Laatste nieuws

23 mrt 2023

|

Levensstijl

Experts over krapte op de arbeidsmarkt: ‘Scholing speelt cruciale rol’

Hoe vind en behoud je als bedrijf goede mensen in deze krappe arbeidsmarkt? Onderwijs speelt daarbij een belangrijke rol, bepleit Ingrid Thijssen, voorzitter van VNO-NCW. En ook coaching zorgt voor meer tevreden werknemers, die ook nog beter presteren, zeggen Jan Marijne en Toon van Mierlo van Coach van de Zaak.

 

toon-van-mierlo-800x800.jpg       jan-marijne-800x800.jpg
Een Leven Lang Ontwikkelen is dé oplossing om goede mensen op te leiden en te behouden als bedrijf. Daarover zijn werkgeversorganisatie VNO-NCW en Coach van de Zaak het roerend eens. Mensen die zich kunnen ontplooien,
blijven leren en verder komen in een organisatie, halen meer voldoening uit hun werk. Tegelijkertijd zorgt onderwijs ervoor dat werknemers ook up-to-date blijven in hun branche.

 

En dat is, met de huidige krapte op de arbeidsmarkt, belangrijker dan ooit, zegt VNO-NCW-voorzitter Ingrid Thijssen. “Moet je eens zien hoe we artificiële intelligentie nu al inzetten en hoe hard het gaat qua robotisering van sommige zaken. Dat gaat álle vakgebieden drastisch veranderen. De technologische ontwikkelingen gaan razendsnel. Meer dan ooit is het zaak dat werknemers bijblijven en zich ontwikkelen in hun vakgebied.”


Door technologische ontwikkelingen zullen er banen verdwijnen, maar tegelijker­tijd zal er ook krapte zijn in de nieuwe banen die erdoor ontstaan. “De krapte op de arbeidsmarkt zal vooral opgelost worden door het werk met minder mensen te doen, met behulp van robotisering en automatisering. Maar dat kan alleen als ondernemers en werk­nemers nieuwe vaardigheden blijven leren. Je blijven ontwikkelen, maakt de overstap naar zo’n nieuwe baan dan mogelijk, ook als dat in een andere sector is.”

 
Blijven leren is daarnaast ook voor werknemers zelf enorm belangrijk, vullen oprichters Jan Marijne en Toon van Mierlo van Coach van de Zaak aan. Sterker nog: het is vaak een belangrijke motivatie om wel of niet bij een werkgever te blijven. Marijne: “We zien al veel langer dat het salaris niet de belangrijkste reden is om van baan te veranderen. Mensen willen zich kunnen ontplooien, ontwikkelen en doorgroeien in een organisatie. Dat faciliteren is voor een bedrijf dus ook een slimme manier om met de huidige situatie op de arbeidsmarkt om te gaan.”


Coach van de Zaak biedt bedrijven in abonnementsvorm coaches aan in vele werkgerelateerde expertises. Bedrijven die een abonnement nemen, kunnen hun werknemers zelf verwijzen naar een coach maar er kan door medewerkers ook zelf­standig contact op worden genomen. Zoals werknemers die een leidinggevende positie hebben of krijgen. Van Mierlo: “Je ziet vaak dat dit mensen zijn die enorm goed zijn in hun vakgebied, maar nooit de vaardigheden van managen hebben geleerd. Dan komt het deels aan op aanleg, maar veel zaken zijn ook goed aan te leren. Bij een sessie oefenen we veel, want het gaat niet alleen om de theorie tot je nemen. Daarna moet je het ook nog in de praktijk brengen.”

 
Coach van de Zaak ziet zelf dat deze ontwikkelingsmogelijkheden ervoor zorgen dat medewerkers tevreden zijn. Marijne: “Het voorkomt dat mensen hun geluk bij een ander bedrijf gaan beproeven en is dus een bewezen manier om goede werknemers te kunnen behouden.” De coaches bieden ook hulp als het aankomt op bore-out en burn-out preventie en bij conflicten op de werkvloer. Marijne: “Moet je maar eens uitrekenen wat het een bedrijf kost als een persoon uitvalt met een burn-out. De investering in coaching heb je er dan zó uit. Om nog maar te zwijgen van de bore-out. Mensen die vastlopen, omdat zij het gevoel hebben zich niet verder te kunnen ontwikkelen. Dát zijn de mensen die op zoek gaan naar een andere baan, terwijl ze gemotiveerd en gedreven zijn. Die wil je dus heel graag vasthouden.”

 
Wat VNO-NCW en Coach van de Zaak betreft staat het dus vast dat iedereen er baat bij heeft als mensen zich kunnen blijven ontwikkelen. Zaak dus, voor werkgevers, om dit zo laagdrempelig mogelijk te maken. Thijssen én Marijne én Van Mierlo breken alle drie een lans voor ‘leren op de werkvloer’. Thijssen: “Jezelf ontwikkelen hoeft echt niet altijd meer in de schoolbankjes, zoals mensen vaak denken. Steeds meer aandacht is er tegenwoordig gelukkig ook voor leren op de werkvloer. Die ontwikkeling kunnen we nog beter in beeld brengen en ondersteunen.” Bij Coach van de Zaak zijn ze hier ook warm voorstander van. Coaches adviseren geregeld om mentorship projecten op te starten. Van Mierlo: “Maak gebruik van de kennis van de oudere collega om de jongere collega te helpen. Het mes snijdt dan aan twee kanten. Er komt meer begrip tussen de collega’s en ook de werknemer die al veel langer bij het bedrijf werkt, kan zeker iets leren van de jongere.”


Maar natuurlijk zijn er ook vele opleidingen en cursussen te vinden waarbij mensen zich kunnen ontplooien. Thijssen: “Ik raad iedereen aan om eens op de website van de Rijksoverheid te kijken over dit onder­werp (rijksoverheid.nl/onderwerpen/leven-lang-ontwikkelen, red.). Daar vind je veel nieuws en inzicht in de opleidingen die er zijn. Het is vaak nog lastig voor mensen om de weg te vinden in het enorme aanbod. Daar moet echt iets aan veranderen. Er is behoefte aan laagdrempelige mogelijkheden om je te laten adviseren.”

 
Ook bij Coach van de Zaak is dit een belangrijk thema. Marijne: “Heel logisch dat mensen op het gebied van coaching soms door de bomen het bos niet meer zien. Daarom hebben wij Coach van de Zaak opgericht: snelle, praktische en oplossingsgerichte coaching. Onze coaches hebben veel vlieguren gemaakt binnen het bedrijfsleven, hebben zelf leidinggegeven en alle issues in de praktijk meegemaakt. En ze hebben ook veel levenservaring, want bij coachvragen lopen werk en privé steeds meer in elkaar over.”

 
Door met een abonnementsvorm te werken, wordt de hulp bovendien laagdrempelig. Van Mierlo: “De drempel om naar een coach te stappen is soms hoog, terwijl er veel winst te behalen valt. Werkgevers kunnen de stap verkleinen, door vrijblijvend aan te bieden dat die coach er gewoon is als je hem nodig hebt. Wat ons betreft wordt een coach een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde. Waarom wel een auto van de zaak maar geen coach? Aan die coach heb je meer. En het bedrijf ook, want tevreden werk­nemers blijven voor je werken en ze presteren beter.”

 
Het moet, zo concludeert Thijssen, nog meer een vanzelfsprekendheid worden om werken én ontwikkelen te combineren, je leven lang. “Voor iedereen, op elk niveau, is dit belangrijk. Onderwijs en ontwikkeling zijn cruciaal voor elke Nederlander en voor Nederland als geheel. Het is aan werkgevers om die mogelijkheden te bieden en aan werknemers om de kansen die er zijn te pakken.”

23 mrt 2023

|

Levensstijl

Global Executive MBA: Voor leiders van nu en de toekomst

Een leven lang leren: het is niet per se een luxe, het is een noodzaak, zegt Nicola Kleyn, Dean of Executive Education bij Rotterdam School of Management. In het vorig jaar geïntroduceerde programma Global Executive MBA (GEMBA) worden de leiders van nu en de toekomst bijgeschoold.

 

nicola-kleyn.jpg
In een wereld die constant verandert, is het belangrijker dan ooit om bij te blijven. Niet alleen in je vakgebied, maar ook op het gebied van management skills zoals communicatie. Bij Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM), worden de leiders van nu en morgen bij elkaar gebracht om met elkaar te leren én van elkaar te leren.


“In het GEMBA programma ligt een grote focus op strategisch leiderschap. Onderdeel van het programma zijn onderwerpen als ondernemerschap, duurzaamheid, communicatie en hoe om te gaan met een crisis”, zegt Kleyn. “Het is, kortom, een programma waarin we ons focussen op de kennis, vaardig­heden en mentaliteit die senior managers nodig hebben. Dit alles is zeer belangrijk als je op een belangrijke positie komt in een bedrijf, want strategische leiders moeten op alle niveaus in de organisatie in staat zijn beslissingen te nemen. Omdat we werken met een kleine groep, kunnen de leerdoelen helemaal worden aangepast op de individuen.”

 
Het Global Executive MBA programma is bedoeld voor de top van het bedrijfsleven. De deelnemers komen verspreid over 21 maanden ongeveer eens per maand samen in Rotterdam. Een aantal onderdelen van het programma vindt online plaats. Daarnaast maken de deelnemers samen studiereizen, waarin ze andere top business schools en bedrijven in verschillende internationale ‘hotbeds’ bezoeken. “De huidige groep is onlangs in Singapore geweest”, zegt Kleyn. “In een andere context leer je jezelf en anderen beter kennen.”

 
Jezelf bijscholen als je aan het roer staat van een afdeling of organisatie is ontzettend belangrijk, weet zij. Hoe we leiders zien, is namelijk flink aan verandering onder­hevig geweest. Kleyn: “We zijn met dit programma gestart omdat we zagen dat er in de markt behoefte aan was, juist omdat we nu anders naar onze leidinggevenden kijken. Vroeger luisterden werknemers naar hun baas, omdat het hun baas was. Tegenwoordig moet je je sporen verdienen. Mensen willen weten: waarom moet ik naar jou luisteren? Ze volgen je niet zomaar, omdat je toevallig de baas bent.”

 
Het programma is bedoeld voor senior executives die hun rol daarin serieus nemen. “Het is bedoeld voor mensen die nieuwsgierig zijn naar zichzelf en naar hun eigen ontwikkeling. Mensen die open staan voor feedback en groei. We moeten altijd, dat geldt voor iedereen, accepteren dat we met een bepaalde tunnelvisie naar onszelf kijken. Zo werkt het nu eenmaal. Anderen zien weer andere stukken. In ons programma krijg je objectieve feedback, waarbij je die tunnelvisie kunt doorbreken. Dat kan soms ongemakkelijk zijn, tot op een bepaald niveau, maar die ongemakkelijkheid moet je aanvaarden en ervaren. "Wij geloven dat dáár de groei zit.”

 
Door een groep bij elkaar te brengen waarin iedereen daarvoor gaat, ontstaat er magie, weet Kleyn. “In een kleine groep van maximaal 35 mensen werken we aan het ontwikkelen van kennis en kwaliteiten voor leiders”, zegt Kleyn. “Naast dat je ongelofelijk veel leert van onze lessen en professoren, leer je vaak net zo veel van
elkaar. Je krijgt een enorm krachtig netwerk van mensen om je heen, waarbij iedereen elkaar weer een stapje verder kan brengen.”


De meeste lessen vinden plaats op de campus in Rotterdam. Elkaar ontmoeten is volgens Kleyn essentieel. “Want het gebeurt uiteindelijk bij de gesprekken bij de koffieautomaat”, lacht Kleyn. “Maar bovenal geloven we in de interactie die we dan zien. Daarvoor is het nodig om bij elkaar te komen.”


Bij Rotterdam School of Management is heel bewust gekozen voor een executive MBA met een internationale aanpak. Kleyn: “Door globalisering en digitalisering is alles met elkaar verbonden. Daar krijg je als leider van een grote organisatie altijd mee te maken. Of je het nu wilt of niet, wat er gebeurt in Rusland of China is relevant en werkt wereldwijd door. Dit is de schaal waar je als leider mee te maken hebt. Dit programma en dit netwerk bereidt je daarop voor.”


De veranderende markt zorgt ervoor dat werknemers zich altijd zullen moeten blijven ontwikkelen, zegt Kleyn. “Blijven leren is niet langer een manier om voorop te
lopen, het is noodzakelijk om niet achterop te komen. Wat je vandaag weet, helpt je niet om morgen succesvol te zijn”, zegt ze.

 
Groot voordeel is, zo zegt ze, dat leren tegenwoordig op allerlei manieren kan. “Ik ben iemand die graag leert in een groep. In een klaslokaal, waarin ik direct mijn vragen kan stellen en er direct contact is. Sommige mensen leren door video’s te kijken of zich op te sluiten met een aantal boeken. Er is van alles mogelijk om het beste uit jezelf te halen. Met ons Global Executive MBA programma heeft Rotterdam School of Management een waardevolle toevoeging gevonden om senior leiders met een internationale oriëntatie bij te scholen, te stimuleren en te groeien. Daar ben ik enorm trots op.”

23 mrt 2023

|

Levensstijl

Opleiden als oplossing voor de maatschappelijke uitdagingen

Een Leven Lang Ontwikkelen staat hoog op de politieke agenda en het kabinet heeft ambitieuze plannen op dit gebied. Een goede zaak, want de uitdagingen waar wij voor staan zijn ongekend: grote tekorten op arbeidsmarkt, een stijgende pensioen­leeftijd, de energietransitie, de bouw­opgave en veranderingen en innovaties die steeds sneller gaan. De vraag is hoe wij, als maatschappij, hier mee om kunnen gaan? Het antwoord? Door te zorgen voor een goed opgeleide beroeps­bevolking die wendbaar, weerbaar en duurzaam inzetbaar is op een veran­derende arbeidsmarkt.    

