Laatste nieuws

29 sep 2022

|

Economie

Nieuwe pensioenwet: laat je matching portefeuille harder werken


 Het nieuwe pensioencontact biedt pensioenfondsen meer beleggingsvrijheid, ook in de matching portfolio. Hogere rendementen zijn niet alleen mogelijk, maar ook wenselijk, stelt Jeroen van Bezooijen, obligatiespecialist van vermogensbeheerder PIMCO. “Er komt immers een directe link tussen het beleggingsrendement en de hoogte van het pensioen.“ 

schermafbeelding-2022-09-29-om-16-31-19.png

 

De huidige DB-regelingen baseren zich op vaste pensioenaanspraken voor deelnemers. De matching portfolio dekt die af met vooral langlopende staatsobligaties en renteswaps. “DB is niet houdbaar, vanwege de hoge rentegevoeligheid, de slechte koopkrachtbescherming en de kwetsbaarheid voor de vergrijzing’’, stelt Ronald Heijn, bestuurslid van het beroepspensioenfonds voor apothekers, SPOA. PIMCO beheert al ruim twintig jaar actieve matching portefeuilles voor Nederlandse pensioenfondsen en werkt al bijna twee decennia nauw samen met SPOA op dit vlak. 

Het nieuwe pensioenstelsel probeert die kwetsbaarheden te verminderen. De uitkeringen hangen af van het beleggingsrendement en deelnemers krijgen, afhankelijk van het type contract (flexibel of solidair), meer een individueel pensioenpotje. Op 1 januari 2027 moeten Nederlandse pensioenfondsen over naar het nieuwe stelsel. SPOA ligt goed op koers en omarmt de nieuwe mogelijkheden, zo stelt Heijn. 

De grotere keuzevrijheid zal goed bij deelnemers in de smaak vallen, zo verwacht Heijn, en ook krijgen pensioenfondsen zelf meer beleggingsvrijheid nu vaste pensioenaanspraken niet meer rigide afgedekt hoeven te worden. “Matching blijft wel nodig, aangezien we blijven streven naar een zo stabiel mogelijke pensioenuitkering. Zeker in de laatste opbouwjaren en in de uitkeringsfase moet je excessieve schokken voorkomen, door steeds meer in obligaties te beleggen voor een deelnemer.”

Het beleggingsrendement wordt nog belangrijker 

Heijn ziet de strikte scheiding tussen return en matching portfolio’s als weinig zinvol. Hij verwacht dat er steeds meer return-elementen in de matching portfolio verschijnen, omdat er een grotere focus op beleggingsrendement zal liggen. “Daarbij kan er leeftijdsafhankelijk worden belegd, onder meer door voor jongeren meer risico te nemen - en daarmee hogere rendementen te behalen - omdat ze dat gezien hun lange beleggingshorizon kunnen dragen.” 

De splitsing tussen matching en return portfolio had altijd iets arbitrairs, bevestigt Van Bezooijen. “In de afgelopen 15 tot 20 jaar heeft PIMCO veel ervaring opgedaan in het toevoegen van rendement aan een matching portfolio, met een zeer nauwe correlatie met de verplichtingen. Cumulatief heeft dat beetje extra jaarlijks rendement over die periode 60 tot 70 procent aan de door ons beheerde matching mandaat toegevoegd.”

Van bedrijfsobligaties tot Deense hypotheken

Hoe PIMCO die hogere rendementen heeft behaald? “Door actief beheer, door gebruik te maken van de inefficiënties op obligatiemarkten. Zo zijn bijvoorbeeld bunds veelal iets goedkoper in de futures-markt dan in de fysieke markt. Daar kun je op inspelen. Of denk aan Deense hypotheken. Niet veel pensioenfondsen zullen daarin beleggen, maar ze bieden triple A kredietwaardigheid met de yields van triple B bedrijfsobligaties”, stelt Van Bezooijen. 

Ook met het toevoegen van investment grade bedrijfsobligaties en illiquide beleggingen zoals private debt kunnen er hogere rendementen worden bereikt, vervolgt de obligatie-expert. “Het is daarbij mogelijk om echte inflatiebescherming in te bouwen, met inflation swaps en inflation-linked obligaties.” 

Zowel Heijn als Van Bezooijen zijn enthousiast over cash flow driven investing (CDI) voor de uitkeringsfase, waarbij de beleggingen niet zozeer de totale verplichtingen over 70 tot 80 jaar afdekken, zoals bij liability driven investments, maar de pensioenuitkeringen in de komende 20 jaar. “Een obligatieportefeuille dekt daarbij de lopende pensioenuitkeringen. Dat biedt zekerheid”, stelt Van Bezooijen. 

“Met bedrijfsobligaties kun je op die manier nog steeds de uitkeringen dekken, alleen op een efficiëntere manier en met een hoger rendement”, aldus Van Bezooijen.

Heijn: “Dit kan ook met minder liquide beleggingen, zolang die maar zorgen voor een stabiele kasstroom. Coupon plus aflossingen dekken de uitkeringen. Dat is uiteindelijk ook een begrijpelijk verhaal dat we aan onze deelnemers kunnen uitleggen.” 

Neem voor meer informatie over PIMCO’s dienstverlening contact op met een lid van het team, by contacting Patrick Dunnewolt, Head of Benelux at PIMCO: [email protected]

Alleen voor professioneel gebruik

PIMCO Europe Ltd (Registratie No. 2604517) is gereguleerd door de Financial Conduct Authority (12 Endeavour Square, London E20 1JN) in het Verenigd Koninkrijk. De services geleverd door PIMCO Europe Ltd zijn niet geschikt voor retail investeerders, zij kunnen in plaats daarvan contact opnemen met een financieel adviseur voor meer informatie. PIMCO is een merk van Allianz Asset Management of America L.P. in de Verenigde Staten en daarbuiten. © 2022, PIMCO Europe Limited. 

29 sep 2022

|

Economie

Een duurzame toekomst van de financiële sector: Hoe ziet dat eruit volgens ons?

Duurzame transformatie gaat in kleine stappen

De snelle transformatie naar een duurzame en sociale onderneming bestaat niet, betoogt Ali Niknam, oprichter van Bunq. Kleine stappen maken en geen tweespalt kweken, dat helpt. 

  • De overgang naar een duurzame maatschappij moet van onderaf komen, niet vanuit een centrale overheid
  • Groei is nodig om impact te vergroten

 ali2.jpg
Ieder bedrijf draagt het dna van de oprichters en de eerste groep werknemers. Dat was in 2012 dus niet anders toen Ali Niknam aan de wieg stond van Bunq - geen bank, maar een tech-onderneming zoals hij zelf zegt. “We begonnen direct na de financiële crisis, dus iedereen bij Bunq heeft in z’n dna dat hij of zij iets wil bijdragen. Op het financiële front - hoe maken we banken meer gebruikersgericht - maar vooral op sociaal en duurzaam gebied. Onze datacenters zijn bijvoorbeeld vanaf de start aangesloten op groene stroom.”

 


Dat bedrijfs-dna betekent vooral dat innovatie niet per se vanuit de directie komt. De overschakeling op recyclebare koffiebekers en de komst van een kok die werkt met het overgebleven voedsel van Bunq komen uit de koker van medewerkers die actie ondernamen. “Het zijn misschien geen grote stappen, maar de gemene deler is dat dit allemaal vanuit onze mensen komt. Voor onze medewerkers en gebruikers is duurzaamheid een groot goed, daar is ons investeringsbeleid ook op aangepast. Ik denk dat we verantwoordelijker investeren dan welke bank dan ook. Daarom zijn we ook bomen gaan planten voor alle acties die gebruikers toch al doen, zoals pinnen en boodschappen afrekenen. Langzaam word je dan co2-neutraal. We hebben inmiddels ruim acht miljoen bomen geplant.”

