-Brabant een selectieve aanpak ontwikkeld voor XXL-logistiek; er worden jaarlijks regionale afspraken gemaakt met gemeenten om te sturen op de locatiebepaling van grote logistieke centra. Gemeenten kunnen daarnaast sturen op locatiebepaling van logistieke locaties, door daarvoor (on)mogelijkheden op te nemen in lokaal beleid en het bestemmingsplan.” 

 


Momenteel wordt volgens Danopoulos en Hoeben gewerkt aan een nieuwe landelijke beleidslijn en een afwegingskader om nieuwe grootschalige distributiecentra op ongewenste plekken te voorkomen. “Vaststelling is voorzien in het eerste kwartaal van 2023. Het afwegingskader moet leiden tot evenwichtige aanpak van grootschalige bedrijfsvestigingen. Terwijl de vraag naar grote logistieke locaties is gestegen, zal er als gevolg van dit afwegingskader dus (nog) meer gestuurd worden door het Rijk en lokale overheden.”

23 mrt 2023

|

Industrie

“Duurzaamheid is pure winst”

De bouwsector is verantwoordelijk voor 40 procent  van de CO2-uitstoot wereldwijd en staat daarmee voor een gigantische circulariteitsopgave. In plaats van te wachten op regelgeving vanuit de overheid is het tijd dat de sector zelf verantwoordelijkheid neemt en aan de slag gaat met verduurzaming. In het bouwproces, de materiaalkeuze en het eindgebruik. Het kan, en het levert pure winst op.

 


Een mooi voorbeeld is de realisatie van het nieuwe bedrijfsgebouw van Havep, producent van duurzame werkkleding. Havep vroeg Paul de Ruiter Architects om het familiebedrijf na 157 jaar te voorzien van een state of the art, duurzaam kantoor en een duurzame logistieke hal. Inmiddels staat er een volledig circulair hoofdkantoor à 3000 m² en een warehouse à 6000 m² opgetrokken uit biobased, lokaal geproduceerde materialen en gerecyclede onderdelen uit het oude Havep gebouw en de Tripolis gebouwen op de Amsterdamse Zuidas. Voor de isolatie werden vlasdekens gebruikt, een natuurlijk restproduct van de linnenindustrie. Het schuine dak vol zonnepanelen op het zuiden voorziet het nieuwe Havep gebouw in haar eigen energiebehoefte.

 


Duurzame, circulaire ontwikkeling in de bouw is niet alleen essentieel voor het behoud van de planeet, het is ook nog eens heel gunstig voor zowel het bouwbedrijf als de eindgebruiker. Het Havep gebouw – verkozen tot het meest circulaire utiliteitsgebouw van de Benelux – is daarvan hét bewijs. Duurzaamheid is pure winst.

 


Paul de Ruiter Architects

23 mrt 2023

|

Economie

Betalingsverkeer Nederland zeer efficiënt, maar fors verlieslatend

In een eind november 2022 verschenen onderzoek van Betaalvereniging Nederland, uitgevoerd door McKinsey, werd geconcludeerd dat vrijwel nergens in Europa het betalingsverkeer zo efficiënt is als in Nederland. Tegelijkertijd toont het onderzoek aan dat het Nederlandse betalingsverkeer zeer verlieslatend is. Wat ligt hieraan ten grondslag en hoe drukken we verliezen de kop in? 

 

scherm-afbeelding-2023-03-23-om-12-14-25(1).png
Gijs Boudewijn is duidelijk over de aanleiding van het onderzoek. Volgens de algemeen directeur bij de Betaalvereniging is er in 2006 vergelijkbaar onderzoek gedaan naar de situatie van het betalingsverkeer in Nederland in 2005. Dit kwam voort uit discussies over kosten en opbrengsten van het betalingsverkeer. De perceptie in de retailsector was dat banken enorme winsten boekten, terwijl banken zelf veronderstelden grote verliezen te lijden. “En na een zorgvuldig bepaalde methodologie voor verdiepend onderzoek, door deelnemers samen met De Nederlandsche Bank, werd uiteindelijk geconcludeerd dat de werkelijkheid in het midden lag. Het betalingsverkeer in Nederland in 2005 draaide zo goed als quitte met zowel kosten als opbrengsten van ieder ongeveer vier miljard euro.”