 

Maar dat vraagt nogal wat van mensen. Naast praktische vaardig­heden, die steeds sneller ver­ouderen, zullen mensen ook in staat moeten zijn om persoonlijke vaardigheden door te blijven ontwikkelen. Hierdoor blijven mensen inzetbaar voor de veranderende arbeidsmarkt. In de praktijk zijn daar al vele goede voorbeelden van. Denk aan de energietransitie, daarvoor hebben we kwalitatief goed opgeleide mensen nodig. Mensen die zonnepanelen en warmtepompen kunnen plaatsen, huizen kunnen isoleren en duurzaam kunnen bouwen, elektrische auto’s kunnen onderhouden, laadstations kunnen plaatsen, en ga zo maar door. Juist daar zijn nu grote tekorten aan goed opgeleide mensen. En dat is slechts één sector, maar dit geldt ook voor de sectoren ICT en zorg, waar goede initiatieven plaatsvinden met verkorte opleidingen zodat mensen snel beschikbaar zijn om een bijdrage te leveren. Zo is tijdens de corona­crisis de Nationale Zorgklas opgezet: mensen zijn binnen afzienbare tijd om- en bijgeschoold, zodat ze snel inzet­baar zijn voor het werken in de zorg. De deelnemers van deze opleidingen hebben hiermee ook mbo-certificaten gehaald.

 
De NRTO (branchevereniging voor private trainings- en opleidingsinstituten) en haar leden zijn actief in het hart van deze actualiteit. De NRTO werkt mee aan initiatieven die het Leven Lang Ontwikkelen verder brengen. Zo werkt de NRTO samen met diverse andere organisaties aan de ‘Werkagenda mbo’. Centraal staat de vraag hoe het mbo verder versterkt kan worden, door kansengelijkheid, een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en een verdere kwaliteitsverbetering. Dit geldt zowel voor het initieel onderwijs als voor het post-initieel mbo-onderwijs voor (jong)volwassenen. Een ander middel in het kader van Leven Lang Ontwikkelen is de STAP-regeling. Via deze regeling kunnen werkenden en werk­zoekenden een budget van maximaal duizend euro per jaar aanvragen voor scholing. Deze subsidie kan worden gebruikt voor een training, cursus of opleiding.


De STAP-regeling (Stimulering Arbeidsmarkt Positie) is een lerende regeling waar met succes door mensen een beroep op wordt gedaan. De eerste onderzoeken tonen aan dat de regeling een diverse doelgroep bereikt, qua leeftijd en opleidingsniveau: de helft van de aanvragers heeft maximaal een mbo-4 opleiding, ruim de helft van de aanvrager is tussen de dertig en vijftig jaar oud en 58 procent van de aanvragers wil zich met het STAP-budget bijscholen om het huidige werk beter te kunnen doen. Daarnaast wil 42 procent zich omscholen of de mogelijkheid creëren om ander werk te gaan doen.

 
Deze doelgroep wordt beter bediend dan onder de vorige fiscale regeling, de scholings­aftrek. In het kader van Leven Lang Ontwikkelen en eigen regie van mensen is de regeling een goed instrument. Echter, deze regeling kan op onderdelen beter. Met een aantal aanpassingen kan deze regeling worden verbeterd en daarmee kan de leercultuur verder bevorderd worden. De STAP-regeling is een mooie opmaat naar leerrechten in het post-initieel onderwijs.

 

favori-h-k-ciel-vierkant3-1.jpg 

Ciel Stevens-Meewis, Directeur NRTO

23 mrt 2023

|

Industrie

Ga de energietransitie in met Kenter

De opgave liegt er niet om. In het kader van van ‘Fit for 55’ moet de CO2-uitstoot van Nederland in 2030 met 55% omlaag ten opzichte van 1990: de energietransitie. Verduurzaming maakt een belangrijk deel uit van die energietransitie. Veel bedrijven zijn gemotiveerd om daarmee aan de slag te gaan. Maar als ze eenmaal beginnen, zien ze begrijpelijkerwijs al snel door de bomen het bos niet meer. Kenter wil haar klanten begeleiden en ontzorgen in de omgang met het energievraagstuk, maakt CEO Erik van der Ende duidelijk.

 scherm-afbeelding-2023-03-23-om-10-39-31.png


“Veel klanten zijn bezig met eigen duurzame energie-opwek en willen elektrificeren om minder afhankelijk van fossiele energie te worden”, weet Van der Ende. “Maar het Nederlandse elektriciteitsnet kan op veel plekken zowel extra afname als extra toelevering niet aan, dit wordt netcongestie genoemd. Die netcongestie bij de netbeheerder maakt het voor bedrijven complex om alle consequenties die samenhangen met eigen opwekking en elektrificatie te overzien.”

 


Omdat veel steden steeds strenger worden op het toelaten van voertuigen met verbrandingsmotor, hebben transportbedrijven behoefte aan een overstap naar elektrische tractie, inclusief de bijbehorende laadinfrastructuur. Van der Ende: “Ook zo’n casus is complexer dan misschien op het eerste oog lijkt, zeker als dit wordt gecombineerd met eigen elektriciteitsopwekking. Bedrijven worden geconfronteerd met een palet aan keuzes. En omdat voor ieder bedrijf de juiste keuze anders is, is het zaak het traject zorgvuldig af te wegen.”

 


Trias Energetica

Kenter is als specialist op het gebied van middenspanning de partij bij uitstek om bedrijven in hun energiekeuzes te begeleiden, zegt Van der Ende: “Veel grootverbruikers kennen ons als meetbedrijf dat het verbruik registreert. Maar daarnaast zijn we ook actief in het advies geven over en ontwerpen van de totale energie-infrastructuur. Dit omvat de installatie van transformatoren, laadpalen, energieopslag, de realisatie van zonnepanelen, generatoren en energiemanagementsystemen.

We overzien daarbij alle aspecten van de ‘trias energetica’. Hoe eerder we worden betrokken om mee te denken over een (totaal)plan, hoe beter we kunnen bijdragen aan optimalisering van de energie-oplossing. ”

 


De eerste vraag bij elk energieplan is: waar kan ik besparen? Van der Ende: “Soms is er subsidie voor investeringen in duurzame apparatuur mogelijk, maar de duurzaamste energie is de energie die je niet verbruikt. Besparen is aantrekkelijk, al vraagt dat veelal ook om investeringen. De weg naar de beste oplossing begint dan ook met het creëren van inzicht in energieverbruik. Veel bedrijven weten niet precies hoeveel energie ze waar in hun processen verbruiken.”

 


Als dat eenmaal in kaart is gebracht, komt duurzame opwekking aan de orde. Meestal gaat het om een oplossing met zonne-panelen. Daarvoor werkt Kenter samen met betrouwbare partners. Omdat er een groot deel van de tijd een mismatch is tussen de elektriciteitsproductie en de elektriciteitsvraag vanuit de productieprocessen, kan (batterij) opslag interessant zijn om vraag en aanbod te balanceren. Daarvoor is een goed vergelijk tussen een eigen (kostbare) opslag en de lokale beschikbare capaciteit van het net van de netbeheerder nodig. Is er lokaal sprake van netcongestie en gaat dit nog jaren duren? Dan kan het kopen of huren van een energieopslagsysteem uitkomst bieden. Zo realiseert Kenter dagelijks korte- en middellange termijn oplossingen, gericht op lange termijn verduurzaming.”

   

Betrouwbaar en betaalbaar      

Als er eenmaal een totaalplan ligt, betekent dit niet automatisch dat het in één keer moet worden uitgevoerd, merkt Van der Ende op. “Technisch is er van alles mogelijk. We kennen alle oplossingsrichtingen. Maar het gaat ons alleen om oplossingen die ook economisch haalbaar en betaalbaar zijn. We benaderen het energievraagstuk vanuit het perspectief van de klant. Daarom kunnen we in samenspraak een fasering aanbrengen die het bedrijf past en die het beste aansluit op de externe ontwikkelingen die we vanuit onze kennis en expertise kunnen voorzien.”

 


Samen vooruit

Als realisatie eenmaal aan de orde is, kan Kenter dat proces regisseren. Van der Ende: “In dit proces bieden we onze klanten de vrijheid om te kiezen voor een huurconstructie zodat investering in kostbare nieuwe assets voor hen niet nodig is. Dit combineren wij met pro-actief onderhoud door onze eigen mensen en aanvullende 24/7 service (energiezekerheid as a service). Zo staan we op alle aspecten voor een betrouwbare en betaalbare oplossing”, benadrukt Van der Ende.

 

Cable pooling

Als de wind waait, schijnt de zon vaak niet. En als de zon schijnt, waait het meestal niet. Wind- en zonneparken die dicht bij elkaar liggen kunnen daarom prima op één kabel of één aansluiting worden aangesloten. Dat noemen we Cable pooling. Deze oplossing kan interessant zijn voor ondernemers die zich bevinden in netcongestiegebied.

Totaaloplossing

Van een basismeetdienst voor uw energieverbruik tot volledig laadplein gevoed door zonnepanelen: de specialisten van Kenter helpen u graag bij het realiseren van de optimale energie-infrastructuur. Van een (financiële) haalbaarheidsstudie en advies tot en met realisatie inclusief service en onderhoud. Kenter zorgt tevens voor data en inzicht middels een online dashboard.   

23 mrt 2023

|

Gezondheid

Aspen API More than just an API

Aspen API is een Europa’s vooraanstaande producenten van complexe en hoogwaardige Active Pharmaceutical Ingredients (API's), oftewel de werkzame stoffen in geneesmiddelen. Ons bedrijf produceert meer dan 50 verschillende API's door middel van zowel biochemische als chemische synthese­methoden. Met ons wereldwijde netwerk, dat vanuit Nederland wordt aangestuurd met fabrieken in Zuid-Afrika, India en de Verenigde Staten, dragen wij bij aan het verbeteren van de gezondheid van patiënten in meer dan 115 landen. Aspen API heeft momenteel ongeveer 1000 medewerkers in dienst en behaalde in 2022 een omzet van ongeveer 400 miljoen euro. Aspen API is een volledige dochteronderneming van Aspen Pharmacare, gevestigd in Zuid-Afrika en genoteerd aan de beurs van JSE Limited. 

 

Aspen API heeft een trotse geschiedenis van exact 100 jaar in de productie van API's, en wordt erkend als een wereldwijde leverancier en een van de bekendste ontwikkelaars en fabrikanten van steroïdhormoon-API's en andere complexe HPAPI's ter wereld. Veel van deze API's zijn geregistreerd en worden gebruikt in afgewerkte doseringsvormen. Aspen API staat ook bekend om haar productie van heparine-natrium, choriongonadotropine en verschillende peptiden.

 


Voornaamste activiteiten

Aspen API richt zich op de productie van complexe, zeer krachtige API's, die beschikbaar zijn voor een groot publiek. De uitgebreide portefeuille van Aspen API omvat een breed spectrum van zowel generieke als specifieke niet-steriele API's, gericht op een uiteenlopende reeks acute en chronische indicaties. Deze bestrijken vele medische gebieden in Europa, waaronder anesthesie, oncologie, gynaecologie/menopauze, immunosuppressieve therapie en therapie voor hypothyreoïdie.  Aspen API staat in de markt bekend als een API-­fabrikant met hoge kwaliteits- en compliance normen van 's werelds grootste regelgevende instanties. Ook heeft het bedrijf grote duurzame ambities. Zo zijn wij betrokken bij onze lokale gemeenschap, kopen wij kopen verantwoord  handel in onze toeleveringsketen.

 


Industriële waardeketen in Europa

De afgelopen decennia is de productie van API's, precursoren van API's en afgewerkte doseringsvormen (de uiteindelijke geneesmiddelen) grotendeels naar Azië verplaatst. De complexiteit van de eerste stap van de totale waardeketen is groot: de weg naar een vervaardigd geneesmiddel loopt van grondstof via geregistreerde grondstof of "regulerend uitgangsmateriaal" (RSM) naar actief ingrediënt (API), naar einddoseringsvorm, zoals weergegeven in figuur hieronder. Een belangrijkste onderdeel van de waardeketen is de API.

 

Lagere arbeidskosten en minder strenge vergunningseisen in Azië, in combinatie met lagere investeringskosten, zijn de belangrijkste oorzaken van de verplaatsing van de productie.

 
In 2020 hadden producenten in Azië 63 procent van de CEP's (Certificaat van geschiktheid van monografieën van de Europese Farmacopee) in handen. Europese producenten vertegenwoordigen slechts 33 procent. Twintig jaar geleden was dit nog andersom.

Door de grote verschuiving van de productie van API's, intermediates en uitgangsmaterialen naar Azië is de toeleveringsketen van de resterende (geneesmiddelen)productie in Europa voor 74 procent tot 80 procent afhankelijk geworden van Azië. Dit geldt met name voor generieke geneesmiddelen. De gevolgen van deze afhankelijkheid zijn nadelig voor geneesmiddelen waarvoor nauwelijks (productie)alternatieven bestaan. Aan het begin van de COVID-19-crisis werd dit duidelijk door tekorten aan paracetamol en Midazolam maar ook tekorten voor de spierontspanner Rocuronium bromideap de intensive care van hospitalen waar Aspen Oss snel de Nederlandse ziekenhuizen kon beleveren. Dergelijke tekorten zijn geen uitzondering, ook niet voor geneesmiddelen waarvoor wel (productie)alternatieven bestaan.