 


Mensen maken zich terecht zorgen over het klimaat, maar worden ook lamgeslagen door de grootte van het probleem, denkt Niknam. “Er komt alleen geen eureka-moment waarmee we dit probleem oplossen, zo werkt dat niet. Maar als we allemaal ons steentje bijdragen, dan kunnen we dingen oplossen. Er is geen regering, geen bedrijf en geen consument die dit in z’n eentje kan oplossen. Als we allemaal wat doen, is het sneller opgelost.”

Dat hoeft niet van hogerhand gecoördineerd te worden, betoogt Niknam. “Ik geloof daar niet in. Dan wordt het een politiek vraagstuk waarbij consensus gezocht moet worden. In de praktijk betekent dit dat je waarschijnlijk een heleboel niks krijgt. We moeten elkaar niet aanstaren, maar vraag jezelf af: ‘Wat kan ik beter doen?. Ik maak er binnen Bunq geen policy van.”

 


In dat ritme kent Bunq nu meatless mondays, ook bedacht door werknemers. Niknam rijdt geen auto meer in Amsterdam, eet vegetarisch en heeft zijn intercontinentale vluchten flink teruggeschroefd. “Mensen moeten voelen dat dit een bedrijf is waarbij hun duurzame ideeën passen, en dat ze de ruimte voelen om aan de slag te gaan met die ideeën. Daar komen mooiere dingen uit dan als je het centraal aanstuurt. Dat is dus geen transformatie, zoals het in corporate taal heet, maar verandering gaat in kleine stappen.”

 


Niet iedere onderneming kent een dergelijke cultuur, dat realiseert Niknam zich ook. “Er zijn inderdaad andere culturen, die misschien meer top-down zijn georganiseerd. Maar dat geeft niet, voor de oplossing van deze problemen bestaat geen one size fits all. Ik heb het idee dat we daar al veel te lang naar zoeken. Waar ik naartoe wil, is dat we allemaal zelf nadenken, binnen onze context. Dan zul je zien dat er bijna overal meer gedaan kan worden dan er nu gebeurt.”

 

‘Via onze beleggingen helpen we bedrijven om hun transitie in gang te zetten’

Wim Eikelboom, BNP Paribas Cardif: ‘Via onze beleggingen helpen we bedrijven om hun transitie in gang te zetten’

Moet een verzekeraar nu koploper zijn in ESG-doelstellingen, of juist een volger? Volgens Wim Eikelboom, deputy-ceo van BNP Paribas Cardif in Nederland, gaat dat hand in hand. “We kunnen ervoor kiezen om vervuilende industrieën niet meer te verzekeren, of we gaan ze juist helpen.”

  •  Via zijn investeringen kan BNP Paribas Cardif veel invloed uitoefenen op het duurzaam beleid van grote ondernemingen
  • ESG-doelstellingen zijn makkelijker, omdat het leeft bij het personeel

 wim-eikelboom.jpg
BNP Paribas Cardif is weliswaar een relatief kleine verzekeringstak van de BNP Paribas Groep, maar dat betekent niet dat de impact niet groot kan zijn. Het bedrijf verkoopt verzekeringen op het gebied van overlijdensrisico en producten voor arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. “Voor onze doelstellingen op sociaal en duurzaam gebied volgen we de lijn van BNP Paribas, dat geeft ons een duidelijk kader. Maar dat betekent niet dat we zelf geen initiatieven ontplooien. Dat zit in onze cultuur”, vertelt Eikelboom. 

 

In de visie van BNP Paribas Cardif betekent dat dat de vier value drivers - klanten, personeel, maatschappij, financiën - hecht met elkaar verbonden zijn. “Ze zijn bij ons allemaal verbonden. Het is voor de klant heel belangrijk om beschermd te zijn, juist in deze tijden. Daarbij is het onze taak om hun polisinleg goed te beleggen. Vanuit BNP Paribas willen we koploper zijn op groen en sociaal gebied, en dat geldt ook voor ons personeel.”  

 


De verzekeraar heeft weinig tot geen direct klantcontact, omdat de verzekeringen door tussenpersonen worden verkocht. De focus ligt dan ook op de beleggingen. Eikelboom: “Daarmee willen we verduurzamen. Dat is tachtig procent van onze balans.” In de verzekeringsindustrie wordt natuurlijk al langer gekeken naar welke investeringen gedaan worden, waarbij witwassen en terrorisme buiten de deur wordt gehouden. Nu kijkt het bedrijf ook naar bedrijven met een zware footprint. “Dat is nu de richting waarin we keuzes gaan maken.”

 


De voortrekkersrol van BNP Paribas Cardif uit zich in de investment beliefs van het bedrijf. “Zowel onze producten als beleggingen zijn gericht op de lange termijn. We waren een van de eersten die stopten met onconventionele olie- en gasbeleggingen. Dat wil niet zeggen dat we ze meteen verkocht hebben, maar ze worden nu wel uitgefaseerd. We hebben ook een benchmark gedaan op ESG-gebied, waarbij we kijken hoe de markt ervoor staat. We willen boven die benchmark zitten. Investeringen krijgen tegenwoordig een ESG-waardering. 65 procent van onze beleggingen valt daar nu al onder en dat cijfer willen we verder omhoog brengen.”

 


Zo transformeert BNP Paribas Cardif geleidelijk in een steeds duurzamer en socialer bedrijf, ziet Eikelboom. “We zijn op de goede weg, zeker op het gebied van onze beleggingen. Op klantgebied kunnen we nog wel een slag maken. Consumenten denken goed na over verduurzaming, en hebben in deze tijd te maken met veel onzekerheden. We proberen dan ook producten te leveren die daarop aansluiten. Daarnaast willen we bedrijven graag helpen; we zeggen niet meteen dat we niet meer zullen investeren, maar we kijken graag mee hoe zij de transitie naar een duurzamer model kunnen maken.”

 
Eikelboom benadrukt dat het bedrijf goed is ingericht op een nieuwe slag in ESG-doelstellingen. Het personeel van het bedrijf heeft verduurzaming en een sociaal beleid hoog in het vaandel. “We zijn, mede door corona, van twee kantoorpanden naar één gegaan. We rijden meer elektrisch, en onze mensen zijn zeer betrokken en doen veel vrijwilligerswerk. Wereldwijd steunen we de strijd tegen obesitas en in Nederland werken we hiervoor samen met JOGG, voor een gezonde jeugd met een gezonde toekomst. Onder het personeel zijn er ook veel initiatieven op het gebied van vitaliteit en bewegen. Dat leeft hier echt. We hebben twee procent ziekteverzuim, dat is historisch laag. Het gaat goed met onze mensen, en dat betekent dat we onze boodschap ook kunnen uitdragen naar de wereld om ons heen.”

 

 

Hoe maken banken en verzekeraars de stap van shareholder naar stakeholder value? 

Voor banken en verzekeringsmaatschappijen ligt er de komende jaren een belangrijke taak. Ze moeten hun focus verleggen van shareholder value naar stakeholder value en dus rekenschap afleggen aan de totale keten. Alleen zo kunnen ze ook op de lange termijn voldoende waarde bieden aan al hun belanghebbenden, niet alleen aandeelhouders. EY helpt de financiële sector met het formuleren en laten doorleven van deze brede ‘purpose’. 