 

Maar zestien jaar later ziet de wereld er anders uit. Wederom was er de wens inzicht te krijgen in kosten en opbrengsten van het betalingsverkeer. Met alle stakeholders is de methodologie van destijds bijgewerkt en gevalideerd voor de situatie van 2021, een jaar dat tevens met gevoeligheidsanalyses gevalideerd is; het was immers een coronajaar, maar er was trendmatig sprake van slechts marginale verschillen. De conclusie over 2021 is een harde: het aanvankelijke verlies van 23 miljoen in 2005 is uitgegroeid tot een verlies van ruim een half miljard euro. Boudewijn: “Het goede nieuws is dat digitalisering heeft gezorgd voor een ruime verdubbeling van het aantal transacties tegen dezelfde kosten; een enorme efficiëntieslag. Maar die grote verliezen, daar moeten we wat mee. Het betalings­verkeer kost de Nederlandse samenleving serieus geld.”


Dat zit ‘m wat Boudewijn betreft bijvoorbeeld in de tarieven voor betaal­diensten: “Kijkend naar het onderzoek zien we dat Nederland tot het putje van Europa behoort als het gaat om kosten voor betaaldiensten voor consumenten.” Ter illustratie: een betaal­rekening, inclusief benodigde producten en diensten, kost in Europa gemiddeld zo’n vijftig euro. In Nederland kost dit maar de helft. De uitschieters in Europa gaan volgens Boudewijn richting de honderd euro. “Onze extreem lage tarieven komen voort uit het oude Nederlandse model, waarbij niet per se getracht werd winst te maken op betaalr­ekeningen. Maar ze zouden wel structureel kostendekkend moeten zijn.” Maar dat zijn ze dus niet. Dat komt onder andere door KYC-­regelgeving (Know Your Customer) en anti-witwasmaatregelen, waar in 2005 nauwelijks sprake van was.
Boudewijn: “We zijn hier in Nederland misschien enigszins in doorgeslagen. Uit het onderzoek blijkt dat we in dit kader bijna een miljard aan kosten hebben. Hier hebben we bijvoorbeeld een meldplicht voor iedere ongebruikelijke transactie, terwijl dat in het buitenland alleen geldt voor verdachte transacties.”

 
Ook andere zaken zoals afhankelijkheid van rentemarges en lage tarieven voor pintransacties hebben invloed op de winstgevendheid van het Nederlandse betalingsverkeer. “Al deze factoren moeten worden meegewogen in de vraag of het huidige model op termijn nog wel verantwoord is. Is het beleid omtrent KYC en witwassen wel het juiste? Wat doe je met de tarieven? Hoe dringen we onze afhankelijkheid van rentemarges terug? In de discussies met stakeholders moet in ieder geval centraal staan: hoe houden we een veelal digitaal toekomstig model voor betalingsverkeer veilig, betrouwbaar, efficiënt en toegankelijk?”

23 mrt 2023

|

Industrie

‘Een duurzame supply chain begint met ketensamenwerking’

De grote aandacht voor duurzaamheid geeft supply chains een nieuwe dimensie. Naast tijd en geld wordt actief sturen op CO2-uitstoot steeds belangrijker. Dat kan alleen in transparante ketens. E-mail en Excel moeten in de logistiek nu echt de deur uit. Real-time ketensamenwerking is de toekomst.

Ketensamenwerking lijkt een abc’tje. Sneller en efficiënter werken tegen lagere kosten zijn bewezen voordelen. Toch moeten nog heel veel producenten, retailers en logistieke dienstverleners over die drempel heen. Duurzaamheid is daarvoor het vliegwiel.  Maatschappelijke druk en aanstaande wettelijke verplichtingen (CSRD) stellen bedrijven voor nieuwe opgaven. Transparantie is de basis voor duurzame keuzes en het voldoen aan nieuwe regels.