 
Er zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd naar de oor­zaken van de verschillende tekorten. Samengevat zijn er vijf kwetsbaarheden die de totale toeleveringsketen van grondstoffen tot afgewerkte producten ernstig verstoren:


1. De afgelopen jaren heeft er een consolidatie plaatsgevonden van producenten die grondstoffen maken. Daardoor hebben sommige grondstoffen een zeer smalle basis van producenten. Als zich een verstoring voordoet, bij een sluiting van een fabriek door de Chinese overheid, dan heeft dat onmiddellijk grote gevolgen voor de hele toeleveringsketen;

 
2. Om kosten te besparen is de hele toeleveringsketen lean opgezet, waardoor veiligheidsvoorraden onmogelijk zijn - die kosten immers geld. Verschillende API's hebben lange en complexe productieroutes, waarbij meerdere partijen over de hele wereld nauwgezet op elkaar moeten worden afgestemd. Een incident bij een leverancier heeft vaak grote gevolgen voor de hele toeleveringsketen;

 

3. De productie die de afgelopen jaren is verplaatst brengt vaak verouderde processen met zich mee met een grote
impact op het lokale milieu.


4. Sommige geneesmiddelen zijn de laatste jaren zo goedkoop geworden dat het economisch niet meer aantrekkelijk is ze te produceren. Dit geldt vooral voor de productie in de westerse wereld, maar ook in toenemende mate in Azië;

 
Europa is kwetsbaar geworden als je kijkt naar de mogelijk­heden van productietechnologieën. Het direct overplaatsen van de verschillende productieroutes as such gaat dus niet de oplossing zijn. Alleen door te investeren in innovatie van nieuwe en duurzame technologieën kunnen we betaalbare, hoog kwalitatieve en meer duurzaam produceren, productieroutes overplaatsen en minder afhankelijk worden van Azië.

 
Aspen API  neemt hierin haar verantwoordelijkheid en investeert in een breed scala aan technologieën en verbreedt haar investeringsportfolio. Dit wordt gedaan in samenwerking met partners, instellingen, klanten, universiteiten en overheden. Aspen API werkt hierbij nauw samen met de Nederlandse overheid en neemt ook in Europees verband deel aan het IPCEI Health Project, dat is MED4Cure.

 
Dankzij onze huidige capaciteit en technologische vaardig­heden, en de voortdurende innovatie daarvan, hebben wij een belangrijke troef in handen om toekomstige kwetsbaarheden te verminderen en de leveringszekerheid te verbeteren.

23 mrt 2023

|

Gezondheid

Cleanroom- en OK-technologie naar ieders wens

De behoefte aan zorgruimten en cleanrooms met een hoog prestatieniveau groeit; veel ziekenhuizen renoveren of bouwen om deze redenen apotheken, OK's, CSA’s en steeds vaker speciale cleanrooms voor bijvoorbeeld cel- & gentherapie. Interflow ontwikkelde zich van leverancier van flowkasten tot een volwaardige integrale ontwerper en bouwer van OK's en cleanrooms, met fabricage in eigen huis. Daarnaast is Interflow marktleider op het gebied van klant specifieke Laminar Air Flow units, inmiddels een bekend achtergrondbeeld bij nieuwsitems gedurende de Coronapandemie. Sinds afgelopen jaar horen, naast verloop, ook verhuur van tijdelijke cleanrooms en lease van LAF-units tot de mogelijkheden. “Er is geen andere partij in de markt die het integrale advies, ontwerp- en bouw­proces inclusief validatie en onderhoud volledig zelf kunnen aanbieden”, vertellen consultant Gerben Nahuijs en projectmanager Menno den Boer.

 

 

Interflow is inmiddels in haar vijftigste levensjaar als onderneming. Een specialistisch bedrijf met een zeer sterk arbeidsethos, hoogwaardige kennis en gedegen vakmanschap. Interessant is dat de bedrijfs­visie van Interflow zowel een technisch/zakelijke kant als een menselijke kant kent. Naast integraal, hoogwaardig en duurzaam, spreekt men bij Interflow ook over plezier, toewijding en passie. Hierbij hebben zij sterke waarden gekozen, waar iedereen hen op mag aan­spreken. Van betrouwbaar, transparant en integer tot nieuwsgierig en innovatief.

 
Den Boer realiseerde als projectmanager inmiddels meer dan 60 OK's en specifieke GMP-­geclassificeerde cleanrooms, hij ziet de noodzaak tot kwalitatieve opwaardering overal in de markt toenemen. “Ook in de industrie zie je de behoefte aan productie onder cleanroom-­normen groeien. Vaak zijn daar de eisen nóg hoger. Alles moet steeds schoner. Bij bedrijven als ASML worden echt geen gipswanden gebruikt, in de OK-bouw mag dat bijvoorbeeld wel. Het is ontzettend leerzaam om over deze segmenten heen te kijken en onze klanten van elkaar te laten leren.” Interflow biedt daarom een flexibel, modulair bouwsysteem aan op basis van geprefabriceerde, makkelijk reinigbare wand­delen die op het laatste moment kunnen worden geïnstalleerd en tevens inbouwvoorzieningen hebben voor apparatuur. “Dit verhoogt ook de uiteindelijke bouwsnelheid, want je kunt de basis ont­werpen terwijl er nog met het ziekenhuis wordt overlegd over de definitieve inrichting; dat is veel flexibeler dan het realiseren van een uitgewerkt ontwerp. Hierdoor kunnen we ook snel schakelen in het begin van het proces.”

 


Validatie

De specialist uit Wieringerwerf (NH) begon in 1974 met het leveren van flowkasten aan apothekers – nog steeds een belangrijk onderdeel van de afzet, zegt consultant Nahuijs. “Maar wij leveren totaalprestaties en niet alleen producten.” Op deze manier werd Interflow een integrale bouwer van cleanrooms, met uitgebreide kennis en expertise op het gebied van richtlijnen, validatie en onderhoud. Den Boer: “In het validatie­proces van de OK leveren wij bijvoorbeeld maatwerk in de prestatie van de luchtbehandelingssystemen. Die systemen kunnen wij zelf leveren, maar als het nodig is ook aanbieden via een andere partij als het ziekenhuis dat wenst.” De uiteindelijke prestaties worden bij oplevering aangetoond met de validatie. Om aan te tonen dat de OK of cleanroom ook tijdens de exploitatie presteert, wordt deze periodiek gemonitord door middel van metingen. “Interflow doet dit volledig met eigen mensen en volgens de meest recente richtlijnen.”

 


Duurzaam

Als zodanig is Interflow een belangrijke leverancier van onder andere Bergman Clinics, de grootste keten zelfstandige klinieken in Nederland. Voor verschillende vestigingen werden OK's gebouwd, waaronder de meeste recente in Den Bosch en Arnhem. Daarnaast werden recentelijk meerdere OK's gebouwd voor onder meer Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede, Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam en AZ Vesalius in Bilzen (België). “Wij investeren altijd in een langdurige relatie met de klant.” Interflow werkt al enige jaren aan zogenaamde all-electric concepten voor hun cleanrooms en operatiekamers. Hierbij wordt vooral gebruik gemaakt van warmtepompen voor de conditionering van de cleanroom dan wel OK. Duurzaamheid gaat bij Interflow echter verder dan alleen energie besparen en gasloos bouwen. Het gaat ook over groene keuzes in de leveranciersketen en ontwikkeling van circulaire oplossingen. Gerben Nahuijs: “Leuk om te vermelden, is dat wij ook terugkoopregelingen kunnen aanbieden. Per 1 januari dit jaar valt ons modulaire wandsysteem met terugnamegarantie binnen de subsidiemogelijkheden van de overheid, MIA (Milieu-Investeringsaftrek).”


In het verlengde van hergebruik biedt Interflow ook mogelijkheden tot huur van een cleanroom binnen of buiten het ziekenhuis of de productie­locatie, dit kan voor zowel de korte als lange termijn. Zo kan een klant bijvoorbeeld in productie blijven tijdens een verbouwing of in afwachting van permanente nieuwbouw. Hiertoe heeft Interflow een modulaire oplossing in huis, waardoor een tijdelijke oplossing eenvoudig aangepast kan worden, verplaatst of uitgebreid.

 

Laminar Air Flow Units

Interflow is de marktleider in Nederland voor hoge kwaliteit Laminar Air Flow Units:
• Standaard: Keuze uit competitieve basismodellen voor dampafzuiging, poeder­afzuiging, crossflow en microbiologische veiligheidskabinetten (MVK);

• Maatwerk: Interflow kan iedere vorm van maatwerk toepassen op haar LAF-units, aangepast aan het type onderzoek of aangepast aan de werkomgeving, van crossflow tot isolator.

• Comfort: LAF Units van Inter­flow zijn de stilste in hun klasse en zijn voorzien van alle bedienings­gemak, van hoogteverstelling, veiligheidsverlichting tot besturing via een app.

• Duurzaamheid: Zeer lange levensduur en zuinig(ste) in energiegebruik

• Garanties & Veiligheid: LAF-units van Interflow bieden de zekerheid van de hoogste kwaliteit en een gegarandeerde (en gevalideerde) beschermde werkplek. Eenvoudige veilige filterwisseling is mogelijk bij de “Safe Change” variant.

More Stories

23 mrt 2023

|

Levensstijl

Experts over krapte op de arbeidsmarkt: ‘Scholing speelt cruciale rol’

Hoe vind en behoud je als bedrijf goede mensen in deze krappe arbeidsmarkt? Onderwijs speelt daarbij een belangrijke rol, bepleit Ingrid Thijssen, voorzitter van VNO-NCW. En ook coaching zorgt voor meer tevreden werknemers, die ook nog beter presteren, zeggen Jan Marijne en Toon van Mierlo van Coach van de Zaak.

 

toon-van-mierlo-800x800.jpg       jan-marijne-800x800.jpg
Een Leven Lang Ontwikkelen is dé oplossing om goede mensen op te leiden en te behouden als bedrijf. Daarover zijn werkgeversorganisatie VNO-NCW en Coach van de Zaak het roerend eens. Mensen die zich kunnen ontplooien,
blijven leren en verder komen in een organisatie, halen meer voldoening uit hun werk. Tegelijkertijd zorgt onderwijs ervoor dat werknemers ook up-to-date blijven in hun branche.

 

En dat is, met de huidige krapte op de arbeidsmarkt, belangrijker dan ooit, zegt VNO-NCW-voorzitter Ingrid Thijssen. “Moet je eens zien hoe we artificiële intelligentie nu al inzetten en hoe hard het gaat qua robotisering van sommige zaken. Dat gaat álle vakgebieden drastisch veranderen. De technologische ontwikkelingen gaan razendsnel. Meer dan ooit is het zaak dat werknemers bijblijven en zich ontwikkelen in hun vakgebied.”


Door technologische ontwikkelingen zullen er banen verdwijnen, maar tegelijker­tijd zal er ook krapte zijn in de nieuwe banen die erdoor ontstaan. “De krapte op de arbeidsmarkt zal vooral opgelost worden door het werk met minder mensen te doen, met behulp van robotisering en automatisering. Maar dat kan alleen als ondernemers en werk­nemers nieuwe vaardigheden blijven leren. Je blijven ontwikkelen, maakt de overstap naar zo’n nieuwe baan dan mogelijk, ook als dat in een andere sector is.”

 
Blijven leren is daarnaast ook voor werknemers zelf enorm belangrijk, vullen oprichters Jan Marijne en Toon van Mierlo van Coach van de Zaak aan. Sterker nog: het is vaak een belangrijke motivatie om wel of niet bij een werkgever te blijven. Marijne: “We zien al veel langer dat het salaris niet de belangrijkste reden is om van baan te veranderen. Mensen willen zich kunnen ontplooien, ontwikkelen en doorgroeien in een organisatie. Dat faciliteren is voor een bedrijf dus ook een slimme manier om met de huidige situatie op de arbeidsmarkt om te gaan.”


Coach van de Zaak biedt bedrijven in abonnementsvorm coaches aan in vele werkgerelateerde expertises. Bedrijven die een abonnement nemen, kunnen hun werknemers zelf verwijzen naar een coach maar er kan door medewerkers ook zelf­standig contact op worden genomen. Zoals werknemers die een leidinggevende positie hebben of krijgen. Van Mierlo: “Je ziet vaak dat dit mensen zijn die enorm goed zijn in hun vakgebied, maar nooit de vaardigheden van managen hebben geleerd. Dan komt het deels aan op aanleg, maar veel zaken zijn ook goed aan te leren. Bij een sessie oefenen we veel, want het gaat niet alleen om de theorie tot je nemen. Daarna moet je het ook nog in de praktijk brengen.”

 
Coach van de Zaak ziet zelf dat deze ontwikkelingsmogelijkheden ervoor zorgen dat medewerkers tevreden zijn. Marijne: “Het voorkomt dat mensen hun geluk bij een ander bedrijf gaan beproeven en is dus een bewezen manier om goede werknemers te kunnen behouden.” De coaches bieden ook hulp als het aankomt op bore-out en burn-out preventie en bij conflicten op de werkvloer. Marijne: “Moet je maar eens uitrekenen wat het een bedrijf kost als een persoon uitvalt met een burn-out. De investering in coaching heb je er dan zó uit. Om nog maar te zwijgen van de bore-out. Mensen die vastlopen, omdat zij het gevoel hebben zich niet verder te kunnen ontwikkelen. Dát zijn de mensen die op zoek gaan naar een andere baan, terwijl ze gemotiveerd en gedreven zijn. Die wil je dus heel graag vasthouden.”

 
Wat VNO-NCW en Coach van de Zaak betreft staat het dus vast dat iedereen er baat bij heeft als mensen zich kunnen blijven ontwikkelen. Zaak dus, voor werkgevers, om dit zo laagdrempelig mogelijk te maken. Thijssen én Marijne én Van Mierlo breken alle drie een lans voor ‘leren op de werkvloer’. Thijssen: “Jezelf ontwikkelen hoeft echt niet altijd meer in de schoolbankjes, zoals mensen vaak denken. Steeds meer aandacht is er tegenwoordig gelukkig ook voor leren op de werkvloer. Die ontwikkeling kunnen we nog beter in beeld brengen en ondersteunen.” Bij Coach van de Zaak zijn ze hier ook warm voorstander van. Coaches adviseren geregeld om mentorship projecten op te starten. Van Mierlo: “Maak gebruik van de kennis van de oudere collega om de jongere collega te helpen. Het mes snijdt dan aan twee kanten. Er komt meer begrip tussen de collega’s en ook de werknemer die al veel langer bij het bedrijf werkt, kan zeker iets leren van de jongere.”