 

ey-loes-andringa-1572-meta.jpg
De rol van de financiële sector bij het bewaken van duurzame waarden in ons economisch model is belangrijker dan ooit. Banken en verzekeraars moeten nieuwe bedrijfsmodellen ontwikkelen die meer gericht zijn op waardecreatie voor al hun belanghebbenden op lange termijn. Hun prestaties met betrekking tot klimaat- en maatschappelijke doelstellingen zullen steeds belangrijker worden en zelfs een voorwaarde zijn voor het behalen van financiële resultaten. Van shareholder value naar stakeholder value, een verschil van slechts twee letters, maar tegelijk een complete mindshift voor de sector. Loes Andringa is sectorleider verzekeringen bij EY en helpt verzekeraars met deze transformatie. Zeynep Deldag is sectorleider Banking & Capital Markets en doet dergelijke transformaties als client service partner voor banken en grote financiële instellingen. Beiden zien zij dat duurzaamheid bij al hun opdrachtgevers bovenaan de agenda staat. 

 

zeynep1.jpg
Deldag: “Voor banken is het cruciaal dat ze hun bedrijfsdoelstelling herformuleren en daadwerkelijk in praktijk brengen dat ze ‘purpose driven’ waarde creëren voor alle belanghebbenden. De belangrijkste dimensies voor waardecreatie zijn: klant en consument, medewerkers, maatschappelijk en financieel.”

 


Keuzes maken in cliënten, investeringen en financiering

Wat zijn dan onderwerpen waar beide sectoren zich op kunnen richten? “Banken zijn cruciale partijen om te zorgen dat we voorop kunnen lopen in het behalen van zowel milieu- als  maatschappelijke doelstellingen. Denk aan het reduceren van de CO2-voetafdruk of versnelling van financial inclusion. Allemaal onderwerpen die hoog op de agenda staan binnen de sector”, vertelt Deldag. “Door te focussen op een brede groep stakeholders, met een duidelijk doel voor ogen, namelijk het genereren van duurzame business op lange termijn, kunnen banken daadwerkelijk vooroplopen. Bijvoorbeeld door te kiezen voor groene financiering, samenwerkingsverbanden op te zetten of technologie in te zetten voor financial inclusion. Het gaat dan niet alleen om het introduceren van nieuwe financiële producten, maar om de ambitie om initiatieven te ondersteunen die de economie een duwtje in de rug geven en zo bijdragen aan een betere wereld.” 

 


Volgens Andringa kan het ook betekenen dat je er juist voor kiest om je producten en services meer of minder te richten op bepaalde sectoren. “Zzp’ers waren bijvoorbeeld voor verzekeraars een onderbelicht marktsegment. We zien nu juist verzekeraars die zich met hun producten specifiek focussen op deze groep. Terwijl een keuze ook kan zijn om minder te gaan investeren in of minder te werken met bedrijven in de tabaksindustrie of producenten van fossiele brandstoffen.” Deldag ziet hetzelfde in de bankensector: de steun aan bedrijven die bijdragen aan een duurzame wereld of juist het stoppen van werken voor klanten die niet duurzaam zijn. 

 


Hogere doel doorleven

Voor beide sectoren levert dat businessmodellen op waarbij ze innovatief zullen moeten zijn en samenwerkingen moeten zoeken met de juiste partners om hen te helpen de transitie te maken of additionele diensten te leveren. Duurzaamheid is zeker geen onderwerp dat je er zomaar even bijdoet of dat beperkt blijft tot een manier om aan compliance te werken. Bovendien is het concreet maken van je duurzaamheidsdoelstellingen nog steeds een uitdaging voor veel organisaties. “Uit alle hoeken zijn vereisten aan de bankensector toegenomen: klanten willen een betere klantbeleving, medewerkers willen vooral werken voor een bank die bijdraagt aan een betere en duurzamere wereld, regelgevende instanties eisen dat ze voldoen aan voorschriften, wat resulteert in extra eisen aan rapportages en aandeelhouders willen dat ze winstgevend zijn. Banken die hierop reageren met business modellen waarin ESG doelen zijn verweven zullen de frontrunners zijn.” Het is niet voor niets dat EY eerder dit jaar naar buiten kwam met de bewustwordingscampagne ‘duurzaamheid, hard gemaakt’, juist om alle vereisten om te zetten in concrete plannen.

 


De kunst is om de purpose tot leven te brengen voor alle doelgroepen, die allemaal een verschillende focus hebben. Andringa ziet bij verzekeraars ook nieuwe diensten ontstaan voor polishouders. “Het gaat bijvoorbeeld meer om preventie: hoe help je polishouders preventief met gezondheid en welzijn? Dan heb je het over aanvullende producten of dienstverlening die ervoor zorgen dat je relevanter wordt voor je klanten.” 

 


Building a better working world

EY spreekt uit eigen ervaring als het gaat om het formuleren en implementeren van een waardegerichte doelstelling. Het maakte een soortgelijke transformatie door. Andringa: “Building a better working world vormt de leidraad voor al onze werkzaamheden. Dat hebben we tastbaar en concreet gemaakt voor al onze medewerkers. Als zij deze doelstelling ook echt invoelen, zal dit ervoor zorgen dat zij het beste van zichzelf laten zien. Walk the talk, live the purpose” noemt Andringa het ook wel. Deldag beaamt dat dit de kracht is van EY: “Organisaties helpen om hun doelstelling te formuleren en zorgen dat iedereen hiermee ‘in lijn’ functioneert. We zien het grote verhaal en hebben binnen EY voldoende expertise in duurzaamheid om organisaties te helpen met hun bredere transformatie.”  

 


Eye on Banking & Insurance

Wil je meer weten over dit onderwerp? Bezoek dan op 24 november het evenement Eye on Banking & Insurance. Dit gaat in op de manier waarop banken en verzekeraars duurzaamheid kunnen inzetten om te transformeren tot waardecreatie op de lange termijn. 

29 sep 2022

|

Economie

“Vastgoed is de perfecte inflatiehedge”

schermafbeelding-2022-09-29-om-15-23-18.png

Jaap Huurnink,

Mede-partner en trainer FOI-vastgoedopleidingen

 

Wat is een goed moment om te investeren in vastgoed?

“Ieder moment kan goed zijn, maar het is wel zo dat verschillende actuele factoren een rol spelen. Zoals de rentestand, het feit dat het moeilijker én duurder is geworden om te financieren en dat verduurzaming een must is geworden vanwege de gestegen energieprijzen. Ook is het juiste moment persoonlijk. De afgelopen jaren waren de directe rendementen in residentieel vastgoed lager, maar wel stabiel. Het is dus maar net waar je voor kiest. Vastgoed is in elk geval de perfecte inflatiehedge omdat het de waardedaling van geld tegen kan gaan. Mijn advies voor nu is om te variëren in soorten vastgoed en transformatie toe te passen om betere rendementen halen.”

 


Is investeren in vastgoed altijd een goede vorm van belegging? 

“Bij elke vorm van beleggen moet je altijd de alternatieven afwegen. Als je onvoldoende doordachte keuzes maakt in het vastgoed kun je ook flink verliezen. Vooraf de juiste kennis bezitten van de aspecten die bij vastgoedbeleggen komen kijken is een must. Vastgoed met slechte energieprestaties en een all-in huurcontract is op dit moment geen goede keuze.”

 


Hoe kan je het beste omgaan met schommelingen in de markt?

“Als je geschoren wordt, moet je stilzitten. Het beste is instappen in een lage markt en dan vlak voor de top uitstappen. Momenteel zitten we net over de top, en is een dalende trend ingezet. Hierdoor kan het raadzaam zijn om tijdelijk voor een andere beleggingsvorm te kiezen. Tenzij je bereid bent om een groter risico te lopen. Er zijn zeker mogelijkheden in de vastgoedmarkt die een goed rendement bieden, dan loop je dus wel meer risico. Ik zeg wel eens het gras bij de buurman is altijd groener, dat komt wel omdat het daar meer regent.” 