Iedere keten real-time transparant

Yellowstar biedt al sinds de oprichting in 2009 innovatieve softwareoplossingen waarin ketensamenwerking centraal staat. Of het nu is voor de aansturing van supply chains vanaf de leverancier in Azië of voor het managen van intermodale ketens van haven tot warehouse. Dankzij onze software die werkt via de cloud kan elke schakel eenvoudig aansluiten. Iedere keten wordt zo real-time transparant en voorspelbaar voor 24/7 proactieve aansturing. Dat voorkomt bijvoorbeeld leeg rijden, vermindert voorraden en leidt tot het gerichter inzetten van duurzame modaliteiten.

Concreet CO2-uitstoot meten

Met onze softwareoplossingen is bovendien (in samenwerking met BigMile) door de gehele keten heen eenvoudig de CO2-uitstoot te meten. Bijvoorbeeld om dit per order terug te koppelen aan de klant of per artikel te vermelden richting consument. Maatschappelijke verwachtingen en wettelijke verplichtingen komen op die manier samen. Meer intelligentie toevoegen

Kan het nog duurzamer? Jazeker; wij werken er in samenwerking met onze moederorganisatie ICT Group aan om nog meer intelligentie aan onze software toe te voegen. Algoritmes maken het mogelijk heel nauwkeurig te voorspellen wanneer in de keten welke actie nodig is. Supply chains zijn zo nog efficiënter en dus duurzamer in te richten. Een aanlokkelijk toekomstperspectief, met ketensamenwerking als basis. Het is aan marktpartijen om nu daadwerkelijk over die drempel te gaan.
Wij helpen graag!

23 mrt 2023

|

Economie

Inclusief en toegankelijk betalingsverkeer in Nederland

Een speerpunt vanuit Nederlandse banken is zo toegankelijk en inclusief mogelijk betalingsverkeer. De rappe ontwikkelingen in digitalisering maken dat daar extra aandacht voor nodig is.

 
De digitalisering van het betalingsverkeer past bij de maatschappelijke ontwikkelingen anno 2023 en maakt het systeem bewezen efficiënter. Het centrale uitgangspunt van het betalingsverkeer in Nederland is echter dat dit voor iedereen werkt. Daar zijn nog hordes te nemen, weet ook Gijs Boudewijn.

 
De Nederlandsche Bank heeft in een rapport zestien aandachtsgroepen geïdentificeerd. “Iedere groep kampt met andere uitdagingen: sommigen hebben geen internet, anderen zijn blind, sommigen zijn digitaal onbehendig. We moeten bepalen wie tegen welke problemen aanloopt en hoe we die gericht kunnen aanpakken. Onderdeel daarvan is ook samenwerken met het Informatiepunt Digitale Overheid. Samen moeten we mensen bij de hand nemen.”


Belangrijk is ook dat men ‘warme’ hulp blijft ontvangen. “Met de digitalisering sluiten steeds meer bankkantoren en worden callcenters vervangen door chatbots. Voor veel mensen is het live contact met andere mensen belangrijk en noodzakelijk. Hoe zetten we service­centra in om mensen ‘warm’ op weg te helpen met digitale toepassingen?”

 
Maar een toegankelijk systeem betekent niet ‘of of’, maar ‘en en’, zoals Boudewijn zegt. “Zo lang het nodig is kunnen mensen ook op niet-digitale manieren bankzaken regelen. Dit hebben banken toegezegd. Degene die niet digitaal vaardig kan worden kan analoog zaken blijven regelen. Dat heeft ook betrekking op het aanblijven van contant geld. Betalingsverkeer is de bloedsomloop van de maatschappij en moet dus voor iedereen zijn. Ik ben er trots op dat we met het Nederlandse poldermodel voor iedere uitdaging een oplossing weten te bedenken. Ik ben ervan overtuigd dat we op deze manier ook het primair digitale systeem van de toekomst toegankelijk en inclusief kunnen vormgeven.”