Maar natuurlijk zijn er ook vele opleidingen en cursussen te vinden waarbij mensen zich kunnen ontplooien. Thijssen: “Ik raad iedereen aan om eens op de website van de Rijksoverheid te kijken over dit onder­werp (rijksoverheid.nl/onderwerpen/leven-lang-ontwikkelen, red.). Daar vind je veel nieuws en inzicht in de opleidingen die er zijn. Het is vaak nog lastig voor mensen om de weg te vinden in het enorme aanbod. Daar moet echt iets aan veranderen. Er is behoefte aan laagdrempelige mogelijkheden om je te laten adviseren.”

 
Ook bij Coach van de Zaak is dit een belangrijk thema. Marijne: “Heel logisch dat mensen op het gebied van coaching soms door de bomen het bos niet meer zien. Daarom hebben wij Coach van de Zaak opgericht: snelle, praktische en oplossingsgerichte coaching. Onze coaches hebben veel vlieguren gemaakt binnen het bedrijfsleven, hebben zelf leidinggegeven en alle issues in de praktijk meegemaakt. En ze hebben ook veel levenservaring, want bij coachvragen lopen werk en privé steeds meer in elkaar over.”

 
Door met een abonnementsvorm te werken, wordt de hulp bovendien laagdrempelig. Van Mierlo: “De drempel om naar een coach te stappen is soms hoog, terwijl er veel winst te behalen valt. Werkgevers kunnen de stap verkleinen, door vrijblijvend aan te bieden dat die coach er gewoon is als je hem nodig hebt. Wat ons betreft wordt een coach een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde. Waarom wel een auto van de zaak maar geen coach? Aan die coach heb je meer. En het bedrijf ook, want tevreden werk­nemers blijven voor je werken en ze presteren beter.”

 
Het moet, zo concludeert Thijssen, nog meer een vanzelfsprekendheid worden om werken én ontwikkelen te combineren, je leven lang. “Voor iedereen, op elk niveau, is dit belangrijk. Onderwijs en ontwikkeling zijn cruciaal voor elke Nederlander en voor Nederland als geheel. Het is aan werkgevers om die mogelijkheden te bieden en aan werknemers om de kansen die er zijn te pakken.”

23 mrt 2023

|

Levensstijl

Global Executive MBA: Voor leiders van nu en de toekomst

Een leven lang leren: het is niet per se een luxe, het is een noodzaak, zegt Nicola Kleyn, Dean of Executive Education bij Rotterdam School of Management. In het vorig jaar geïntroduceerde programma Global Executive MBA (GEMBA) worden de leiders van nu en de toekomst bijgeschoold.

 

nicola-kleyn.jpg
In een wereld die constant verandert, is het belangrijker dan ooit om bij te blijven. Niet alleen in je vakgebied, maar ook op het gebied van management skills zoals communicatie. Bij Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM), worden de leiders van nu en morgen bij elkaar gebracht om met elkaar te leren én van elkaar te leren.


“In het GEMBA programma ligt een grote focus op strategisch leiderschap. Onderdeel van het programma zijn onderwerpen als ondernemerschap, duurzaamheid, communicatie en hoe om te gaan met een crisis”, zegt Kleyn. “Het is, kortom, een programma waarin we ons focussen op de kennis, vaardig­heden en mentaliteit die senior managers nodig hebben. Dit alles is zeer belangrijk als je op een belangrijke positie komt in een bedrijf, want strategische leiders moeten op alle niveaus in de organisatie in staat zijn beslissingen te nemen. Omdat we werken met een kleine groep, kunnen de leerdoelen helemaal worden aangepast op de individuen.”

 
Het Global Executive MBA programma is bedoeld voor de top van het bedrijfsleven. De deelnemers komen verspreid over 21 maanden ongeveer eens per maand samen in Rotterdam. Een aantal onderdelen van het programma vindt online plaats. Daarnaast maken de deelnemers samen studiereizen, waarin ze andere top business schools en bedrijven in verschillende internationale ‘hotbeds’ bezoeken. “De huidige groep is onlangs in Singapore geweest”, zegt Kleyn. “In een andere context leer je jezelf en anderen beter kennen.”

 
Jezelf bijscholen als je aan het roer staat van een afdeling of organisatie is ontzettend belangrijk, weet zij. Hoe we leiders zien, is namelijk flink aan verandering onder­hevig geweest. Kleyn: “We zijn met dit programma gestart omdat we zagen dat er in de markt behoefte aan was, juist omdat we nu anders naar onze leidinggevenden kijken. Vroeger luisterden werknemers naar hun baas, omdat het hun baas was. Tegenwoordig moet je je sporen verdienen. Mensen willen weten: waarom moet ik naar jou luisteren? Ze volgen je niet zomaar, omdat je toevallig de baas bent.”

 
Het programma is bedoeld voor senior executives die hun rol daarin serieus nemen. “Het is bedoeld voor mensen die nieuwsgierig zijn naar zichzelf en naar hun eigen ontwikkeling. Mensen die open staan voor feedback en groei. We moeten altijd, dat geldt voor iedereen, accepteren dat we met een bepaalde tunnelvisie naar onszelf kijken. Zo werkt het nu eenmaal. Anderen zien weer andere stukken. In ons programma krijg je objectieve feedback, waarbij je die tunnelvisie kunt doorbreken. Dat kan soms ongemakkelijk zijn, tot op een bepaald niveau, maar die ongemakkelijkheid moet je aanvaarden en ervaren. "Wij geloven dat dáár de groei zit.”

 
Door een groep bij elkaar te brengen waarin iedereen daarvoor gaat, ontstaat er magie, weet Kleyn. “In een kleine groep van maximaal 35 mensen werken we aan het ontwikkelen van kennis en kwaliteiten voor leiders”, zegt Kleyn. “Naast dat je ongelofelijk veel leert van onze lessen en professoren, leer je vaak net zo veel van
elkaar. Je krijgt een enorm krachtig netwerk van mensen om je heen, waarbij iedereen elkaar weer een stapje verder kan brengen.”


De meeste lessen vinden plaats op de campus in Rotterdam. Elkaar ontmoeten is volgens Kleyn essentieel. “Want het gebeurt uiteindelijk bij de gesprekken bij de koffieautomaat”, lacht Kleyn. “Maar bovenal geloven we in de interactie die we dan zien. Daarvoor is het nodig om bij elkaar te komen.”


Bij Rotterdam School of Management is heel bewust gekozen voor een executive MBA met een internationale aanpak. Kleyn: “Door globalisering en digitalisering is alles met elkaar verbonden. Daar krijg je als leider van een grote organisatie altijd mee te maken. Of je het nu wilt of niet, wat er gebeurt in Rusland of China is relevant en werkt wereldwijd door. Dit is de schaal waar je als leider mee te maken hebt. Dit programma en dit netwerk bereidt je daarop voor.”


De veranderende markt zorgt ervoor dat werknemers zich altijd zullen moeten blijven ontwikkelen, zegt Kleyn. “Blijven leren is niet langer een manier om voorop te
lopen, het is noodzakelijk om niet achterop te komen. Wat je vandaag weet, helpt je niet om morgen succesvol te zijn”, zegt ze.

 
Groot voordeel is, zo zegt ze, dat leren tegenwoordig op allerlei manieren kan. “Ik ben iemand die graag leert in een groep. In een klaslokaal, waarin ik direct mijn vragen kan stellen en er direct contact is. Sommige mensen leren door video’s te kijken of zich op te sluiten met een aantal boeken. Er is van alles mogelijk om het beste uit jezelf te halen. Met ons Global Executive MBA programma heeft Rotterdam School of Management een waardevolle toevoeging gevonden om senior leiders met een internationale oriëntatie bij te scholen, te stimuleren en te groeien. Daar ben ik enorm trots op.”

23 mrt 2023

|

Levensstijl

Opleiden als oplossing voor de maatschappelijke uitdagingen

Een Leven Lang Ontwikkelen staat hoog op de politieke agenda en het kabinet heeft ambitieuze plannen op dit gebied. Een goede zaak, want de uitdagingen waar wij voor staan zijn ongekend: grote tekorten op arbeidsmarkt, een stijgende pensioen­leeftijd, de energietransitie, de bouw­opgave en veranderingen en innovaties die steeds sneller gaan. De vraag is hoe wij, als maatschappij, hier mee om kunnen gaan? Het antwoord? Door te zorgen voor een goed opgeleide beroeps­bevolking die wendbaar, weerbaar en duurzaam inzetbaar is op een veran­derende arbeidsmarkt.    

 

Maar dat vraagt nogal wat van mensen. Naast praktische vaardig­heden, die steeds sneller ver­ouderen, zullen mensen ook in staat moeten zijn om persoonlijke vaardigheden door te blijven ontwikkelen. Hierdoor blijven mensen inzetbaar voor de veranderende arbeidsmarkt. In de praktijk zijn daar al vele goede voorbeelden van. Denk aan de energietransitie, daarvoor hebben we kwalitatief goed opgeleide mensen nodig. Mensen die zonnepanelen en warmtepompen kunnen plaatsen, huizen kunnen isoleren en duurzaam kunnen bouwen, elektrische auto’s kunnen onderhouden, laadstations kunnen plaatsen, en ga zo maar door. Juist daar zijn nu grote tekorten aan goed opgeleide mensen. En dat is slechts één sector, maar dit geldt ook voor de sectoren ICT en zorg, waar goede initiatieven plaatsvinden met verkorte opleidingen zodat mensen snel beschikbaar zijn om een bijdrage te leveren. Zo is tijdens de corona­crisis de Nationale Zorgklas opgezet: mensen zijn binnen afzienbare tijd om- en bijgeschoold, zodat ze snel inzet­baar zijn voor het werken in de zorg. De deelnemers van deze opleidingen hebben hiermee ook mbo-certificaten gehaald.

 
De NRTO (branchevereniging voor private trainings- en opleidingsinstituten) en haar leden zijn actief in het hart van deze actualiteit. De NRTO werkt mee aan initiatieven die het Leven Lang Ontwikkelen verder brengen. Zo werkt de NRTO samen met diverse andere organisaties aan de ‘Werkagenda mbo’. Centraal staat de vraag hoe het mbo verder versterkt kan worden, door kansengelijkheid, een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en een verdere kwaliteitsverbetering. Dit geldt zowel voor het initieel onderwijs als voor het post-initieel mbo-onderwijs voor (jong)volwassenen. Een ander middel in het kader van Leven Lang Ontwikkelen is de STAP-regeling. Via deze regeling kunnen werkenden en werk­zoekenden een budget van maximaal duizend euro per jaar aanvragen voor scholing. Deze subsidie kan worden gebruikt voor een training, cursus of opleiding.


De STAP-regeling (Stimulering Arbeidsmarkt Positie) is een lerende regeling waar met succes door mensen een beroep op wordt gedaan. De eerste onderzoeken tonen aan dat de regeling een diverse doelgroep bereikt, qua leeftijd en opleidingsniveau: de helft van de aanvragers heeft maximaal een mbo-4 opleiding, ruim de helft van de aanvrager is tussen de dertig en vijftig jaar oud en 58 procent van de aanvragers wil zich met het STAP-budget bijscholen om het huidige werk beter te kunnen doen. Daarnaast wil 42 procent zich omscholen of de mogelijkheid creëren om ander werk te gaan doen.

 
Deze doelgroep wordt beter bediend dan onder de vorige fiscale regeling, de scholings­aftrek. In het kader van Leven Lang Ontwikkelen en eigen regie van mensen is de regeling een goed instrument. Echter, deze regeling kan op onderdelen beter. Met een aantal aanpassingen kan deze regeling worden verbeterd en daarmee kan de leercultuur verder bevorderd worden. De STAP-regeling is een mooie opmaat naar leerrechten in het post-initieel onderwijs.

 

favori-h-k-ciel-vierkant3-1.jpg 

Ciel Stevens-Meewis, Directeur NRTO

23 mrt 2023

|

Industrie

‘Koester het MKB: de kracht en het innovatievermogen van het midden- en kleinbedrijf dragen de maatschappij’

De huidige economische ontwikkelingen gaan snel en zijn ongekend ingrijpend. De energietransitie, arbeidsmarktkrapte en digitalisering hebben grote invloed op het Nederlands midden- en kleinbedrijf en zijn (internationale) toeleveringsketens. Komt het er versterkt of verzwakt uit? Dat hangt mede af van het overheidsbeleid, betoogt directeur Leendert-Jan Visser van MKB-Nederland. 


De huidige krapte op de arbeidsmarkt legt volgens Leendert-Jan Visser een deksel op de economische groei. “Bedrijven krijgen orders die ze vanwege personeelstekorten niet kunnen uitvoeren. Dat geldt zeker ook voor het logistieke bedrijfsleven, zoals het wegtransport, de binnenvaart en onze havens.” Maar, er is niet alleen slecht nieuws. Visser stelt dat Nederland nog altijd een distributieland is en het aantrekken en houden van mensen is hier, net als in andere sectoren, heel belangrijk. “Bedrijven hebben daar hard aan gewerkt door hun medewerkers aantrekkelijker werktijden te bieden, door zwaar werk lichter te maken en hen op andere manieren te faciliteren.” Het probleem is: bedrijven kunnen het niet alleen, betoogt Visser. “Als je de krapte wilt oplossen, moet het lonen om meer uren te gaan werken. Nu gaat de opbrengst grotendeels naar de fiscus of raken mensen toeslagen kwijt. De overheid doet er goed aan dit snel op te lossen.”