More Stories

29 sep 2022

|

Economie

Nieuwe pensioenwet: laat je matching portefeuille harder werken


 Het nieuwe pensioencontact biedt pensioenfondsen meer beleggingsvrijheid, ook in de matching portfolio. Hogere rendementen zijn niet alleen mogelijk, maar ook wenselijk, stelt Jeroen van Bezooijen, obligatiespecialist van vermogensbeheerder PIMCO. “Er komt immers een directe link tussen het beleggingsrendement en de hoogte van het pensioen.“ 

schermafbeelding-2022-09-29-om-16-31-19.png

 

De huidige DB-regelingen baseren zich op vaste pensioenaanspraken voor deelnemers. De matching portfolio dekt die af met vooral langlopende staatsobligaties en renteswaps. “DB is niet houdbaar, vanwege de hoge rentegevoeligheid, de slechte koopkrachtbescherming en de kwetsbaarheid voor de vergrijzing’’, stelt Ronald Heijn, bestuurslid van het beroepspensioenfonds voor apothekers, SPOA. PIMCO beheert al ruim twintig jaar actieve matching portefeuilles voor Nederlandse pensioenfondsen en werkt al bijna twee decennia nauw samen met SPOA op dit vlak. 

Het nieuwe pensioenstelsel probeert die kwetsbaarheden te verminderen. De uitkeringen hangen af van het beleggingsrendement en deelnemers krijgen, afhankelijk van het type contract (flexibel of solidair), meer een individueel pensioenpotje. Op 1 januari 2027 moeten Nederlandse pensioenfondsen over naar het nieuwe stelsel. SPOA ligt goed op koers en omarmt de nieuwe mogelijkheden, zo stelt Heijn. 

De grotere keuzevrijheid zal goed bij deelnemers in de smaak vallen, zo verwacht Heijn, en ook krijgen pensioenfondsen zelf meer beleggingsvrijheid nu vaste pensioenaanspraken niet meer rigide afgedekt hoeven te worden. “Matching blijft wel nodig, aangezien we blijven streven naar een zo stabiel mogelijke pensioenuitkering. Zeker in de laatste opbouwjaren en in de uitkeringsfase moet je excessieve schokken voorkomen, door steeds meer in obligaties te beleggen voor een deelnemer.”

Het beleggingsrendement wordt nog belangrijker 

Heijn ziet de strikte scheiding tussen return en matching portfolio’s als weinig zinvol. Hij verwacht dat er steeds meer return-elementen in de matching portfolio verschijnen, omdat er een grotere focus op beleggingsrendement zal liggen. “Daarbij kan er leeftijdsafhankelijk worden belegd, onder meer door voor jongeren meer risico te nemen - en daarmee hogere rendementen te behalen - omdat ze dat gezien hun lange beleggingshorizon kunnen dragen.” 

De splitsing tussen matching en return portfolio had altijd iets arbitrairs, bevestigt Van Bezooijen. “In de afgelopen 15 tot 20 jaar heeft PIMCO veel ervaring opgedaan in het toevoegen van rendement aan een matching portfolio, met een zeer nauwe correlatie met de verplichtingen. Cumulatief heeft dat beetje extra jaarlijks rendement over die periode 60 tot 70 procent aan de door ons beheerde matching mandaat toegevoegd.”

Van bedrijfsobligaties tot Deense hypotheken

Hoe PIMCO die hogere rendementen heeft behaald? “Door actief beheer, door gebruik te maken van de inefficiënties op obligatiemarkten. Zo zijn bijvoorbeeld bunds veelal iets goedkoper in de futures-markt dan in de fysieke markt. Daar kun je op inspelen. Of denk aan Deense hypotheken. Niet veel pensioenfondsen zullen daarin beleggen, maar ze bieden triple A kredietwaardigheid met de yields van triple B bedrijfsobligaties”, stelt Van Bezooijen. 

Ook met het toevoegen van investment grade bedrijfsobligaties en illiquide beleggingen zoals private debt kunnen er hogere rendementen worden bereikt, vervolgt de obligatie-expert. “Het is daarbij mogelijk om echte inflatiebescherming in te bouwen, met inflation swaps en inflation-linked obligaties.” 

Zowel Heijn als Van Bezooijen zijn enthousiast over cash flow driven investing (CDI) voor de uitkeringsfase, waarbij de beleggingen niet zozeer de totale verplichtingen over 70 tot 80 jaar afdekken, zoals bij liability driven investments, maar de pensioenuitkeringen in de komende 20 jaar. “Een obligatieportefeuille dekt daarbij de lopende pensioenuitkeringen. Dat biedt zekerheid”, stelt Van Bezooijen. 

“Met bedrijfsobligaties kun je op die manier nog steeds de uitkeringen dekken, alleen op een efficiëntere manier en met een hoger rendement”, aldus Van Bezooijen.

Heijn: “Dit kan ook met minder liquide beleggingen, zolang die maar zorgen voor een stabiele kasstroom. Coupon plus aflossingen dekken de uitkeringen. Dat is uiteindelijk ook een begrijpelijk verhaal dat we aan onze deelnemers kunnen uitleggen.” 

Neem voor meer informatie over PIMCO’s dienstverlening contact op met een lid van het team, by contacting Patrick Dunnewolt, Head of Benelux at PIMCO: [email protected]

Alleen voor professioneel gebruik

PIMCO Europe Ltd (Registratie No. 2604517) is gereguleerd door de Financial Conduct Authority (12 Endeavour Square, London E20 1JN) in het Verenigd Koninkrijk. De services geleverd door PIMCO Europe Ltd zijn niet geschikt voor retail investeerders, zij kunnen in plaats daarvan contact opnemen met een financieel adviseur voor meer informatie. PIMCO is een merk van Allianz Asset Management of America L.P. in de Verenigde Staten en daarbuiten. © 2022, PIMCO Europe Limited. 

29 sep 2022

|

Economie

Optimaal klanten bedienen door mutualisatie van het betalingsverkeer

Het onderhoud en beheer van betalingssystemen is intensief en de kosten ervan nemen alleen maar toe. Hoe optimaliseer je het betalingsverkeer? Volgens Sopra Financial Solutions is dit te bereiken door als bank een stap te zetten die doorgaans spannend is: het betalingsproces als IT-service afnemen, het Payments-as-a-Service (PaaS) model. Sopra zet nog een extra stap met een gemutualiseerde aanpak binnen het betalingsverkeer. Sopra Financial Solutions is een software partij voor de bancaire sector en onderdeel van Sopra Steria.”Een verborgen parel in Nederland”, zoals Tom Lambrecht, Country Manager Benelux & Nordics dat noemt.

 

tom-lambrecht.png
Door mutualisatie van het betalingsverkeer kunnen banken uiteindelijk hun aandacht richten op de klantrelatie terwijl de dagelijkse betalingen uitgevoerd en afgehandeld worden door een betrouwbare partner. Met PaaS kunnen banken profiteren van (Europees) schaalvoordeel en de hoge innovatie-ontwikkel- en beheerkosten gezamenlijk dragen. Daarnaast zorgt deze aanpak ervoor dat banken zich kunnen richten op dat waar zij écht onderscheidend in kunnen en willen zijn: de klant en het klantcontact.

 


Wat is op dit moment een uitdaging voor veel banken?
“Een van de belangrijke elementen waar banken mee worstelen is het moderner en goedkoper maken van hun IT-oplossing. Bij het sleutelen aan je winstgevendheid, moeten bedrijven kijken naar de interne kant en zorgen voor een kostenoptimalisatie. Een slimme zet is bijvoorbeeld IT-outsourcing, waarbij je een deel van de IT-processen afneemt als een dienstverlening. Dan heb je al een eerste optimalisatieslag gemaakt om goedkoper te werken.”