 


Naast simpelweg mensen aantrekken, is een van de oplossingen voor personeelskrapte productiviteitsverhoging: efficiënter werken. Visser: “Digitalisering en robotisering bieden daarvoor mogelijkheden. Die zetten dan ook in hoog tempo door.” Dat vergt wel hoge investeringen. En ook op dat vlak loopt het MKB volgens Visser tegen een rem aan, in de vorm van de relatief slechte beschikbaarheid van investeringskapitaal. “In Nederland zijn maar drie banken actief in bedrijfsinvesteringen. Die raken geïnteresseerd bij investeringen van meer dan een half miljoen, terwijl kleinere bedrijven vaak lagere bedragen nodig hebben.” Daarnaast gaat de verduurzaming door – waar ook veel investeringen voor nodig zijn. Visser: “De innovatie gaat snel, maar dat betekent niet dat de overstap naar duurzame energie nu al altijd rendabel is. Bedrijven krijgen verplichtingen opgelegd die lang niet altijd meteen rendement opleveren. Ondernemers zouden fors worden gefaciliteerd met subsidies en investeringspremies, maar de concrete invulling is er nog niet. Er zit 35 miljard in het klimaatfonds, maar bij gebrek aan regelingen gaat er nu nog weinig uit. Daardoor geven bedrijven noodgedwongen hun geld uit aan hoge energiekosten in plaats van aan duurzaamheidsinvesteringen die tot een lagere energierekening leiden.”

Genoeg uitdagingen dus, maar wel uitdagingen die we het hoofd moeten bieden. Zowel de coronapandemie als de oorlog in Oekraïne hebben aangetoond hoe gevaarlijk het voor Nederland en de EU is om voor essentiële (basis)producten zoals medicijnen, mondkapjes en energie afhankelijk te zijn van productie buiten de EU. “Het blijkt moeilijk om industrieën die we hier niet meer hebben, opnieuw op te zetten”, weet Visser. “Daarom is het des te belangrijker om Nederland voor de basisindustrieën die we hebben aantrekkelijk te houden, zodat we die niet kwijtraken. Veel bedrijven verderop in de keten zijn daarvan bovendien afhankelijk. Dan is het een veeg teken als een essentieel bedrijf in de supply chain als Boskalis, met een grote innovatiekracht, zich afvraagt of inNederland blijven wel de moeite waard is.”

 


Nederland doet er volgens Visser dus goed aan de ondernemingen te koesteren die we hebben. “Wij zien vooral nogal eens onverschilligheid: 'als je weg wilt dan ga je toch?' Die houding is gevaarlijk. Het lijkt misschien de keuze van individuele bedrijven in de industrie en transport, maar voor je het weet verdwijnen hele ketens. Moderne toeleveringsketens zijn nauw verweven, daar kun je niet zomaar een speler uithalen. Dit geldt zeker nu de VS, waar het veel gemakkelijker is om aan kapitaal te komen dan in Europa, ook via zijn klimaatbeleid nog eens hard aan Europese bedrijven begint te trekken.” En dat die bedrijven hard nodig zijn voor de BV Nederland, wil Visser nog maar eens stevig benadrukken: “Zeventig procent van de private werkgelegenheid zit in het MKB. De kracht en het innovatievermogen van het midden- en kleinbedrijf dragen de maatschappij. Daar mag Nederland trots op zijn, maar daar moeten we ook voorzichtig mee zijn.”

23 mrt 2023

|

Industrie

Ga de energietransitie in met Kenter

De opgave liegt er niet om. In het kader van van ‘Fit for 55’ moet de CO2-uitstoot van Nederland in 2030 met 55% omlaag ten opzichte van 1990: de energietransitie. Verduurzaming maakt een belangrijk deel uit van die energietransitie. Veel bedrijven zijn gemotiveerd om daarmee aan de slag te gaan. Maar als ze eenmaal beginnen, zien ze begrijpelijkerwijs al snel door de bomen het bos niet meer. Kenter wil haar klanten begeleiden en ontzorgen in de omgang met het energievraagstuk, maakt CEO Erik van der Ende duidelijk.

 scherm-afbeelding-2023-03-23-om-10-39-31.png


“Veel klanten zijn bezig met eigen duurzame energie-opwek en willen elektrificeren om minder afhankelijk van fossiele energie te worden”, weet Van der Ende. “Maar het Nederlandse elektriciteitsnet kan op veel plekken zowel extra afname als extra toelevering niet aan, dit wordt netcongestie genoemd. Die netcongestie bij de netbeheerder maakt het voor bedrijven complex om alle consequenties die samenhangen met eigen opwekking en elektrificatie te overzien.”

 


Omdat veel steden steeds strenger worden op het toelaten van voertuigen met verbrandingsmotor, hebben transportbedrijven behoefte aan een overstap naar elektrische tractie, inclusief de bijbehorende laadinfrastructuur. Van der Ende: “Ook zo’n casus is complexer dan misschien op het eerste oog lijkt, zeker als dit wordt gecombineerd met eigen elektriciteitsopwekking. Bedrijven worden geconfronteerd met een palet aan keuzes. En omdat voor ieder bedrijf de juiste keuze anders is, is het zaak het traject zorgvuldig af te wegen.”

 


Trias Energetica

Kenter is als specialist op het gebied van middenspanning de partij bij uitstek om bedrijven in hun energiekeuzes te begeleiden, zegt Van der Ende: “Veel grootverbruikers kennen ons als meetbedrijf dat het verbruik registreert. Maar daarnaast zijn we ook actief in het advies geven over en ontwerpen van de totale energie-infrastructuur. Dit omvat de installatie van transformatoren, laadpalen, energieopslag, de realisatie van zonnepanelen, generatoren en energiemanagementsystemen.

We overzien daarbij alle aspecten van de ‘trias energetica’. Hoe eerder we worden betrokken om mee te denken over een (totaal)plan, hoe beter we kunnen bijdragen aan optimalisering van de energie-oplossing. ”

 


De eerste vraag bij elk energieplan is: waar kan ik besparen? Van der Ende: “Soms is er subsidie voor investeringen in duurzame apparatuur mogelijk, maar de duurzaamste energie is de energie die je niet verbruikt. Besparen is aantrekkelijk, al vraagt dat veelal ook om investeringen. De weg naar de beste oplossing begint dan ook met het creëren van inzicht in energieverbruik. Veel bedrijven weten niet precies hoeveel energie ze waar in hun processen verbruiken.”

 


Als dat eenmaal in kaart is gebracht, komt duurzame opwekking aan de orde. Meestal gaat het om een oplossing met zonne-panelen. Daarvoor werkt Kenter samen met betrouwbare partners. Omdat er een groot deel van de tijd een mismatch is tussen de elektriciteitsproductie en de elektriciteitsvraag vanuit de productieprocessen, kan (batterij) opslag interessant zijn om vraag en aanbod te balanceren. Daarvoor is een goed vergelijk tussen een eigen (kostbare) opslag en de lokale beschikbare capaciteit van het net van de netbeheerder nodig. Is er lokaal sprake van netcongestie en gaat dit nog jaren duren? Dan kan het kopen of huren van een energieopslagsysteem uitkomst bieden. Zo realiseert Kenter dagelijks korte- en middellange termijn oplossingen, gericht op lange termijn verduurzaming.”

   

Betrouwbaar en betaalbaar      

Als er eenmaal een totaalplan ligt, betekent dit niet automatisch dat het in één keer moet worden uitgevoerd, merkt Van der Ende op. “Technisch is er van alles mogelijk. We kennen alle oplossingsrichtingen. Maar het gaat ons alleen om oplossingen die ook economisch haalbaar en betaalbaar zijn. We benaderen het energievraagstuk vanuit het perspectief van de klant. Daarom kunnen we in samenspraak een fasering aanbrengen die het bedrijf past en die het beste aansluit op de externe ontwikkelingen die we vanuit onze kennis en expertise kunnen voorzien.”

 


Samen vooruit

Als realisatie eenmaal aan de orde is, kan Kenter dat proces regisseren. Van der Ende: “In dit proces bieden we onze klanten de vrijheid om te kiezen voor een huurconstructie zodat investering in kostbare nieuwe assets voor hen niet nodig is. Dit combineren wij met pro-actief onderhoud door onze eigen mensen en aanvullende 24/7 service (energiezekerheid as a service). Zo staan we op alle aspecten voor een betrouwbare en betaalbare oplossing”, benadrukt Van der Ende.

 

Cable pooling

Als de wind waait, schijnt de zon vaak niet. En als de zon schijnt, waait het meestal niet. Wind- en zonneparken die dicht bij elkaar liggen kunnen daarom prima op één kabel of één aansluiting worden aangesloten. Dat noemen we Cable pooling. Deze oplossing kan interessant zijn voor ondernemers die zich bevinden in netcongestiegebied.

Totaaloplossing

Van een basismeetdienst voor uw energieverbruik tot volledig laadplein gevoed door zonnepanelen: de specialisten van Kenter helpen u graag bij het realiseren van de optimale energie-infrastructuur. Van een (financiële) haalbaarheidsstudie en advies tot en met realisatie inclusief service en onderhoud. Kenter zorgt tevens voor data en inzicht middels een online dashboard.   

23 mrt 2023

|

Gezondheid

Aspen API More than just an API

Aspen API is een Europa’s vooraanstaande producenten van complexe en hoogwaardige Active Pharmaceutical Ingredients (API's), oftewel de werkzame stoffen in geneesmiddelen. Ons bedrijf produceert meer dan 50 verschillende API's door middel van zowel biochemische als chemische synthese­methoden. Met ons wereldwijde netwerk, dat vanuit Nederland wordt aangestuurd met fabrieken in Zuid-Afrika, India en de Verenigde Staten, dragen wij bij aan het verbeteren van de gezondheid van patiënten in meer dan 115 landen. Aspen API heeft momenteel ongeveer 1000 medewerkers in dienst en behaalde in 2022 een omzet van ongeveer 400 miljoen euro. Aspen API is een volledige dochteronderneming van Aspen Pharmacare, gevestigd in Zuid-Afrika en genoteerd aan de beurs van JSE Limited. 

 

Aspen API heeft een trotse geschiedenis van exact 100 jaar in de productie van API's, en wordt erkend als een wereldwijde leverancier en een van de bekendste ontwikkelaars en fabrikanten van steroïdhormoon-API's en andere complexe HPAPI's ter wereld. Veel van deze API's zijn geregistreerd en worden gebruikt in afgewerkte doseringsvormen. Aspen API staat ook bekend om haar productie van heparine-natrium, choriongonadotropine en verschillende peptiden.

 


Voornaamste activiteiten

Aspen API richt zich op de productie van complexe, zeer krachtige API's, die beschikbaar zijn voor een groot publiek. De uitgebreide portefeuille van Aspen API omvat een breed spectrum van zowel generieke als specifieke niet-steriele API's, gericht op een uiteenlopende reeks acute en chronische indicaties. Deze bestrijken vele medische gebieden in Europa, waaronder anesthesie, oncologie, gynaecologie/menopauze, immunosuppressieve therapie en therapie voor hypothyreoïdie.  Aspen API staat in de markt bekend als een API-­fabrikant met hoge kwaliteits- en compliance normen van 's werelds grootste regelgevende instanties. Ook heeft het bedrijf grote duurzame ambities. Zo zijn wij betrokken bij onze lokale gemeenschap, kopen wij kopen verantwoord  handel in onze toeleveringsketen.

 


Industriële waardeketen in Europa

De afgelopen decennia is de productie van API's, precursoren van API's en afgewerkte doseringsvormen (de uiteindelijke geneesmiddelen) grotendeels naar Azië verplaatst. De complexiteit van de eerste stap van de totale waardeketen is groot: de weg naar een vervaardigd geneesmiddel loopt van grondstof via geregistreerde grondstof of "regulerend uitgangsmateriaal" (RSM) naar actief ingrediënt (API), naar einddoseringsvorm, zoals weergegeven in figuur hieronder. Een belangrijkste onderdeel van de waardeketen is de API.

 

Lagere arbeidskosten en minder strenge vergunningseisen in Azië, in combinatie met lagere investeringskosten, zijn de belangrijkste oorzaken van de verplaatsing van de productie.

 
In 2020 hadden producenten in Azië 63 procent van de CEP's (Certificaat van geschiktheid van monografieën van de Europese Farmacopee) in handen. Europese producenten vertegenwoordigen slechts 33 procent. Twintig jaar geleden was dit nog andersom.

Door de grote verschuiving van de productie van API's, intermediates en uitgangsmaterialen naar Azië is de toeleveringsketen van de resterende (geneesmiddelen)productie in Europa voor 74 procent tot 80 procent afhankelijk geworden van Azië. Dit geldt met name voor generieke geneesmiddelen. De gevolgen van deze afhankelijkheid zijn nadelig voor geneesmiddelen waarvoor nauwelijks (productie)alternatieven bestaan. Aan het begin van de COVID-19-crisis werd dit duidelijk door tekorten aan paracetamol en Midazolam maar ook tekorten voor de spierontspanner Rocuronium bromideap de intensive care van hospitalen waar Aspen Oss snel de Nederlandse ziekenhuizen kon beleveren. Dergelijke tekorten zijn geen uitzondering, ook niet voor geneesmiddelen waarvoor wel (productie)alternatieven bestaan.

 
Er zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd naar de oor­zaken van de verschillende tekorten. Samengevat zijn er vijf kwetsbaarheden die de totale toeleveringsketen van grondstoffen tot afgewerkte producten ernstig verstoren:


1. De afgelopen jaren heeft er een consolidatie plaatsgevonden van producenten die grondstoffen maken. Daardoor hebben sommige grondstoffen een zeer smalle basis van producenten. Als zich een verstoring voordoet, bij een sluiting van een fabriek door de Chinese overheid, dan heeft dat onmiddellijk grote gevolgen voor de hele toeleveringsketen;

 
2. Om kosten te besparen is de hele toeleveringsketen lean opgezet, waardoor veiligheidsvoorraden onmogelijk zijn - die kosten immers geld. Verschillende API's hebben lange en complexe productieroutes, waarbij meerdere partijen over de hele wereld nauwgezet op elkaar moeten worden afgestemd. Een incident bij een leverancier heeft vaak grote gevolgen voor de hele toeleveringsketen;

 

3. De productie die de afgelopen jaren is verplaatst brengt vaak verouderde processen met zich mee met een grote
impact op het lokale milieu.


4. Sommige geneesmiddelen zijn de laatste jaren zo goedkoop geworden dat het economisch niet meer aantrekkelijk is ze te produceren. Dit geldt vooral voor de productie in de westerse wereld, maar ook in toenemende mate in Azië;

 
Europa is kwetsbaar geworden als je kijkt naar de mogelijk­heden van productietechnologieën. Het direct overplaatsen van de verschillende productieroutes as such gaat dus niet de oplossing zijn. Alleen door te investeren in innovatie van nieuwe en duurzame technologieën kunnen we betaalbare, hoog kwalitatieve en meer duurzaam produceren, productieroutes overplaatsen en minder afhankelijk worden van Azië.

 
Aspen API  neemt hierin haar verantwoordelijkheid en investeert in een breed scala aan technologieën en verbreedt haar investeringsportfolio. Dit wordt gedaan in samenwerking met partners, instellingen, klanten, universiteiten en overheden. Aspen API werkt hierbij nauw samen met de Nederlandse overheid en neemt ook in Europees verband deel aan het IPCEI Health Project, dat is MED4Cure.

 
Dankzij onze huidige capaciteit en technologische vaardig­heden, en de voortdurende innovatie daarvan, hebben wij een belangrijke troef in handen om toekomstige kwetsbaarheden te verminderen en de leveringszekerheid te verbeteren.

23 mrt 2023

|

Gezondheid

Cleanroom- en OK-technologie naar ieders wens

De behoefte aan zorgruimten en cleanrooms met een hoog prestatieniveau groeit; veel ziekenhuizen renoveren of bouwen om deze redenen apotheken, OK's, CSA’s en steeds vaker speciale cleanrooms voor bijvoorbeeld cel- & gentherapie. Interflow ontwikkelde zich van leverancier van flowkasten tot een volwaardige integrale ontwerper en bouwer van OK's en cleanrooms, met fabricage in eigen huis. Daarnaast is Interflow marktleider op het gebied van klant specifieke Laminar Air Flow units, inmiddels een bekend achtergrondbeeld bij nieuwsitems gedurende de Coronapandemie. Sinds afgelopen jaar horen, naast verloop, ook verhuur van tijdelijke cleanrooms en lease van LAF-units tot de mogelijkheden. “Er is geen andere partij in de markt die het integrale advies, ontwerp- en bouw­proces inclusief validatie en onderhoud volledig zelf kunnen aanbieden”, vertellen consultant Gerben Nahuijs en projectmanager Menno den Boer.

 

 

Interflow is inmiddels in haar vijftigste levensjaar als onderneming. Een specialistisch bedrijf met een zeer sterk arbeidsethos, hoogwaardige kennis en gedegen vakmanschap. Interessant is dat de bedrijfs­visie van Interflow zowel een technisch/zakelijke kant als een menselijke kant kent. Naast integraal, hoogwaardig en duurzaam, spreekt men bij Interflow ook over plezier, toewijding en passie. Hierbij hebben zij sterke waarden gekozen, waar iedereen hen op mag aan­spreken. Van betrouwbaar, transparant en integer tot nieuwsgierig en innovatief.

 
Den Boer realiseerde als projectmanager inmiddels meer dan 60 OK's en specifieke GMP-­geclassificeerde cleanrooms, hij ziet de noodzaak tot kwalitatieve opwaardering overal in de markt toenemen. “Ook in de industrie zie je de behoefte aan productie onder cleanroom-­normen groeien. Vaak zijn daar de eisen nóg hoger. Alles moet steeds schoner. Bij bedrijven als ASML worden echt geen gipswanden gebruikt, in de OK-bouw mag dat bijvoorbeeld wel. Het is ontzettend leerzaam om over deze segmenten heen te kijken en onze klanten van elkaar te laten leren.” Interflow biedt daarom een flexibel, modulair bouwsysteem aan op basis van geprefabriceerde, makkelijk reinigbare wand­delen die op het laatste moment kunnen worden geïnstalleerd en tevens inbouwvoorzieningen hebben voor apparatuur. “Dit verhoogt ook de uiteindelijke bouwsnelheid, want je kunt de basis ont­werpen terwijl er nog met het ziekenhuis wordt overlegd over de definitieve inrichting; dat is veel flexibeler dan het realiseren van een uitgewerkt ontwerp. Hierdoor kunnen we ook snel schakelen in het begin van het proces.”

 


Validatie

De specialist uit Wieringerwerf (NH) begon in 1974 met het leveren van flowkasten aan apothekers – nog steeds een belangrijk onderdeel van de afzet, zegt consultant Nahuijs. “Maar wij leveren totaalprestaties en niet alleen producten.” Op deze manier werd Interflow een integrale bouwer van cleanrooms, met uitgebreide kennis en expertise op het gebied van richtlijnen, validatie en onderhoud. Den Boer: “In het validatie­proces van de OK leveren wij bijvoorbeeld maatwerk in de prestatie van de luchtbehandelingssystemen. Die systemen kunnen wij zelf leveren, maar als het nodig is ook aanbieden via een andere partij als het ziekenhuis dat wenst.” De uiteindelijke prestaties worden bij oplevering aangetoond met de validatie. Om aan te tonen dat de OK of cleanroom ook tijdens de exploitatie presteert, wordt deze periodiek gemonitord door middel van metingen. “Interflow doet dit volledig met eigen mensen en volgens de meest recente richtlijnen.”

 


Duurzaam

Als zodanig is Interflow een belangrijke leverancier van onder andere Bergman Clinics, de grootste keten zelfstandige klinieken in Nederland. Voor verschillende vestigingen werden OK's gebouwd, waaronder de meeste recente in Den Bosch en Arnhem. Daarnaast werden recentelijk meerdere OK's gebouwd voor onder meer Ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede, Maasstad Ziekenhuis in Rotterdam en AZ Vesalius in Bilzen (België). “Wij investeren altijd in een langdurige relatie met de klant.” Interflow werkt al enige jaren aan zogenaamde all-electric concepten voor hun cleanrooms en operatiekamers. Hierbij wordt vooral gebruik gemaakt van warmtepompen voor de conditionering van de cleanroom dan wel OK. Duurzaamheid gaat bij Interflow echter verder dan alleen energie besparen en gasloos bouwen. Het gaat ook over groene keuzes in de leveranciersketen en ontwikkeling van circulaire oplossingen. Gerben Nahuijs: “Leuk om te vermelden, is dat wij ook terugkoopregelingen kunnen aanbieden. Per 1 januari dit jaar valt ons modulaire wandsysteem met terugnamegarantie binnen de subsidiemogelijkheden van de overheid, MIA (Milieu-Investeringsaftrek).”


In het verlengde van hergebruik biedt Interflow ook mogelijkheden tot huur van een cleanroom binnen of buiten het ziekenhuis of de productie­locatie, dit kan voor zowel de korte als lange termijn. Zo kan een klant bijvoorbeeld in productie blijven tijdens een verbouwing of in afwachting van permanente nieuwbouw. Hiertoe heeft Interflow een modulaire oplossing in huis, waardoor een tijdelijke oplossing eenvoudig aangepast kan worden, verplaatst of uitgebreid.

 

Laminar Air Flow Units

Interflow is de marktleider in Nederland voor hoge kwaliteit Laminar Air Flow Units:
• Standaard: Keuze uit competitieve basismodellen voor dampafzuiging, poeder­afzuiging, crossflow en microbiologische veiligheidskabinetten (MVK);

• Maatwerk: Interflow kan iedere vorm van maatwerk toepassen op haar LAF-units, aangepast aan het type onderzoek of aangepast aan de werkomgeving, van crossflow tot isolator.

• Comfort: LAF Units van Inter­flow zijn de stilste in hun klasse en zijn voorzien van alle bedienings­gemak, van hoogteverstelling, veiligheidsverlichting tot besturing via een app.

• Duurzaamheid: Zeer lange levensduur en zuinig(ste) in energiegebruik

• Garanties & Veiligheid: LAF-units van Interflow bieden de zekerheid van de hoogste kwaliteit en een gegarandeerde (en gevalideerde) beschermde werkplek. Eenvoudige veilige filterwisseling is mogelijk bij de “Safe Change” variant.

23 mrt 2023

|

Gezondheid

Gerichte gegevensuitwisseling voorkomt uitval van patiënten en creëert duidelijkheid in de behandelaanpak

Gegevens van oncologiepatiënten met een druk op de knop beschikbaar maken en de benodigde medisch specialisten op die manier razendsnel aan elkaar koppelen. Dankzij een virtueel platform van Open Line gebeurt dit al in zes ziekenhuizen. En opschaling naar heel Nederland kan snel, zegt Chief Healthcare Officer José Strijbos.

 2230219-foto-jose-strijbos-fd.jpeg

Gezondheidszorg is een zeer belang­rijke branche voor Open Line, vertelt Strijbos. “Wij zijn van origine een managed cloud services-bedrijf, dat inmiddels twintig jaar bestaat. Dat is nog steeds de kern van wat we heel goed kunnen en doen. Van onze klanten is inmiddels 40 procent afkomstig uit of gerelateerd aan de zorg.”

Volgens Strijbos voelt Open Line constant de verantwoordelijkheid om te leveren, doordat zoveel wordt samengewerkt met partijen in de zorg. “Als je hierin werkt, is het heel belangrijk dat je precies begrijpt hoe belangrijk het is dat de dienstverlening moet kloppen en de onder­liggende ICT-infrastructuur naar behoren werkt. Wanneer er iets mis gaat in die infrastructuur en er ligt bijvoorbeeld net een patiënt op de behandel­tafel, dan hebben wij tien minuten om alles weer ‘up and running’ te krijgen. Als we worden gebeld door een radiotherapeutische klant dat er een scanner kapot is, denken wij niet dat het om een of andere printer gaat, maar voelen we direct de urgentie en weten we wat de impact is. Dat zorgt voor een constant verantwoordelijkheidsgevoel.”

Open Line zorgt bij zijn klanten uit de zorg­sector geheel of gedeeltelijk voor het beheren van de ICT-infrastructuur, beveiliging, netwerken, werkplekbeheer, kantoorapplicatie­landschap en clouddiensten. De 'digitale' kant van de ICT wordt dus door Open Line beheerd, terwijl de klanten functioneel gezien verantwoordelijk blijven voor het beheer van applicaties en gebruikers. Overigens is Open Line in toe­nemende mate ook voor de eindgebruikers het aanspreekpunt.

 

 
Oncomid

Vier jaar geleden is begonnen met het uit­breiden van de services en werd het Open Line eHealth Platform aan het portfolio toegevoegd. Een belang­rijke applicatie die daarbinnen valt en Open Line zijn klanten dus nu kan bieden, is Vitaly, die as-a-service wordt geleverd. Deze applicatie wordt gebruikt bij de oncologie-regio Oncomid en hiermee worden onder meer multidisciplinaire overleggen ondersteund.

Een multidisciplinair overleg (MDO), is een overleg van deskundigen uit verschillende beroeps­groepen, uit verschillende ziekenhuizen of een combinatie ervan. Het zijn bijvoorbeeld oncologen, radiologen en enpathologen die samen overleggen over een patiënt. “Vaker dan we beseffen, is het nodig om meerdere specialisten bij elkaar te brengen om tot een juiste diagnose en passend behandelplan te komen”, zegt
Strijbos. “Patiënten worden in een MDO individueel besproken door een team van experts, wat inhoudt dat medisch specialisten van overal ter wereld bij elkaar kunnen worden gebracht om te beslissen over het behandelpad voor moeilijke klinische casussen.”

Met Vitaly als de kern van de oplossing wordt dit MDO automatisch samengesteld en georganiseerd. Hiermee wordt veel tijd en geld bespaard, omdat de logistiek en planning van een multi­disciplinair team veel tijd kan kosten als het puur en alleen ‘mensenwerk’ blijft. Daarnaast kan hiermee, ongeacht de locatie, dezelfde kwaliteit van gezondheidszorg worden geboden en wordt waarde toegevoegd aan bestaande medische informatie. Open Line is bij oncologie-regio
Oncomid gestart, maar is ook bezig met cardio­logie en obstetrie.

 


Data Delen Midden-Nederland

Zes ziekenhuizen in Midden-Nederland die onderdeel zijn van Oncomid zijn hiermee aan de slag gegaan en ontwikkelden zo samen een regionale ICT-infrastructuur: Data Delen Midden-Nederland. Hiermee kunnen deze ziekenhuizen snel en veilig patiëntgegevens uitwisselen voor het MDO. Strijbos: “De kracht van Vitaly is de integratie van de benodigde informatie van patienten. De artsen melden een patient aan vanuit het elektronisch patientdossier waarmee ze dagelijks werken, data wordt hieruit opgehaald, foto’s en verslagen worden uit landelijke netwerken opgezocht en voor het MDO klaargezet.”

“Het zal voor patiënten een enorme ver­betering opleveren als er op meer plekken met dit systeem wordt gewerkt”, zegt Strijbos. “Vijf procent van de patiënten die wordt aangemeld voor een MDO valt nu nog uit, bijvoorbeeld omdat er missende informatie is of omdat er een arts afwezig is. Je zal maar die oncologiepatiënt zijn die zo’n telefoontje krijgt. Wat wij nu al zien, is dat we dit terug hebben weten te brengen naar twee procent. Daarnaast zien we ook dat er meer patienten kunnen worden besproken in
een MDO.