 


Wat kan jullie model betekenen?

“Het model samen met andere banken uitvoeren, ofwel mutualisatie, is de volgende stap waarbij je niet alleen je processen uitbesteed, maar ook de samenwerking daarin opzoekt.  Wij zetten ons in voor samenwerking op het gebied van het mutualiseren van betalingsverkeer en het verwerkingsproces van de betalingen in de bancaire markt. Bij de samenwerking die Sopra Financial Solutions voorstelt, kan de bank een efficiëntieslag maken zonder dat de klant aan de voorkant er iets van merkt. Banken hoeven geen schrik te hebben dat ze een verandergedrag zullen moeten bewerkstelligen bij een klant.” 

 


Wat is nog een misconceptie?

“Daar waar een betaling geïnitieerd wordt kan een bank zich nog enigszins onderscheiden. Apple Pay is hiervan een perfect voorbeeld. Banken die mikken op een innovatief imago willen graag Apple Pay aanbieden aan hun klanten, omdat ze zich een digitaal imago willen aanmeten en op die manier jongeren aantrekken. Eenmaal een betaling is geïnitieerd, maakt het voor de klant niet meer uit hoe dat is geregeld en is hetgeen dat daarna gebeurt voor de klant compleet onzichtbaar. Apple Pay is an sich geen spectaculaire innovatie in het betalingsverkeer, maar een bijkomend middel om een betaling te initiëren: het achterliggende uitvoeringsproces maakt gebruik van de bestaande card payment rails. Sopra Financial Solutions richt zich vooral op het zogenaamde order management en payment execution deel van het betalingsprocess dat wordt gemutualiseerd. 

 


Waarom is nu die aandacht nodig voor het betalingsverkeer? 

“Vandaag de dag komt er een tsunami van wet- en regelgeving op de banken af, waardoor banken verplicht worden om strategisch te gaan reflecteren binnen het domein van het betalingsverkeer. Onze boodschap is dat banken niet alleen tactisch het betalingsverkeer moeten uitvoeren, maar ook strategisch erover nadenken.”

 


Waarin onderscheiden jullie je?

“Wij zijn de enige partij die zoveel verschillende soorten samenwerkingen hebben opgezet met de banken in verschillende Europese landen. (België, Frankrijk en Duitsland). Vreemd genoeg is Nederland wat achtergebleven op dat vlak, want normaal is deze markt sneller in het omarmen van innovatie. Wij onderscheiden ons doordat wij qua technologie vooruit lopen, maar ook door het commitment van onze organisatie om in nieuwe markten actief te zijn en te blijven, en continu met onze klanten samen te werken om ze te helpen hun bedrijfsdoelstellingen te bereiken. Daarnaast hebben wij de afgelopen paar jaar een belangrijke technologische sprong vooruit gemaakt. Onze ontwikkelaars en consultants werken met de laatste technologie en kennis, waardoor wij ook op die vlakken marktleider zijn.“

 

 De onafhankelijke en gespecialiseerde wealth manager Van Lanschot Kempen heeft een duidelijke focus op behoud en opbouw van vermogen op een duurzame manier. Zij werkt samen met Sopra op het (technische) vlak van betalingsverkeer. Ernst Jansen, managing director Operational Services: Wij hebben bewust de keuze gemaakt om het technisch gedeelte van betalingsverkeer niet meer in eigen huis te ontwikkelen en te onderhouden. Zo kunnen wij onze energie maximaal richten op waar wij het beste in zijn en meer gestandaardiseerde dienstverlening uit besteden aan een business partner. Na een uitvoerige selectie hebben wij jaren geleden besloten om over te stappen op de techniek van Fidor / Sopra. Van Lanschot Kempen is een onafhankelijke en gespecialiseerde wealth manager met een duidelijke focus op behoud en opbouw van vermogen op een duurzame manier, zowel in private banking, professional solutions, investment management en investment banking.” 

 

 

Sopra Financial Solutions is de ‘preferred partner’ van meer dan 1.500 financiële instellingen wereldwijd. Met hun softwareoplossingen voor banken en financiele instellingen ondersteunt Sopra Financial Solutions haar klanten bij hun dagelijkse en toekomstige activiteiten en het behalen van hun doelstellingen op het gebied van “financial inclusion”. 


Sopra Financial Solutions is een dochteronderneming van de Sopra Steria Group, een Europese marktleider in consulting, digitale diensten en softwareontwikkeling. Met meer dan 47.000 medewerkers genereerde de Sopra Steria Group in 2021 een omzet van 4,7 miljard euro. 

 

29 sep 2022

|

Economie

Een duurzame toekomst van de financiële sector: Hoe ziet dat eruit volgens ons?

Duurzame transformatie gaat in kleine stappen

De snelle transformatie naar een duurzame en sociale onderneming bestaat niet, betoogt Ali Niknam, oprichter van Bunq. Kleine stappen maken en geen tweespalt kweken, dat helpt. 

  • De overgang naar een duurzame maatschappij moet van onderaf komen, niet vanuit een centrale overheid
  • Groei is nodig om impact te vergroten

 ali2.jpg
Ieder bedrijf draagt het dna van de oprichters en de eerste groep werknemers. Dat was in 2012 dus niet anders toen Ali Niknam aan de wieg stond van Bunq - geen bank, maar een tech-onderneming zoals hij zelf zegt. “We begonnen direct na de financiële crisis, dus iedereen bij Bunq heeft in z’n dna dat hij of zij iets wil bijdragen. Op het financiële front - hoe maken we banken meer gebruikersgericht - maar vooral op sociaal en duurzaam gebied. Onze datacenters zijn bijvoorbeeld vanaf de start aangesloten op groene stroom.”

 


Dat bedrijfs-dna betekent vooral dat innovatie niet per se vanuit de directie komt. De overschakeling op recyclebare koffiebekers en de komst van een kok die werkt met het overgebleven voedsel van Bunq komen uit de koker van medewerkers die actie ondernamen. “Het zijn misschien geen grote stappen, maar de gemene deler is dat dit allemaal vanuit onze mensen komt. Voor onze medewerkers en gebruikers is duurzaamheid een groot goed, daar is ons investeringsbeleid ook op aangepast. Ik denk dat we verantwoordelijker investeren dan welke bank dan ook. Daarom zijn we ook bomen gaan planten voor alle acties die gebruikers toch al doen, zoals pinnen en boodschappen afrekenen. Langzaam word je dan co2-neutraal. We hebben inmiddels ruim acht miljoen bomen geplant.”

 


Mensen maken zich terecht zorgen over het klimaat, maar worden ook lamgeslagen door de grootte van het probleem, denkt Niknam. “Er komt alleen geen eureka-moment waarmee we dit probleem oplossen, zo werkt dat niet. Maar als we allemaal ons steentje bijdragen, dan kunnen we dingen oplossen. Er is geen regering, geen bedrijf en geen consument die dit in z’n eentje kan oplossen. Als we allemaal wat doen, is het sneller opgelost.”

Dat hoeft niet van hogerhand gecoördineerd te worden, betoogt Niknam. “Ik geloof daar niet in. Dan wordt het een politiek vraagstuk waarbij consensus gezocht moet worden. In de praktijk betekent dit dat je waarschijnlijk een heleboel niks krijgt. We moeten elkaar niet aanstaren, maar vraag jezelf af: ‘Wat kan ik beter doen?. Ik maak er binnen Bunq geen policy van.”

 


In dat ritme kent Bunq nu meatless mondays, ook bedacht door werknemers. Niknam rijdt geen auto meer in Amsterdam, eet vegetarisch en heeft zijn intercontinentale vluchten flink teruggeschroefd. “Mensen moeten voelen dat dit een bedrijf is waarbij hun duurzame ideeën passen, en dat ze de ruimte voelen om aan de slag te gaan met die ideeën. Daar komen mooiere dingen uit dan als je het centraal aanstuurt. Dat is dus geen transformatie, zoals het in corporate taal heet, maar verandering gaat in kleine stappen.”