Niet alleen patiënten kunnen profiteren, ook voor zorgmedewerkers kan een systeem als in gebruik bij Oncomid uitkomst bieden. In het integraal zorgakkoord is het vergroten van werkplezier in de zorg een speerpunt en de tijd die zorgmedewerkers kwijt zijn aan admini­stratie wordt vaak genoemd als obstakel. Met het automatiseren van de organisatie van MDO’s kan per patiënt zo’n twintig minuten tijd worden bespaard, die anders op zou gaan aan onder meer die administratieve werkzaamheden. Twintig minuten klinkt bescheiden, maar het gaat opgeteld al snel over duizenden uren per jaar.

 


Opschalen snel mogelijk

Het opschalen van Oncomid is in de ogen van Strijbos dan ook hard nodig en op korte termijn ook goed te doen. De zorgverzekeraars staan al achter opschaling, maar daarnaast moeten zorgregio’s goed georganiseerd zijn om dit voor elkaar te krijgen, zegt ze. “Dat is essentieel om hiermee goed uit de voeten te kunnen. Wij kunnen daar als Open Line goed bij helpen, door al de ervaring die wij hiermee al hebben opgedaan.”

Strijbos is ambitieus en optimistisch over de moge­lijkheden om Oncomid snel uit te rollen in de rest van Nederland. Vanuit Data Delen Midden Nederland is het programma MDO support Nederland gestart om kennis te delen voor landelijke opschaling. Ook bij Open Line wordt daar al hard aan gewerkt: “We zijn momenteel transitierichtlijnen aan het schrijven, waarin staat wat allemaal moet gebeuren om alles succes­vol te kunnen implementeren. Ik denk dat we de opschaling voor Nederland in twee a drie jaar voor elkaar moeten kunnen krijgen.”

23 mrt 2023

|

Gezondheid

Focus bij Pharming op verwachte goedkeuring van tweede medicijn in de Verenigde Staten en Europa

Een Nederlands biofarmaceutisch bedrijf met één zelf ontwikkeld geneesmiddel op de markt in  Europa én de VS is al een unicum. Laat staan met twee. Maar het ziet er nu naar uit dat het Pharming Group, na RUCONEST® in 2014, gaat lukken om zeer binnenkort een tweede medicijn goedgekeurd te krijgen. De registratie­aanvragen voor de goedkeuring van leniolisib tegen APDS worden momenteel door de Amerikaanse FDA en de Europese EMA beoor­deeld. De FDA komt al eind (29) maart met haar oordeel. CEO Sijmen de Vries benadrukt het belang van een tweede medicijn voor Pharming, maar vooral ook voor patiënten.

 unknown(6).jpeg

Pharming maakt een belangrijke strate­gische
omwenteling door. De Vries: "we veranderen van een “technology platform-based” bedrijf, dat erin geslaagd was een product op de markt te brengen en daarbij afhankelijk was van één markt (VS) met één product (Ruconest), in een ander platform specifiek gericht op de ontwikkeling en commercialisering van medicijnen tegen zeldzame aandoeningen. En we hebben inmiddels bewezen zo’n product goed te kunnen commercialiseren. Nu, met leniolisib, gaan we uitbreiden naar twee producten en meerdere geografieën (VS, EU en ook later Japan). Het doel is om elke paar jaar voor een nieuw medicijn tegen een zeldzame aandoening de ontwikkeling te voltooien en te gaan verkopen. Deze producten kunnen dan zowel uit eigen ontwikkelingsprogramma’s komen of in licentie genomen zijn, dan wel aangekocht van andere biotech- of farma-­bedrijven."

 


Ruconest, wat helpt tegen aanvallen van erfe­lijk angio-­oedeem, blijft voor Pharming een belangrijke en stabiele factor. De Vries: "het voorziet duidelijk in een behoefte. Met name bij patiënten met ernstige aanvallen van acute en gevaarlijke zwellingen – angio-­oedeem, maar ook bij een groeiend aantal patiënten dat de inmiddels nieuw op de markt verschenen profylactische middelen neemt. Die krijgen nog regelmatig doorbraakaanvallen. Dan hebben veel mensen vaak Ruconest als reddings-medicatie in huis.’

 


De omzet uit Ruconest van zo’n $200 miljoen per jaar genereert het noodzakelijke geld voor verdere investeringen en lijkt z’n plaats op de Amerikaanse markt nu duurzaam gevestigd te hebben. "Vandaar dat we nog steeds licht groeiende opbrengsten van het product in de VS zien."

 


Nieuwe focus

‘Focus houden bij expansie is belangrijk’, zegt De Vries. En leniolisib - in de zomer van 2019 in licentie verkregen van Novartis - draagt belangrijk bij aan Pharmings nieuwe strategische vergezicht.

 


De Vries: "idealiter, zouden we om de twee jaar nieuwe ‘assets’ naar de markt willen brengen. We willen dan nieuwe weesgeneesmiddelen in gevorderde klinische ontwikkeling in licentie overnemen. Maar dat zou ook zomaar de overname van een heel bedrijf kunnen zijn." De zoektocht naar dergelijke aanvullende kandidaat-geneesmiddelen is al een tijd aan de gang en kost tijd. "Je moet daar veel geduld bij hebben en kandidaten zorgvuldig bestuderen.", zegt De Vries. "Leniolisib hebben we, als alles loopt zoals we nu verwachten, na iets meer dan drie jaar goedgekeurd gekregen en geïntroduceerd in onze belangrijkste markten."

 


Potentieel nieuw platform

Daarnaast kan leniolisib volgens De Vries zelf ook een platform worden. Novartis had zelf al onderzoek gedaan of het middel ook voor andere ziekten werkt. "Het goede nieuws is dat wij nu zelf de mogelijkheden hebben om spoedig met leniolisib klinisch onderzoek voor additionele aandoeningen te gaan starten. Daarmee kunnen we nog meer patiënten met een zeldzame ziekte helpen en de waarde van leniolisib nog verder vergroten."

 


Versneld goedkeuringstraject FDA

Vorig jaar zijn zowel in de VS bij de FDA als in de tegenwoordige Europese Economische Ruimte bij het EMA de registratiedossiers voor leniolisib, dat zowel in Europa als de VS ook nog eens de weesgeneesmiddelenstatus geniet, ingediend. De FDA heeft dit versneld beoordeeld, aangezien het hier om een nog maar vrij recent (2013) gevonden ernstige aandoening gaat, waarvoor nog geen medicijn op de markt is. Voor Amerika betekent dit dat eind (29) maart de goedkeuring verwacht kan worden en voor Europa in de tweede helft van dit jaar.

"En zodra de Europese EMA met een posi­tieve beoordeling komt, kunnen we dankzij een speciale regeling zes dagen later het dossier ook in het VK voor versnelde goedkeuring indienen. Dat scheelt enorm veel tijd. Daarna gaan we met leniolisib ook naar Japan."

 


Zo’n product zou na goedkeuring in de USA al vrij snel beschikbaar kunnen komen. De Vries, "Dan zou je het product ergens al tegen einde van april of in de eerste helft van mei op de markt in de VS kunnen verwachten. Leniolisib, wat overigens de generieke werkzame stofnaam is en nog niet de merknaam, komt in tabletten die twee keer per dag ingenomen moeten worden."

 


Vinden van patiënten essentieel

En er wordt al hard gezocht naar patiënten met de ziekte. In samenwerking met het Amerikaanse Invitae heeft Pharming een genetisch test- en counseling- programma ontwikkeld om artsen te helpen bij het identificeren van patiënten en hun familieleden.

Daarnaast gebruikt Pharming vooraanstaande artsen en database-zoekopdrachten om mogelijke APDS-patiënten te kunnen vinden. Eind 2022 werd aan APDS al een zogeheten ICD-10 code toegekend, waarmee de ziekte een officiële basis kreeg richting verzekeraars. De Vries: "We mogen patiënten nu officieel de diagnose APDS opplakken en dan met verzekeraars de vergoeding overeenkomen. Je kunt dan eenvoudig aan zo’n code refereren. Die krijg je ook niet zomaar. De ziekte moet echt serieus zijn."

 


Inmiddels zijn al meer dan vijfhonderd APDS-patiënten geïdentificeerd in zowel de VS als Europa. Alleen al in Frankrijk bestaat een informele registratie van zo’n zestig patiënten. "Eén op de miljoen is dus sowieso al gevonden in Frankrijk. Er is geen reden om aan te nemen dat die aantallen ook niet in andere landen zullen worden aangetroffen. En bij 1,5 patiënten per miljoen kom je in Europa, Engeland, de VS en Japan, de markten waarop we ons eerst gaan focussen, richting de vijftienhonderd patiënten", zegt De Vries.

"We zijn net ook gestart met een studie onder kinderen van vier tot elf jaar. Dat is heel belangrijk! Hoe eerder je deze ziekte vindt, des te jonger je kunt ingrijpen om het ernstige ziektebeeld later in het leven te voorkomen. Dat scheelt heel veel lijden en natuurlijk ook zorgkosten."

Prijsstelling

Over de prijsstelling van leniolisib – de merknaam wordt pas bij goedkeuring bekend­gemaakt – is nog niet veel te zeggen. "We doen veel werk om aan te tonen hoe leniolisib voor patiënten een betere toegevoegde waarde van leven kan bieden. We bekijken ook hoe leniolisib helpt de al onder druk staande gezondheidszorgsystemen te ontlasten, gezien de complexiteit en ernst van de ziekte. Het is helemaal niet ongebruikelijk dat APDS-­patiënten veel tijd in het ziekenhuis door­brengen en vanwege hun ziekte veel verschillende en belastende medicijnen voorgeschreven hebben gekregen."

 


Solide en professionele backoffice

Die ICD-10 codering heeft Pharming geheel zelf voorbereid en aangevraagd. "Dat is het complexe als je met een nieuw product voor een nieuwe ziekte de markt op komt. Je moet zelf alles ontwikkelen. Al die zaken die op de achtergrond spelen hebben al heel veel inspanning gekost. We hebben inmiddels een

 

zeer breed, ervaren en professioneel commercialisatie-apparaat dat ook verstand heeft van regulatoire zaken, nieuwe ziektes en hoe om te gaan met toezichthoudende instanties om voor innovaties als leniolisib goekeuring te krijgen." Pharming is ook doorgegaan met investeren in de infrastructuur van bijvoorbeeld Medical Liaison Officers die contacten onderhouden met de artsen, net als bij erfelijk angio-oedeem vaak immunologen, maar ook hematologen vanwege de vele APDS-­patiënten die al op jonge leeftijd lymfklierkanker ontwikkelen en ook longartsen, om ze bewust te maken dat APDS de te behandelen onderliggende ziekte van hun patiënten kan zijn. 

 


Dat maakt het volgens De Vries ook interessant om andere partijen te tonen dat Pharming voor hen als commercialisatiepartner kan optreden. "Dat hadden we al bewezen met Ruconest, waardoor we leniolisib mochten kopen van Novartis. Die skills kunnen nu alleen nog maar verder groeien," sluit De Vries optimistisch af over de toekomst van Pharming.

 

Leniolisib is gebaseerd op een klein molecuul en daardoor vrij eenvoudig te produceren. Het is een tablet bedoeld voor mensen met APDS, een zeldzame erfelijke aandoening aan het immuunsysteem. Het gaat dan om een fout in het PIK3CD-gen, waardoor de rijping van immuun-cellen is verstoord. Bij APDS is het zogeheten PI3 Kinase delta enzym overactief. Signalen worden te lang of te sterk door­gegeven.

Hierdoor worden inactieve immuun­cellen geproduceerd en blijft het afweer­systeem deze cellen produceren.

Dit leidt vaak tot veel leed: patiënten hebben van jongs af aan te maken met veelvuldig ziekenhuisbezoek en ernstige klachten zoals voortdurende infecties van en schade aan de longen en
andere organen, vergrote organen, sterk verhoogde kans op lymfklier­kanker, auto-immuun-­klachten en ontwikkelings-achterstanden.
De ziekte komt naar schatting voor bij 1,5 op de 1 miljoen mensen. De aandoening kan met een genetische test worden vast­gesteld. In Nederland zou het dan gaan om zo’n dertig patiënten.

23 mrt 2023

|

Industrie

‘Een duurzame supply chain begint met ketensamenwerking’

De grote aandacht voor duurzaamheid geeft supply chains een nieuwe dimensie. Naast tijd en geld wordt actief sturen op CO2-uitstoot steeds belangrijker. Dat kan alleen in transparante ketens. E-mail en Excel moeten in de logistiek nu echt de deur uit. Real-time ketensamenwerking is de toekomst.

Ketensamenwerking lijkt een abc’tje. Sneller en efficiënter werken tegen lagere kosten zijn bewezen voordelen. Toch moeten nog heel veel producenten, retailers en logistieke dienstverleners over die drempel heen. Duurzaamheid is daarvoor het vliegwiel.  Maatschappelijke druk en aanstaande wettelijke verplichtingen (CSRD) stellen bedrijven voor nieuwe opgaven. Transparantie is de basis voor duurzame keuzes en het voldoen aan nieuwe regels.

Iedere keten real-time transparant

Yellowstar biedt al sinds de oprichting in 2009 innovatieve softwareoplossingen waarin ketensamenwerking centraal staat. Of het nu is voor de aansturing van supply chains vanaf de leverancier in Azië of voor het managen van intermodale ketens van haven tot warehouse. Dankzij onze software die werkt via de cloud kan elke schakel eenvoudig aansluiten. Iedere keten wordt zo real-time transparant en voorspelbaar voor 24/7 proactieve aansturing. Dat voorkomt bijvoorbeeld leeg rijden, vermindert voorraden en leidt tot het gerichter inzetten van duurzame modaliteiten.