 


Niet iedere onderneming kent een dergelijke cultuur, dat realiseert Niknam zich ook. “Er zijn inderdaad andere culturen, die misschien meer top-down zijn georganiseerd. Maar dat geeft niet, voor de oplossing van deze problemen bestaat geen one size fits all. Ik heb het idee dat we daar al veel te lang naar zoeken. Waar ik naartoe wil, is dat we allemaal zelf nadenken, binnen onze context. Dan zul je zien dat er bijna overal meer gedaan kan worden dan er nu gebeurt.”

 

‘Via onze beleggingen helpen we bedrijven om hun transitie in gang te zetten’

Wim Eikelboom, BNP Paribas Cardif: ‘Via onze beleggingen helpen we bedrijven om hun transitie in gang te zetten’

Moet een verzekeraar nu koploper zijn in ESG-doelstellingen, of juist een volger? Volgens Wim Eikelboom, deputy-ceo van BNP Paribas Cardif in Nederland, gaat dat hand in hand. “We kunnen ervoor kiezen om vervuilende industrieën niet meer te verzekeren, of we gaan ze juist helpen.”

  •  Via zijn investeringen kan BNP Paribas Cardif veel invloed uitoefenen op het duurzaam beleid van grote ondernemingen
  • ESG-doelstellingen zijn makkelijker, omdat het leeft bij het personeel

 wim-eikelboom.jpg
BNP Paribas Cardif is weliswaar een relatief kleine verzekeringstak van de BNP Paribas Groep, maar dat betekent niet dat de impact niet groot kan zijn. Het bedrijf verkoopt verzekeringen op het gebied van overlijdensrisico en producten voor arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. “Voor onze doelstellingen op sociaal en duurzaam gebied volgen we de lijn van BNP Paribas, dat geeft ons een duidelijk kader. Maar dat betekent niet dat we zelf geen initiatieven ontplooien. Dat zit in onze cultuur”, vertelt Eikelboom. 

 

In de visie van BNP Paribas Cardif betekent dat dat de vier value drivers - klanten, personeel, maatschappij, financiën - hecht met elkaar verbonden zijn. “Ze zijn bij ons allemaal verbonden. Het is voor de klant heel belangrijk om beschermd te zijn, juist in deze tijden. Daarbij is het onze taak om hun polisinleg goed te beleggen. Vanuit BNP Paribas willen we koploper zijn op groen en sociaal gebied, en dat geldt ook voor ons personeel.”  

 


De verzekeraar heeft weinig tot geen direct klantcontact, omdat de verzekeringen door tussenpersonen worden verkocht. De focus ligt dan ook op de beleggingen. Eikelboom: “Daarmee willen we verduurzamen. Dat is tachtig procent van onze balans.” In de verzekeringsindustrie wordt natuurlijk al langer gekeken naar welke investeringen gedaan worden, waarbij witwassen en terrorisme buiten de deur wordt gehouden. Nu kijkt het bedrijf ook naar bedrijven met een zware footprint. “Dat is nu de richting waarin we keuzes gaan maken.”

 


De voortrekkersrol van BNP Paribas Cardif uit zich in de investment beliefs van het bedrijf. “Zowel onze producten als beleggingen zijn gericht op de lange termijn. We waren een van de eersten die stopten met onconventionele olie- en gasbeleggingen. Dat wil niet zeggen dat we ze meteen verkocht hebben, maar ze worden nu wel uitgefaseerd. We hebben ook een benchmark gedaan op ESG-gebied, waarbij we kijken hoe de markt ervoor staat. We willen boven die benchmark zitten. Investeringen krijgen tegenwoordig een ESG-waardering. 65 procent van onze beleggingen valt daar nu al onder en dat cijfer willen we verder omhoog brengen.”

 


Zo transformeert BNP Paribas Cardif geleidelijk in een steeds duurzamer en socialer bedrijf, ziet Eikelboom. “We zijn op de goede weg, zeker op het gebied van onze beleggingen. Op klantgebied kunnen we nog wel een slag maken. Consumenten denken goed na over verduurzaming, en hebben in deze tijd te maken met veel onzekerheden. We proberen dan ook producten te leveren die daarop aansluiten. Daarnaast willen we bedrijven graag helpen; we zeggen niet meteen dat we niet meer zullen investeren, maar we kijken graag mee hoe zij de transitie naar een duurzamer model kunnen maken.”

 
Eikelboom benadrukt dat het bedrijf goed is ingericht op een nieuwe slag in ESG-doelstellingen. Het personeel van het bedrijf heeft verduurzaming en een sociaal beleid hoog in het vaandel. “We zijn, mede door corona, van twee kantoorpanden naar één gegaan. We rijden meer elektrisch, en onze mensen zijn zeer betrokken en doen veel vrijwilligerswerk. Wereldwijd steunen we de strijd tegen obesitas en in Nederland werken we hiervoor samen met JOGG, voor een gezonde jeugd met een gezonde toekomst. Onder het personeel zijn er ook veel initiatieven op het gebied van vitaliteit en bewegen. Dat leeft hier echt. We hebben twee procent ziekteverzuim, dat is historisch laag. Het gaat goed met onze mensen, en dat betekent dat we onze boodschap ook kunnen uitdragen naar de wereld om ons heen.”

 

 

Hoe maken banken en verzekeraars de stap van shareholder naar stakeholder value? 

Voor banken en verzekeringsmaatschappijen ligt er de komende jaren een belangrijke taak. Ze moeten hun focus verleggen van shareholder value naar stakeholder value en dus rekenschap afleggen aan de totale keten. Alleen zo kunnen ze ook op de lange termijn voldoende waarde bieden aan al hun belanghebbenden, niet alleen aandeelhouders. EY helpt de financiële sector met het formuleren en laten doorleven van deze brede ‘purpose’. 

 

ey-loes-andringa-1572-meta.jpg
De rol van de financiële sector bij het bewaken van duurzame waarden in ons economisch model is belangrijker dan ooit. Banken en verzekeraars moeten nieuwe bedrijfsmodellen ontwikkelen die meer gericht zijn op waardecreatie voor al hun belanghebbenden op lange termijn. Hun prestaties met betrekking tot klimaat- en maatschappelijke doelstellingen zullen steeds belangrijker worden en zelfs een voorwaarde zijn voor het behalen van financiële resultaten. Van shareholder value naar stakeholder value, een verschil van slechts twee letters, maar tegelijk een complete mindshift voor de sector. Loes Andringa is sectorleider verzekeringen bij EY en helpt verzekeraars met deze transformatie. Zeynep Deldag is sectorleider Banking & Capital Markets en doet dergelijke transformaties als client service partner voor banken en grote financiële instellingen. Beiden zien zij dat duurzaamheid bij al hun opdrachtgevers bovenaan de agenda staat. 

 

zeynep1.jpg
Deldag: “Voor banken is het cruciaal dat ze hun bedrijfsdoelstelling herformuleren en daadwerkelijk in praktijk brengen dat ze ‘purpose driven’ waarde creëren voor alle belanghebbenden. De belangrijkste dimensies voor waardecreatie zijn: klant en consument, medewerkers, maatschappelijk en financieel.”

 


Keuzes maken in cliënten, investeringen en financiering

Wat zijn dan onderwerpen waar beide sectoren zich op kunnen richten? “Banken zijn cruciale partijen om te zorgen dat we voorop kunnen lopen in het behalen van zowel milieu- als  maatschappelijke doelstellingen. Denk aan het reduceren van de CO2-voetafdruk of versnelling van financial inclusion. Allemaal onderwerpen die hoog op de agenda staan binnen de sector”, vertelt Deldag. “Door te focussen op een brede groep stakeholders, met een duidelijk doel voor ogen, namelijk het genereren van duurzame business op lange termijn, kunnen banken daadwerkelijk vooroplopen. Bijvoorbeeld door te kiezen voor groene financiering, samenwerkingsverbanden op te zetten of technologie in te zetten voor financial inclusion. Het gaat dan niet alleen om het introduceren van nieuwe financiële producten, maar om de ambitie om initiatieven te ondersteunen die de economie een duwtje in de rug geven en zo bijdragen aan een betere wereld.” 

 


Volgens Andringa kan het ook betekenen dat je er juist voor kiest om je producten en services meer of minder te richten op bepaalde sectoren. “Zzp’ers waren bijvoorbeeld voor verzekeraars een onderbelicht marktsegment. We zien nu juist verzekeraars die zich met hun producten specifiek focussen op deze groep. Terwijl een keuze ook kan zijn om minder te gaan investeren in of minder te werken met bedrijven in de tabaksindustrie of producenten van fossiele brandstoffen.” Deldag ziet hetzelfde in de bankensector: de steun aan bedrijven die bijdragen aan een duurzame wereld of juist het stoppen van werken voor klanten die niet duurzaam zijn. 

 


Hogere doel doorleven

Voor beide sectoren levert dat businessmodellen op waarbij ze innovatief zullen moeten zijn en samenwerkingen moeten zoeken met de juiste partners om hen te helpen de transitie te maken of additionele diensten te leveren. Duurzaamheid is zeker geen onderwerp dat je er zomaar even bijdoet of dat beperkt blijft tot een manier om aan compliance te werken. Bovendien is het concreet maken van je duurzaamheidsdoelstellingen nog steeds een uitdaging voor veel organisaties. “Uit alle hoeken zijn vereisten aan de bankensector toegenomen: klanten willen een betere klantbeleving, medewerkers willen vooral werken voor een bank die bijdraagt aan een betere en duurzamere wereld, regelgevende instanties eisen dat ze voldoen aan voorschriften, wat resulteert in extra eisen aan rapportages en aandeelhouders willen dat ze winstgevend zijn. Banken die hierop reageren met business modellen waarin ESG doelen zijn verweven zullen de frontrunners zijn.” Het is niet voor niets dat EY eerder dit jaar naar buiten kwam met de bewustwordingscampagne ‘duurzaamheid, hard gemaakt’, juist om alle vereisten om te zetten in concrete plannen.

 


De kunst is om de purpose tot leven te brengen voor alle doelgroepen, die allemaal een verschillende focus hebben. Andringa ziet bij verzekeraars ook nieuwe diensten ontstaan voor polishouders. “Het gaat bijvoorbeeld meer om preventie: hoe help je polishouders preventief met gezondheid en welzijn? Dan heb je het over aanvullende producten of dienstverlening die ervoor zorgen dat je relevanter wordt voor je klanten.” 

 


Building a better working world

EY spreekt uit eigen ervaring als het gaat om het formuleren en implementeren van een waardegerichte doelstelling. Het maakte een soortgelijke transformatie door. Andringa: “Building a better working world vormt de leidraad voor al onze werkzaamheden. Dat hebben we tastbaar en concreet gemaakt voor al onze medewerkers. Als zij deze doelstelling ook echt invoelen, zal dit ervoor zorgen dat zij het beste van zichzelf laten zien. Walk the talk, live the purpose” noemt Andringa het ook wel. Deldag beaamt dat dit de kracht is van EY: “Organisaties helpen om hun doelstelling te formuleren en zorgen dat iedereen hiermee ‘in lijn’ functioneert. We zien het grote verhaal en hebben binnen EY voldoende expertise in duurzaamheid om organisaties te helpen met hun bredere transformatie.”  

 


Eye on Banking & Insurance

Wil je meer weten over dit onderwerp? Bezoek dan op 24 november het evenement Eye on Banking & Insurance. Dit gaat in op de manier waarop banken en verzekeraars duurzaamheid kunnen inzetten om te transformeren tot waardecreatie op de lange termijn. 

29 sep 2022

|

Economie

“Vastgoed is de perfecte inflatiehedge”

schermafbeelding-2022-09-29-om-15-23-18.png

Jaap Huurnink,

Mede-partner en trainer FOI-vastgoedopleidingen

 

Wat is een goed moment om te investeren in vastgoed?

“Ieder moment kan goed zijn, maar het is wel zo dat verschillende actuele factoren een rol spelen. Zoals de rentestand, het feit dat het moeilijker én duurder is geworden om te financieren en dat verduurzaming een must is geworden vanwege de gestegen energieprijzen. Ook is het juiste moment persoonlijk. De afgelopen jaren waren de directe rendementen in residentieel vastgoed lager, maar wel stabiel. Het is dus maar net waar je voor kiest. Vastgoed is in elk geval de perfecte inflatiehedge omdat het de waardedaling van geld tegen kan gaan. Mijn advies voor nu is om te variëren in soorten vastgoed en transformatie toe te passen om betere rendementen halen.”

 


Is investeren in vastgoed altijd een goede vorm van belegging? 

“Bij elke vorm van beleggen moet je altijd de alternatieven afwegen. Als je onvoldoende doordachte keuzes maakt in het vastgoed kun je ook flink verliezen. Vooraf de juiste kennis bezitten van de aspecten die bij vastgoedbeleggen komen kijken is een must. Vastgoed met slechte energieprestaties en een all-in huurcontract is op dit moment geen goede keuze.”

 


Hoe kan je het beste omgaan met schommelingen in de markt?

“Als je geschoren wordt, moet je stilzitten. Het beste is instappen in een lage markt en dan vlak voor de top uitstappen. Momenteel zitten we net over de top, en is een dalende trend ingezet. Hierdoor kan het raadzaam zijn om tijdelijk voor een andere beleggingsvorm te kiezen. Tenzij je bereid bent om een groter risico te lopen. Er zijn zeker mogelijkheden in de vastgoedmarkt die een goed rendement bieden, dan loop je dus wel meer risico. Ik zeg wel eens het gras bij de buurman is altijd groener, dat komt wel omdat het daar meer regent.” 

28 sep 2022

|

Maatschappij

De Menselijke Revolutie Het antwoord op het personeelstekort

Is er echt personeelstekort of hebben organisaties hun personeel structureel te kort gedaan?

De krantenkoppen staan vol met artikelen over het extreme personeelstekort en het aantal vacatures is nog nooit zo hoog geweest als nu. Sommige organisaties moeten zelfs hun deuren sluiten omdat ze geen mensen hebben om het werk uit te voeren. Kortom: er heerst een schreeuwend personeelstekort. Zijn de mensen dan op, ofwel zijn er minder beschikbaar om het werk te doen? Of zijn de mensen op, ofwel moe gestreden en maar beperkt inzetbaar door de hoge uitval? De vraag rijst dus of het grootste probleem een tekort aan mensen is of dat we mensen tekort gedaan hebben, waardoor er nu capaciteitsproblemen zijn.

 


Personeelstekort ten einde door de Menselijke Revolutie

De huidige druk wordt met name veroorzaakt door de toegenomen vraag. De druk op de bestaande populatie wordt dus groter en als je deze uit het oog verliest volgt (massale) uitval en kunnen organisatie hun belofte niet meer waarmaken. Wat gebeurt er met het personeelstekort als we de mens (meer) centraal stellen in organisaties? Bijvoorbeeld door meer te focussen op wat je hebt, in plaats van een groot deel van je geld en tijd investeren in het zoeken van nieuwe mensen.