Concreet CO2-uitstoot meten

Met onze softwareoplossingen is bovendien (in samenwerking met BigMile) door de gehele keten heen eenvoudig de CO2-uitstoot te meten. Bijvoorbeeld om dit per order terug te koppelen aan de klant of per artikel te vermelden richting consument. Maatschappelijke verwachtingen en wettelijke verplichtingen komen op die manier samen. Meer intelligentie toevoegen

Kan het nog duurzamer? Jazeker; wij werken er in samenwerking met onze moederorganisatie ICT Group aan om nog meer intelligentie aan onze software toe te voegen. Algoritmes maken het mogelijk heel nauwkeurig te voorspellen wanneer in de keten welke actie nodig is. Supply chains zijn zo nog efficiënter en dus duurzamer in te richten. Een aanlokkelijk toekomstperspectief, met ketensamenwerking als basis. Het is aan marktpartijen om nu daadwerkelijk over die drempel te gaan.
Wij helpen graag!

22 mrt 2023

|

Gezondheid

Met data de zorg verbeteren: ‘Veel gaat al goed’

Ziekenhuizen en andere zorginstellingen verzamelen dagelijks een enorme hoeveel­heid data en slaan deze op.  Dat doen ze zeker niet voor niets, want met behulp van al die gegevens kan de zorg zichzelf op meerdere gebieden verbeteren, tegen lagere kosten. “En ziekenhuizen zijn hiermee echt al een heel eind op weg”, zegt Gert-Jan van Boven, directeur van Dutch Hospital Data (DHD).

pg10-gjvanboven04.jpg


Het potentieel van datagebruik voor het verbeteren van de zorg is volgens Gert-Jan van Boven ontzettend groot. In de nabije toekomst valt daarmee nog heel veel te winnen, maar vandaag de dag speelt data al een grote en belangrijke rol, zonder dat een gemiddelde patiënt hier direct iets van zal merken.

 


De medische kennis is de afgelopen decennia geëxplodeerd. Die past al lang niet meer in het hoofd van een arts. Daarom worden er volgens Van Boven systemen ontwikkeld die de arts ondersteunen bij zijn beslissingen. De directeur van Dutch Hospital Data (DHD) noemt het systeem NHGDoc voor de huisarts als voorbeeld: “Tijdens een consult voert de arts in het dossier in wat een patiënt vertelt en wat het onderzoek oplevert. Samen met alle beschikbare informatie over de voor­geschiedenis in het dossier komt het systeem dan met aanbevelingen of waarschuwingen. Als de richtlijnen aanvullende maatregelen voorstellen waarschuwt NHGDoc de huisarts met een geel balletje in beeld.
Het blijft de dokter zelf die beslist.”

 


Voor ziekenhuizen is het zeer zinvol om op een slimme manier de beschikbare patiënten­data met elkaar vergelijken. Daar kunnen ze van leren en zo zichzelf en daarmee de kwaliteit van de zorg ver­beteren, legt Van Boven uit. Veel vragen die voor elke zorginstelling of zorg­professional relevant zijn, zijn te beantwoorden door gegevens optimaal te gebruiken. Welke behandeling heeft een patiënt nodig, om de grootste kans te hebben op snelle genezing? Welke medicijnen kennen bij dit ziektebeeld een hoog risico op complicaties? En is de duurste behandeling ook altijd de beste?

 


Om dat soort vragen goed onderbouwd te kunnen beantwoorden, zijn heel veel verschillende gegevens nodig. Het gaat volgens Van Boven om data van een groot aantal aspecten die te maken hebben met de verschillende fases van het zorgtraject van een patiënt. Zo is van belang om vast te stellen wat het uitgangspunt van deze persoon was voor de behandeling begon. Had diegene bijvoorbeeld bijkomende ziekten? En hoe stond het met diens
algemene gezondheid?

 


Daarnaast wordt gekeken naar informatie die te maken heeft met het zorgtraject dat de patiënt doorliep. Wat was de diagnose en door middel van welke diagnostiek, zoals bloedonderzoek, röntgenfoto's en scans, is deze diagnose tot stand gekomen? Waar bestond vervolgens de behandeling uit: medicatie, operaties, IC-opname, leefregels?. Procesinformatie kan ook waardevol zijn. Hoelang was de patiënt opgenomen? Is er multidiscliplinair overleg over diegene gevoerd? Het is voor dit soort analyses gelukkig niet noodzakelijk om te weten wie de patient is. Uit privacy-overwegingen worden gegevens zoals iemands naam en adres daarom niet opgeslagen.

 


Met al deze informatie in de hand en geholpen door algoritmes, is het mogelijk om patiënten met een hoog risico op heropname of complicaties in een vroeger stadium te identificeren en behandelen. Van Boven: “Traditioneel maakte de behandelend arts een beoordeling van risico’s op basis van eigen kennis en ervaring, maar nu is steeds vaker een algoritme ondersteunend bij zo’n analyse.
Indrukwekkende voorbeelden zijn er bijvoorbeeld in de radiologie, waar een algoritme afwijkingen detecteert in grote hoeveelheden data, terwijl een beoordelend radioloog die zomaar over het hoofd had kunnen zien.”

 

 

Merkt de ziekenhuispatiënt verder nog iets van al de voordelen van datagebruik? “Het is voor ziekenhuizen belangrijk dat hun patiënten tevreden zijn en ook hierbij kan data ze helpen”, legt Van Boven uit. Steeds vaker worden PROM’s (Patient Reported Outcome Measurements, red.) en PREM’s (Patient Reported Experience Measurements, red.) toegepast om de kwaliteit en de inrichting van de zorgprocessen te meten. Daarnaast is de persoonlijke gezondheidsomgeving (zie kader) in ontwikkeling, waar een patiënt alle medische data zelf kan verzamelen en inzien.
Het idee is dat iemand met die omgeving zelf meer regie kan nemen over zorg.”

 


Met DHD (een stichting zonder winstoogmerk) is Van Boven hard aan het werk om de zorg op datagebied vooruit te helpen. In 2008 richtten de brancheorganisaties NVZ (algemene ziekenhuizen) en NFU (academische ziekenhuizen) DHD op. Beide organisaties leveren nog altijd twee vertegenwoordigers die deel uitmaken van het zeskoppige bestuur van DHD.
De andere twee bestuursleden worden sinds vorig jaar geleverd door de Federatie Medisch Specialisten.

 


Een team van experts werkt namens DHD dagelijks samen met alle Nederlandse ziekenhuizen en ook steeds meer andere instellingen binnen de medische-specialistische zorg. Het doel is om deze partijen in staat te stellen om de kansen die data biedt, optimaal te benutten. Zo organiseert DHD landelijke registratie-, data- en informatieprocessen, ontwikkelt daar producten en diensten voor en brengt het ziekenhuizen met elkaar in contact.

 


Het is niet gek dat hier een aparte organisatie voor bestaat, gezien de complexiteit die werken met (gevoelige) zorgdata met zich meebrengt. Op de website van DHD is een zin te lezen die laat zien hoeveel handelingen ermee samenhangen:
“Vastleggen, ontsluiten, valideren, analyseren, doorleveren, rapporteren, onderzoeken, duiden: hoe doe je dat zo efficiënt en veilig mogelijk?”

 


Veiligheid is uiteraard een belangrijk punt, want kunnen ziekenhuizen de nauwkeurigheid en veiligheid van hun gegevens nog wel garanderen als ze diezelfde data tegelijkertijd zo intensief gebruiken om hun beleid op te baseren?  Dat is niet altijd makkelijk, want er is strenge privacy­wetgeving, die in het geval van stuurinformatie niet altijd is toegesneden op de uitdagingen in de zorg. Gelukkig zijn er “Privacy Enhancing Technologies” om veilig belangrijke informatie te kunnen genereren. Anonimiseren en pseudonimiseren zijn hier voorbeelden van.

 


Om de grootste stappen vooruit te kunnen zetten, is samenwerking in de ogen van Van Boven het kernwoord. “Wij zijn met DHD in feite de coördinerende partij voor de landelijke samenwerking met betrekking tot secundair gebruik van data in de zorg. Dat betekent dat professionals bij ziekenhuizen en andere instellingen zelf in de lead blijven, maar wij wel de lijnen voor ze uitzetten waarmee ze dat makkelijker kunnen doen. Wij zorgen ervoor dat alle zorginstellingen onze dataproducten en -diensten zo laagdrempelig mogelijk kunnen gebruiken.” Mogelijkheden en ‘denkbare mogelijkheden’ zijn er op dit moment te over, maar het is volgens
Van Boven voor zorginstellingen wel een grote uitdaging om dit allemaal te implementeren.

 


Zijn eigen, uiterst positieve, conclusie dat ziekenhuizen hier over het algemeen momenteel al heel aardig in slagen, noemt Van Boven zelf ‘best controversieel’. Veel andere mensen zijn namelijk wat kritischer over hoe dat nu gaat. “Natuurlijk kan veel nog beter, maar kijk nou eens naar alle nieuwe opties die in korte tijd op de ziekenhuizen afkomen. Dat vormt een hele grote uitdaging, want het zijn geavanceerde producten. Daarom vind ik het belangrijk om aan te geven dat het echt niet zo slecht gaat. De omgang met grote hoeveelheden informatie en implementatie van data-­oplossingen in Nederlandse ziekenhuizen is echt indrukwekkend. We doen daardoor nu al heel zinvolle dingen met data in de zorg en dat zal alleen maar meer worden.”

 

Feiten: de persoonlijke gezondheidsomgeving

•Een persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) is een app of site, waar iemand eigen medische gegevens en zelf toegevoegde gezondheidsinformatie kan inzien

•Bij steeds meer zorginstellingen en bij vrijwel alle huisartsen kunnen patiënten een PGO gebruiken

•Hierin staan bijvoorbeeld de adviezen die een arts iemand gaf, de uitslag van een bloedonderzoek, of de medicijnen die zijn voorgeschreven

•Tenzij iemand zelf toestemming geeft, mogen gegevens uit een PGO nooit door derden worden ingezien

•Om de veiligheid van de gegevens te waarborgen, is er een keurmerk voor PGO’s die de beveiliging goed op orde hebben: het MedMij-label

22 mrt 2023

|

Gezondheid

‘Geen enkele oplossing op zichzelf zal volstaan: én én is noodzakelijk’

De zorgbehoefte blijft stijgen. Als de huidige trends doorzetten, zullen we een steeds hoger percentage van ons inkomen aan zorg besteden. Ook zal een steeds hoger percentage van de schoolverlaters in de zorg aan het werk moeten. Is het mogelijk die trend te keren? Het zal niet makkelijk zijn om de zorg in de toekomst toegankelijk, betaalbaar en op hoog niveau te houden, maar onmogelijk is het zeker niet. Oplossingsrichtingen en deeloplossingen zijn er al. Naarmate de noodzaak nijpender wordt, zal de bereidheid om die toe te passen toenemen.    

 


Wij als netwerk Health Valley werken vooral aan innovatie met inzet van technologie. Onder­steuning door robots en andere
slimme apparaten kan ervoor zorgen dat hetzelfde werk met minder mensen kan plaatsvinden. Digitalisering, uniformiteit
van data en veilige en doeltreffende gegevens­uitwisseling kan veel dubbele handelingen overbodig maken. Er komen benaderingen tot stand om medicijn­ontwikkeling sneller en goedkoper te laten verlopen.

 


Dankzij de ondersteuning van kunst­matige intelligentie kunnen betere diagnoses sneller gesteld worden en is precisi­behandeling mogelijk. Monitoring op afstand en technologische ondersteuning maken het mogelijk dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen. Geen enkele oplossing zal echter op zichzelf volstaan. Hier is én én noodzakelijk.

 


Enkele van die noodzakelijke aspecten zijn het anders organiseren van de zorg en het anders inrichten van zorgprocessen. Een andere is het inzetten van zij-instromers. Ook belangrijk: het veranderen van het huidige systeem van zorgfinanciering, dat innovatie in de weg zit. Het is zaak om financiële voordelen die één schakel in de zorgketen kan behalen, eerlijk over de zorgketen te verdelen. Dat voorkomt dat partijen zich gaan afzetten tegen innovaties omdat ze hun positie door veranderingen bedreigd zien. Die nieuwe benadering is al te zien bij zorgverzekeraars die op regionaal niveau overgangsperiodes voor vernieuwingen overeenkomen met partijen in de sector.    

Een heel belangrijk ander aspect is preventie. Veel chronische ziekten vinden hun oorsprong in de levensstijl: roken, ongezond eten en weinig bewegen. Hierbij geldt dat de mensen die leefstijladvies het hardst nodig hebben ook het moeilijkst te bereiken zijn. Er zijn op dit punt, net als op veel andere punten, verrassende nieuwe benaderingen nodig om doorbraken te bereiken. Maar preventie betekent ook: de juiste zorg aan de juiste persoon op de juiste plek – en daarmee het voorkomen van overbehandeling. Soms zijn medische behandelingen wel mogelijk, maar zit de patiënt zelf er niet op te wachten. Als de patiënt de regie over zijn eigen zorg krijgt, kan dit tot grotere tevredenheid én minder behandelingen leiden.

 


Vanwege de complexiteit lijkt de uitdaging soms onoplosbaar. Schrijnende situaties komen voor, zoals mantelzorgers die vanwege personeelsgebrek gedwongen zijn om hun naasten in zorginstellingen te komen ondersteunen. Maar uiteindelijk blijf ik positief, onder meer omdat onder druk alles vloeibaar wordt. Daarom zijn we dagelijks met innovatie bezig. En hoe nijpender de situatie, des te groter wordt de bereidheid om ingegraven posities en heilige huisjes te verlaten om revolutionaire veranderingen te omarmen. We hebben tijdens de coronapandemie gezien wat er allemaal mogelijk wordt als de nood aan de man is.

 

Chris Doomernik,

Directeur Health Valley Netherlands