 


Er zijn in Nederland een aantal prachtige organisaties die geruime tijd met Nolost werken en al jaren zien dat ze de mens echt op nummer 1 hebben gezet. Zij profiteren nu maximaal van de loyaliteit, bevlogenheid en aantrekkingskracht. Die organisaties hebben begrepen dat je vooral in goede tijden moet werken aan het vertrouwen en moeten bouwen aan de relatie. Hierdoor weet je in zware tijden wat je aan elkaar hebt en kun je op elkaar rekenen. In de toekomst zullen met name die organisaties blijven floreren die alles in het werk zetten om hun mensen te laten floreren. We moeten nu over naar het nieuwe tijdperk waarin we de transitie maken van de Industriële en Technologische Revolutie naar de Menselijke Revolutie.

 


Dus wil jij weten hoe je personeelstekort tegen kan gaan door te focussen op de mens in jouw organisatie?

Lees dan onze visie op het personeelstekort waarin drs. Sven Rickli, strategisch directeur van Nolost, inzoomt op deze grote uitdaging en neem deel aan de gratis Inspiratiewebinar op 6 oktober en 3 november.

https://nolost.nl/2022/09/is-er-een-personeelstekort-of-doen-we-personeel-te-kort/?utm_campaign=FD

Over Nolost

Het belangrijkste kapitaal van organisaties is de mens en juist daarom dient de mens centraal te staan. Nolost is de marktleider in mensgerichtheid en is al 15 jaar in staat om organisaties te transformeren en mensen te laten floreren.

Nolost zorgt dat werk optimaal bijdraagt aan een betekenisvol leven van mensen door een menselijke revolutie te ontketenen en vanuit daar cultuur, leiderschap en welzijn te verbeteren. Nolost maakt organisaties mensgerichter, waardoor mensen zich beter voelen en beter presteren.

 

28 sep 2022

|

Gezondheid

Nederlands bedrijf brengt langdurige, gerichte medicatie dichterbij

Het Nederlandse Nanomi heeft een technologie ontwikkeld waarmee een medicijn na injectie over een langere periode werkzaam is. “Het medicijn is daardoor een periode van twee weken tot enkele maanden actief en effectief,” vertelt Nanomi-CEO Okke Franssen.

 

illustratiev1-text-13dec2021.jpg
Het voordeel van de technologie is dat de deeltjes zo klein zijn, dat deze via kleine naaldjes op een heel precieze plek in het lichaam kunnen worden ingebracht. “Bijvoorbeeld in het oog of het brein, waarna ze – zo lang als je dat wilt – daar werkzaam blijven.” Gevraagd naar het belangrijkste voordeel van de doorbraaktechnologie van Nanomi geeft Franssen twee voorbeelden. “Het goed toedienen van medicijnen aan hersentumoren is op dit moment bijna niet mogelijk. Dan kom je bij oplossingen uit, waarbij een slangetje de schedel ingaat en waardoor een pompje het medicijn aan de hersenen afgeeft. Hetzelfde geldt voor een product dat je wekelijks in je oog zou moeten injecteren omdat je anders blind wordt.

Die problemen zijn concreet en daar hebben we een oplossing voor ontwikkeld. Met onze technologie kun je de deeltjes via een heel klein naaldje in het oog of het brein afleveren.Vervolgens blijft het medicijn daar langere tijd werkzaam.”

 


Efficiënt en veilig

De innovatie past in het streven van de Europese Unie om de ontwikkeling van ‘value-added medicines’ te stimuleren.

“De EU zegt tegen de farmaceutische industrie: ‘Het probleem is niet dat er geen behandeling is. Het probleem is dat de toediening van een medicijn vaak ineffectief is’.” Franssen legt de nadelen uit aan de hand van het toedienen van medicijnen door middel van tabletten. “Soms wordt maar 10% van de werkzame stof opgenomen door het maagdarmkanaal. Vandaar gaat het via het bloed door het hele lichaam heen, terwijl je het medicijn bijvoorbeeld alleen maar nodig hebt in je hersenen. Dan is dat niet erg efficiënt en ook niet veilig. Het medicijn veroorzaakt immers bijwerkingen in de rest van het lichaam. Met technologie als die van ons kun je dat aanzienlijk verbeteren. En uiteindelijk wordt het ook nog eens goedkoper, omdat je minder werkzame bestanddelen hoeft toe te dienen en minder snel cocktails nodig hebt om bijwerkingen te bestrijden.”

Een tweede voordeel dat de Nanomi-technologie biedt, is dat een medicijn nu vaak maar voor één ziektebeeld kan worden voorgeschreven, terwijl het de werkzame stof ook geschikt is voor de behandeling van andere aandoeningen, waar echter lokale toediening noodzakelijk is. Nanomi werkt samen met farmaceutische bedrijven om hiervoor een oplossing te ontwikkelen.


Goedkopere medicijnen 

Nanomi is een ontwikkelingsafdeling van een groot farmaceutisch bedrijf, het Indiase Lupin. Gevraagd naar zijn drijfveren, antwoordt Franssen: “Ik denk echt dat wij een verschil kunnen maken. Ik zit al sinds 1994 in het veld. De wetenschap en farmaceutische industrie zijn al heel lang bezig om zich te ontwikkelen in deze richting. Je ziet dat het zich nu tot een serieuze tak van sport ontwikkelt.” De ambitie van Nanomi is bij te dragen aan een wereld waarin hoge kwaliteit medicijnen beschikbaar is voor iedereen. “Dat maakt het ook zo interessant om onderdeel te zijn van een Indiaas bedrijf. Ons moederbedrijf heeft een groot deel van de omzet in India. We zijn bezig met hightech innovaties, waar heel veel geld in de ontwikkeling gaat zitten. Maar het doel is juist om met die hightech goedkopere medicijnen te maken. Wat je uiteindelijk wil, is dat je een product maakt dat de gezondheidszorg goedkoper maakt. Het moet goed werken, het moet veilig zijn én moet kosteneffectief zijn. Dat laatste vergeten wetenschappers vaak in hun enthousiasme, maar dat vind ik heel erg belangrijk.”

 

Registratie eerste product

“We ontwikkelen een aantal producten op het gebied van de psychiatrie voor Lupin, en werken samen met bedrijven uit Europa, Azië en de VS, die op andere gebieden interesse hebben in onze technologie.” Nanomi verzorgt het hele proces, van studies om aan te tonen dat het product veilig is, tot het opzetten van de productielijn. “We maken niet alleen de bolletjes, maar vullen die ook af in de flacons, vullen de spuitjes met vloeistof om de bolletjes te kunnen toedienen en verpakken het geheel in een doosje met bijsluiter.” De farmacotherapie van Nanomi staat op het punt van doorbreken. “De studies zijn afgerond. We wachten op de eerste resultaten en zijn aan het voorbereiden om het eerste product te registreren.” Daarna kan het heel hard gaan, hoopt Franssen. “We zitten op een traject zitten waarbij we een hele grote kans van succes hebben. Als je dat één keer laat zien, dan trekt dat heel veel aandacht en kunnen er snel andere toepassingen volgen. We hebben de technologie ontwikkeld als platform dat je kunt gebruiken voor andere producten. Het is een mooie toepassing die bijdraagt aan de betaalbaarheid van de gezondheidszorg.”

Over Nanomi Nanomi produceert zogenoemde ‘long-acting release injectables’. Het onderzoek richt zich op de ontwikkeling het medicinale eindproduct, niet het actieve medicijn. “We concentreren ons op de laatste stap, de toedieningsvorm, met alles erop en eraan. Het hele eindproduct zoals dat in de apotheek ligt,” legt Nanomi- CEO Okke Franssen uit.